Lord Killanin
over zijn
eigen Spelen
Gedrang rond het podium
PAARDESPORT - THRILLER
Kamerplanten
Heldere
gids
voor
betaal
bare
wijnen
Berlus
Aafjes:
Op Capri
of thuis
in het
Geuldal?
MAANDAG 8 MAART 1976
PAGINA 17
'Doodklap'. Dick Francis. Serie
Crime de la Crime van Arbeiders
pers. 17.50.
Jonah Dereham, een ex-jockey
die aan zijn sport drie vergroeide
rugwervels en een regelmatig uit
de kom schietende arm heeft
overgehouden, is de bescheiden
held in Dick Francis' dertiende
thriller 'Doodklap'. Dereham is
na zijn gedwongen 'tevoetstelling'
in de 'renpaardenjungle' blijven
hangen en heeft het racezadel
verwisseld voor het beroep van
makelaar in volbloedsHij is een
eerlijke makelaar 'die zo zeld
zaam zijn als zondagen met mooi
xceey en dat brengt hem in
dit spannende, met vaart ge
schreven verhaal in conflict met
een groepje louche collega's. Die
scharrelen met handgelden
de thriller speelt zich af rondom
veilingen prijzen van vol
bloeds kunstmatig drukken of,
met het oog op commissies, prij
zen opdrijven, waarbij gebruik
wordt gemaakt van onderbieders.
De groep manipuleert en intimi
deert fokkers en wil dat Dereham
het spel met hen meespeelt, 'want
satorisch treft men er werkelijk
alles in aan.
Marle Thérèse Eyquem schrijft
een goed hoofdstuk over De Cou-
bertin en restaureert hem in zijn
werkelijke waarde. Het beeld dat
vooral de laatste jaren van de
idealistische Franse edelman was
ontstaan, is dat van een wereld
vreemde zonderling, maar Eyquem
toont aan dat De Coubertin een
Jaar voor zijn dood (1937) door
laad wat er gaande was en de I
amateurregels wilde wijzigen („Ze I
zijn nu alleen geschikt voor een
zame miljonairs"). Zó wereld
vreemd was De Coubertin dus
echt niet.
Wat maar weinigen weten is dat
de Franse baron een tragisch le
ven heeft gehad. Zijn persoonlijk
fortuin offerde hij op aan de
Olympische beweging: de laatste
Jaren van zijn leven leed hij ar
moede. Zijn vrouw bewonderde
hem, steunde hem in moeilijke
tijden, maar was op andere ogen
blikken onuitstaanbaar. Zijn zoon
liep als kind een zonnesteek op
en bleef als gevolg daarvan ern
stig geestelijk gestoord: zijn doch
ter. artistiek en intelligent, was
onevenwichtig. Beiden stierven
betrekkelijk jong.
De Coubertin leefde vele Jaren
in Zwitserland omdat zijn geboor
teland hem negeerde; de enige
Fransman van niveau die geen
enkele onderscheiding kreeg.
Zo bevat dit leerrijke fraai ge-
illustreerde boek tal van interes
sante details.
R. P
Op zichzelf is de verschijning
van „The Olympic Games" dus
niets opzienbarends: de tijd van
Winter- en Zomerspelen is im
mers weer aangebroken. Het bij
zondere van het hier voorliggen
de werk zit hem in twee aspec
ten. Het eerste Is dat niemand'
minder dan de president van het
Internationaal Olympisch Comi
té, de nu 61-jarige Ier Lord Kil-
landn, tot de samenstellers be
hoort en ook een artikel heeft
geschreven over de achtergrond
van de Spelen Daarmee treedt
hij in de voetsporen van De Cou
bertin, die ook nogal wat publi
ceerde. De overige IOC-presiden-
ten (Baillet- La tour, Edström
Brundage) schreven weinig.
En laat niemand denken dat Kil
lanin alleen zijn naam aan het
boek heeft gegeven terwille van de
kassa, want de Ier kan zeer goed
met de pen omgaan. Hij was een
journalist van niveau oa. oor
logscorrespondent en politiek re
dacteur van de Daily Mail.
