In Groningen: ook touwtrekken om hart van stad Universiteit legt beslag op stuk binnenstad Roel Yos: inspraak voortdurend gevecht Te weinig parkeer ruimte in Groningen ZATERDAG 9 APRIL 1976 Komende maandag zal de gemeen teraad principieel beslissen over de nieuwbouw van de universiteit op het Doelenterrein. De nieuwbouw- plannen van de universiteit voor het gebied aan de Witte Singel en het Doelenterrein hebben een lange voorgeschiedenis. In 1962 wilde de universiteit voor een aan tal faculteiten één nieuw gebouw neerzetten op het Doelenterrein, maar dat plan ging niet door omdat er voor de kokschool geen andere plaats kon worden gevonden. Ver volgens werd in 1968 een groot complex voor het Witte Singelter rein ontworpen met een toren van 125 meter. Het verkeer zou de nieuwbouw makkelijk kunnen be reiken via een zeer brede weg over de gedempte Trekvliet, die aan de ene kant uit zou komen op de Lammenschansweg, en aan de an dere kant over het Galgewater op het Stationsplein. Zowel binnen als buiten de univer siteit rees verzet tegen deze plan nen en wilde men een andere aan pak. In opdracht van de universiteit maakte ir. Kuyken van het advies bureau Stad en Landschap in okto ber 1974 een rapport waarin hij suggereerde de nieuwbouw neer te zetten op het Witte Singelterrein èn het Doelenterrein. Aan de Witte Singel zouden bouwblokken ko men van maximaal zeven lagen (24 meter hoog), op het Doelenterrein van twee tot vier lagen. De totale vloeroppervlakte zou 35.000 vier kante meter bedragen. Andere plaatsen in de stad (Schuttersveld bijv.) zouden om uiteenlopende re denen niet in aanmerking komen. Een werkgroep van het rijk, de uni versiteit en de gemeente sloot zich aan bij de suggestie van Kuyken. Ten slotte schaarden de minister raad, het college van bestuur van de universiteit en B en W zich achter het voorstel om zowel het Witte Singel- als het Doelenterrein te be bouwen. Het ministerie van Defen sie zou voor deze nieuwbouw het Doelenterrein willen ontruimen. Van de gemeenteraad wordt nu ge vraagd om het Doelenterrein, in gebruik bij Defensie maar in het bezit van de gemeente, aan de uni versiteit over te doen. Tweederde zou voor de universiteit zijn, een derde voor de gemeente. In het overleg heeft de commissie voor ruimtelijke ordening garanties geëist dat er geen parkeermoeilijk- heden en verkeersoverlast zullen ontstaan door de nieuwbouw. Tijdens een hoorzitting is bezwaar gemaakt tegen universitaire bouw op het Doelenterrein. Zo wil het comité Pieters- en Academiewijk het gebied bestemmen voor wo ningbouw. De universiteit zou alle nieuwbouw neer moeten zetten langs de Witte Singel. Verder bleek er vrees te bestaan voor de ver-' keersdrukte. De procedure loopt nu als volgt de raad kan 12 april in principe ak koord gaan met het voorstel van B en W; de universiteit zal dan een structuurschets maken en een be bouwingsplan en daarbij regelma tig contact onderhouden met de gemeenteraad. Indien nodig kun nen B en W ontheffing van de bouwverordening verlenen. Het enige machtsmiddel van de burgerij is: bezwaarschriften in dienen bij de Kroon tegen die ont heffing. Noch voor het Doelenter rein, noch voor het gebied langs de Witte Singel geldt een bestem mingsplan- Voor zover de ge meente geen voorwaarden zou stel len bij de overdracht van het Doe lenterrein is de universiteit vrij om te doen wat zü wil (binnen het ka der van de bouwverordening). Wethouder Waal zei eens dat de Leidse situatie het best vergeleken kon worden met Groningen. Een uitstapje naar Groningen laat zien dat ook daar een touwtrekken be staat tussen universiteit, gemeente en buurtbewoners over omvang en situering van de nieuwbouw. GRONINGEN - "De universiteit mag niet uit de binnenstad ver dwijnen. Juist door die universiteit heeft Groningen zo'n kleurrijke binnenstad. Als dat weg zou gaan, dan zou het waarschijnlijk een erg saaie boel worden". Roel Vos (37), andragoog, lid van de projektgroep binnenstad, mede