Auto-staalkaart weer verder uitgebreid Baden in de luie luxe van een Cadillac-Seville Op weg naar het halve miljoen Een duidelijker beeld heeft men in het kooppalroon van de automo bilisten. Daar heeft de RAI zelf voor gezorgd. Op verzoek van die vereniging heeft het Centraal Bu reau voor de Statistiek in de maanden augustus en september vorig jaar een onderzoek inge steld. De gemiddelde bezetting bleek op 2,1 personen te liggen. Merk waardigerwijs is dit cijfer voor gebruikte aangeschafte auto's hoger (2.3) dan voor nieuwe wa gens (1.9). Een verklaring zou kunnen zijn; dat gebruikte auto's méér door gezinnen resp. grotere gezinnen worden gekocht. Dat de bezettingsgraad in de vakantie het hoogst (3.2) en in het zakelijk gebruik het laagst (1.4) is. ligt voor de hand. Het gemiddelde brandstofverbruik volgens opgave van de eigenaars - ligt op 10.9 km per liter. Voor za- kenauto's is het 1:10. voor parti culiere auto's 1:11. Lichte auto's (600 kg) verbruiken natuurlijk 'veel minder benzine, gemiddeld 1:15, dan zware auto's (boven 1000 kg), die 1:9 lopen. Op verzoek van de RAI is het CBS nagegaan hoe de verhouding is tussen wagengewicht en degene, die de kosten van de auto draagt.Gebleken is, dat van alle auto's 18 pet geheel ten laste van een bedrijf komen, 66 pet geheel ten laste van een persoon (ge meenlijk de eigenaar) en van 16 pet wordt een deel van de kosten door een bedrijf gedragen (auto- kostenvergoeding). Bij de zware auto's (boven 1000 kg) was we liswaar het aantal dat geheel (40 pet) of gedeeltelijk (21 pet) door een bedrijf werd betaald hoger dan het gemiddelde, toch kwam nog 39 pet van deze auto's geheel ten laste van een persoon. De auto heeft als statussymbool afgedaan. Dat is Voorbij sinds "iedereen" in zo'n kar rijdt. Ook van de auto-aanbidding is niet zo bijster veeb meer over. De autoreligie kent nog maar weinig apostelen. Natuurlijk, er zijn nog van die automobilisten, jdie hun kar retje als een baby koesteren. Maar er zijn ook huisvrouwen, die haar meubeltjes elke dag poetsen en mannen, die buiten hun zaken niet kunnen ademen en die zijn ook n\et gek. Het zijn de bekende uitzonderingen, die de regel bevestigen. Dè meesten zien gelukkig hun auto als dat wat hij is: een akelig duur ge bruiksvoorwerp. Maar toch ook vandaag de dag kennen we nog merken, die met een zeker aureool zijn om geven. Zelfs in deze nuchtere tijden. We moeten hei alleen elders zoe ken. Bij merken uit een andere wereld, want zo.n overwaarde ring is puur plaatselijk gebon den. Wat hier nog in een au- reooltje wordt verpakt kan el ders gewoon grif over de toon bank gaan. Neem de grote Amerikanen. Thuis in de Verenigde Staten zoiets als het dagelijks brood. Wat wil men? Afstanden van een paar honderd mijl draait men de hand niet voor om. Dan kan men best wat extra luxe ge bruiken. Die wegkastelen kosten daar trouwens net zoveel als hier een klein karretje. En tot voor kort kreeg men als het ware bij het wassen van de wagen een volle tank cadeau. Daar is wel de klad in gekomen. Benzine gaat ook in Amerika aantikken. Daarom worden die kolossale machtige motoren wat teruggeschroefd. Nou ja, zo'n paar tientallen pk's merkt men niet in zo'n overvloedig kracht veld. Door het driftig duikelen van de dollar zijn die kapitale karos sen ook wat dichter bij de Euro pese normen gekomen. Ze wor den daarom ook hier wat meer verkocht. Enkele duizenden per jaar. Maar het is geen massa- produkt, zoals in de Verenigde Staten. En een auto als bijvoor beeld een Cadillac herbergt in al die nuchterheid van het heden toch altijd nog een stukje auto mythe. Een zorgvuldig door Ge neral Motors gekoesterde mythe natuurlijk, want die appelleert duidelijk aan een publiek, dat GM. voor geen goud zou willen kwijtraken. Men komt er hier zelden mee in aanraking. Daarom waren we gretig genoeg, toen public rela tions van General Motors dezer dagen een vloot van zulke slag schepen op wielen voor onze neus zette. Van de vier dealers in ons land en uit België had men een dozijn modellen van Pontiac, Chevrolet, Buick, Qldsmobile en Cadillac