Carlos, een student errorist ZE DAT IK DE BEROEMDE CARLOS BEN, ZE KENNEN ME WEL' y- zaterdag 21 februari 1976 C Y ih De Engelse secretaresse Grizel- da Carey, die de eisen van Carlos aan de autoriteiten overbracht, hier in gezelschap van een vei ligheidsagent. L I A C I 0 N PERSONAL DESCRIPTION I» 1V - i *<0n CrÖ >i CHU jvcrQ.- rmj Sol Ttko L 4 C t N' t j r- 5te F I L t A c I 0 h PERSONAL DESCfliPT>0^ mm oei tit Eén van de valse paspoorten van terrorist Carlos. Met dit do cument opereerde hij onder de naam Adoljo Bernal. Hugt O'Shaughnessy - en Colin Smith Bteeds als hij naar Carlos keek moest de Iraakse diplomaat de woede inhouden, die hij voelde opkomen als hij deze man zag, wiens bende een paar uur daarvoor zijn landgenoot had gedood. Hoe kwader hij echter inwendig werd, hoe meer hij ging glimlachen. Dat leek hem op dat ogenüjk het best. De terroristen, die de elf Opec-mi nisters hadden gegijzeld in hun hoofdkwartier in Wenen, wilden eigenlijk de Libische ambassadeur als tussenpersoon bij hun onderhan delingen met de Oostenrijkse autoriteiten. Maar die was de stad Uit en daarom was Riyadh Al-Azzawi, de zaakgelastigde van Irak, uitgekozen om het grootste deel van het gesprek te voeren „Eerst wil ik weten met wie ik te maken heb", zei de Irakees met zoveel waardigheid als hij in deze omstandigheden kon opbrengen. „Wij zijn revolutionairen, geen misdadigers", antwoordde Carlos, „wij zyn van de Arm van de Arabische Revolutie". „Hoe kunt U een revolutionair zijn als u mensen doodt?" vroeg de Irakees "We moesten ons verdedigen", zei de terrorist, „We moesten de Opec overvallen en ze probeerden ons tegen te houden." Het klonk als een verwend jongetje dat moet uitleggen hoe hij aan dat potje met vliegen met uitgetrokken vleugeltjes komt „Vertel ze dat ik van Venezuela ben en dat mijn naam Carlos is. Vertel ze dat ik de beroemde Carlos ben. Ze kennen me wel". De diplomaat wist voor de duvel niet wie die Carlos dan wel mocht zi.in, maar hij gaf zijn boodschap plichtsgetrouw door. Een generaal Het duurde niet lang tot de kranten het wisten. De volgende dag, maandag, werd de identiteit, waarop de terrorist aanspraak maakte, over de hele wereld gepubliceerd. The Times zei sober, dat de bende „waarschijnlijk werd geleid door Carlos Martinez, de Venezolaanse moordenaar, die bekend staat als De Jakhals". Andere kranten, zoals het ochtendblad El Nacinal in Venezue la, waren minder voorzichtig. In regenachtig San Cristobal, hoog in het Venezolaanse Andesgebergte, las een magere, grijzende advocaat Gr. Jose Altagracia Ramirez Navas het nieuws met bijzondere belang stelling. Hij spaarde zijn oordeel op tot hij de foto's zag, die ze op het vliegveld van Algiers van de terroristen hadden gemaakt, nadat de laatste gijzelaars waren vrijgela ten En toen was er geen enkele twijfel meer: hij was het definitief. met grote trots vertelde hij een maand later: „Mijn zoon is een hele generaal geworden". Terwijl de advocaat vertelde werd «et meer en meer duidelijk dat de acties van zijn oudste zoon Ilich die de meeste mensen hebben leren kennen als „Carlos", niet de Plotselinge misstappen waren van een jongeman maar het produkt van een speciaal leefklimaat en een vroegtijdige training in een onor thodoxe vorm van marxisme. Ilichs vader was voorbestemd om priester te worden. Hij studeerde twee jaar aan een plaatselijk seminarie en kwam er toen achter dat het priesterschap niets voor hem was. Hij ging naar Bogota, de hoofdstad van Columbia, om rechten te studeren. En daar werden zijn politieke ideeën gevormd onder invloed van de linkse Columbiaanse politicus Jorge Eliecer Gaitan (die later zou worden vermoord) en die van Gustavo Machado, .een van de kopstukken in de toen verboden Venezolaanse Communistische Partij PCV.