Tien vuistregels
voorde beginner
- - w.
C-
oeiüjkheden met "nieuw
1
Het door grote innerlijke verdeeldheid toch al vrij gammele
hippische bouwwerk in ons land is de laatste jaren mid
den in een machtige maalstroom komen te staan.
Alle zo zeer versnipperde krachten zullen moeten worden
gemobiliseerd om te voorkomen, dat dit wat wrakke
bouwsel volledig wordt ondermijnd door de draaikolken
ontstaan door de verrassend snelle popularisering van de
ruitersport. Want hoe meer mensen ontspanning gaan
zoeken in deze sport, des te luider gaat de kritiek klinken.
Van vele kanten. Soms ten onrechte, maar lang niet al-
tyd
.v -
Door
Koos Post
f 4
Aan de basis van de ruitersport, wi
•*- -
r de mens zich met het paard alleen maar wil ontspannen, doen zich de meeste problemen yo
Dat hippische bouwwerk herbergt
niet minder dan vijftien organisa
ties, die zich met de paardesport
bezig houden. Eerder nog meer.
Het dak wordt gevormd door de
Nederlandse Hippische Sport
bond. Sommige van de "bewo
ners" hebben al een respectabele
leeftijd. De wortels van die orga
nisaties zitten diep in de historie
verankerd.
Maar met zijn allen -^of wellicht
juist door die verscheidenheid -
hebben ze de boot gemist, waar
mee de enorme toeloop van de
laatste jaren in veilige haven had
kunnen worden geloodst. Dat is
niet gebeurd. Integendeel, de rui
tersport gaat gebukt onder een
enorm gebrek aan kader.
Dat slaat (natuurlijk) niet op de top.
De zelfstandige clubs van toprui-
ters in de dressuur, military en
springery zitten heerlyk hoog en
droog onder de paraplu van de
Nederlandse Hippische Sport
bond. Dicht bij het vuur. On
danks de individuele klachten,
die zo nu en dan komen boven
drijven - zoals kortgeleden, toen
de dressuurruiters zich beklaag
den over de behartiging van hun
belangen bij het Olympisch Co
mité - kan men wel zeggen, dat de
begeleiding thans waarschijnlijk
beter is dan ooit tevoren. Veteri
nair laat die nauwelijks meer iets
Scholen
Ook in de middenmoot, waar het
wedstrijdelement eveneens sterk
spreekt, gaat het redelijk ge
smeerd. "De lagere school en de
middelbare opleiding in de rui
tersport", om zo te zeggen.
Waarin men via een puntensys
teem alle klassen kan doorlopen.
Het is natuurlijk niet zo eenvou
dig per jaar zo'n vijfhonderd con
coursen hippique in het hele land
te bemannen met vakbekwame
officials. Toch moeten ze er
steeds weer zijn: dejuiyleden, de
parcourbouwers, de tijdwaarne-
mers, de controleurs en al de an
deren, die ervoor moeten waken,
dat de "overgangsexamens" ge
heel volgens de regels van het
spel worden afgenomen.
Dan praten we nog niet eens over
de organisatie van die wedstrij
den. Voor de mankracht daar
voor moeten de concoursen ge
vende organisaties zelf zorgen.
De grote bonden - de Neder
landse Bond van Rij- en Jacht-
verenigingen, de Koninklijke
Nederlandse Federatie van Lan
delijke Rijverenigingen en de
Nederlandse Katholieke Bond
van Landelijke Rijverenigingen
(tezamen zo'n 34.000 leden) -
kunnen zich wat dat betreft rede
lijk drijvende houden. Dit gezien
de souplesse, waarmee de talrijke
concoursen plegen te vterlopen.
Aan de basis
Neen, de grootste moeilijkheden
zitten aan de basis, waar zich
tegenwoordig zo'n tweehonderd
duizend recreatieve ruiters ver
dringen op zoek naar aangename
ontspanning. Die moeten worden
opgevangen en in goede banen
worden geleid.
Het zijn veelal individualisten, die
zich niet zoveel aan reglementen
gelegen laten liggen. "Aan rege-
lementen hebben we dan ook
niets, maar we moeten wel regels
stellen", zegt men aan de top van
de Nederlandse Hippische
Sportbond, waarbij sinds kort
ook de Stichting Recreatieruiter
is aangesloten.
