lalig playboy verruilt 'hel bed' Voor schaapskudde 'Moeder !:c?i je dochters binnen, De Jong komt voorbij', is verleden tijd TON VAN DUINHOVEN: 'Een mens is een mens, overal' MEI iELZATERDAG 21 FEBRUARI 1976 EXTRA PAGINA 13 „Ik kan me best voorstellen dat je als droom hebt dat je een grote erfenis krijgt en dan een ei landje in de Stille Oceaan koopt, met twaalf Nubische slavinnen om je te verzorgen nou, zo- 3n"lets is dit voor mij: alsof ik een gigantisch verjaarscadeau heb gekregen". Eelke de Jong (40. journalist, auteur en voormalige playboy van de Randstad) dacht ditmaal, bij het maken van deze vergelijking, niet aan enigerlei wellustig genot, en die Nubische slavin- r tien dienen dan ook te worden bijgeschreven op de rekening van een verleden dat De Jong wel ,f £o ongeveer heeft afbetaald. _pVant de man die vijftien jaar geleden in West-Berlijn op verbaal lioogstbegaafde wijze (en vermomd Itls belangrijk filmregisseur) Duitse I» ax lets in bed smoesde, verkeert I legenwoordig in Veluwse eenzaam- lïeid met een schaapskudde de I jpeler is herder geworden. Hoog-Buurlo heet het daar; twee ioor bossen en heidevelden omsloten poerderijen, toegedekt met de ineeuw die in het oosten guller is fevallen dan hier. In Berlijn de nonchalante versierder in het jnelgesneden pak - fade out en ^vervloeien naar (vijftien jaar later): In Hoog-Buurlo de onsenti- nentele maar warmvoelende dieren verzorger. ,Ik ben hier vlakbij, in Hoog Boeren, geboren en als jongetje van licht, negen jaar ging ik al met nerder Jacob Mouw de hei op". Alles yaat zoals het gaan moet de ange, forse, soms wat sloom lijkende De Jong had eerst de iurbulente jaren in het westen (..moeders, hou je dochters binnen, Jong komt voorbij") nodig om" Hoog-Buurlo. waar hij met vrouw "onnie, dochter Sanne en zoon Joris een namens Staatsbosbeheer gerestaureerde boerderij met twee k schaapskooien bewoont, j 3ij doet het voor 998.- schoon per na^nd, dus eigenlijk wordt het wel Mjpassen op het „gigantische verjaarscadeau". Daarom blijft hij >ok wekelijks voor ce Haagse Post >chrijven, al „heb ik het altijd een cwelüng gevonden, dat schrijven. Ik kan me niet voorstellen dat zo emand als Biesheuvel kan zeggen flat schrijven een hobby voor hem Is Ik doe liever de afwas van Door H. J. Oolbekkink vijfentwintig personen van een week dan een zo'n stukje schrijven. Het is een soort masochisme van me dat ik er mee doorga, want ik begin elke keer weer zo'n veertig tot vijftig keer opnieuw". Het is onwezenlijk stil in Het Grote Bas, want auto's mogen hier niet komen. De twee paarden van Eelke ronden in draf een bosschage en hollen uitgelaten over de besneeuw de wei achter het huis. De honden en katten (van elk drie) doen het animale soort tuk die geen mens kan wisselen, maar de idylle wordt verstoord door de kanonsschoten die om de paar minuten komen aanwaaien van De Harskamp. Maar ook die knallen heeft De Jong ingepast in zijn nieuwe leven: "Toen ik hier als Jongen woonde hoorde ik in de oorlog het afweergeschut van de Duitsers en nu die kanonnen dat is totaal jeugdsentiment voor me". Hebben we het er in deze krant al eens met u over gehad dat de journalistiek tot alles leidt? Jawel, die dooddoener kende u al. Maar schaapsherder? Vergissing De Jong: „Mijn grootste vergissing is geweest dat ik op mijn zeventiende in de Journalistiek ben gegaan bij de Nieuwe Apeldoornse Courant, want het is eigenlijk een soort phony beroep en het afschuwelijkste heb ik altijd de oudere journalisten gevonden, een gruwelijk voorland is het om in dat vak je pensioen te moeten halen. Ik was eens op Schiphol, waar Audrey Hepburn aankwam met een vies, wit poedeltje bij zich en daar was ook een journalist van vierenzestig en die moest aan die trut vragen hoe haar vieze, witte poedeltje heette - dat is toch onmenselijk?" Van Apeldoorn kwam hij terecht bij Het Vrije Volk in Amsterdam waar hij steeds de nachtdienst moest verrichten. Daar hij zich zojuist een Franse vriendin