Haag weg
heeft een
nieuw
stoplicht
SLUIMEREND ENQUETERECHT
Speurtocht
naar een
democratische
economie
„Wapeiienqiiete geen liefhebberij
maar een bittere noodzaak
D
TWEE UUR KIJKEN
Door
R. Reniers
Het is voor mijn deur aan de Haag-
weg erg ingewikkeld geworden. Op
een plekkie waar voetgangers nog
net de ruimte hadden om de Da-
Costastraat over te steken is een
paar weken geleden een dikke paal
geplaatst. De paal torst een dub
bel stel voetgangerslichten, n dub
bel stel gewone verkeerslichten en
op de stevige, nu al roestende, zij
arm nog een set van het bekende
groen, geel en rood. En dan de
twee gele bordjes en de drukknop-
jes niet te vergeten.
Een overbelaste paal. Maar er is meer
Leidse verkeersdeskundigen zijn zo
zuinig niet. Op de andere hoek een
bescheidener paaltje, maar voor de
omvang toch redelijk zwaar be
last met gewone lichten, voetgan
gerslichten, geel plaatje met ge
stileerd figuurtje qp drukknop.
Tegenover mij aan de andere kant
van de straat tel ik twee palen
van het bescheidener type, samen
torsend 8 lichten, gele bordje en
een drukknop en een mini paaltje
uitsluitend voor een geel bordje
en een knopje...
Alles moet dus zeer goed geregeld
zijn, knap uitgedacht en technisch
bestuurd door een beige kast, die
klik-klik zegt en staat naast een
serie reclame-borden over Velas-
ques, Skol, huishoudbeurs. Belinda.,
bloemen meenemen en de hartstich
ting niet te vergeten.
Kerstboom
Voelt U: ik woon op de Haagweg
en heb een werkkamertje dat op
al dat fraais uitziet. Ik heb zon
dagmiddag twee uur zitten kijken
en lachen. Alvorens te vertellen
waarover er te lachen viel wil ik
u wel zeggen dat ik niet om deze
kerstboom met lampjes heb ge
vraagd. Mijn buren niet, Van der
Luit en de Coronastichting even
min. Ze zijn geplaatst, boem uit.
En nu staan ze er dan. Flankerend
groen, geel, rood.
Daar komt een leuk stelletje aan.
innig gearmd. Lief en vol vertrou
wen in de toekomst. Hij is duidelijk
in een lerende stemming, wijst en
gebaart. Zij knikt begrijpend. On
oplettend steken ze de Da Costa-
straat over. Het onderwijs vraagt
een aanschouwelijke onderstreping.
Hij loopt, zonder haar los te laten
naar een van de knoppen. En
drukt. Even staan ze met de rug
naar me toe. Dan draaien ze zich
om en hij wijst alle kanten op.
Inderdaad alle verkeer op de
Haagweg staat stal. De auto's uit
de Da Costastraat trekken op.
Voïla, gebaart hij. Zo werkt dat.
Even wiijst hij nog naai- het beige
brein. Dan lopen ze door, zonder
van al die techniek gebruik te
maken. Fijn weer wat geleerd
van die knapperd, zie je het
meisje denken.
Langharigen
Langharigen schijnen het moei
lijk te hebben met het geheel. Tot
nrie keer toe zie ik ze aan komen
lopen, de knop hanteren en met
een doorlopen. Achteloos met de
lange benen voor de auto's langs.
Zo moet het niet, wacht op uw
beurt. Tegelijk voel ik dementie
in me opkomen..Fijn, dat ze
toch al zo aangepast zijn, dat ze
m ieder geval de knop gebruiken.