werker van de Groningse bihnen- stadswinkel en ook inspraakbe vorderaar, komt tot deze uitspraak na ongeveer drie jaar binnenstad servaring. Sinds hij in 1973 voor de projektgroep werd aangezocht heeft hij goed in het hart van de stad kunnen rondkijken. Want Vos stond voor de niet geringe taak om de participatie van de burger in het gigantische proces van de stads vernieuwing te bevorderen. Dat be tekende: praten met groepen van wijkbewoners, drammen tegen het ambtenarenapparaat en proberen de beleidsmakers van Groningen mee te krijgen. Mede door zijn toe doen kwamen er in verschillende wijken buurtgroepen van de grond. En werd de betrokkenheid van de wijkbewoner bij wat er in zijn om geving te gebeuren stond, groter. "Toen is ook gebleken dat de ge wone burger wel degelijk invloed i kan uitoefenen", zegt hij. "In de Hortus bijvoorbeeld was het aan vankelijk zo dat de universiteit haar bouwplannen een verstrooiend ka rakter wilde geven, dus door de hele wijk heen. Maar de bewoners waren tiaar op tegen. En via het overleg dat we toen over die plan nen hadden, kwamen de wensen van de bewoners op tafel. Ze heb- Roel Vos - onderhandelingen - ben toen bereikt dat er strak afge grensde kernen kwamen in plaats En ik mag wel zeggen dat de i van een verstrooiende bebouwing, versiteit daar niet erg blij mee w: De binnenstadswinkel, wier me dewerkers uit verschillende "dis ciplines" afkomstig zijn, speelde bij dit alles een belangrijke rol. Op al lerlei manieren werd van daaruit geprobeerd de burger bij het bin- nenstadsbeleid te betrekken. En Roel Vos kijkt daar nu tamelijk te vreden op terug. Hij constateert "Ik geloof dat in elke gemeente de inspraak van de burger vorm kan krijgen zoals dat in Groningen is gebeurd. Maarje moet, als je je daar mee bezighoudt, wel eerst het ver trouwen hebben van de hele buurt. En voordat je dat bereikt hebt, moet je heel wat gepraat hebben. Inspraak is een voortdurend ge vecht". Vos is er heilig van overtuigd dat een inspraakproces ook verhelder end kan werken "Het is gebleken", zegt hij, "dat de contacten tussen het ambtenarenapparaat en de burgers behoorlijk verbeterd zijn en dat allerlei dingen niet meer via de verantwoordelijke wethouder lopen. Ik vind dat een goede ont wikkeling". Overigens meent hij dat de betrok kenheid van de burger bij het bin- nenstadsbeleid ook van belang is met betrekking tot de universiteit. "De universiteit", zegt hij, "heeft in het verleden veel eigendommen in het centrum verworven en daar door een grote greep op de binnen stad gekregen. Ze hebben veel macht. Ik denk cok dat daarom nog niet bekend is wat ze met al die lege panden gaan doen, als hun nie bouwprojekten klaar zijn. Ik denk dat ze ze zullen gebruiken als derhandelingsobj eet' Tekst en foto's Tom Maas en Wim Wirtz ■kir.G.A. Otten - te klein - De nieuwbouw van de letterenfaculteit in Groningen breekt tussen de woonbebouwing door. met de doelstellingennota als fun- deskundigen, haar arbeid af. En stemmingsplèn voor de binnen- dament. Eind vorig jaar rondde de inmiddels is het stedebouwkundig stad, stof voor diepgaande discus- projektgroep, bestaande uit diverse plan, dat vooruit loopt op een be- sies. Globaal strookt het stedebouw kundig plan met de opvatting van de Groningse universiteit dat de versnippering van universitaire bebouwing in de binnenstad een halt moet worden toegeroepen. In het plan wordt nu voor die zelfde bebouwing van drie kernen uitge gaan: het gebied rondom het aca demiegebouw, de St. Martinuskerk (die er tegenover staat) en het Har moniegebouw (een verwaarloosd monument, dat helemaal gerestau reerd zal worden), het zg. Hortus- gebied (een negentiende-eeuwse wijk waar intussen een modem ge bouw voor de letterenfaculteit is neergezet) en het zg. Bodenterrein (waar de medische faculteit en het Groningse academisch ziekenhuis zijn ondergebracht). Een belangrijk ,-nelpunt - de toekomstige plaats van de universiteitsbibliotheek - is