had verworven die, bij ontstentenis van de Jonge minnaar, 's avonds alleen de stad in ging, werd hij in zijn werk belemmerd door problemen van jaloerse snit. Met het meisje ging hij daarop naar Parijs waar de romance net bijtijds een natuurlijke dood stierf om Eelke in de gelegenheid te stellen zijn dienst plicht te gaan vervullen. In dit ordeloze leven lag het voor de hand dat een Veluwenaar werd ingedeeld bij de Limburgse Jagers na een half jaar werd De Jong dus op psychiatrische gronden ontslagen. Sprookje De logische volgende stap was de kunstredactie van De Telegraaf, „waar ik een uiterst oppervlakkige kant van de journalistiek beoefende. Ik gooide er met de pet naar, drank en vrouwen, Je weet wel. Toen ben ik in 1962, om tot mezelf te komen, een jaar als huisknecht in een Oostenrijks hotel gaan werken, en daarna kon ik er weer voldoende tegen om voor de Haagse Post te gaan werken. Ik schreef wel vier reportages per week, maar ik vond het een handicap dat je je fantasie niet voldoende kon gebruiken; ik schreef de dingen altijd zoals ze hadden kunnen gebeuren, dat werd wel eens al te gekleurd". In 1972 verhuisde hij, met de gebleven; ik ging ook bever met vakantie naar de boerderij dan naar Italië of Frankrijk. Ik heb nog eens een brief naar het ministerie van Landbouw geschreven omdat ik vond dat echte, oude keuterboerderijtjes als een soort monumenten en ter verfraaiing van het landschap in stand zouden moeten worden gehouden. Daar heb ik natuurlijk nooit antwoord op gekregen. Nou Ja. toen hoorde ik van die schaapskudde" In de mid- eeuwen was Hoog-Buurlo een kloos ter, de stervormige boomaanplant in dit aan Nederland ontstegen land schap wijst er op. Later werd het een kloosterboerder ij. en de kooi waar Eelke zijn eerste vijfentwintig scha pen (nu vijf lammetjes en nog eens vijftien op komst) huisvest staat er ook al weer zon tweehonderd jaar. Maar waarom nou schapen? Toch wel het domste vee dat er bestaat? Eelke is op ziel en tenen getrapt. „Welnee, zeg. Ik heb het altijd al van die vriendelijke dieren gevon den; ze zijn intelligent, aanhanke lijk en toch zelfstandig. Het zijn dieren zoals Je je ze voorstelt uit het bijbelverhaal, hoe de dieren des velds daar met elkaar in het paradijs geleefd hebben. En tegelij kertijd hebben schapen iets wilds, iets natuurlijks. Trouwens, die Veluwse heideschapen smaken ook wildbraad". Eelke woont sinds de dag voor kerstmis met zijn gezin in die van ons gewenningsgedruis verstoken boerderij. Zijn zeven maanden oude ruwharige Hollandse herder Dinja moet straks de schapen bewaken. Maar als we naar de kooi gaan en een dikvachtig schaap een door nieuwsgierigheid gevoede charge naar Dinja uitvoert, kruipt de hond piepend weg ..Hij moet het nog leren", zegt De Jong vergoelijkend Is het niet een wat krappe kudde, 25 stuks? „Kijk, de stichting heeft hier 300 hectaren en om de grond goed te cultiveren heb je een schaap per hectare nodig. We gaan dus werken naar die driehonderd. Dan hebben we optie op nog eens 200 hectaren, dat worden er dan 500 en tenslotte hebben we een soort tienjarenplan om tot 1000 hectaren te komen. Dat moeten op den duur dus ook 1000 schapen worden". Ik kijk naar het veldje rond de kooi. De vijfentwintig residerende heideschapen maken al een ta^^lijk overstelpende indruk. Duizc-r van die beesten? Je moet wel goec rek zijn. opbrengst van het samen met dichter Hans Sleutelaar geschreven "Sorookjesboek van de Lage Landen" (80.000 exemplaren in een maand), naar Giethoorn, waar het kunstzin nig leven verder werd bepaald door Rijk de Gooyer. Peter van Straten en Herman-Pieter de Boer. Beesten moesten het ook toen al worden, en een mooie basis voor de gemengde veestapel werd Mae West, een nuchter kalf dat hij van Jan Cremer kreeg en persoonlijk met melk grootbracht. Het eigenzinnige dier hechtte zich zo aan Eelke dat het uit weilanden brak en door sloten waadde om haar baas op het achterterras van zijn huis te kunnen begroeten. Mae