Het andere belangwekkende as
pect is het uitzonderlijk grote
aantal (50) topdeskundigen dat er
aan heeft meegewerkt. En zo
is in 270 bladzijden even punc
tueel als levendig de Olympische
geschiedenis vastgelegd. Als ver
zamelaar van Olympische werken
meet ik mij enig inzicht in de
materie aan en ik moet zeggen:
er is mij nog nimmer een werk
onder ogen gekomen dat zo „vol
ledig" ls als „The Olympic Ga
mes". Zowel sportief als organi
„The Olympic Games" (80 years
of people, events and records),
samengesteld door Lord Killanin
en John Rodda. Uitgegeven door
Barrie en Jenkens, 24 Highbury
Crescent, Londen. Prijs 7.50 pond
(ongeveer 45 gulden).
Een boek over de Olympische
Spelen is niets bijzonders. Sinds
Pierre baron de Coubertin in 1896
het Olympische festival nieuw le
ven inblies, komt er vierjaarlijks
een stroom werken uit over de
grootste sportgebeurtenis die de
wereld kent.
anders zullen we je ruïneren'.
Dat eindigt tenslotte met 'dood
slag'.
Dick Francis weet waarover hij
schrijft. Hij is zelf jockey geweest
o-a. voor de Engelse koningin
moeder was paardesportmede-
werker van Sunday Express en
weert zich met de pen al even
goed als hij dat op de rug van
een volbloed deed. Hij verschaft
in dit tot de laatste bladzijde
boeiende boek bovendien weer
veel interesante informatie over
'het spel op de renbaan'. En dat
is mooi meegenomen. R.V.
350 kamerplanten. Door Rob Her-
wich. Een uitgave van Zomer en
Keunig in Wageningen. f 22,50.
Niet alleen de bekende kamerplan
tensoorten zijn in dit boek opgeno
men. Een aantal zeldzaamheden, die
van tijd tot tijd in de bloemenzaken
wordt aangeboden behandelt Herwich
(ook een medewerker van deze krant)
eveneens. Natuurlijk zijn het alle-
kleurenfoto's zijn daarvoor uiteraard
maal planten, die men met succes
in ons land kan kweken. De 300
onontbeerlijk.
Naast elke foto treft de plantenlief
hebber een beschrijving aan van de
plant en een heldere aanwijzing voor
de verzorging. Daarnaast zijn er
zeer verhelderende symbolen af
gebeeld die duiden op o.m. het zon
licht, de temperatuur en de voch
tigheid.
Voorin in het boek treft men alge
mene regels aan voor de behandeling,
inclusief de vermeerdering van de
planten.
De aanschafprijs is misschien wat
aan d*> hoge kant, maar men heeft er
dan ook een geweldig plantenboek
voor. Door de aanzijzingen van Her
wich heb ik gelukkig een lantaarn
plantje van een wisse dood kunnen
redden.
P. W.
Op deze pagina
bijdragen van:
Ruud Paauw
Paul Marijnis
René Vos
Paul Wolfswinkel
Joop Maat
Het aantal in Nederland ver
schijnende kranten vermindert. De
bladen die overblijven gaan steeds
meer op elkaar lijken. Programma's
voor radio en televisie bewegen zich
in de richting van een „neutraal"
en vlak midden. De „vertrossing" is
een begrip geworden. De massa-me
dia lijken in snel tempo gelijkge
schakeld te worden, zonder dat de
individuele kijker, luisteraar of le
zer daar enige invloed op kan uitoefe
nen.
Een verontrustende situatie, volgens
sommigen, omdat zij ervan uitgaan
dat de mens beheerst wordt door de
middelen die hij gebruikt. Dat geldt
ook voor de massa-media: uniformi
teit van de media leidt tot een uni
forme wereld.