„Ik wgs pro-Sowjet tot aan de tijd van Chroesjtsjow zei de advocaat, „maar ik vind nu dat de communistische partijen conserva tief zijn geworden. Op het ogenblik gaat mijn sympathie uit naar extreem Links. Misschien lig ik meer tegen Peking aan, maar ik begrijp bijvoorbeeld niet hoe dat revolutio naire China van Mao betrekkingen kan onderhouden met Pinochet en die andere slachters in Chili" „Je kan een kapitalistisch systeem alleen maar in een socialistisch veranderen door strijd. Daarom ben ik het filosofisch en politiek volledig eens met mijn zoon Ilich, hoewel wij misschien over de strategie op kleine punten van mening verschil len". Het marxisme heeft hem er niet van weerhouden schatrijk te wor den, hij is waarschijnlijk multi-mil- jonair. Zijn geld stelde hem in staat om zijn drie zoons, die hij naar Lenin noemde (Ilich, in 1949 geboren in Caracas, Lenin, geboren in 1951 en Vladimir, geboren in 1948)een cosmopolitische opvoe ding te geven. Zijn vrouw Elba, van wie hij gescheiden leeft, gaf hij alle mogelijkheden om hen te vergezel len. Het leven van Ilich was tussen zijn achtste en twaalfde jaar een doorlopende reis door Latijns Amerika en 'het Caraïbische gebied. De politieke opvoeding van Ilich begon zonder twijfel op het Colegio Fermin Toro, de grootste staats school in Caracas. Hij kwam daar in 1963. Het was nog niet zo lang geleden dat het bewind van dictator Perez Jimenez omver was geworpen en de vooruitstrevende regering van president Romulo Betancourt werd zowel van rechts als van links bedreigd. Leerlingen van de school deden vaak mee aan demonstraties ten gunste van de communistische partij, die buiten de wèt was gesteld wegens haar steun aan guerrilla strijders, die zich tegen Betancourt keerden. Toen het 1966 was kwam dr. Ramirez tot de conclusie dat het, tijd werd dat zijn zoons kennis zouden maken met de Oude Wereld. Hij stuurde hen naar Londen met. hun moeder. In de daarop volgende negen jaar bewoonde het gezin verscheidene flats in de Engelse hoof stad totdat het eindelijk zijn intrek nam in Phillimore Court. Kensington High Street. ilich bereidde zich inmiddels voor op een soort mulo-examen en slaagde voor Engels, scheikunde en wiskunde. Naar Moskou Maar de familie Ramirez had zich nog maar nauwelijks een jaar in Engeland gevestigd of dr. Ramirerf kwam over uit Venezuela om te zien of zijn twee oudste zoons ergens anders niet beter af waren. In d* herfst van 1968 werden Lenin en Ilich nadat ze in Londen Russische les hadden gehad van een oude, geëmigreerde non ingeschre ven aan de Patrice LoemoembiL-uni versiteit in Moskou. Dat komt er een sluier over het leven van Ilich Ramirez. Eerst is dat haast niet merkbaar, heel langzaam wordt het beeld vervaagd* er komen steeds meer 'hiaten in zijn levensverhaal. En dan vrij plotseling staan we voor het tijdstip van de gedaanteverwisseling, waarbij Ilich overgaat in de terrorist Carlos Was hij werkelijk anti-Sow Jet geworden of, was het in feite een ver doorgevoerde camouflage?. Zijn vader blijft erbij, dat Ilich een hekel had gekregen aan het communisme van Moskou. De gebroeders Ramirez, wier studie geld werd aangevuld door cheques van hun vader, konden zich een beter leventje veroorloven dan de meeste van hun medestudenten. Ze hadden vriendinnietjes bij de vleet, vooral onder de Russische meisjes, voor wie zo'n jongen uit Latijns - Amerika een soort exotische buit was. Zij voelden zich weinig aangetrokken tot het soort zorgvul dig gerichte politieke activiteiten, die hen door de leiding van de universiteit werd geboden. Deze „dolce vita"-houding bleef niet onopgemerkt. Toen, in de lente van 1969, deed Ilich iets dat er veel toe bijdroeg om hem in de ogen van de Russische autoriteiten neer te zetten als een