Anwar Sadat avonturier van er houdt TURKEN VREZEN „GRIJZE WOLVEN RUSSEN WISTEN HET AL Gevaarlijke gok van Egyptische president door te breken met Rusland rr DONDERDAG 18 MAART 19TO PAGINA 19 CAIRO Toen president Sadat van Egypte op 27 mei 1971 on verwacht een verdrag van vriendschap en samenwerking met de Russische president Podgorny tekende, leek het alsof Egypte voorgoed binnen de invloedssfeer van de Sowjet-Dnie was ge- raak.t Want dat bedrag behelsde twee punten, die de Brezj- new-doctrine van beperkte soevereiniteit in feite tot Egypte uitbreidden. Dat bleek uit twee artikelen. DOOR MICHAEL STEIN de bereidverklaring van Egypte om trouw te blijven aan het door Nasser ingevoerde socialistische mo del en de belofte van beide landen om „elkaar te raadplegen in alle belangrijke wereldproblemen Het was duidelijk wat de Sowjet-lei- ders daarmee voor ogen stond: zij wilden voor eeuwig vastleggen dat Egypte zich niet in anti-Sowjet- vaarwater zou begeven. En ze wilden die garantie zwart op wit, omdat ze alle reden hadden wantrouwend te zijn tegenover het Egypte onder Anwar Sadat. Reeds onder Nasser zeiden Egypti sche regeringsfunctionarissen open lijk tegenover westerse bezoekers dat de Russische massale steun welis waar op hoge prijs werd gesteld, maar dat die steun Egypte nimmer onder pseudo-koloniaal Russisch beheer zou kunnen brengen. Mooie ogen Vandaar dat de duizenden Russische technici, die meehielpen bij de bouw van de Assoean-dam, volstrekt gescheiden werden gehouden van de Egyptische bevolking. Vandaar ook dat de onderminister die was belast metde bouw van de Assoean-dam, mij in 1969 in alle openheid zei: „Wij gebruiken de technische vaardigheden van de Sowjet-advi- seurs. Maar we weten (heel goed dat ae Sowjet-Unie ons niet helpt om onze mooie zwarte ogen. Zodra de dam klaar is, gaan de Sow jet-advi seurs direct naar huis." Precies hetzeilfde kon men in legerkringen horen over de militaire Sowjet-advi- Op het ogenblik waarop Sadat het vriendschapsverdrag sloot, bevond hij zich in een buitengewoon precaire positie. Nog geen vier weken tevoren had de president, die tot dat ogenblik door niemand in Egypte serieus werd genomen, een komplot opgerold van de machtige vice-president Ali Sabry en zes ministers, onder wie de zeer invloedrijke minister van Oorlog, Mohamed Fawzi. Ali Sabry stond reeds onder Nasser - als uiterst pro-Russisoh bekend, reden waarom Nasser he mnu eens gebruikte voor zijn betrekkingen met de Sowjet-Unie en dan weer afdankte, als hij te samenzweerderig werd. Sabry en zijn medestanders onder de harde Nasseristen verloren echter het pleit begin mei 1971, toen de zo onschuldig lijkende Sadat hen in een klap uitschakelde. Paniek In paniek stuurde het Kremlin Podgorny naar Kairo om de onbetrouwbaar geachte Sadatweer in het gareel te brengen. Hij kwam met een concept van een vriend schapsverdrag dat Sadat in feite werd opgedrongen. De Russen dachten dat zij Egypte nu in hun zak hadden en beloofden in ruil voor de Egyptische volgzaamheid als derde belangrijke punt in het verdrag dat zij Egypte voldoende militaire hulp zouden geven „om de gevolgen van de agressie te liquideren", wat in öe Arabische wereld betekent een eind te maken aan Iraëls bezetting van alle in de juni-oorlog van 1967 veroverde gebieden. Achteraf heeft Sadat verklaard dat hij geen andere keus had dan het verdrag te tekenen, omdat hij militair en economisch met. handen en voeten gebonden was aan de Sowjet-Unie. Door toepassing van het verdrag zou een eind worden gemaakt aan de voor Egypte zo ondraaglijke toestand van geen-oor- log-en-geen-vrede