En dat is ook de bedoeling, zo rede
neert men in de voetsporen van
Marx, want de ontwikkeling van de
communicatie-middelen is een gevolg
van de groei van de produktie-midde-
len. De produktie bracht de media
voort, die op grote schaal verkocht
worden en op hun beurt (via de re-
klame) de produktie verder kunnen
laten groeien. De publiciteitsmedia,
zelf produkten, worden voor produk-
tieve doeleinden gebruikt.
De media moeten dan ook de grote
massa tot consument, tot kooppu-
bliek maken. De inhoud van de me
dia moet dus aan de grote massa zijn
aangepast. M.a.w.: de inhoud wordt
op beslissende wijze beïnvloed door
de economische omstandigheden.
Dat geldt ook. wanneer in de me
dia aandacht wordt besteed aan za
ken die schijbaar in tegenspraak
zijn met het huidige maatschappe
lijke systeem. Het is namelijk voor
de huidige orde zelf van belang dat
er ruimte is voor het negatieve. Het
negatieve wordt pas echt gevaarlijk
wanneer het ondergronds is. Alleen
daarom is er een tamelijk grote ruim
te voor negativiteit in de media.
In zijn boek „Gedrang rondom het
podium", een uitgave in de Nieuw-
poortreeks. zegt R. C. Kwant het niet
met deze opvatting eens te zijn. Aan
de hand van de ideeën van De Toque-
ville meent Kwant dat de struktuur
en de ontwikkeling van de massa
media vooral ook vanuit de ideolo
gische gezichtshoek moet worden be
zien.
Het gewicht van de media is vol
gens hem wel zeer groot, maar niet
allesbepalend. Zo zou volgens Kwant
zonder de doorbraak van de gelijk
heidsideologie van de Franse Revo
lutie de westerse media-ontwikkeling
niet hebben plaatsgevonden.
Kwant schrijft wel „dat een idee
zonder medium weinig of niets bete
kent in het sociale veld. Maar onze
media zijn menselijke dingen, en dus
ideologisch geladen. En vanwege de
aanwezigheid van de idee in het me
dium is de mens er niet toe gedoemd
slaaf van het medium te zijn. De
media zijn niet alleen massabepa-
lend, maar ook (door de) massa
bepaald".
Volgens Kwant is het zelfs zo, dat
wij onze communicatie-middelen in
handen hebben. We hebben deze me
dia omdat we ze willen hebben, zegt
hij. „Hoewel de media-structuur
vorm geeft aan ons bestaan, is de
structuur er toch omdat wij haar
willen. Zij is er 2elfs zoals we haar
willen. We krijgen de kranten, week
aden, radio en televisie die wij willen
hebben".
Maar wie zijn die „wij" dan wel?
Daarover schrijft Kwant dat het
merkwaardige feit zich voordoet dat
wij als publiek onmachtig zijn ten
opzichte van onze macht. Die macht
wordt namelijk pas een feit doordat
zeer velen tegelijktertijd door te le
zen. te luisteren of te kijken, er blfjk
van geven hetzelfde te wensen.
En dat zet de macht, die de mens
heeft over de media, wel in een zeer
relativerend daglicht. Macht hebben
alleen de kijkcijfers, de grote oplage
cijfers, de „pblieke opinie", de meer
derheid. En dan kan het gedrang
rondom het podium nog zo hevig
zijn, de meerderheid zit er bovenop
en monopoliseert het. Het midden
wordt steeds breder.
J.M.
R. C. Kwant „Gedrang rondom
het podium". Nieuwspoortreeks. Uit
gave: Wetenschappelijke Uitgeverij,
Amsterdam. Prijs f 22,50.
500 betaalbare wijnen. Hubrecht
Duijker. Uitgegeven bij Van Dis-
hoeck. Prijs f 16,90.
Eind 1974 verscheen de eerste druk
van dit boekje. Het was een primeur
(om dat woord maar eens te gebrui
ken) op het gebied van wijnboeken.
En het sloeg aan: binnen vier maan
den was de eerste oplage van 15.000
boeken verkocht. Totaal werden er
40.000 exemplaren verkocht.