onverbeterlijke rebel. Hij woonde een demonstratie bij voor de ambassade van een Frans-sprekend Afrikaans land (z'n vader kon niet op de naam komen)dat weigerde de paspoor ten te vernieuwen van zijn jonge nationalisten, die aan de Loemoem- ba-universiteit studeerden. De politie verwachtte moeilijkheden en had een stevig kordon rond de ambassade getrokken. Ilich ziet er in tegenstelling tot zijn veel donkerder broer echt uit als iemand uit de Kaukasus en daardoor kreeg hij kans door de afzetting te komen. Hij raakte betrokken in een vechtpartij tussen demonstranten en de politie. Hij zag een fles inkt en gooide die naar de gevel van de ambassade, maar miste: de fles vloog door het open raam van een huis, waar Russen woonden die niets met de zaak te maken hadden. Hij werd prompt in z'n kraag gepakt, maar hij kwam er af met een waarschuwing. Het begin van Ilichs tweede studiejaar aan de Patrice Loemoem- ba-universiteit werd een paar maanden vertraagd omdat hij toen met vakantie thuis in Londen een maagzweer kreeg. Het was al ver in 1970 toen hij naar Moskou terugkeerde In die tijd begon hij volgens zijn vader werkelijk moeilijkheden te krijgen door zijn afwijkende gedrae* en door zijn langdurige afwezigheid was hij achtergeraakt in bepaalde delen van zijn studie. Toen hij werd geroyeerd als lid van de afdeling Moskou van de Venezolaanse Communistische Party wist hij dat het einde nabij was. Kort daarop moest hij bij de rector komen en werd hij van de universiteit gestuurd. En dat was op het eerste gezicht zijn laatste contact met de Sowjet-autoriteiten. Onderhandelingen Wie het ook geweest mag zijn die Carlos aanstelde als leider van de overval op de Opec hij wist wat hij deed. Gedurende de 36 uur van onderhandelen en heen en weer vliegen legde de Jonge Venezolaan een verbijsterende koelbloedigheid aan de dag. Hij had de eerste ronde gewonnen en hü moest nu ae Oostenrijkse autoriteiten ervan overtuigen dat zij niets anders konden doen dan aan zijn eisen tegemoet 'komen.Carlos begon met Grizelda Garey, de Engelse secreta resse van de secretaris-generaal van de Opec, een met de hand geschreven briefje te geven met de opdracht daar een afschrift van te maken. Daarin werd geëist, dat het propaganda-communique van de terroristen om de twee uur door de radio zou worden uitgezonden en dat er de volgende morgen een geblindeerde bus moest staan om hen naar het vliegveld te brengen. Daar moest een DC-9 met volle tanks worden gereed gehouden. Het was ondertekend met „De Arm van de Arabische Revolutie". Terwijl het meisje schreef werden op de gang opnieuw een paar schoten gehoord. Toen kwam de gewonde Westduitser Hans-Joachim Klein binnen, gemaskerd met een bivaJonuts. De terrorist ging in een stoel zitten, trok zijn hemd op en liet een keurig blauw kogelgat zien, net onder z'n navel. Grizelda Carey was verbaasd dat ze helemaal geen bloed zag. Carlos, die nu heel beleefd was, vroeg het Engelse meisje iets erg gevaarlijks te doen. Hij gaf haar het afschrift van het communiqué van de Arm van de Arabische Revolutie en zei, dat ze dit samen met de schriftelijke eisen naar de autoriteiten moest brengen. Daarbij moest ze natuurlijk door de donkere gang lopen, waar een paar minuten geleden Klein en Leopolder, de voorman van de politiecommando's hun vuurgevecht hadden geleverd. Er was, zo vertelde Carlos, een politieman, die ze ergens in de buurt van de receptie hadden neergeschoten. Ze moest die man van de eerste verdieping afkrijgen, dood: of levend. De secretaresse ging zenuwachtig naar buiten en riep in haar beste Duits „Nicht schiessen!" tot ze op de gewonde commando Kurt Leopolder stuitte. Ze zei: „Ga alsjeblieft met me mee, we moeten van deze verdieping af." De Oostenrijkse kanselier Bruno Kreisky