met Israël. Maar wat beide partijen gehoopt hadden van het verdrag, kwam allerminst uit. De Russen bleven een diep wantrouwen koesteren tegen de gelovige moslim Sadat, die bekend stond om zijn anti-communisme en die steeds meer en steeds modernere wapens van de Sowjet-Unie eiste. Weliswaar leverden de Russen een onafzienbare stroom wapens, maar de appetijt van de Egyptenaren bleek onverzadigbaar. En Moskou voelde er in laatste instantie niets voor de Egyptenaren zo veel wapens te leveren, dat er een oorlog in het Midden-Oosten zou ontstaan, die de ontspanningspolitiek met de VS in gevaar zou kunnen brengen en wellicht tot een wereldoorlog zou kunnen leiden. In verscheidene Sowjet-publikaties van die tijd kwam Sadat zonder dat hij met name werd genoemd als een „avonturier" naar voren. Sadat: onverwachte opzeg ging van uitgeholde verdrag met Rusland. Allergisch De Egyptenaren van hun kant waren na tientallen jaren Brits koloniaal bestuur allergisch gewor den voor iedere buitenl^idse invloed in hun land en zij verdachten de niet erg tactvol optredende Russen ervan in het voetspoor van Engeland te willen treden. De Sowjet-Unie had „militaire facilitei ten" in Egypte gekregen dankzij het verdrag maar verlichtte niet vol doende Egypte's militaire noden. De Russische militaire adviseurs behan delden de Egyptische militairen als stomme inboorlingen,zodat de wrijvingen hand over hand toena men. aangewakkerd door een in het Westen getraind Egyptisch officie renkorps. dat nog steeds nauwe banden had met de Egyptische middenklasse. Reeds een Jaar na ondertekenine van het vriendschapsverdrag waren de betrekkingen tussen Egypte en de Sowjet-Unie zo bekoeld, dat Sadat de Russische militaire adviseurs onverwachts het land uitzette, omdat er een opstand in het leger dreigde. Moskou kon daar weinig tegen doen: Egypte lag te ver weg en e: waren veel te weinig medestanders van de Sowjet-Unie in dat land. En dus slikten de Sowjet-leiders hun woede in. Ze probeerden zo goed mogelijk met Egypte samen te werken, in de hoop op betere tijden en een wat betrouwebaarder vriend voor hen als Egyptisch leider. Maar het baattehun niet. Want Sadat besloot zeer tegen de zin van Moskou oorlog te gaan voeren met Israël en werd slechts van de militaire ondergang door de Russen gered, nadat deze een enorme wapenluchtbrug naar Egypte hadden gestuurd en vervolgens met direct militair ingrepen tegen Israël hadden gedreigd, zodat er een eind kwam aan de oktober-oorlog. Anti-Sowjet Direct na deze oorlog besloot Sadat dat de tijd rijp was voor een radicale koersverandering. Onder het, motto dat Israel voor honderd procent afhankelijk is van de VS „van kanonnen tot een stuk brood" wendde hij zich tot Amerika, in de hoop dat een pro-Amerikaanse politiek van zijn kant de Verenigde Staten tot minder hulp aan Israël zou bewegen. Hij werd in deze politiek enthousiast bijgestaan door Saoedi-Arabië, dat altijd al fel anti-Sowjet was geweest. Dankzij de oliecrisis, die op de oktober-oorlog volgde, slaagde Sadat zeer goed in zijn opzet. Amerika heeft er alle belang bij om het volkrijkste en potentieel machtigste land in de Arabische wereld Egypte en het olierijkste land in de Arabisohe wereld Saoedi-Ara bië ter wille te zijn. De beslissing aie Sadat zondag heeft genomen om nu definitief met de Sowjet-Unie te breken is dan ook het logisch vervolg van de politiek die hij na de oktober-oorlog heeft gevolgd. Sinds die tijd immers heeft Sadat een steeds fellere propagan- öa-campagne tegen de Sowjet-Unie gevoerd, waarbij hij de Russen beschuldigde van aJlle slechte dingen, tot en met