Negentig (ent voor een ons gehakt, ik denk: dal kan niet. Kiezen voor zwakken, of voor 'modale Henk'? Zelfs bij 'normale' prijsstijging krijgt modale werknemer 'I moeilijk 00, .79 A 0001.8 A O-pOOJO ZATERDAG 6 MAART 1976 PAGINA 15 Door Jan Dost Het ziet er niet best uit voor onze modale werknemer Henk (gehuwd, 2 kinderen, 23.000 bruto in 1975)Dit jaar groeit zijn inkomen onvoldoen- de om in koopkracht gelijk te blij ven ten opzichte van het vorig jaar. I Hij gaat er vergeleken met 1975 zo'n 2.5 procent op achteruit. Dat komt hoofdzakelijk door de per 1 januari van dit jaar gestegen sociale pre- mies en belastingen. Dit gebeurt, ondanks de prijscompensatie van 4,5 procent op 1 januari en zelfs on danks de nog onzekere prijscompen- I satie (4 procent?) op 1 juli. als de loonmaatregel afloopt, wegens de gestegen kosten van levensonder houd in de eerste helft van dit jaar. Om het beeld nog zwarter te ma ken Het ziet er niet naar uit dat er voor de modale werknemer in de periode 1977 tot 1980 erg veel verbe tering zal komen. Voorlopig gaat de regering er nog wel vanuit dat hij, na het offer van dit Jaar ten behoe ve van zijn eigen werkgelegenheid en van het behoud van het niveau der collectieve voorzieningen, in de komende jaren tot 1980 een beschei den loonsverbetering zal ontvangen van pakweg 1 procent per Jaar „schoon". Maar de grote vraag is, of dit haalbaar zal zijn. Een van de kabinetsplannen om het haalbaar te doen zijn ie in ieder ge val de voorgenomen bezuiniging op de collectieve uitgaven van 10 mil jard gulden tot 1980. Via een bezui niging van 6 miljard in de sociale sector (sociale verzekeringen en voorzieningen) wil men ondermeer bereiken dat de sociale premies minder snel stijgen, waardoor er voor iedere werknemer meer „schoon" loon overblijft. Behalve dit bedrag wil het kabinet ook nog eens 4 mil jard uitsparen op de overheidsuitga ven (subsidies, wegen etc.) die ge heel voor rekening van de Schatkist komen. Deze totale bezuiniging, ook wel de een-procents-operatie ge noemd vanwege de doelstelling om de collectieve uitgaven met niet meer dan 1 procent van het natio nale inkomen per jaar te laten toe nemen,is echter ini hoofdzaak be doeld om een groter deel van de na tionale koek aan het bedrijfsleven te geven. Daardoor hoeft er minder van de winst naar de collectieve pot en kan er meer geld beschikbaar komen voor het scheppen van broodnodige arbeidsplaatsen. Inmiddels heeft het Centraal Plan Bureau echter uitgerekend dat de een-procents-operatie niet voldoende is om het aantal arbeidsplaatsen aanmerkelijk uit te breiden. De werkloosheid zal volgens het CPB, als er niet nog meer bezuinigd wordt, in de buurt van het huidige niveau blijven. Men voorspelt niet minder dan 210.000 mensen zonder werk, hetgeen door de regering al een „onaanvaardbaar hoog peil" is genoemd. Bezuiniging Wat te doen? De regering staat voor een levensgroot dilemma Of zij kiest voor een nog sterkere bezuiniging op de collectieve uitga ven om zo het aantal arbeidsplaat sen te vergroten. Want minder geld voor belastingen en sociale premies betekent dat er meer overblijf* voor tet bedrijfsleven. Dat kan een ver betering van de werkgelegenheid be tekenen. mits de ondernemers met het meerdere geen machines aan schaffen die arbeiders vervangen. Of zij kiest voor een verdere ma tiging van de lonen, om het bedrijfs leven zó aan meer geld voor ar beidsplaatsen te helpen. De keerzijde van de eerste medaille is, dat dit ten koste gaat van de zwaksten in de samenleving. Ten koste van de mensen met sociale uitkeringen, die buiten hun schuld geen deel kunnen hebben aan het arbeidsproces. Achteruitgang dus van de zwaksten in de samenleving, waarvan Boersma onlangs zei: „niet dan over mijn lijk". De