bij el kaar geschraapt. Sommigen zijn nauwelijks ver schillend van de Europese mo dellen: vier cilinder motoren, redelijke afmetingen, maar een tikkeltje pompeuzer, om en na bij de twintig mille in prijs. Niet intrigerend verschillend. Neende geestelijke pet gaat pas af als men bijvoorbeeld in zo'n Buick van bijna zes meter lengte stapt. Voor zich ziet men dan een soort metalen voetbalveld. Men mist gewoon de corner- vlaggen. De meest luxueuze exponent van deze Amerikaanse hang naar humbug vormde de Cadil lac Seville. Niet de grootste, want deze wagen is zeventig centimeter korter, twintig cen timeter smaller, 450 kilo lichter en met heel wat minder pk's be hept dan de overige Cadillac- modellen. Helemaal in stijl van de versobering, die na de ener giecrisis aanvankelijk opgang maakte, maar waarvan de scherpe kantjes allang weer zijn afgeschaafd. Maar al zijn de afmetingen wat milder, deze Cadillac is barstens vol geladen met alle luxe, die de GJVf.- ingenieurs verder maar konden klaarmaken. Het rijden met die kolos van "maar" 520 meter is merk waardig genoeg geen kunst. breedte, maar verder is er geen centje pijn dankzij de smette loze automaat en de gladde stuurbekrachtiging Trouwens, het denken aan pijn is zoiets als een vloek, zittend in de zachte met velours gecapi tonneerde zetels omgeven door een bataljon technische snufjes. Het begint al als men de deur knop aanraakt. Een lichtje gaat branden om te voorkomen, dat de Cadïllac-rijder in het donker naar het sleutelgat zou moeten zoeken. Eenmaal binnen kan men (na tuurlijk) de ramen en deurslo ten elektrisch bedienen. Een hendeltje voor zoiets is uiter aard te vermoeiendOok de stoe len kunnen met knopjes 'op maat" worden gesteld. Air conditioning zorgt voor een blijvend aangename tempera tuur in de wagen. Dat lijkt een grotere luxe dan het is in Ame rika, waar men urenlang op kaarsrechte snelwegen door woestijnachtige landschappen kan moeten rijden. Men zou er zonder die luchtregeling ge kookt uitkomen. Spiegeltjes kan men van binne nuit verstellen. Men kan de snelheid van de wagen limite ren door een maximum aan te geven. Eenmaal op een be paalde snelheid is een drukje op een knopje voldoende om die snelheid te handhaven. Het stuur is verticaal verstelbaar. En zo kan men doorgaan. Want we hebben de stereo-radio nog niet genoemd, de elektrische kof- ferontgrendelingen, de kleine lichtjes boven de achterruit, die aangeven, dat de richtingaan- w ijzers en remlichten goed func tioneren. Het is een droomland van luxe, waarin men terecht lijkt te zijn gekomen. Alles is ge daan om de berijder de illusie van behaaglijkheid te geven. En dat voor zo'n 66 mille! Als de autoverkopen blijven gaan zoals ze dit jaar tot nu toe zijn ge gaan, dan zijn we beslist op weg naar een recordjaar. Waarbij het de grote vraag is of we het half miljoen nu al halen of dat we er net onder blijven. En hoeveel. Het zal niet veel zijn. Nog steeds zit de autohandel zon der de verkoopcijfers van vorig jaar. De kentekenregistratie in Veendam is niet voldoende bij. Geen exacte gegevens dus, maar men weet, dat vorig jaar beter was dan ooit tevoren. Alleen zou de handel graag weten hoeveel beter precies. Daaruit bleek, dat 44 procent van de bezitters van de personenau to's de wagen nieuw had gekocht, de rest had natuurlijk aan een ge bruikte wagen de voorkeur gege ven. Van de auto's stond twaalf procent op naam van bedrijven geregistreerd en 88 procent op naam van personen. Met de zakenauto's wordt uiteraard meer gereden: 2140 km per maand gemiddeld tegen 1250 km voor de particuliere auto. Het grootste deel van de met de zake lijk aangeschafte auto's verreden kilometers (1400 km) had uiter aard betrekking op de uitoefe ning van bedrijf of beroep, doch deze auto's werden ook in de va kantie en voor overig particulier gebruik benut. Deze auto was te zien op de autosalon van Genève: de Opel Kadett Aero. Een wagen met een open dak en open achterkant, die doet denken aan de "Targa"-uitvocring, die Porsche enkele jaren geleden op de markt bracht. De Kadett Aero heeft een 