West was de naam zegt het de onbetwiste ster van De Jongs dierenrijk, maar hij schafte zich daarnaast drie paarden, veertien schapen, vier geiten, veertig kippen, enkele kalkoenen, eenden, drie honden, drie katten en een aantal „Ik heb ook nog drie varkens gehad, maar dat waren homoseksuele beren die niet van meiaar af konden blijven en alom de moestuintjes vernielden, dus die moesten weg. Nou kostte het verzorgen van al die beesten zo veel tijd dat het schrijven steeds moeilijker werd, terwijl ik moest blijven schrijven om het voer voor de dieren te kunnen betalen". Er zijn ongeveer twaalf schaapskud den in Nederland. Hoog-Buurlo had er elf Jaar eentje gehad. Koos Vos deed dat, een herderin die zichzelf moest bedruipen, maar omdat het hoeden van schapen niet lonend is, verkommerde ze. Er is toen, door met alles wat groeit en bloeit begane personen de Stichting Schaapskudde hoog-Buur- lo opgericht, die emplooi hadden voor de gek die tegen geringe betaling bereid zou zyn zeven uur per dag en zeven dagen van de week met de aan te schaffen kudde de hei op te gaan. Eelke de Jong bleek cie gek. Niet de enige, trouwens, want toen de stichting een advertentie plaatste, kwamen er 280 sollicitaties binnen (weggesaneerde boeren, artsen, fa brikanten, zelfs een man in Nieuw-Zeeland die daar iets met schapen deed). Het lijkt zo mooi, nietwaar, een met de natuur en weg van de rat race en opgaan in de stilte en, desnoods, trouw bewaakt door d'herdershond met de witgewol- de kudde over de grote stille heide dwalen. Leuk voor een weekje, die opperste eenzaamheid, maar dag-in- dag-uit-dag-in-dag-uit? "Ik ben van boerenkomaf. van moederskant is iedereen jachtopziener, van vaders kant is het boerenfamilie in Friesland. Ik heb dus van jongsaf die binding gehad en die is altijd .Prins Claus zei eens tegen me: ,,U laat de mensen toch wel hoop?" „Toen zei ik: „Nou, nee, eigenlijk niet". „Want de enige hoop die in de film steekt is dat hij over vijf jaar speelt en dat er een theoretische mogelijkheid bestaat om in die vijf jaar dingen te veranderen, de verpaupering te voor komen. Maar ik denk niet dat er met een krak een mentaliteits verandering zal komen- De mens denkt nu eenmaal liever aan zijn eigen voortuintje dan aan zijn buurman. Dus als we geen andere mondiale structuren maken zit het er gewoon in dat we hier in het westen die verpaupering tegemoet gaan". Door H. J. Oolbekkink Ton van Duinhoven (54) kijkt wat grimmig. Het gaat over „Vandaag of morgen", een door Roeland Kerbosch geregisseerde en door minister Pronk van Ontwikkelingssamen werking gefinancierde film die de bedoeling heeft de problematiek van de Derde Wereld en 't rijke westen dimensie te geven voor een vaak te ongeïnteresseerd publiek. Een onder werp in de dat-ligt-ver-van-me-bcd- - sfeer. Juist daarom. t Het ongelooflijk mobiele gezicht van Van Duinhoven, dat met een enkele spiervertrekking, een luikend oog of een opgetilde mondhoek elke gelij kenis met zijn pasfoto verliest, staat strak nu. Het is een onderwerp dat raakt, al voelt b'4 zich geen aalmoezenier van de Derde Wereld - de zoon van een socialist van het eerste uur schept behagen in een comfortabel leven, maar trekt de - gordijnen niet dicht omdat hij de aanblik van de wereld niet zou kunnen verdragen. „We zitten nu in het westen met een economische teruggang en dan zeggen de mensen al gauw: we hebben het zelf al benauwd genoeg, moeten we dan, blablabla, steeds maar aan die bruinjoekels blijven i geven? Maar het gaat mij er niet om almaar zakken met geld naar die ontwikkelingslanden te sturen. We noeten alleen niet ongeljmi- teerd, ongeacht de behoefte, blijven I n, maar die produktie over de -vereld verdelen." F ^cteur klinkt toch als prediker Ho nu? We willen toch schaterend vai -"lfherkenninff de man van Het Grote Ongenoegen horen? Waar blijft het blikkerige stemmetje van de robot, de besmuikte giechel van de Chinees, het feilloas getroffen accent van de geïmporteerde