keerzijde van de tweede medaille is, dat dit ten koste gaat van men sen met een gemiddeld modaal in komen. De categorie, waar ae bulk van alle inkomens zit. Loonmatiging levert alleen maar daar werkelijk iets op. Levensgroot Voor wie kiest dit Kabinet? Voor de zwaksten in de samenleving? Of kiest het voor onze modale Henk? Beide categorien staan hoog op de prioriteitenlijst van dit Kabinet. Vandaar dat het dilemma zo levens groot is. Henk (32) heeft een betrekking in het magazijn van een groot bedrijf. Vijf dagen per week is hij daar doende, vaak met tame lijk zwaar werk als hij kisten met allerhande apparatuur naar de opslagruimten moet versjouwen. Af en toe werkt Henk over, maar doorgaans komt hij 's middags even na vijven weer thuis. Het Centraal Bureau voor de Statis tiek meldde onlangs dat het in ja nuari van dit jaar met de prijsstij gingen wel is meegevallen. Per jaa^ mogen de kosten van levensonder houd volgons de profeten van de economie zes procent hoger worden zonder dat er van een werkelijke catastrofe sprake is. Welnu, in januari waren de prijzen maar met 0,6 procent gestegen, dus maar een fractie meer dan de halve procent die maandelijks volgens het natuurlijk verloop van de economie als algemene prijsverhoging mag worden genoteerd. Het geruststellende van het CBS- cijfer wordt echter ontkracht door de wetenschap, dat er in januari flink in het gemiddelde prijscijfer gesneden wordt door de uitverkoop. Het zicht op de toekomst wordt nog minder rozig als we bedenken dat de lonen voorlopig „bevroren" zijn, met andere woorden: zelfs bij een „normale" stijging van de prijzen zal de modale („gemiddelde") werknemer (te verstaan als de man die met een bruto-salaris van ongeveer 2000 gul den zijn gezin met twee kinderen moet zien te onderhouden) het heel erg moeilijk krijgen. Dit jaar en vooral in de komende jaren. Cijfers en statistieken zijn uitste kende middelen om de problematiek van het individu aan het oog te onttrekken. Ook elke planning en strategie om de zorgelijke toekomst te lijf te gaan verhult niet, hoe het nu staat met de modale werknemer een grote groep werknemers die van ean modaal salaris wel kan rondko men, maar erg weinig overhoudt om het leven enige fleur te geven. OOt 10 S r)i ,15 .58 J .i', 7 7 Door Alexander Munninghoff Zijn vrouw Jannie (32) heeft dan al de tafel gedekt en het eten op het vuur. De kinderen, Peter (11) en Clara (2) worden aan tafel geroepen, Henk doet zijn pantoffels aan en kijkt alvast even de krant door terwijl Jannie het eten uit de keuken binnen brengt. Het is tien voor half zes, ais dit Nederlandse modale werknemersgezin de eerste happen naar binnen weilkt. Een goed' half uur later wordt er afgeruimd en kan de lange avond beginnenwat babbelen met ae kinderen, de krant, Paulus de Boskabouter, kinderen haar bed, (televisie, thee, samen nog wat napraten, slapen. Met opzet noemen wij geen -werkelijke namen: het gesprek dat -wij vooral met Jannie voerden ds in feite de samenvatting van "tienduizenden soortgelijke gesprekken die dagelijks overal in Nederland plaats vinden. In precies zulke oriekamer-woningen, of in de supermarkt, op familiebezoek, tijdens het koffie-uurtje met de buurvrouw. Want het gaat over iets dat ons allemaal, een enkele rijke fisoloof misschien uitgezonderd, idirekt raakt: geld. Of beter gezegdover de (on)mogelijkheid om met het geld dat je hebt iets meer van je leven te maken dan alleen bestaan. Vaak hoor je mensen zeggen dat geld niet gelukkig maakt, terwijl dat in feite onvolledig gebruik van het oorspronkelijke gezegde is, dat luidt: „geld alleen maakt niet gelukkig". De oorspronkelijke filosofie is heel wat acceptabeler dan de huidige versie, die dan ook door Jannie desgevraagd werd getorpedeerd