"De morele steun? Prima" Transvaal: 'Een buurt met allerlei standen' 4KPfTT'HT&g Leidse brandweer gaat weer aan de slag Afscheid van twee Leidse hoog leraren Onderzoek brengt Leidse buurt leeft in beeld hoe en denkt Prof. dr. J. D. Verlinde de radiologie binnen de radio diagnostiek en de radiotherapie niet meer valt te overzien. Prof. Von Ronnen bepleitte in zijn af scheidscollege de instelling van specialistententamens die tot dusver altijd van de hand zijn gewezen met het argument dat die alleen de kennis toetsen en geen informatie verstrekken om trent de opstelling, het inzicht en de onderzoekvaardigheid. Prof. Verlinde (65) hield gis teren een afscheidscollege met als titel 'Microbieel toerisme'. Hij ging daarbij in op de ook in hoogontwikkelde landen nog steeds latent aanwezige micro- biële ziekteverwekkers (bijv. vi russen). Prof. Verlinde herinner de eraan dat de Wereldgezond heidsorganisatie er al op heeft gewezen dat het sterk toegeno men en nog steeds toenemende internationale verkeer, waar onder de verplaatsing van va kantiegangers naar, en van gast arbeiders van landen met dik wijls lager hygiënisch niveau, 'n extra risico van besmetting met zich meebrengt. Hij zei dat een al lang niet meer in de westerse samenleving voorkomende in fectieziekte als cholera de laat ste jaren weer van zich doet spreken als importziekte, tot in Europa toe. De hoogleraar con stateerde dat er behalve de griep virus tegenwoordig nog ande re virusziekten bezig zijn vaste voet te krijgen in West-Europa. Hij wees o.m. op de hondsdol heid, die sinds kort de oostgrens van Nederland heeft overschre den. Prof. Verlinde werd in 1947 hoogleraar aan de Leidse uni versiteit en in 1960 gewoon hoog leraar. LEIDEN Prof. dr. J. R.von Ronnen, hoogleraar in de alge mene radiologie, en prof. dr. J. D. Verlinde, hoogleraar in de me dische microbiologie, hebben gis termiddag wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leef tijd afscheid genomen van de Leidse universiteit. Prof. Von Ronnen (65) heeft tijdens zijn verbintenis met de medische factulteit als specialist een enorme ontwikkeling in de radiologie meegemaakt. In de jaren na 1950 kwamen o.m. de beeldversterker-televisie-unit en de eerst veilige contrastmiddelen in gebruik die de stoot gaven tot een snelle groei van de röntgen- diagnostiek van het bloedvaten stelsel. Gebleken is dat het rönt genonderzoek op dit gebied een nieuwe dimensie aan de radio diagnostiek heeft toegevoegd, al dus prof. Von Ronnen gisteren in zijn afscheidscollege. De hoogle raar verklaarde dat door die enorme groei het gehele veld van Prof dr. J. R. von Ronnen HAARLEMMERSTRAAT 181 ZILVEREN SIERADEN JUWELIER v. d WATER LEIDEN De leefgemeenschap van de Leidse brandweer, die in moei lijke tijden verkeerde, is frappant. Aan de ene kant een luxueus inge richte kantine, waar een prima war me maaltijd wordt voorgeschoteld en nog geen twintig meter verderop een tweetal slaapzalen, die abominabel van outillage zijn. „Als we zoiets in een pension zouden tegenko men, zouden we het, meteen afkeu ren", zegt brandmeester Mark, een goedbuikige, hevige besnorde en vre selijk positieve man. Iemand, met wie je graag een glaasje zou willen drin ken. We vergeten maar even de twee w.c.'s, de vijf kranen en twee douches, die er zijn. Kostscholen in vroeger jaren zagen er stukken be ter uit. Maar het went wel. Hoe wel Wat wende niet? De 72-urige werkweek. Op de voorpagina van deze krant van vandaag leest u dat de brandweer tot een vergelijk is geko men met de gemeente Leiden. Er gaan 66 uren per week gewerkt wor den. De onderhandelingen werden daartoe gevoerd door weth. Tinus van Aken, met zonnebril èn inge deukt hoedje (fraai blauw) en het actiecomité. Een lang gesprek. Na af loop werd ik meegetroond naar een kamertje, kwamen er glaasjes op ta fel en werd de Sherry ingeschonken. De serieuze verhalen, de diepe