had wel meer zoiets meegemaakt: terroristen hadden hem gedwongen Schonau, het doorgangskamp voor joodse emi granten uit Rusland te sluiten door twee Russische joden te gijzelen, die op weg waren naar Israel. Hij heeft een storm van internationale kritiek over zich moeten laten gaan omdat hij was gezwicht. Maar toen we hem een maand na de overval op de Opec spraken had hij nog steeds geen spijt dat hij Carlos en zijn gijzelaars had laten vertrekken: „Ik ben een erg pragmatisch iemand" zo vertelde de kanselier, „als ik een mensenleven kan redden dan doe ik dat" Met de Iraakse zaakgelastigde als tussenpersoon begon nu het gesprek tussen de bejaarde socialistische staats man, een onorthodoxe jood, en de Jonge Venezolaan. Allereerst vroeg Kreisky de gevangengenomen ministers en ambtenaren om op schrift te zetten wat hun verlangens waren. Het blijft de vraag of de brieven, die zij onder bedreiging met een pistool schreven, iets waard waren. Maar er kwamen er in elk geval vijftien los, elf in het Engels, drie in het Frans en een in het Arabisch en ze bezwoeren de kanselier stuk voor stuk om toe te geven aan de eisen van de terroristen. Toen de Iraakse afgezant dat kwam zorg de Oostenrijkse gijzelaars en de vreemdelingen, die vast in Oosten rijk woonden. Hij wilde beslist, dat de terroristen tenminste deze mensen zouden achterlaten. Toen de Iraakse afgezant dut kwam vertellen verloor Carlos zijn geduld. „Ik geef de bevelen aan Kreisky en aan alle anderen hier," schreeuwde hij, „Ik beslis wie er gaat en wie er mag blijven". Maar toen voegde hij er, een beetje kalmer, aan toe: „Ik ben niet van plan hen mee te nemen. Maar ik wil niet dat men mij vertelt wie ik wel en wie ik niet meeneem". Geldbedrag Trucjes En dan was er nog zijn collega Klein, die nu na een spoedoperatie in het ziekenhuis gekoppeld lag aan een zuurstoffles en allerlei andere medische apparatuur. De kanselier deed z'n best om 'hem in Wenen te houden. Hij was te zwaar gewond om te worden getransporteerd: als Carlos beval, dat hij moest worden losgelaten dan stond dat gelijk aan zijn dood, zo zei Kreisky. Carlos scheen een moment te aarzelen. „We moeten een democra tische beslissing nemen", zei hij Waar de Iraakse diplomaat bij was vroeg hij de andere terroristen stuk voor stuk wat ze ervan dachten. En ze waren het allemaal met elkaar eens: ze wilden hem terug, dood of levend.Ze hadden de indruk, dat de Oostenrijkers de ernst van zijn verwondingen overdreven. „Je moet Kreisky vertellen", zo zei Carlos „dat ik al die trucjes door heb". De vlucht van Wenen naar Algiers duurde twee uur en twintig minuten. Carlos vertelde gezagvoer der Pollak niet waar ze heen zouden gaan voordat ze eenmaal in de lucht zaten. Naast de terroristen en hun gijzelaars waren nog een tweede piloot aan boord en een arts, die de gewonde Klein verzorgde. De Duitser lag op een veldbed en had erge pijn. Hij was verbonden aan een zuurstoffles, die goed was voor vier uur. Omdat hij een maagwond had kon hij niet drinken. Alles wat de dokter kon doen was nu en dan zijn lippen nat maken. Het Duitse terroristenmeisje bette gedurende het grootste deel van de vlucht Kleins voorhoofd en fluister de in zijn oor. De dokter dacht dat ze misschien eenpaartje waren. Voor de meesten, die in het vliegtuig zaten, eindigde de reis in Algiers. Maar voor de terroristen en Yamani en Amouzegar, de oliemi nister van Iran, die van het begin af een speciale behandeling leken te krijgen, duurde de beproeving nog bijna twintig uur langer. Nadat ze de meeste gijzelaars en de gewonde Klein in Algiers hadden achtergela ten zeiden de bendelieden dat ze verder wilden naar Bagdad. Maar dat kon niet, omdat een DC-9. niet dat vliegbereik heeft als je tenminste een veilige marge in je