met de hartgrondige opmerking „Misschien, maar het is wel verdomd gemakkelijk als je het hebt". Ook al een reactie die dagelijks in de naaste omgeving te beluisberen valt. Karig Het salaris van Henk is schoon 1250 gulden per maand. Daar gaat de huur 156,25) vanaf, alsmede de vaste bedragen voor gas en licht, water, telefoon, kijkgeld, studieverzekering voor Peter, Henk's lidmaatschap van de Industriebond, de levensverzekeringen en tenslotte honderd gulden zakgeld voor Henk die daarvan zijn shag en zijn pils moet betalen, de entree voor de voetbal op zondag en ook ae benzine voor de tweedehands auto, die na lang sparen is aangeschaft en die het onderhouden van de contacten met familie en kennissen (meestal in de weekeinden) vergemakkelijkt. Wat er voor Jannie aan huishoudgeld overblijft is tenslotte iets minder dan zevenhonderd gulden, per week omgerekend een budget dat schommelt tussen de 165 en 175 gulden. Voor een Jong gezin van vier personen een karig bedrag. Jannie: „Vroeger hield ik nog wel m een huishoudboekje bij, maar dat 1 doe ik nu niet meer. Ik werd er 8 opstandig van, als ik telkens weer zag dat ik echt op dubbeltjes en kwartjes moest letten om rond te komen, en dat het me dan nog niet lukte om eens wat extra's op tafel te brengen. Het geld was iedere keer schoon op, en dat wordt nou nog erger want de prijzen blijven maar stijgen terwijl de salarissen nagenoeg hetzelfde blijven. Henk zit in de ondernemingsraad van zijn bedrijf en hij is lid van de Industriebond, dus die praat nogal vaak over het loon- en prijsbeleid en dergelijke dingen meer". „Maar ik heb het wel eens een keer gehad, dab ik echt niet meer wist •waar ik het geld vandaan moest halen want dan was er weer een onverwachte rekening bijgekomen, en dat Ik dan tegen Henk zei „Jongen, jij mag wat mij betreft uit die bond van je, want dan heb ik tenminste die veertien gulden per maand' contributie voor mijn huishouden". Heel dom van me. natuurlijk, want die Industriebond doet er genoeg aan, dat ia een goed ding. Maar op dat moment zat ik aan het plafond, ik kon niet verder denken dan aan die ene rotrekening die ik niet kon betalen". We zitten op een ochtend te praten. Jannie en ik. Dochtertje Clara komt af en toe luidkeels tussenbeiden: ze verveelt zich, wil de gebruikelijke aandacht. Zo jong als ze is draagt ze al heuse oorbellen. De televisie toont beelden uit Innsbruck, Jannie volgt de verrichtingen met een half' oog onder het spreken door. Warme prak „Je moet voor een jong gezin zoals dat van ons vitaminen op tafel brengen, dus dat betekent verse groenten. Nou ga er maar aan staandab is ook al niet meer te betalen. Neem andijviein de winkel kost Hollandse andijvie al 1,59 per pond. Ja, dan kun Je wel buitenlandse andijvie nemen, die is dan wat goedkoper. Maar toch, dat smaakt anders, wat zal ik zeggen. Ja, in ieder geval wil Henk dat niet. Die is bezeten op z'n warme prak, hij is erg kieskeurig op z'n avondeten. Daar heb ik rekening mee te houden, die man werkt de hele dag. Wat doe je dandan ga je naar de markt en zoek Je daar ook nog eens het goedkoopste stalletje op". „In de kleine winkels kom ik niet meer, want die kunnen nooit eens met de prijs omlaag gaan zoals de supermarkten. Echt hoor, ik stroop de kranten af naar voordelige aanbiedingen. Als ik zie dat die en die zaak deze week een pakje boter elf cent goedkoper heeft, dan stapt Jannie op haar fiets en koopt tien pakjes tegelijk, reken maar. Want dan heb ik weer een dikke gulden verdiend". „Toen Clara nog babyvoeding moest hebben hakte ik zelf een deel van de groente die wij die avond op tafel hadden fijn in plaats van dat ik zo'n potje Olvarit kocht. Want dat was weer tachtig cent per dag, moet je eens zien wat dat per week