frons Door Paul Wolfswinkel in het voorhoofd waren weg. De 65 uur werk in drie dagen was van het gezicht van actiecomitéwoordvoerder Immink af te lezen. Hij zegt opeen*- „Weet je wat je zeker niet mag ver geten in je stuk? Dat we de Leidse bevolking bedanken voor hun morele steun. Geweldig was dat, prima. Reed Je op straat in de auto en dan wer den er duimen opgestoken en zo. Echt ze leefden helemaal mee. Niet verge ten dat te zeggen". Brandweer zijn is geen „feessie" We citeren brandmeester Mark. Die meteen erbij vertelt dat de mensen een vreselijk slecht beeld hebben van de brandweer. „Kijk", zegt hij: „Als er één groep is die niet kan klaver jassen, dan is het de brandweer wel Er wordt hier keihard gewerkt. Weet u, ik ben eigenlijk vreselijk blij dat we die actie hebben gevoerd, want nu kan er weer eens geoefend wor den. We zijn veel te veel bedrijf ge worden in de loop der tijd. Ik laat ze nu met een glimlach oefenen. Lek ker stoeien met de ladderwagen; lek ker klooien met de hoogwerker. Sommigen hebben een paar maan den geleden voor het laatst in die lad derwagen gezeten. Hopelijk gaat het veranderen, als de gemeente gaat in zien wat er hier aan de hand is". Wat doet de brandweer niet niet? Ze voeren een stiptheidsactie, dus er is inderdaad gelegenheid de klaver- jaskunst eens iets op te vijzelen. Mis. Ze oefenen dus. Gewoon, alsof er niks aan de hand is. Er is daar tijd voor. want er worden geen schoenen gerepareerd, er worden geen brand- kranen gecontroleerd, er worden geen slangen meer schoongemaakt. En er is een scala van oefeningen. Wel 48 soorten. Mark zegt opeens: „Weet je waar je op zaterdagavond terecht kunt. wanneer Je 85 bent en Je ka chel doet het niet? Weet je waar je op zondagmorgen naartoe kan bel len als de riolering verstopt zit? Bij ons. Ruitjes dichttimmeren, katten uit de boom, u kent het. Bij ons. Niet bij de politie. Die bellen ons als er zoiets is. Tegenwoordig zeggen ze als er een ruitje moet worden in gezet, hoe groot dat ding is. Coulant zijn ze geworden. Maar w i J heb ben allemaal een vak. Ik ben onder houdsmonteur. Immink is schoenma ker. Een ander schilder of timmer man. Och, we zijn veel eerder eeD soort technische hulpdienst". Een meneer belt op en vraagt of wanneer de actie slaagt de auto van de burgemeester dan weer wél wordt gewassen. Mark: „Och, we zien wel. De auto van prins Bernhard wordt ook gewassen. Nog steeds". Een uitruk Autobrand Rijnsbur- gerweg. Heerlijk is dat: loeiende sire nes en iedereen gaat aan de kant Nou ja, een paar. Er zijn er die ner veus worden en blijven staan. Men sen kijken naar de auto, die met spandoeken is behangen. Glimlachen Eén steekt zijn hand op. Ongeloof lijk eigenlijk, de tijd tussen melding en plaats van aankomst: zes minu ten. Volledig bepakt en bezakt. Het wachten is al vanaf kwart o- ver één op Van Aken. Blijkt dat hij pas tegen twee uur komt. Om dpe om te horen wanneer hij iets kan mededelen over de stand van zaken, uur nog geen Van Aken. Ik bel op, Hij komt binnen tien minuten, maar dan is commandant Broeshart ex niet Van Aken wil weer weg. maar een dreigend cordon en een vriendelijk aanbod voor een kop koffie weerhou den hem er van. De vergadering met het actiecomité is belangrijker dan welke vergadering in het stadhuis dan ook. Natuurlijk. Zeker wanneer je weet dat er stapels en stapels ad hesiebetuigingen zijn gekomen. Van collega's in Dordreoht, Eindhoven, Emmen en Arnhem, tot sporthujs Centrum en snackbarhouder .Toon van der Drift (Tweeduizend bit terballen voor een bejaardente huis als de actie slaagt). KABO, ABVA, NCBO, NW. CPN. KWJ, werklozencomité, politie, Nederland se Alpinisten Vereniging: ze stromen binnen. Boos zijn ze, daar aan de Lange- brug op ce PSP. „Ze vonden het sohandalig dat we die doeken op de auto's hadden. En gisteren belden ze op om te vragen hoe het ermee was. Ik was witheetzegt Mark. „Ik