prins gemaal? Een toneelspeler wordt geacht aan de hand van een reeds bestaande tekst emoties uit te beelden, werktuig van schrijver en regisseur te zijn, eventuele gedach ten te ontlenen aan wat anderen hem voorzeggen. Ton van Duinhoven is een dwarsligger. Hij denkt. „Het gaat er om de samenhang in de wereld te zien en geen neo-kolonialistische grappen uit te halen. Uiteindelijk komt het, wat mij betreft, neer op een afkeer van verschillen maken, van discriminatie een mens is een mens is een mens waar ook ter wereld. Daarom moet er een gelijkheid van kansen komen en of je die dan benut, hoor eens. dat moet je zelf maar uitmaken. Maar ik vind het on-ze-de-lijk dat je, als Je op de verkeerde plek geboren bent. dan maar de rest van je leven op die plek moet blijven zitten. Iedereen moet de kans krijgen om adem te halen." Het ic 1980. Europa is ingestort, er heerst voedseltekort, het opperbevel van het gedesorganiseerde wereld deel huist in Parijs en geeft de provincie Nederland opdracht een miljoen geschoolde arbeiders weg te sturen, naar de Derde Wereld waar voldoende plaats is. Een volksverga dering van negen door de computer aangeduide doorsneeburgers moet het besluit tot deze deportatie bekrachtigen - dat is de essentie van „Vandaag of morgen." Van Duinhoven: „Die negen begin nen met te zeggen: ja, god, daar hebben we geen verstand van, maar er is een huisvrouw bij die zegt: nou ja, als het niet anders kan, ik moet tenslotte ook aan de toekomst van mijn kinderen denken. Dan is er een ouwe socialist die zegt: hee, wacht even, dat krijg ik niet uit m'n bek, dat ja - moet ik even een miljoen van mijn maats wegsturen?" De socialist wordt gespeeld door Van Duinhoven; een allang uit het arbeidsproces gestoten man die nu bewaker van een kinderspeelplaats is. Hij heeft zelf een tien minuten durende monoloog voor de socialist geschreven, een fel credo dat het recht op zelfstandig leven opeist. Van Duinhoven trekt de tekst uit een la, zet een brilletje met halve glazen op en speelt die monoloog schitterend voor in de beslotenheid van'zijn werkkamer. De prediker is weer acteur geworden. Later speelt hij nog een van de Grote Ongenoegens, met alle mimiek en gesticulatie die er bij horen. Het wordt een privevoorstelling zonder enige gene; het verbaast me altijd weer dat acteurs ook buiten de anonimiteit van een verduisterde zaal niet door remmingen gekweld worden - ze schijnen graag bij zich naar binnen te laten kijken. „Jawel, ik praat makkelijk, je hoeft me maar aan te zetten; maar ik ben echt niet zo van komen jullie allemaal maar gezellig bij me binnen lopen. Ina en ik zijn eigenlijk erg huiselijk, op onszelf. Nou ken ik Jou, dus ik praat en doe met Jou anders dan bij andere journalisten, maar het is natuurlijk een sprookje dat je als acteur steeds met de billen bloot gaat. Zou Je overigens niet zo langzamerhand es wat vragen?" „We hadden het over Je film gehad zullen hebben." „Ik heb een paar Jaar geleden in München een televisieserie. Tribunal 1982, gemaakt over de verhouding tussen de ontwikkelingslanden en het rijke westen. Dat ging in de vorm van een rechtszaak waarin ik de hoofdaanklager was namens de Derde Wereld. De IKOR heeft die serie hier uitgezonden en naar aanleiding daarvan kwam Roeland Kerbasch naar me toe omdat hij een film over dat onderwerp wilde maken." „Ik zei: oké; niet omdat ik nou zo'n kampioen van de Derde Wereld of zo'n getuiger ben, maar ik ben van socialistische huize, dus onrecht vaardigheid houdt me altijd bezig, ik ben tenslotte niet alleen maar een toneelspeler die mooie dingetjes speelt. Het zou eerst een gedramati seerde documentaire worden, maar ik heb het van het begin af naar een speelfilm gedreven, het leek me da' ie daar beter mee uit de voeten kon." „Roeland en ik zijn er voor gaan zitten en we hebben die film wel zevenentwintig keer opnieuw opge zet, want dat hele probleem van ontwikkelingshulp werd steeds ach terhaald. Toen zijn we op de futuristische