scheeltMaar het gaat Je op den duur wel opbreken, altijd dat eeuwige knibbelen en rekenen". „Aardappelen, daar praat ik al niet eens meer over. Dat is gewoon te gek, dan ga Je Je toch afvragen in wat voor tijd we eigenlijk leven. Dat Je niet eens meer iedere dag aardappelen op tafel kaai brengen omdat het gewoon te duur is! Bij de slager idem dito. Gisteren nog kocht ik acht ons gehakt, voor twee dagen dus. Ik kom thuis en kijk nog eens op de rekening, zeven gulden twintigIk denkdat kan niet, die man heeft zich vergist, ik ga terug. Negentig cent voor een ons gehakt, Jannie: "echt hoor, ik stroop de kranten af voordelige aanbiedingen dat bestaat niet. Zegt die slager tegen me„Mevrouwtje, eigenlijk krijgt ik nog acht cent van U, want het gehakt kost 91 cent per oais". En ik de winkel uit; maar ik kon het eigenlijk nog steeds niet geloven. Ik doe het nou zo, dat ik zeg maar speklappen koop voor dinsdag, en dat ik de Jus daarvan gebruik voor de volgende dag. Anders gaat het niet". Jannie haalt eens diep adem en staart zwijgend naar de tv. Ik bied haar een sigaret aanaan het eind van ons gesprek zal ze verontschuldigend opmerken dat ze me heeft „leeggerookt". Zelf is ze, alweer vaoiwege de prijs, aangewezen op een pakje per twee dagen, hoewel ze vroeger meer rookte. We komen te spreken over de grotere uitgavende auto moet toch geregeld een beurt hebben ook al gebruik Je hem niet zo vaak, en hoe regelt Jannie de kleding van het gezin? En wat als er een nieuw bankstel moet komen? Voor schut Jannie: „Van de kinderbijslag krijgen we eens per drie maanden 430 gulden. Daar koop ik kleren van en schoenen, daar betaal iik ook dingen als zwemles voor Peter mee. Ja, want zo'n jongen die wil op die leeftijd van alles, niet? Enje moet ook een beetje opletten, dat hij op school kan meedoen met zijn vriendjes, dat hij niet op een of andere manier uit de toon valt. Laatst nog was er op school een fotograaf bezig geweest, die had klassefoto's gemaakt en ook van ieder kind afzonderlijk een paar portretten. Dat grapje kostte me dertien en een halve gulden, maar ik heb het maar betaald. Om hem niet voor schut te zetten als hij de handed terug zou moeten brengen, want dat deed niemand van zijn vriendjes. Maar het was natuurlijk wed een rib uit m'n lijf „Die sUidieverzekering van Peter, die komt per maand op zes gulden vijfentachtig. Terwi)l het niet eens zeker is of hij straks nog wel verder zal leren. Maar ja, het is een Jongen, he, en je weet nooit wat er straks als hij zeventien of achttien is met hem gebeurt. Misschien moet hij wel trouwen of zoiets, dat hoor je vaak in je omgeving. Nou, dan heeft hij tenminste duizend gulden tegen die tijd, dat is dan meer dan niets". „Behalve die kinderbijslag breng ik zelf ook wat intwee ochtenden per week ga ik werken als h-ulp in een bejaardentehuis. Dat levert me 20 gulden per keer op, dus per maand 160 gulden. Dat is onze reserveals ik dat niet zou doen dan kwamen we binnen de kortste keren in de grootste moeilijkheden. Neem de jaarlijkse afrekening voor gas en elektra, daar ben ik gewoon bang voor, die krijgen we een dezer dagen in de bus. Vorig jaar moest ik tweehonderd gulden bijbetalen, daar gaat mijn bijverdienste naar toe". „Ik ben blij dat ik het kan doen, want het is me maar geen organisatie met Clara om dat kind twee ochtenden per week onder te brengen. Gelukkig kan ze bij mijn ouders terecht die vlakbij wonen, maar dat ds eigenlijk toevallig". „Uit die reservepot betaal ik dan ook het paar schoenen dat Henk nodig heeft en koop ik af en toe wat kleren voor mezelf. Dat wil zeggenik koop de stof, ik maak thuis alles zelf. Hooguit eens een goedkoop jurkje bij de Hema, verder nooit. Kun Je begrijpen dat ik het helemaal niet zo leuk vind