onvoldoende hulp tijdens de oktober-oorlog. De Russen reageerden, door op de herhaalde verzoeken om wapenleveranties en gunstige kredieten helemaal niet meer in te gaan en via Syrië en de PLO Sadat zwart) te maken. Toch had niemand verwacht dat Sadat het reeds lang uitgeholde verdrag nu reeds zou opzeggen. Van vriendschap en samenwerking is ail lang geen sprake meer en de opzegging van het verdrag is dus slechts de onnodige bevestiging van een bestaande toestand. De Egyptische president moet dan ook dringende redenen hebben gehad om tot deze dramatische aankondiging te komen. De desastreuze economische situa tie van Egypte, die nu officieel wordt toegegeven. Om daaraan een eind te maken heeft Egyipte dringend behoefte aan grootscheepse kapitaal-injekties van het Westen en de conservatieve Arabische oliestaten. Deze investeringen zijn tot dusver uitgebleven, onder meer omdat de kapitaal-investeerders nog steeds bang zijn voor een herleving van het Arabische socialisme, dat sleohts langzaam door Sadat kon worden gewurgd. De militaire leveranties, die Sadat van Amerika wil hebben Om president Ford bij zijn strijd in het Congres te helpen tegen de Israël-lobby, moet Egypte de indruk vestigen een anti-Russisch en keurig land te zijn. Vandaar, dat Sadat in zijn speech van zondag ook een verdere politieke liberalisatie in Egypte aankondigde, zodat Ford van nu af aan kan verklaren dat Egypte niet alleen anti-Sowjet is maar ook nog bij na-democratisch. De miljoenen ontevreden Egypte naren, aie van maand tot maand moeilijker van hun toch al zeer karige inkomsten kunnen leven hebben een zondebok gekregen. Doodsvijand Maar ondanks al deze dwingende redenen heeft Sadat toch een gevaarlijke gok gmaakt. Hij heeft de Sowjet-Unie tot doodsvijand gemaakt en kan alleen nog op Amerika terugvallen. De versplinter de Arabische wereld helpt hem op zijn best halfhartig, zoals de oliestaten, als ze hem niet al verdoemt zoals Libië. Syrië, de PLO, Jordanië, Algerije en Irak. Maar de Russen wisten het al: Anwar Sadat is een avonturier die van poker houdt. Het pokerspel dat hij nu speelt, zal niet alleen voor zijn eigen politieke toekomst beslis send zijn, maar voor de toekomst van' het gehele Midden-Oosten. Op herhaald verzoek van de aan wezigen laat Osman, een naar schatting 45-jarige Turk die al die tijd aan het woord is geweest, zijn broek zakken. Zijn hand zwerft tastend over het witte, ha rige vel boven zijn knieholte tot dat hij de plek gevonden heeft: een vuurrode streep, hoog in het dijbeen. Daar is een paar weken geleden het broodmes acht cen timeter diep zijn lichaam binnen gedrongen. Door Alexander Münninghoff Het embleem van de .Grijze Wolven". Op een zondagmorgen, toen hij in de keuken bezig was thee te zetten, stak een huisgenoot zonder waar schuwing op hem in. Ruim twee liter bloed heeft Osman verloren, hij moest worden opgenomen in het ziekenhuis. De dader, ook een Turk, is ergens ondergedoken en wordt door de politie gezocht. Hij is een lid van de „Grijze Wolven". We zijn in Duitsland, in net Ruhrgebied. Waar het oog reikt zie je walmende fabriekstorens, griezelig grote gebouwen, draconische instal laties met gigantische buizen en kranen en ketels. Duitslands econo mische positie krijgt hier gestalte, het lijkt alsof de mensen in deze streek niets anders doen dan werken. Het dag en nacht voortdurende produktieproces wordt voor een belangrijk deel op gang gehouden door het half miljoen Turkse gastarbeiders dat hier in de loop der jaren op zoek naar welvaart is neergestreken. Daar komt nog eens een half miljoen Turkse vrouwen en kinderen bij, dde