intussen wat de universiteit betreft verdwenen. De bibliotheek komt niet in de Martinuskerk, maar in de Hortus. De projektgroep binnen stad en tal van buurtbewoners hebben niet hun zin gekregen. De universiteit zet haar bibliotheek in een woonwijk neer. Want ze heeft daar een groot stuk grond in eigen dom GRONINGEN - "Bij het opstellen van het stedebouwkundig plan is er vrij veel overleg geweest; er kwam met de gemeente overeenstem ming dat de universiteit in de bin nenstad zich zou terugtrekken op drie kernen: de Hortus, de Harmo nie en het Bodenterrein". "Het grootste bezwaar van de uni versiteit tegen het plan is dat het lijkt of alles dan vaststaat. Je moet niet zeggen dat het zaligmakend is. Het is een beetje een politiek punt de gemeenteraad wil alles vastleg gen. Ze willen beslissen in het ste debouwkundig plan wat goed is en niet goed. Dat legt alles vast. Het moet flexibeler zijn". In een gesprek met ir. G. A. Otten, hoofd van de afdeling bouwzaken van de Groningse universiteit, blijkt dat er in het overleg tussen gemeente en universiteit spannin gen zijn. De universiteit heeft het gevoel dat de gemeente over haar bouwzaken beslist en alles vastlegt. De gemeente wil zekerheid hebben over toekomstige bouwplannen van de universiteit, bijvoorbeeld om renovatie van oude stadsge deelten aan te kunnen pakken. Net als bij de Leidse universiteit is er bij de huisvesting van de Gro ningse universiteit in de binnen stad een enorme verstrooiing ont staan: men huist nu in 160 afzonder lijke panden. In 1962 is een zekere concentratie tot stand gebracht: nieuwbouw buiten de stad voor de exacte vakken, en het Academisch Ziekenhuis op de rand van het cen trum samen met de medicijnenfa culteit. Bij de plannen voor de binnenstad, drie kernen, word het idee geop perd om niet alles in grote eenhe den te concentreren, maar om uit te gaan van de kleine vakgroepen als werkeenheden. Otten: "Dat is hart stikke slecht gevallen, er kwam op stand van de faculteiten, die heb ben er erg tegen geopponeerd. Die zeiden: de relaties zijn zo nauw, er is geen losse huisvesting van vak groepen mogelijk. En er kwamen technische en administratieve be zwaren. Nu zijn de (sub)faculteiten als werkeenheden gekozen". Over de plaats van de Universi teitsbibliotheek heeft de Groningse universiteitsraad zich verleden week uitgesproken: na uitvoerige discussie besloot men voor vesti ging in het Hortusgebied. De ge meente had de UB liever gehad in de Martinuskerk. Men heeft de be roemde architect Herman Her tzbergereen plan laten maken vooi een bibliotheek in de kerk met een vloeroppervlakte van 16.000 vier kante meter. In het hart van de stad zou de bibliotheek voor iedereen toegankelijk zijn. De universiteit vond de ruimte in de kerk te klein en te oneconomisch. De afstand tot de letterenfaculteit in het Hortus- gebied heeft geen rol van betekenis gespeeld. Otten: "De Martinuskerk ligt op vijf minuten lopen van de Hortus, dat zou te overbruggen zijn. Er is trouwens gebleken dat de let terenfaculteit wel veel gebruik maakt van de bibliotheek, maar dat in totaal de andere faculteiten er samen een groter gebruik van ma ken". Voor de bouwplannen in de Hortus is de afbraak van drieëndertig wo ningen nodig. Er zal verder gebruik worden gemaakt van enkele be staande schoolgebouwen. De UB krijgt een vloeroppervlak van 23.000 vierkante meter, de letteren faculteit in het Hortusgebied totaal 13.000 vierkante meter. Men is ge bonden aan een maximum bouw hoogte van ongeveer twintig meter. Achter de Harmonie zullen de juri dische faculteit komen en allerlei diensten en voorzieningen; totaal een vloeroppervlakte van 16.000 vierkante meter. Enkele oude pak huizen zullen moeten sneuvelen. Een aantal bomen mag blijven staan. Parkeervoorzieningen zul-, len, net als bij de UB in de Hortus, getroffen worden door de aanleg van een parkeerkelder. Volgens voorschriften van de gemeente zul len honderdtwintig plaatsen aange legd