Die snel vergrijzende top van het
Nederlandse hippische wereldje
herinnert zich nog heel levendig
de tijd. dat men materiaal en ka
derleden zo gemakkelijk kon re-
cruteren uit de cavallerie. Paar
den werden daar voortreffelijk
getraind, maar gingen veelal
reeds in de bloei van hun paarde-
leven met pensioen. Juist zulke
in de rijkunst doorknede dieren
waren uitnemend geschikt voor
het manegewerk. De beginnende
ruiters konden op de ruggen van
die paarden zich gemakkelijk de
kneepjes van het rijvak eigen
maken.
En ontelbaar zijn in de loop der ja
ren de officieren en onderofficie
ren geweest, die eenmaal gepen
sioneerd die "paardenbacil" niet
konden kwijtraken en zich ver
der als instructeur verdienstelijk
hebben gemaakt.
en de schaarser wordende ruimte
juist een steeds grotere be
kwaamheid van de mens in het
zadel eisen.
Als paddestoelen
"Niemand gaat de weg op om te
vernielen", verdedigt Sieg Prui
kemaker uit Wassenaar, voorzit
ter van de Federatie van Neder
landse Rijscholen zijn sport.
Maar hij kan niet ontkennen, dat
het toch soms gebeurt. "Dan
voldoende, in het tweede" geval
betekent de erkenning, dat er ook
nog les wordt gegeven door een
gediplomeerd instructeur. Een
man of vrouw, die de opleiding in
het Hippische Centrum in
Deume heeft voltooid.
Voorzitter Pruikemaker wil beslist
niet beweren, dat elke manege,
die zonder erkenning of goed
keuring door het leven gaat, niet
goed zou zijn, maar er is nergens
enige garantie. Hij betreurt het
dan ook heel erg, dat een bond als
lyk raden. Bij de Nederlandse
Hippische Sportbond komen ge
regeld klachten bmnen over ver
nielingen van natuurschoon door
ruiters. Ook wandelaars in bos
sen en op het strand ondervinden
soms hinder van ondeskundige
ruiters.
Want het zijn haast altijd de "on-
deskundigen", die in de fout
gaan. Ondeskundigheid dan in de
ruimste zin van het woord, want
ook inbreuk op de etiquette van
de ruitersport kan daartoe beho-
nodig heeft voor hij verantwoord
met een paard naar buiten kan.
De man met een ellenlange en in
drukwekkende ervaring in de
wereld van het paard aarzelt lang
en houdt dan nog de nodige sla
gen om de arm. "Vroeger op goed
gereden paarden spraken we van
twintig lessen.' Misschien een
beetje veel. Maar afhankelijk van
de aanleg zou ik nu zeggen, zeker,
ja maar dan ook als uiterste mi-
o'n tien tot twaalf les-
Droge bron
Nog komt men in de paardenwe-
reld vele oud-militairen tegen.
Maar de bron is verder droogge
vallen. Er is geen militair onder
deel meer, dat aan de paardenwe-
reld kan leveren. Die zal het nu
zelf moeten opknappen. Die zal
zelf mens en dier voor instructie
gereed moeten maken. En die zal
zelf moeten zorgen voor een be
geleiding. die yan toeten en
blazen weet. Als ergens in Bra
bant of Limburg een groep kin
deren met pony's op stap gaat -
daar een alledaags gebeuren - zal
er kader bij moeten zijn.
Maar het zijn niet alleen de jonge
ren, die begeleiding nodig heb
ben. "De paardesport als recrea
tie is de afgelopen jaren zo toege
nomen, dat er een chaos dreigt te
ontstaan", meent de Vereniging
tot Bescherming van Dieren.
Hoewel er toezicht wordt uit
geoefend op rijscholen en mane
ges kan niet worden voorkomen,
dat volkomen ondeskundigen
zich met deze sport gaan bezig
houden. Terwijl het steeds druk
ker wordende verkeer, de toene
mende trek naar recreatieoorden
vraagt men ons, waarom wij dat
niet voorkomen. Dan zeg ik vaak:
"Omdat het een nieuw marktar-
tikel is." Maneges en aanver
wante artikelen, zoals paarden-
verhuurbedrijven. schieten als
paddestoelen uit de grond. Als ze
solide zijn is daar natuurlijk geen
bezwaar tegen, maar we hebben
er als federatie geeri enkele greep
op. Er is geen vestigingswet. Ie
dereen kan zo'n bedrijf beginnen.