op Duitse bodem een geïmproviseerd thuisfront vormen. Een apart volk van een miljoen mensen, opgeslokt door en tegelij kertijd buitengesloten van de We6tduitse consumptiemaatschappij. Op sterk verkleinde schaal kent ook Nederland (60.000 Turken) dezelfde situatie, net als Frankrijk en Zwitserland en de Scandinavische landen. Het grootste legioen buiten landse werknemers wordt in ons land gevormd door de Marokkanen, in Frankrijk zijn het vooral de Tunesiërs. Negatief Maar wat de levensomstandigheden in de westerse landen betreft maakt het weinig verschil of Je wieg in, Casablanca dan wel in Istanboel heeft gestaan: de bewoners van de gastlanden hebben in de loop der jaren een eenvormige houding tegenover de buitenlandse werkne mers ontwikkeld, en die houding is, ondanks het werk van vele goedbedoelende organisaties en stichtingen, in het algemeen nega tief-tolerant. „Hoe lang een Turk ook in het buitenland woont, hij. blijft een Turk", verzekeren de gastarbeiders, die ik erover kom te spreken, me om strijd. De hoge oplagecijfers van Turkse kranten in de Bondsrepu bliek bewijzen het: alleen wat er in het vaderland gebeurt is belangrijk, de Duitse politiek gaat praktisch onopgemerkt voorbij, Duitsland, Nederland en de andere gastlanden zijn onbenoemde, gezichtsloze gebie den waarvain alleen de rijkdom telt. Eens per jaar trekken de Turkse gastarbeiders terug naar hun ge boortedorpen in Anatolië. Controverse Om te begrijpen waarom een ogenschijnlijk simpele controverse tussen links en rechts onder Turken zo uit de hand loopt (en Osmans geval is nog maar heel onschuldig) is het goed enkele feiten uit de recente Turkse politieke geschiedenis naai* voren te halen. In de jaren zestig was de huidige premier, Demirel, ook al aan de macht. Zijn gerechtigheidspartii (Adalet Partisi, kortweg AP) had in 1965 in het parlement 246 zetels, ruimschoots meer dan de helft (totaal 450) ze tels. De AP, die als een conservatieve, rechts-überale partij kan worden omschreven, vergrootte haar meer derheid zelfs tijdens de verkiezingen van 1969; niet minder dan 256 afgevaardigden van Demirel's partij verschenen op het politieke toneel. De politiek van de Turkse regering was pro-Amerikaans, wat gezien de strategische positie van het land buurland van Rusland, absolute controle over de Dardanellen) van het grootste gewicht was. De ultra-rechtse MliP, toen reeds onder leiding van de fanatieke Alpaslan Turkesk, een ex-kolonel, kreeg in 1969 drie zetels en hield zich verder koest. De AP was oppermachtig en had geen behoefte aan samenwerking met andere partijen. Betogingen Maar al spoedig veranderde het politieke klimaat, vooral het straat beeld werd na de verkiezingen van 1969 steeds onrustiger. Het Europese revolutiejaar 1968 bleek schokgolven te hebben geproduceerd die een goed jaar later ook Anatolië bereikten. Rond de jaarwisseling van 1969/1970 was ik voor langere tijd in Istanboel, en ik herinner me goed hoe er dagelijks massale betogingen van linkse jongeren waren, meestal voor vestigingen van buitenlandse ondernemingen waarvan de ruiten met sombere regelmaat sneuvelden. De politie trad er hard tegen op, maar dat leek het enthousiasme van de betogers niet te temperen Integendeel: zelfs eenvoudige bas ketballwedstrijden tussen twee uni versiteitsteams ontaardden in ver hitte vechtpartijen op de tribunes. De gloednieuwe opera aan het Taksimplein in Istanboel ging in vlammen op; ik ben er gaan kijken, het leek of heel Turkije in brand stond, zo geagiteerd schreeuwden de mensen tegen elkaar in door de kakofonie van politiefluitjes, die de tientallen