h b ze op een duidelijke manier verteld dat ze ons maar niet moesten bel len". Een dagje brandweer. Chaos, van wege de situatie. Sfeer vanwege de situatie. Humor vanwege de situatie. Om acht uur de vergadering, waarbij iedere brandweerman te ho ren krijgt wat er bereikt is. Gejuich. Bier. Erkenning. Nou Ja, dat moe ten we maar afwachten. Vandaag geen spandoeken meer, geen stickers, geen onzekerheid over de situatie van een van de meest miskende groepen uit de samenleving. Die (nogmaals) een frappante leefgemeenschap vormt. LEIDEN "Het is een buurt met allerlei standen. Een beetje men sen die van de w.w. lopen, mensen die wel werken en een beetje hogere stand. Dat is leuk". Het is een van de vele uitspraken van bewoners van de Leidse Transvaalbuurt, die werden gedaan tijdens een onlangs gehouden buurtonderzoek ten behoe ve van het buurthuis "Het Mieren nest" aan de Morsweg. De resulta ten van dit onderzoek zijn gebundeld in een rapport, dat is verschenen onder het motto "Kijk meid, dat zal ik je nou eens precies vertellen". Een titel die is ingegeven door het feit dat liet onderzoek door drie vrouwelijke studenten werd verricht. Het onderzoek spitste zich toe op een viertal onderwerpen: het oordeel van de bewoners over de buurt, het onderwijs, de dienstverlening en de bekendheid van "Het Mierennest". In totaal werden in de buurt 46 zo genaamde "open interviews" gehou den, waarbij de ondervraagden vrij werden gelaten hoe diep ze op een bepaalde zaak wilden ingaan. Het aantal bewoners, dat de buurt gezellig en ongezellig vindt, houdt el kaar blijkens de enquête on geveer in evenwicht. In de positieve reacties is sprake van een grote amicaliteit, de mensen zijn erg spraakzaam. Ook de "burenhulp" wordt positief gewaardeerd. Er wer den uitspraken gedaan als "Goeie bu ren, waar je altijd terecht kan als je wat hebt" en "Ze staan altijd! voor je klaar". Uiit de gemaakte opmerkingen bleek dat binnen de buurt nogal wat geslo ten groepen bestaan. Termen als "in- en uitlopen bij elkaar", "je komt er niet tussen", "het is één familie kluitje" en "ze weten alles van je" werden vaak gehoord. In vele ge sprekken kwam ook de sociale status van de wijk aan de orde. De term "hakbijlenbuurt" werd tienmaal ge noemd, maar de meeste bewoners vinden onjuist dat de buurt zo ge karakteriseerd wordt: "Dat is over dreven. De mensen waren arm, maar netjes". Geen kip Tijdens het onderzoek werd door elf ondervraagden gesignaleerd dat er binnen de buurt veel vernield wordt. "Ze vernielen alles: de auto van mijn man is hartstikke bescha digd. Banden lekgestoten, spiegel ge sloopt, antenne eraf". Met enige weemoed wordt door verschillende 'Transvaalbewoners gesproken over "vroeger": "Vroeger was het gezel liger. Tegenwoordig zie Je om' 7 uur al geen kip meer op straat. Ze zitten maar achter de kleuren-tv". Bijna de helft van de geënquê teerden verklaart dat men veel met andere buurtbewoners op straat praat. "Ik praat met iedereen op straat. Ze zeggen wel eens: jij zegt een vlieg nog goeiendag" of "Ik woon hier liever als in de nieuwbouw. Daar praten ze geeneens met el kaar. Ze staan als dooien in de lift". Een meerderheid is tevreden over de huisvesting en de buurt. 28 van de 46 ondervraagden zeggen dat ze niet zouden willen verhuizen. Bijna een kwart woont er al zijn hele leven, eenzelfde deel al meer dan 20 jaar. De helft van de mensen, die wel weg willen uit de buurt zijn bejaarden. Het feit dat zoveel mensen in de Transvaalbuurt tevreden zijn met hun woning mag niet verwonderlijk heten, wanneer men weet, dat de on- derzoekers onder de 46 bezochte wo ningen er 29 aantroffen, die door de bewoners zelf helemaal verbouwd zijn. Kamers doorgeslagen, op zolder kamers getimmerd, een douche aan gelegd enz. Een van de reacties: "De mensen hier zijn ontzettend actief. Ze verbouwen zelf hun hele huis. En moet Je nou al die schu ren eens