Toen de autorijscholen aan ban
den werden gelegd zijn we als fe
deratie heel lang met dat overleg
meegegaan. Maar toen bleek dat
we niet verder konden gaan dan
alleen een schriftelijk examen
hebben we moeten afhaken.
Paardrijden is niet van papier al
leen te leren
Sieg Pruikemakers federatie maakt
onderscheid tussen "goedge
keurde" en "erkende" rijscholen.
In het eerste geval is de outillage
(gebouwen, stallen, paarden,
harnachement en dergelijke)
de ANWB ertoe is overgegaan om
op lichtere basis tot een erken
ning over te gaan. Dat verlaagt
volgens hem de norm.
"Zo ontstaat er verwarring bij het
publiek", meent Pruikemaker.
Overigens wil hij grif toegeven, dat
de controle van de rijscholen or
ganisatorisch de nodige proble
men geeft.
"Eigenlijk is het niet meer te doen
zonder subsidie, want alleen dan
kunnen we een controleur in
vaste dienst aanstellen. En geloof
me, die heeft dan een volledige
dagtaak".
Vernielingen
Sieg Pruikemaker heeft geen goed
woord over voor de bedrijven, die
zonder welke proef van be
kwaamheid ook gehuurde paar
den meegeven. Iedereen, die het
wil, kan daar een paard krijgen.
Hoe beroerd dat kan zijn voor
mens en dier laat zich gemakke-
ren. Zó wordt de ruitersport veel
kwaad gedaan. De klachten over
hun gedrag klinken zo lang door.
Daarom noemt Pruikemaker de in
voering van het zogenaamde rui-
terbewijs een "grote stap in de
goede richting". Een speciale
commissie zit thans diep gebo
gen over de toch niet geringe
problemen, die het creéren van
zo'n toelatingsexamen voor bui
ten ritten met zich meebrengt.
Wie formuleert de eisen?
Wie neemt de "examens" af?
Wie registreert de geslaagden?
Wie controleert ze?
Welke sancties staan er op mis
bruik?
Enzovoorts, enzovoorts
Verdeeld
Toch is alles beter dan niets om te
voorkomen, dat de ruitersport
zichzelf vernielt. Aan Sieg Prui
kemaker de vraag hoeveel hy
denkt, dat een beginnend ruiter
Andere routiniers fronsen de
wenkbrauwen als zij het horen.
De meningen in het hippische
wereldje lopen soms sterk uiteen.
Dat zien we niet alleen op dat ge
bied. Men komt het overal in de
paardesport tegen. Het is ook niet
zo vreemd.
De belangen van de houder van
aangespannen paarden lopen
niet parallel met die van de sprin
gruiters.
De liefhebbers van de ren- en draf-
sport kijken anders tegen het
paard aan dan de dressuurruiters.
Hoewel bij beiden commerciële
factoren meespelen zijn de be
langen van een manegehouder
niet te vergelijken met die van
een fokker.
En de landelijke ruiter voelt zich
vaak hemelsbreed verschillen
van de zogenaamde burgerruiter,
die men meer aantreft in de stede
lijke rij- en jachtverenigingen.
Als voorzitter van de Federatie van Nederlandse Rijscholen
heeft Sieg Pruikemaker uit Wassenaar tien vuistregels samen
gesteld voor de beginnende ruiters.
1. Verlang lessen met maximaal acht tot tien cursisten.
2. .Verlang een paard in goede conditie. Kenmerken: goed gevoed,
glanzende huid en monter aanzien.
3. Verlang een geschikt paard: rustig en willig gedrag.
4. Verlang een goed passend harnachement. Dat wil zeggen een
zadel, waarvan de achterkant niet lager is dan de voorzijde,
ruime beugels, gemakkelijk te openen beugelsloten en een bit,
dat geen rimpels in de mondhoeken van het paard veroorzaakt.
5. Verlang niet om buiten te gaan rijden voordat men in staat is in
stap, draf en galop op een paard te zitten zonder zich te hoeven
vasthouden en teugels en beugels. Men moet ook in staat zijn om
zittend op het paard zelf de singel aan te halen.