pelotons van de oproerpo litie alle kanten uit dirigeerden om lukraak, naar het leek, mensen op te pakken en samenscholingen uiteen te drijven. Turkije was een chaos in die dagen, een gevaarlijk land waar hoogst sinistere zaken gebeurden zonder dat de wereldpers er hoogte van kreeg. Enkele dagen voor mijn vertrek hoordei k het geval van een jonge student die lid was (geweest, moest ik toen al zeggen) van Devgenc, de links-radicale studen tenbeweging die vrij algemeen 'werd gebrandmerkt als de belangrijkste onruststokers. Hij was op een ochtend op straat gevonden, onher kenbaar verminkt. Zijn vrienden wisten me te vertellen dat het karwei twee volle dagen had geduurd; verbitterd zworen ze wraak. Wie de folteraars geweest waren wisten ze niet precies, maar wel kenden ze de (extreem rechtse) hoek waar ze hen moesten vinden. Een noodlottige vendetta was op gang gekomen en duurt tot op de dag van vandaag voort, met aan beide zijden toenemende bewape ning. Het is heel gewoon dat een Turk anno 1976 een revolver op zak draagt. Straatterreur Sinds een jaar is de straatterreur toegenomen en heeft hij bovendien bedenkelijke permanente trekken gekregen. Na een hoop politiek geharrewar, met tussendoor nog een soort militaire junta-regering, werd de zich met tussenpozen voortsle pende regeringscrisis tenslotte in april 1975 opgelost in de vorm van een coalitie-regering Demirel, die zijn tot 158 zetels geslonken vertegenwoordiging in het parlement moest aanvullen met enkele kleinere partijen van rechts: de Nationale heilsparty (Milli Selamet Partisi, een groepering die de Islam als verplichte staatsgodsdienst wil in voeren en de vrouwen weer zoals voorheen met sluiers en bedekte enkels wil zien de Republikeinse Vertrouwenspartij (Cumhuriyetci Guven Partisi, rechts-liberaal) en tenslotte de al genoemde MHP, met drie zetels de kleinste regeringspart ner maar in fanatisme en activiteit de grootste. Haar leider: nog steeds dezelfde Turkesj. door zijn volgelin gen gemeenlijk als „Basjboe" („lei der") aangeduid. In Turkije gelden de normale politieke spelregels niet: in het parlementsgebouw krakeleert het vernislaagje van parlementaire be schaving als de geachte afgevaar digden elkaar met inktpotten bekogelen, en op straat is het recht van de sterkste geldend. En de sterkste is, zo verzekeren linkse Turken, de MHP die immers beschikt over een goed getrainde zwaar bewapende organisatie naar Hitleriaans model. Een Schutz Staffel, die officieel is gerubriceerd onder de naam „Idealistenvereniging" (Ulcu Ocaklari) maar bij de man in de straat bekend staat als het genootschap der „Grijze Wolven". Geruchten Zoals zo vaak bij romantische organisaties van politieke signatuur wordt de Grijze Wolven waarschijn lijk heel veel toegedicht dat kant noch wal raakt. Geruchten gaan dat zij in de zomermaanden in afgelegen kampementen militaire training krijgen waarbij de over heid bereidwillig de wapens levert. In het man tegen man-gevecht zouden zij onovertroffen zijn, alsook zeer bedreven in het plegen van aanslagen op linkse activisten. Er circuleert in progressieve kring een lijst met meer dan vijftig namen, allemaal van slachtoffers van terreurdaden die de Grijze Wolven in Turkije de afgelopen maanden op hun geweten zouden hebben. In sommige gevallen lijkt het bewijs inderdaad aanwezigooggetuigen vertellen dat ze gezien hebben hoe zes Jongemannen, die het Grijze Wolven-insigne op de borst hadden, een autobus met studenten aanhiel den. De inzittenden waren op weg naar de METU (Middle East Technical University), een als links georiënteerd bekend staand instituut in