toer terecht gekomen, omdat je met een film nooit de actualiteit van de ontwik kelingspro- blematiek kunt bijhouden. Daarbij ben ik steeds in andere huiden gekropen en heb ik met een hoop geimproviseer teksten op de band gesproken, waarna Kerbosch er mee op zijn boerderij in Limburg is gaan zitten om er een dramatisch verloop in aan te brengen. We zijn trouwens ook onder de opnamen nog steeds bezig geweest met het script en de hele drie weken dat we filmden heb ik zitten schrijven, onder de. ik moet zeggen, kritische en uiterst intelligente leiding van Roeland." Het was, op het stuk van film, een nieuwe belevenis voor Van Duinho ven om zo nauw - ook wat de tekst betreft - met de regisseur samen te werken. Uiteraard had hij al ruime ervaring opgedaan toen hij, samen met Dimitri Frenkel Frank, de basis legde voor Hadimassa en Het Grote Ongenoegen waarbij de coöperatie zo ver strekte dat het onontwarbaar werd van wie de tekst was. Is dat niet een vermenging van functies die tot frustraties kan leiden? ..Ach, Je moet als acteur toch altijd het geheel van een stuk zien. dan Je rol spelen en bovendien op de eerste rij stalles gaan zitten om te kijken wat het publiek er van zou willen vinden, dus dat schrijven kon er nog wel bij. Ik zou overigens beter willen kunnen schrijven, maar Je kunt natuurlijk niet ongestraft vijfentwintig jaar Je acteursmoge lijkheden ontwikkelen zonder andere dingen af te sluiten. Je richt Je als acteur helemaal op het interprete ren van wat er geschreven staat. Daar ben Je Je leven lang mee bezig en dan wordt een andere ader niet ontwikkeld." „Nou geloof ik in een organische gang van zaken - als ik een uitmuntend schrijver had kunnen worden, was ik het wel geweest, maar dat zat er niet in, het lukte niet, al vind ik schrijven heerlijk. Maar zelfs dat schrijven van me doe ik met acteursmiddelen, want lk spreek de tekst op de band, laat die dan door Ina uittikken en leer die tekst alsnog uit mijn hoofd om er controle over te kunnen houden." Van Duinhoven heeft mannen, vrouwen en kinderen gespeeld, geen sekse of leeftijd is veilig voor zijn onheus grote talent en van cabaret 1 Wim Kan) tot Shakespeare heeft hij zalen bedwongen met de gaven die niet in dat kleine lijf lijken te passen. Een kwart eeuw aan het toneel - kent hij nog speelplezier? .Jazeker, maar ik heb het theater met de ontzettende claim die het op Je leven legt, met het spelen van series en de ene première na de andere, dan ook al Jaren geleden opgegeven - ik doe nu film, televisie, werk samen met schrijvers en speel af en toe een stuk als ik dat verdomd graag wil. Ik doe niet meer mee aan het systeem van in tien stukken meespelen waarvan er misschien een echt goed is." „In dat opzicht ben ik ook niet zo'n acteur - als het een stuk is dat me niet ligt, waar ik verder als mens niets aan heb, speel ik het niet graag. Dan sta ik te denken: waar ben ik nou toch mee bezig? De meeste acteurs gaat het alleen om het succes; uitstekend, hoor, maar als ik een stuk doe moet het vlak onder mijn hart zitten. Zo gaan we in september „Niet bereikbaar" van Simon Gray spelen - dat is een heel subtiel, waardevol stuk over, zeg maar, het menselijk tekort, dat doe ik dan met ongelooflijk veel plezier." En dat plezier valt dan ook te herkennen in de fonkelende, even tjes dichtgeknepen ogen, het felle tikje dat hij op de onberispelijk geklede knie geeft. In snel tempo verglijden de uitdrukkingen op het plooibaar gezioht en dan, opeens alert, zegt hij: „Hee, pas op. Als ik nou zo over die ontwikkelingstoe standen praat klinkt dat misschien erg zweverig en ethisch, alsof lk een soort zendeling ben, maar dan gaat het me om groepen, om volken Ik bedoel, als lk ln m'n eentje zit te eten en ik hoor soms de mensen om me heen praten - nou. dan kan lk ze haten hoor, want dan zijn die individuutjes heel eng. Christus, wat zijn het een rotzakken als Je ze stuk voor stuk neemt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 13