Hé meneer wat doet u nou. Dit is
de bedoeling niet. Door fietsen tot
aan de knop, drukken en wachten
tot het licht op groen springt en
dan pas oversteken. En niet met
een van de Haagweg roets de Da
Costastraat in. Jan, en nou maar
wachten op uw vrouw, die het
allemaal wel doet zoals het hoort
U weet toch dat vrouwen volgza
mer zijn, tenminste aan uw ka
lend hoofd, maak ik op dat u op
een leeftijd bent, dat u dat be
hoort te weten... Ach gelukkig.
echt verenigd rijden ze verder de
Da Costastraat in. Zonder ver
keerslichten nog wel.
Drukken
Het Surinaams verkeersonderwijs
stelt kennelijk ook niet veel voor.
Zie ze daar eens met zijn drieën
staan, nog voor het verkeersheu
vel tje. Drukken, dames, drukken
en wachten op uw beurt. Niks
hoor, vooruit steek maar over. 't
Is jullie leven en zulke dingen zul
je wel niet geleerd hebben toen je
op Schiphol kwam. Vooruit ermee,
ik zal het door de vingers zien.
Van dei- Luit gaat uit... Eerst een
groepje van vier, dan nog min
stens 10 mensen.
Even praten en gebaren op de
stoep. Ola, la mensen, daar steekt de
groep zomaar rechtsstreeks over.
Die palen en lichten staan er toch
niet voor niets.
Moeder met kind haalt het best zon
der toestanden met drukknoppen,
tenminste als ze even op de streep
in het midden blijft wachten. Keu
rig. maar fout. Die oude heer com
pleet met pijp en grijze baard....
Juist meneer, goed de regels uit
gevoerd. Daar gaat het licht op
groen Sjok, sjok, sneller me
neer. Haalt die het wel, haalt die
het niet? Het mannetje is al lang
weer rood als het oude baasje zich
langs de dikke paal heen wurmt.
Trimmen meneertje, anders is het
over een paar jaartjes voor u een b
onhaalbare oversteek. U
Doordouwen jj
Intussen tel ik drie auto's voor wiej:
rood rechtsaf kennelijk betekent: w
doordouwen tot de haaientancleng,
en je zelf er tussen wringen. Het*
is ook zes uur nu op zondagmiddag,
de nassi moet nog op. r
Wat doen die jongens daar nou toch.
Prachtig. Ze zijn opgevoed met de
techniek. Ze staan in het midden m
van de Da Costastraat met een
staaf ijzer... Ze kennen precies de
plek waar kennelijk een geheime
ader onder de grond is gelegd. Dat
is aan de bestrating nog duidelijk
te zien. Daar strijken ze met de
staaf op de gevoelige plek. Klik,
klik, zegt de kast. Pats, zegt het
rode libht en grinnekend consta
teren ze dat ze de baas zijn over
een stuk verkeerstechniek. Volwas
sen automobilisten hebben er vaak
minder weet van wat een hels en
woedend kabaal als er een automo
bilist niet ver genoeg doorrijdt, dus
de gevoelige ader niet beroert en
er dus ook niets gebeurt.
Rot geluid
Maar ik ben moe van al die zingende
zoemende, knorrende karren. Wat
zit er een rot geluid in sommige,
auto's, motoren en brommers. Wat'
peuteren er veel mensen in hun]
neus als ze even voor een stoplicht,
moeten wachten.
Misschien kan de verkeersdeskundige
deze plaats eens innemen.
Voor een zacht prijsje ben ik bereid'
mijn werkkamertje voor een tijdje
te verhuren.
Het recht van het parlement om een eigen onderzoek in te stellen
leidt in Nederland een sluimerend bestaan. Sinds 1848 toen de
Tweede Kamer het recht van enquête kreeg is er slechts negen
keer gebruik van gemaakt.
De laatste keer dat een parlementaire enquete werd gehouden was
van 1947 tot 1956. Er werd toen een diepgaand onderzoek ingesteld
naar de handel en wandel van de regering-in-ballingschap in de
oorlogsjaren. Eigenlijk was dit niet eens een echte parlementaire
enquete. Dit recht werd toen door de Tweede Kamer gebruikt voor
een doel waarvoor het niet bestemd was: controle achteraf op het
doen en laten van de regering in een parlementloos tijdperk (1940-
*45).