Ankara. De chauffeur werd onder bedreiging naar buiten gehaald. Vervolgens spraken de overvallers de reizigere krachtig toe: ..Voortaan willen wij jullie niet meer op de METU zien, dit is de laatste waarschuwing". Toen enkele studenten daarop een discus sie aangingen werd duidelijk hoe de Grijze Wolven zich een gesprek voorstellen: onmiddellijk werd het vuur geopend, vier studenten raakten zwaar gewond. De politieke ontwikkelingen op Turkse bodem waaien onstuitbaar over naar de landgenoten in de welvaartsstaten. Berichten over moordaanslagen in Anatolië roepen niet zelden weerwraak op in Frankfurt of Keulen, waar immers dezelfde partij-politieke tegenstellin gen heer «en. In de Westduitse politierapporten vind je de motieven niet terug: het gaat altijd om een vrouw of een dronkenmansruzie. Nu blijkt, dat in de meeste gevallen Turkse messen trekkerij in de Bondsrepubliek een politieke achtergrond heeft gehad Het beschreven geval van Osman is een Van de eersten, waarin een betrokkene tegen niet-Turken durft te bekennen hoe de vork in de steel zit. Tegengas Durft, inderdaad: want de bewijzen liggen er, dat de Grijze Wolven van Turkesj hun arbeidsterrein nu ook naar de Bondsrepubliek hebben verlegd. Niet verwonderlijk: een miljoen landgenoten, een aanzienlijk siemmerspotentieel dat best eens wat tegengas mag krijgen voor de progressieve ideeën die in het liberale Duitsland zijdelings toch ook de Turken beïnvloeden. Progressieve arbeidersorganisaties, wier woordvoerers ik sprak hebben al een aanzienlijke documentatie over gevallen van mishandeling en Intimidatie in Duitse steden: arbeiders die een linkse Turkse krant kopen aan een stationskiosk worden in het openbaar afgeranseld, bezoekers van 'inkse clubs krijgen nachtelijk bezoek en zien hun huisraad aan puin geslagen. Een vraag is. of de MHP als politieke partij het heeft aangedurfd om in Duitsland officieel haar bijkantoor te vestigen om vandaar uit de acties van de GrUze Wolven te coördineren. De Deutsche Ge- werkschafts Bund (Duitse Vakcen trale) zegt van wel en heeft enkele bewijzen zoals in Stuttgart uitge schreven lidmaatschapskaarten. Maar En ver Altayle. een keurig in het pak zittende rechtenstudent uit Keulen die door Turkesj zelf is aangesteld als MHP-vertegenwoordi ger in Duitsland, ontkent deze onwettige organisatie ten stelligste. „Het enige pat er gebeurt is. dat Turkse werknemers met MHP-sym pathieën af en toe bij elkaar komen en met elkaar praten", is zijn com mentaar. Dat hij in februari van dit Jaar op een pan-Europese MHP-conferentie in Rotterdam het woord voerde is volgens hem niet ongewoon: „Ieder Jaar hebben wij soortgelijke verga deringen waarop afvaardigingen van alle landen komen. Wij zijn in wezen een culturele vereniging, ons gaat de behaitiging van het puur-Turks boven alles. Wij zijn Turksisten. jazeker. Maar is dat soms een schande? Wij zien voor onze ogen ons land in de klauwen van de communisten vallen, daar proberen we ons tegen te verzetten; is dat soms een misdaad?" Dat de Grijze Wolven onvervalste straatterreur uitoefenen ontkent Altadyle heftig. „Dat zijn allemaal provocaties van links, maar ik weet wel dat het gebruik is om tegenstanders van het communisme als fascisten af te schilderen en van alles de schuld te geven. Wat zegt U? Pur onzin Of wij van plan zijn ons in Nederland te gaan vestigen omdat we in Duitsland verboden zijn? Onzin, pure onzin! Wij zijn in Duitsland niet verboden, en zullen ook nooit vehboden worden. Want het is een goede zaak waar we voor vechten, onthoudt u dat maar".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 19