1200 cc motor, die rechtstreeks is afgeleid van de normale Kadett-krachtbron. De wagen zal ongeveer 16.000 gulden gaan kosten. Opel zegt, dat er voldoende ruimte voor familie en bagage in de auto is. Deze fraai gelijnde coupé wordt het nieuwe vlaggeschip van BMW. De fabriek wordt gewoon lyrisch als zij de eigenschappen van deze 630 CS en 630 CSi aanbeveelt: "Zij kunnen slechts met superlatieven worden omschreven". In mei kan men in Nederland nagaan of er teveel is gezegd. Dan wordt de wagen hier geïntroduceerd. Afgaande op de prijs moet het inderdaad iets heel bijzonders zijn: niet minder dan zo'n 60.000 gulden.... Deze Mustang III zal men waarschijnlijk nooit kunnen kopen. Het is geen produktiemodel, het is een prototype uit de ontwerpstudio van Ghia in Turijn. Het is zeventig centimeter korter dan de huidige Mustang. Wat men aan de foto niet kan zien is het feit, dat er in dit ontwerp een aantal technische details zit verwerkt, die nas eind van deze zomer met de Ford Fiesta in de publiciteit zullen komen. Voor 16 Va mille kan men op de Nederlandse automarkt de Ford Escort RS 2000 kopen. Zeer luxueus met een zeer krachtige versie van Fords twee-litermotor, die bij 5500 toeren 110 DIN-pk levert. De gestroom lijnde voorkant maakt deze RS 2000 gemakkelijk herkenbaar. De wagen is 165 mm langer dan de normale Escort. Spoiler moeten voor stabiliteit bij hogere snelheden zorgen. De top ligt in de buurt van de 180 km. Van de Saab 99 Combi-Coupé - in het voorjaar van 1974 geïntrodu ceerd - is een nieuwe versie verschenen. Totnutoe was deze wagen alleen als drie deurs te koop, nu komt er ook een variant met vijf deuren. Onder de motorkap vindt men de bekende Saab 2 liter motor, die uitgerust met één carburateur 100 DIN-pk kan produceren, met twee carburateurs acht pk meer. De levering begint nog deze maand. Er is nu ook een Alfasud verkrijgbaar met een vijf versnellingsbak, waardoor men - zoals altijd met vijf versnellingen - zuiniger en rusti ger kan rijden. Deze Alfasud L - die op de flank het opschrift 5 M (5 marce= versnellingen) zal dragen - verbruikt volgens de fabriek bij constante snelheid van 100 kilometer één liter benzine op 14,5 kilome ter. De meerprijs voor die vijfbak is 475 gulden. Om maar meteen met de deur in huis te vallen- de nieuwe Celeste van Mitsubishi is een machtig mooi modelletje, maar er zitten helaas blad veren onder en dat kan men drommels goed merken. We hebben het vorige keer al ge schreven: Mitsubishi (zo vaak in het nieuws, dat we dat moeilijke woord al snel kunnen tikken) is bezig uit te groeien tot een vol wassen automerk in ons land. Niet alleen in aantallen verkochte auto's, maar ook in assortiment. Dit jaar is de lijn uitgebreid tot dertien versies van in totaal drie modellen: Lancer, Galant en Ce- leste. De eerste twee vormden de wa pens, waarmee Hart Nibbrig en Greeve zich een bruggehoofd op de Nederlandse automarkt heeft bevochten. De coupé „Celeste" is er kortgeleden bijgekomen om de behaalde winst te consolide ren en uit te breiden. En we geven grif toe, dat de wagen vele goede eigenschappen bezit. In de eerste plaats een aantrekke lijk uiterlijk. In de week. dat wij met deze nieuweling hebben rondgereden, hebben wij talloze ogen waarderend in de richting van onze test wagen zien kijken. Het is inderdaad een uiterst sier lijke coupé van stevige afmetin- we willen zeggen, dat een bedrag van veertien mille voor zo'n soe pel rijdend en sierlijke midden klasser niet te hoog is. De lekker functionerende versnel lingsbak dirigeert een pittige vier cilinder motor met een inhoud van 1597 cc, die goed is voor een vermogen van 85 DIN-pk, waar uit een top van een dikke 160 ki- lomter per uur kan worden ge perst. Dat was althans de krachtbron, die in onze testauto zat. Maar zoals we vorige keer al hebben verteld kan deze Celeste ook worden ge kocht met die nieuwe, verrassend rustige Mitsubishi 80-motor on der de kap. Dat is een twee liter motor, waarmee een top van tegen de 180 kilometer kan wor den bereikt. Daar zit dan, een vijf-bak bij, maar dan moet er ook 1800 