worden. Otten: "Gezien de huidige behoefte is dat volstrekt onvoldoende. Voor de universiteit is er ter plekke een tekort aan plaat sen. Maar parkeren is onze taak niet helemaal; dat hoort, net als bij het terugdringen van het verkeer en het openbaar vervoer, bij de ge meente. De universiteit moet geld storten in een parkeerfonds voor de aanleg van parkeervoorzieningen; daar zijn wij niet tegen, maar er be staat wel onenigheid over de ge bruiksrechten. De universiteit be taalt en wil dan ook recht hebben op een aantal plaatsen". Groningen is evenals Leiden een oude veste. Een monumentenstad met vele singels, "diepen", laat-gotische panden en prachtige, zeventiende-eeuw-1 herenhuizen. De stad heeft een zichtbaar rijk verleden. De binnenstad van Groningen is betrekkelijk klein, maar ruim van opzet De Tweede Wereldoorlog heeft er diepe sporen nagelaten. Hele stukken werden weggeslagen uit het hart van de stad. En zo ont stonden er nieuwe bebouwings mogelijkheden, die in de achterlig gende dertig jaar ruimschoots wer den benut. Een dubieus voorbeeld van moderne bebouwing leunt nog dagelijks bijna demonstratief tegen het zeventiende-eeuwse "goud kan toor" op de Grote Markt. Maar de meeste "stadjers" in Groningen schenken er geen aandacht meer Zo lijkt het ook bij het verkeer, dat •de in doorsnee tamelijk brede stra ten in de binnenstad dankbaar als doorgangsroute gebruikt om met gezwinde spoed van de ene naar de andere kant te komen. Sommige "stadjers" zijn daar niet erg geluk kig mee. Vandaar ook dat er plan nen bestaan om enkele ringwegen aan te leggen, die met name het au toverkeer zoveel mogelijk uit de binnenstad moeten weren. Met de automobilist wordt in Gro ningen trouwens flink rekening gehouden. In het centrum zijn en kele parkeergarages opgetrokken. Die echter weinig rendabel zijn. Het gevolg is dat ze 's avonds om zeven uur al worden gesloten. En dat heeft weer z'n weerslag op de automobilist, die er doorgaans weinig voor voelt om na een etentje in de binnenstad al om klokke ze ven zijn bolide uit de parkeerflat te loodsen. En dan hééft Groningen nog een universiteit. Een universiteit die evenals in Leiden flink beslag legt op de binnenstad en die het hart van de stad toch wel een aparte kleur verleent De Rijksuniversiteit van Groningen (kortweg: de RUG) telt zo'n 14.000 studenten, dat is een kleine duizend meer dan in Leiden. Overigens zijn er sterke overeen komsten. Zo zijn in Groningen de bèta-wetenschappen (natuurkun de, chemie etc.) net als in Leiden De Groningse Harmonie wordt hersteld ten behoeve van de universiteit Th: Doelstellingennota In 1972 kreeg Groningen een zg. doelstellingennota voor de binnen stad, die nationale bekendheid verwierf. Externe en interne ge leerde koppen, onder wie de hoog leraren Herman Hertzberger en Jan Lambooij, hadden die nota in el kaar gezet. En het gevolg was, dat het toen vigerende binnenstadsbe- leid flink werd omgebogen. We thouder Max van den Berg (stad sontwikkeling) hanteerde de nota om een al eerder ontwikkeld struc tuurplan voor de binnenstad door de gemeenteraad van tafel te laten vegen. De weg naar een binnen- stadsbeleid waarin de spelende mens de voorkeur kreeg boven de werkende mens, was toen geëffend. Medio 1973 werd er in Groningen een projektgroep binnenstad op poten gezet, die de opdracht kreeg om voor de binnenstad een stede bouwkundig plan te ontwikkelen Het academiegebouw is een van de bouwkernen in de Groningse binnenstad (Wassenaarseweg) in het buitenge bied gesitueerd en zijn er voor de overige faculteiten ambitieuze plannen ontwikkeld om in en aan de rand van de binnenstad een aan tal kernen te creëren. De alpha- en gamma-faculteiten zijn in Groningen over een groot aantal panden verspreid. Op een wandeling door de binnenstad kom je dan ook bij de meest onvermoede optrekjes keurige houten bordjes tegen met daarop d(j naam van een universitair instituut.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 17