Het recht van enquete is het recht van de Eerste en Tweede Kamer
om zich onafhankelijk van de regering over bepaalde toestan
den of gebeurtenissen nader te informeren.
Men moet tot 1886 teruggaan om zo'n enquete te ontdekken. In dat
jaar werd door de Tweede Kamer een onderzoek ingesteld naar „de
toestand van fabrieken en werkplaatsen". Andere parlementaire
enquetes richtten zich op onderwerpen als de accijns op zout (1852),
de toestand van de Maas (1858), de marine (1861) en de besmette
lijke longziekte onder rundvee (1876).
Het recht van enquete is naar het woord van de 19e e
rechtgeleerde Buys „eene geduchte bevoegdheid" van het parle
ment. Een parlementaire enquêtecommissie door de Eerste of
Tweede Kamer aangewezen heeft de bevxoegdheid om getuigen op
te roepen en onder ede te horen. Die getuigen zijn niet alleen ver
plicht om te komen, maar ook om alle vragen te beantwoorden
een enkele uitzondering met het oog op ambts- of beroepsgeheim
daargelaten. „De enquete geeft een ontzettende kracht aan de
Tweede Kamer", constateerde Groen van Prinsterer dan ook terecht.
Inzicht rijpt in Tweede Kamer:
DEN HAAG Een grondig onderzoek door het parlement naar
de wapenaankopen van de laatste vijftien jaar is op komst.
Dit voorstel van PPR en D'66 kan in de Tweede Kamer op een
gunstig onthaal rekenen, zo is de verwachting op het Binnen
hof.
Door
Jan Schinkelhoek
Versukkeling
De PvdA - de grootste regerings
partij - stond van meet af aan sym
pathiek tegenover dit plan. Ook in
kringen van de confessionelen en de
VVD begint nu langzamerhand het
inzicht te rijpen dat een "wapenen-
quete" niet zo maar een progressie
ve liefhe'toerij is. maar een bittere
noodzaak. Steeds duidelijker wordt
dat - ondanks de vele onthullingen
in de Lockheed-affaire - nog maar
het topje van de ijsberg boven water
ia
Voordat de definitieve beslissing over
het houden van een parlementaire
enquete valt, zal de Tweede Kamer
eerst het resultaat van het onderzoek
van de commissie-Donner-Holtrop-
Peschar afwachten. Pas dan kan
overzien worden of er werkelijk re
den dit zware geschut in stelling te
brengen.
Een parlementaire enquete wordt
door het werk van de commissie
Donner allerminst overbodig ge
maakt.
Een enquêtecommissie uit 't parle
ment - uitgerust met belangrijke be
voegdheden - kan heel wat dieper
graven dan een regeringscommissie.
Behalve een middel om misstanden
uit te zoeken, is het enqueterecht
ook een belangrjj k controlemiddel
Tocih is de parlementaire enquete
behoorlijk in de versukkeling geraakt.
In feite zijn er de laatste honderd
jaar geen enquetes gehouden. Eén
van de oorzaken is dat het op touw
zetten van een parlementaire enque
te veel moeite kost. Er gaat een
"zware procedure" aan vooraf.
Hierin komt verandering. In een
poging het enqueterecht nieuwe leven
in te blazen hebben de zes grootste
partijen uit de Tweede Kamer - P
vdA. KVP, VVD, ARP, CHU en PPR
- voorgësteld verschillende belemme
ringen uit de weg te ruimen. Zo ver
valt de eis dat het onderwerp van
en enquete „nauwkeurig" omschre
ven moet warden. 'Dit is een onno
dige en ongewenste belemmering,
waar door het recht van onderzoek
werd gemaakt tot een buitennissig en
daardoor slechts in uitzonderlijke ge
vallen toegepast paardemiddel",
meent PvdA-kamrlid De Vries, de ar
chitect van de plannen om de enque
te wet te wijzigen.