gulden meer worden be taald. Over de ervaringen met deze "fluisterende motor" hopen wij te zijner tijd wat meer te kun nen vertellen. De 1600-motor, die in "onze Celes te' zat was beslist niet geruisloos. Wel stationair draaiend. Dan moesten we soms even het gas pedaal aanraken om te horen of de motor wel liep. Maar eenmaal op toeren kwam er een fikse dosis kabaal onder de motorkap van daan. Wat overigens mets bijzon ders is, want we hebben al meer gezegd, dat wij geen geruisloze middenklasser kennen. De één produceert alleen wat meer ge luid dan de ander. En bij deze Ce- leste was het wat meer. Daar staat tegenover, dat het een redelijk zuinige motor is. We hebben met veel stadswerk 1 op 10 gereden, maar ook éénmaal tegen de 1 op 12 en dat is voor een wagen van zo'n vermogen alles zins acceptabel. N.een, deze dingen zijn het niet, waartegen wij bezwaar hebben bij deze Celeste. Dat zit hem meer in het onderstel. Die bladveren, waardoor men met iets meer dan gewone snelheid alles wat men op de weg tegenkomt, in de ca bine gaat voelen. En bij nog meer snelheid wordt de besturing daardoor zelfs wat vaag. Het is overigens een kwaal, waar veel Japanners aan mank gaan. Maar indachtig de snelle wijze, waarop de mannen van Mitsubi shi de kwalen en kwaaltjes heb ben weggewerkt, waaraan de eer ste produkten, die naar hier kwamen, nog leden, zou het ons niet verbazen als ook in dit op zicht snelle verbetering tegemoet zou kunnen worden gezien. Het is te hopen, want dat weggedrag, gepaard aan een zekere windge voeligheid, doet echt afbreuk aan deze overigens zo aantrekkelijke Celeste. gen (4.11 m lengte en 1.61 m breedte), die in zijn vormgeving de Japanse afkomst beslist niet verloochent, maar toch vol doende charme bezit om eruit te springen. Maar het is en blijft een coupé. En dat betekent, dat de man of vrouw achterin de benen nauwe lijks kwijt kan. We hebben het geprobeerd, maar het ging niet door de geringe ruimte, waarvan een flink deel nog in beslag werd genomen door de zware tunnel (motor voorin - aandrijving op de achterwielen). Bovendien zitten volwassenen achterin met het .hoofd tegen het plafond. Er is ruimte voor twee kinderen, meer niet. Ook de bagageruimte is met bijster groot, maar men kan wel de achterbank neerklappen. En dan heeft men een tweezitter met een kolossale ruimte voor kof fers, tassen en wat men nog meer Destoelen zitten redelijk, al vinden wij de zit aan de erg lage kant. Ze zijn in vele standen te zetten. Daarbij komt nog, dat het stuur dertig centimeter in verticale richting is te verstellen. Alles bij elkaar derhalve voldoende moge lijkheden om aan een prettige houding achter het fijn met rub ber beklede stuurtje te komen, van waar uit alle gegevens op het smaakvolle dashboard (met twee grote en twee kleine ronde klok ken) gemakkelijk zijn af te lezen. Een klein uurwerkje zat in onze testwagen eenzaam op de hout- kleurige console maar er zaten nog twee blinde klokjes naast voor mogelijkheden met andere metertjes. Japanse auto's munten meestal uit door de volledigheid van de uit rusting. Wij herinneren ons ech ter. dat dit juist bij de goedkopere modellen van Mitsubishi wat tegen viel. Zo niet bij deze Celes te. Het zit er weer allemaal op en aan, om zo te zeggen. Maar ja, aan een wagen van op een enkele gulden na veertien mille mag men eisen stellen. Wat niet wil zeggen, dat wij het een dure auto vinden. Het valt overigens niet mee om in de wirwar van snel stijgende autoprijzen een juiste lijn te houden. Wat is duur en wat niet? Iemand, die aanzienlijk meer voor eenzelfde auto moest betalen, hoorden wij dat kortgeleden ver dedigen met argumenten als een nu standaard ingebouwde radio, radiaalbanden en meer van der gelijke dingen. Dingen, die hij in zijn vonge auto nooit had laten inbouwen, maar die nu van fa- briekswege bindend waren opge legd. Dat slaat niet op deze Celeste, maar op de vraag: wanneer is een auto duur? Alle waar is naar zijn geld. We hebben het al vaker gezegd. En zo op het oog gezien zouden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 23