6. Verlang deskundige begeleiding bij de buitenritt^n. Ga na of er
een WA-verzekering is afgesloten.
rkrui-
r buiten gaat:
7. Ga nooit in galop door een onoverzichtelijke bocht c
sende wandel- of fietspaden.
8. Ga over in stap, wannneer het paard begint te transpireren.
9. Draag bij het rijden altijd een beschermend hoofddeksel.
10. Houdt de aangegeven ruiterpaden aan en eerbiedig de ruitere-
tiquette. Passeer anderen nooit anders dan in stap.
,Sieg Pruikemaker uit W
Zo kunnen we nog even doorgaan.
Er zijn zoveel categorieën, soor
ten, stromingen en "disciplines"
in de ruitersport, dat het hip
pische bouwwerk waarover wij
al eerder spraken, wel haast ver
deeld moet zijn. Als men alleen
de bekendste paardenstamboe
ken opnoemt komt men al aan
zo'n vijftien. En diverse organisa
ties in de paardesport hebben
hun eigen secretariaat en hun ei
gen orgaan.
Reorganisatie
Neen, erg efficiënt werkt het niet.
Daarin moet weer een commissie
de weg wijzen. Er zijn al wat
plannen voor een reorganisatie
op tafel gekomen en die plannen
hebben zoals dat tegenwoordig
heet "het groene licht gekregen".
De reglementen voor identieke
wedstrijden in verschillende
verbanden worden al aangepast.
Hoera, we gaan de goede weg op.
Ook organisatorisch lijkt er wat
vereenvoudiging in de lucht te
hangen. Maar toen de overheid
bereid bleek een centrale admi
nistratie van de gegevens van de
stamboeken en de wedstrijden te
subsidiëren, was er zo weinig
animo, dat de overheid in arren
moede moest besluiten
die bereidheid maar in te slikken.
Terwijl velen in de paardenwe-
reld begrijpen, dat zo'n centrale
administratie voor de paarden
fokkers onschatbare diensten
zou kunnen bewijzen.
Voor niet-ingewijden is het maar al
te duidelijk, dat de weg naar een
echte organisatorische eenheid
nog eindeloos lang zal zijn. Mede
doordat de bestuursstoelen ken
nelijk dik met lijm zijn inge
smeerd.
Overdracht
"Overdracht van macht is moei
lijk". merkt"ir. G. F. S. Dings,
voorzitter van de katholieke lan
delijke ruiters en lid van de reor
ganisatie commissie dan ook te
recht op. Maar hij voegt er als het
ware in één adem aan toe, dat die
overdracht toch noodzakelijk zal
zijn.
"De ruitersport gaat gebukt onder
een gebrek aan technisch kader.
Dat heeft men te laat beseft. Mede
omdat men teveel met zichzelf
bezig was. De overheid is bereid
om bij te springen. Maar zij heeft
geen zin met een eindeloos aantal
organisaties te moeten onder
handelen. Zo staat er een stok
achter de deur".
Die gezamenlijkheid is echter niet
alleen nodig om de subsidies, die
via de Nederlandse Hippische
Sportbond binnenkomen, ge
makkelijk te kunnen kanalise
ren. Meer nog om een afdoende
verweer te vinden tegen alle uit
wassen op hippisch gebied. De
tijd is voorbij, dat de ruitersport
een elitair gebeuren was. De po
pularisering gaat sneL Dat moet
terwille van ruiter en paard op
goede banen worden geleid. Fi
guurlijk, maar ook letterlijk.
Bij sommigen staat de paardesport
nog in een kwalijk daglicht Luis
ter naar mr. A. J. Jungschïager,
bestuurslid van de Dierenbe
scherming: "Er is geen dier, waar
tegenover de mens een twee-
slachtiger houding aanneemt als
het paard. Wanneer in het bijzijn
van een paardentrainer of
eigenaar over kop of poten wordt
gesproken, zegt deze onmiddel
lijk dat een paard een hoofd en
benen heeft. Toch worden jaar
lijks duizenden slachtpaarden
ingevoerd, waarvan er vele eerst
nog een seizoen in maneges als
rijpaard worden afgebeuld".
Zou mr. Jungschïager dan niet we
ten, dat er in vele maneges op
glanzende paarden wordt gere
den En dat glans het teken van
welvaart is voor het paard