De lezers namen het geschrevene
serieus met als gevolg dat in de zomer
van 1975 één derde van alle wijnen
was uitverkocht.
In overleg met Duijker werd toen
besloten Ce tweede druk geheel en al
te herzien. Ruim 160 wijnen proefde
en selecteerde hij; een nobele taak
en Duijker heeft er dan ook zijn
vak van gemaakt.
Hij heeft naar schatting duizend wij
nen bekeken, geproefd en geroken.
Stuk voor stuk betaalbare wijnen,
want de prijs bedraagt ten hoogste
f7,50 èt f8. Met andere woorden:
wijn behoeft helemaal niet duur te
zijn
Alle wijnlanden zijn aan bod ge
komen, inclusief Hongarije, Roeme
nië en Luxemburg.
Een waardevol bezit, een heldere
gids, met alle adressen van alle im
porteurs: van Vroom en Dreesman
via De Bijenkorf naar Nicolas toe.
Het bij elke wijn terugkerende etiket
voorkomt vergissingen in de aanschaf
Vreemd eigenlijk cat het Jaren
heeft moeten duren voor er zo'n sim
pel boekje op de markt kwam.
P. W.
ven aanvankelijk in het Chinees, bestemd voor
Chinese lezers. Pas later zijn de Rechter Tie ver
halen in het Engels, nog later in het Nederlands
verschenen. In de USA is er zelfs een tv-serie
van de avonturen van deze Chinese Sherlock Hol
mes gemaakt».
Nu terug naar Aafjes. Ongetwijfeld werd de reis-
kampioen aangetrokken door het idee om exo
tische boeken te schrijven, die immers aantrek
kelijk zijn voor het grote publiek. Maar. waar
moest hij zijn stof vandaan halen? China ging
niet, dat zou teveel op Van Gulik lijken, en bo
vendien is de Chinese Volksrepubliek veel te eng
voor iemand als Aafjes.
Nee, dan Japan. Aafjes scharrelde het geld voor
een retourtje bij elkaar en toog naar Nippon. Niet
gehinderd door enige kennis van de taal, en van
de Japanse cultuur en geschiedenis op de hoogte
gebracht door een foldertje van de luchtvaart
maatschappij, struinde de rasschrijver de open
bare leeszaal in, vond een vertaling van enige
verhalen over een Japanse meesterdetective. die
dan rechter Ooka heette, vertaalde het geheel op
zijn onnavolgbare wijze uit het Engels, voegde er
enige halfbegrepen vertalingen aan toe van een
Japans boek over Japanse poëzie, en klaar was
Bertus.
P.M.
B. Aafjes. Een Lampion voor een Blinde. Uitg.
Meulenhoff.
Bertus Aafjes is een van die figuren die, terwijl
zij redelijke tot middelmatige journalisten zou
den kunnen zijn, er de voorkeur aan geven uiterst
slechte schrijvers te worden. Al jarenlang hindert
deze coryfee van uitgeverij Meulenhoff het Ne
derlandse publiek met kwasi-poëtische reisverha
len (Morgen bloeien de abrikozen, bijvoorbeeld»
die zo ontzettend vaag en dichterlijk zijn dat je
niet weet of de Limburgse reisbeschrijver nu
op Capri zit of gewoon thuis in het Geuldal.
Toen, alweer enige jaren geleden deze boekjes
zélfs niet meer op middelbare scholen bleken te
worden gelezen moest Aafjes wel naar een andere
methode omzien. Na vlijtige research vestigde hij
zijn aandacht op Robert van Gulik en de Rechter
Tie serie. Dat is het, dacht Aafjes, en ging aan de
slag.
(Voor het geval het U even ontschoten was Rech
ter Tie is een meesterspeurder die omstreeks 600
na Chr. in het keizerlijke China leefde en werkte,
en Robert van Gulik, die enige jaren geleden
overleed, was een internationaal vermaard des
kundige op het gebied van de Chinese taal, cul
tuur en geschiedenis. Hij heeft een aantal van
Rechter Tie's avonturen en rechtszaken beschre-