benzinevoorraad wilt houden. Daar om togen ze naar Libië. De Algerijnse olieminister ging mee als bemiddelaar, hoewel ze hem hadden vrijgelaten. In Tripoli onderhandel de een van de terroristen het was Carlos niet met de Libische We komen misschien nooit te weten wat er toen precies is gebeurd. Sjeik Yamani heeft van die tijd af gezegd, dat de terroristen van plan waren hen te doden en dat ze dat ook zouden hebben gedaan als de Algerijnen er niet waren tussen gesprongen. Volgens geruchten in Beiroet zouden Yamani en Amouzegar slechts zijn gespaard nadat er een zeer groot geldbedrag was gestort op een bank in Aden. Direct na zijn vrijlating beschuldigde Yamani de terroristen in de DC-9 van Austrian Airways ervan, dat ze helemaal niet uit politieke motieven opereerden. „Hun plannen hadden niets te maken met een politiek doel", zegt hij. Yamani zinspeelde op de verdeeld heid in de Araoiscne wereld over ae Palestijnse kwestie. De meerderheid, naiaeujK Egypte, Syne, joroame eu c.e groep in de Palestijnse Bevrij dingsorganisatie rui, cue acnter lasser Arafat staat, zou oereid zijn axitoora te gaan met een mim-r'aics- tijnse staat, bestaande uit de westelijke oever van de Jordaan en de Gaza-strook. Er is een minder heid, gevormd door net Afwijzings Front, Irak, Libië en het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, die met niets minder genoegen hcemc dan met de ontmanteling van Israel. Blijkbaar is de baas van Carios dr. George Habash, ae leider van het Volksfront, die als enige werkelijke oondgenoot kolonel Ga daffi van Libië heeft. Deze heeft er in het verleden geen geheim van gemaakt dat hij achter het Volksiront staat. Toch vertrouwt Habash hem niet. Want in de linkervleugel van de Araoisclie kringen heerst de algemene opvat ting, dat Gadaffi's feile anticommu nistische houding een natuurlijk gevolg van zijn puriteinse toewijding tot de Islam tot geheime verhoudingen met de Amerikanen heeft geleid. Gedurende twee Jaar, die lagen tussen zijn vertrek van de Loemoemba-universiteit en het be gin van een studie aan de Londense School voor Economie reisde Carlos rond in het Midden-Oosten. Na het einde van de zomercursus van de Londense economische school ging hij m 1973 terug naar Beiroet c«n een paar weken later schreef hij zijn ouders, dat hij klaar was met „formeel onderwijs". Begin Juli van dat jaar vloog de Algerijnse terroristenleider Moham med Boudia in Parijs met auto en al de lucht in, waarschijnlijk het werk van Israëlische agenten. Later die maand kwam een jonge man, die zich Carlos Martinez noemde, in Parijs aan om het bevel over de eenheid van Boudia over te nemen. ADVERTENTIE „Gewoon goeie rechtdoorzee pijptabak, zonder fratsen." Volksfront Westerse diplomaten in het Midden- Oosten geloven alles behalve dat Gadaffi de overval op de Opec heeft gefinancierd, maar denken dat hij woedend is over het feit, dat ze is gepleegd, temeer daar er een Libische afgevaardigde bij werd gedood. In dezelfde kringen zegt men dat de overval het geesteskind was van dr. Wadi Haddad, die chef-operaties is van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina. Men neemt aan dat hij en Habash van plan waren enige financiële onafhankelijkheid voor hun organi satie te verwerven, waardoor deze minder ondergeschikt zou worden aan de grillen van een wisselvallg man als Gadaffi. Vijf Jaar geleden begon dr. Haddad! contact te leggen met revolutionaire groeperingen in het buitenland zoals het Japanse Rode Leger en de Baader-Meinhof- groep. In 1971 nodigde hij Jonge mensen uit heel Europa uit voor een college over guerrillastrijd in een kamp van het Volksfront in Zuid-Libanon. Daar was Carlos ook bij. Coopvaert. Pijptabak voor professionals.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 17