zien. Ook allemaal zelf ge bouwd. Ze hebjben een ontzettende zorg voor hun eigen bedoening". Tegen renovatie Daarom is ook begrijpelijk, dat de meeste bewoners van Werkmanswo ningen tegen de geplande renovatie zijn. Voor de meesten geldt dat het zelf al voor het grootste hebben ver bouwd en erg opzien tegen de ver huizing, die het met zich meebrengt. Ondanks de tevredenheid over de woonomgeving bij veel Transvaal- buurters leven er toch ook nog vele wensen. Een greep daaruit: meer speelruimte voor de kinderen, bete re verkeersregeling en parkeren op de Morsweg, betere straatverlichting, een bushalte, meer groen in de stra ten en tot slot zijn er velen die een supermarkt in de buurt wensen. Sprekend over het genoten onder wijs komen vaak meer negatieve beoordelingen naar voren dan posi tieve: „Ik heb alleen maar geleerd aardappelpuree te maken. En nou ben ik vijf jaar getrouwd, maar ik heb nog nooit aardappelpuree gege ten. En ik had vriendinnen die ver dienden. Die hadden altijd centen. Dus wat doe je dan? Je zei: nou, ik ga van school af. Mijn moeder vond het allang best natuurlijk. Die kon best wat extra geld gebruiken. Maar nou denk ik wel eens: had ik maar een type-diploma of zo". Klachten over het onderwijs zijn er blijkens de volgende reacties ook: "De juffrouw zei dat ze naar de huishoudschool moest. Ik dacht: zo, dat ze dat al beslissen met een kind van 10 jaar. Maar ze wilde zelf naar de mavo. Ik naar het hoofd. Die zei: mevrouw als ze het niet aankan, krijgt ze het ontzettend moeilijk. Ik zei: toch wil ik het pro beren. Nou zit ze op de mavo. Ze had geen een onvoldoende op d'r nap- port. Ze hebben vast gedacht: het is maar een kind van een arbeider". "Mijn zoon is groot en breed. Zag er nooit zo netjes uit. Daarom moest hij naar de LTS. Nou heeft hij de HTS af en gaat in Delft studeren. De onderzoekers zeggen geschrok ken te z\jn van het feit dat vUf van de zeven ouders, die kinderen op het buitengewoon onderwijs heb ben, niet of nauwelijks contact heb ben met de school. Tekenen "Kwam ik op die ouderavond, kon Je schriffies komen kijken. Ligt daar een schrift met drie sommetjes e'i verder alleen maar tekeningen. Ik vraag: waar is z'n Tekenschrift. Zegt ze: dat is zijn Tekenschrift. Zeg ik. waar staan dan de sommetjes? Zegt ze: Ja. hij is altijd zo lastig en dar laat ik hem maar tekenen". Alles overziend komen de onder zoekers tot de conclusie dat er op het punt van het onderwijs flink wat problemen liggen. "De ouders worden door de scholen en dienstverlenende instanties niet optimaal ingelicht, soms zelfs afgescheept of met een kluitje in het riet gestuurd. De fout die wordt gemaakt is volgens O'.is dat ze aandacht aan het kind besteden maar de ouders verwaarlo zen". Men ziet mogelijkheden dat het "Mierennest" een brugfunctie gaat vervullen tussen de buurtbewo ners en de hulpverleners. De dienstverlenende Instellingen bleken over het algemeen niet erg bekend te zijn in de Transvaalbuurt. Een uitzondering vormt de wetswin- kel, waarover men niets dan lof heeft. In bekendheid wordt het JAB gevolgd door de sociale dienst en 't .arbeidsbureau, die een erg negatie ve reputatie hebben. Tenslotte komen de onderzoekers gehoord de buurt- met een aan tal opmerkingen en voorstellen voor het Mierennest. Geconstateerd wordt dat vele mensen wegblijven omdat ze het idee hebben dat daar mensen komen die niet van hun slag zijn. 't Beste lijkt de onderzoekers met nieuwe mensen nieuwe clubs te for meren, omdat in de reeds bestaande ijzersterke groepsnormen bestaan, die niet gemakkelijk te doorbreken zyn. Een ander bezwaar dat wordt gesignaleerd is de vrij gesloten in druk die het buurthuis maakt. Dat zou doorbroken kunnen worden door in de buurtkrant „Morspraat" te ver melden dat iedereen er op bepaalde tijden terecht kan en zelf meer de buurt in te gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 3