Ontoereikend
Toch is deze vereenvoudiging on
toereikend om dit belangrijke con
trolemiddel van het parlement te
laten herleven. Want nog altijd is
(-•oor het houden van een parlemen
taire enquete toestemming van de
meerderheid van de Tweede Kamer
nodig. In de praiktijk betekent dit dat
éen af meer regeringspartijen er
mee akkoord moeten gaan.
Zo'n regeringsbondgenoot zal dat
niet gauw doen als een enquete de
regering onwelgevallig is.
In de meeste gevallen wordt het
voorstel om buiten de regering
- om een parlementair onderzoek
in te stellen opgevat als een uiting
van wantrouwen in de regering. Ze
ker als de enquete zich richt op een
onderdeel van het regeringsbeleid.
In het weekblad "Intermediair"
van deze week komt drs. C. R. van
Caspel dan ook terecht tot de con
clusie dat "ons parlementaire rege
ringssysteem met zijn vervlech
ting van regering en meerderheid
in het parlement nadelig is voor
de toepassing van het recht van en
quete". "Het recht van enquete is",
zo meent hij, "tot een instrument
van de oppositie geworden en de in
stelling van een parlementaire en
quete daarmee tot een zelden voor
komende gebeurtenis".
Soms ligt het anders. Bij
voorbeeld: als het parlement een
onderzoek wil instellen naar iets
waarop de regering ook geen greep
of zeggenschap heeft (multinatio
nals, wapenfabrikanten) Het par
lement rijdt de regering dan niet
in de wielen. Zo'n enquete kan er
tot leiden dat een wet tot stand
komt. Zoals in 1886. Toen werd na
een parlementaire enquete naar de
werkomstandigheden in de fabrie
ken een arbeidswet in het leven ge
roepen. Het houden van zulke
"wetgevingsenquetes" wordt verge
makkelijkt.
Maar „politieke enquetes" zullen
ook in de toekomst een zeldzaam
heid blijven. In een tijd waarin de
parlementaire controle steeds min
der voor stelt en de regering steeds
machtiger wordt is dat jammer.
Versterking van de invloed van de
Eerste en Tweede Kamer is brood
nodig om nog enig tegenspel aan
de regering te kunnen bieden.
Niet zo vreemd
Daarom moet ook een minderheid
van het parlement het recht krij
gen een enquete te houden. Net als
in West-Duitsland. De Duitse
grondwet schrijft voor dat de
Bondsdag de plicht heeft om op
verzoek van een kwart van zijn le
den een parlementaire enquête
commissie in te stellen.
Het is niet zo vreemd als het lijkt.
Een interpellatie van de Kamer
minderheid hoezeer ook ge
richt tegen de regering wordt
toch ook altijd toegestaan. Opposi
tiemoties hoe scherp daarin ook
het regeringsbeleid wordt afgekeurd
kunnen toch ook altijd worden
ingediend.
Net als een interpellatie of een
motie behoeft een parlementair on
derzoek niet verkeerd uit te pakken
voor de regering. De oppositie zal
ongetwijfeld met de resultaten
van de enquete in de hand trach
ten het regeringsbeleid veroordeeld
te krijgen. Maar de regeringspartij
en, die over een meerderheid in de
Kamer beschikken, kunnen dat al
tijd verhinderen.
Meer macht
Het grote verschil met de huidige
praktijk is dat de Tweede Kamer
met meer kracht kan eisen dat er
ingegrepen of dat het beleid bijge
stuurd moet worden. Kortom 't
de regering.
parlement staat sterker tegenover
Henk Thomas met hun hoek ,J)e winst i
i democratisch
Donner
Door
Jan Dost
DEN HAAG Dr. Bas de Gaay
Fortman (PPR-fractieleider) en
dr. Henk Thomas, beiden eco
noom en beiden verbonden aan
het Haagse Institute of Social
Studies, hebben een speurtocht
ondernomen naar een volgens
hen democratische economi
sche orde.