om in de stad te winkelen? Want reken maar dat ik best graag wat moois zou willen kopen, en je ziet zo vreselijk veel leuke dingen in de etalages. Dan sta je een tijdje te kijken, en aan moet je jezelf echt toespreken van Jannie, meid, loop nou maar gewoon door want dat japonnetje kun je van z'n levensdagen niet betalen". Frutselt je „Ik heb het er wel eens over gehad met Henk, 's avonds. Dat ik baalde van dat boodschappen doen, omdat ik nooit eens pate of rosbief of zo kan kopen of eens iets luxe kan meenemen naar huis, zomaar omdat het leuk is.Weet ik veel, een gezellige kaars of een ander frutselt je voor op de schoorsteenmantel, zoiets. Ik heb hem wel eens verwijten gemaakt, dat mag Je best weten. Dat we nooit eens samen uit kunnen omdat dat zeker zestig gulden kost, aan de babysit en de bioscoop en een drankje in het cafe. Dat we eigenlijk ook nooit mensen te eten kunnen vragen, want dan moet je toch minstens een fles sherry in huis halen extra eten en alles wat daarbij komt". „Dat we altijd en eeuwig eerst moeten kijken of we het wel kunnen betalen, voordat we iets doen. Je krijgt soms het gevoel dat de welvaart, waar iedereen zo gemakkelijk over spreekt, dat die op een of andere manier aan je gezin voorbijgaat. Ik bedoelwe hebben tv, we hebben een auto. Maar is dat welvaart in Nederland? Misschien wel. misschien hebben we het inderdaad beter dan de meeste mensen op deze wereld. Maar daarvoor lef je dan ook in Nederland, niet? Nederland is nou eenmaal een ontwikkeld land. daar heeft iedereen tv en bijna iedereen een auto". „Maar daarnaast heb Je de kleine leuke nutteloze dingetjes die je gewoon kunt kopen als je er het geld voor hebt. Daar zit het hem in: ik kan alleen maar dingen kopen die nuttig zijn. Niet iets ciat ik mooi vind. nee. het moet nuttig zijn, en het liefst goedkoop en tegelijkertijd duurzaam. Ik heb het Henk wel eens voor zijn voeten gegooid waarom hij niet zoveel verdiende als zijn broer, die rustig een leren jas van zeshonderd gulden kan kopen en dan nog zegt dat het eigenlijk helemaal niet zo duur was. Dan gaat er iets door me heen, als ik dat hoor, daar werd ik vroeger stapelgek Armbandhorloge Een langere stilte ditmaal Opeens steekt Jannie haar arm uit en laat me een mooi zilveren armbandhorloge zien: „Wij vieren geen Sinterklaas, maar kerstmis, dat vinden wij veel gezelliger, met die boom en die kaarsjes. Wij geven elkaar dan ook cadeautjes". ,Jk had wat opgespaard en ik kocht voor Henk een kamerjas. Alweer een nuttig geschenk dus, net als voor de kinderendie kregen ook een kamerjas. Op kerstavond hadden we alles zo'n beetje uitgepakt, en opeens zegt Henk tegen m(j„kijk, daar hangit nog een pakje in de boom, dat is voor jou. Wil Je wel geloven dat m'n vingers trilden toen ik het papier eraf haalde en de naam van een of andere juwelier op de deksel van het doosje zag? Dit horloge zat erin. Jongen, ik wist niet wat me overkwam. Ik begreep opeens dat Henk al die maanden had overgewerkt om dat horloge voor me te kopen, om mij iets moois te geven. Maar weetje wat ik tegen hem zei". Ik zei„Jezus, Henk, wat zonde van het geld". Daar had ik zes lappen stof voor in de plaats kunnen kopen. „Het was eruit voordat ik het wist, ik kon m'n tong wel afbijten. Maar zo ga Je denken, vanzelf haast, dat is er ook op zo'n moment niet uit te krijgen. Je weet heel goed wat zo'n horloge kost, want Je hebt het vaak genoeg zien liggen. Je weet ook dat Je daarvoor zes lappen stof kunt kopen om Jurken van te maken. En dat zeg Je dan, onwillekeurig. Want zo leef je nou eenmaal". "Ik werd er opstandig vant telkens weer op de dubbeltjes en kwartjes te letten GRAflJ tmnrm tear sta** U dari afnèe tvfh m galop

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 15