Het huidige
kapitalistische systeem, menen ze, is
niet in staat om een afdoende
oplossing te bieden voor problemen
als overproductie, blijvende werk
loosheid, schade aan milieu en
welzijn. Dat komt ondermeer omdat
de belangen van de ondernemingen
niet gelijk lopen met de belangen
van de in die ondernemingen
werkende arbeiders en van de
gemeenschap. Een nieuwe, democra
tische economische orde kan volgens
hen uitkomst bieden. Die orde kan
echter alleen tot stand komen via
een democratische organisatie van
de productie.
In het te Amsterdam
verschenen boek van hun hand „De
winst van een democratische econo
mie" (Uitgeverij Het Spectrum)
schetsen de twee auteurs wat hen
voor ogen staat. Zij zoeken
aansluiting bij een op vraag en
aanbod gebaseerde markteconomie,
waar de gemeenschap een grotere
invloed op dient te hebben dan nu
het geval is.
Nadrukkelijk gaan ze er niet van uit
dat de bestaande economische orde
rigoureus moet worden veranderd.
De democratische economie moet
aantrekkelijk zijn voor de gematigde
Nederlander met zijn voorkeur voor
evolutie boven revolutie, harmonie
boven conflict, democratie boven
dictatuur en orde boven chaos. De
economen zoeken aansluiting bij de
in de Kerken actuele discussie over
de nieuwe levensstijl. De productie
moet niet doel in zich zelf, maar
doelmatig zijn. In een aantal
belangrijke punten geven De Gaay
Fortman en Thomas aan, wat
volgens hen noodzakelijk is voor een
democratische economische orde:
De ondernemingsraad benoemt de
directie van een onderneming. De
directie is verantwoording schuldig
aan de ondernemingsraad.
De productiemiddelen (kapitaal,
machines) zijn niet meer de
eigendom van enkele aandeelhouders
maar van de gemeenschap.
9 Er moet een nationaal geleide
inkomenspolitiek komen, die ook de
zelfstandigen en vrije beroepen
omvat. Inkomensstijgingen en prijs
compensaties moeten op nationaal
niveau worden vastgesteld.
Het inkomensbeleid binnen de
ondernemingen komt voor verant
woordelijkheid van de onderne
mingsraad. Deze beslist ook wat er
met de winst moet gebeuren. Hij
maakt nadat de maximale
inkomensstijging is gerealiseerd
uit of de winst voor investeringen,
reserves, werktijdverkorting of voor
de plaatselijke gemeenschap moet
worden gebruikt.
Er moet een recht op arbeid en
een recht op inkomen zijn. Al het
werk, dat in de samenleving gedaan
moet worden, wordt gezien als
principieel van gelijke waarde,
zonder dat er een band is met het
inkomen.
Het recht op inkomen wordt het
best verwezenlijkt als aan alle
volwassenen inclusief huisvrouwen
geleidelijk aan een basisinkomen
wordt verstrekt. Dat basisinkomen
moet gefinancierd worden uil
belastingopbrengsten. Allerlei socialf
uitkeringen kunnen, na invoering
van zo'n basisinkomen, verdwijnen
De werkgeverspremies voor bepaalde
sociale verzekeringen kunnen ooi
worden afgeschaft. In de plaats
daarvan kan de opbrengst uit d<
vennootschapsbelasting gebruik
worden ter medefinanciering van d<
basisinkomens. Wel moet de moge
lijkheid open blijven dat mensei
zich, op particuliere basis, kunner
verzekeren voor het ontvangen vai
uitkeringen die het minimuminko
men te boven gaan. Voorts pleitei
beide auteurs voor een social*
dienstplicht voor jongens en
gedurende een jaar.