"Tijd voorbij dai we graag groeiden "Nieuwe test van onze loyaliteit" ia*, r v ilJS ¥7 Raadslid Henk Strijker vreest toch: ZATERDAG 7 FEBRUARI 1976 PAGINA 13 Mr. Gallas: „De bouw Kerk en Zanen in Alphen maak ik waarschijnlijk Henk Strijker „Dtt Is een van de meest idylli sche stukjes van Zuid-Holland". Vindt drs. Henk Strijker (38), lid van de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn. Hij bedoelt de pol der Kerk en Zanen, gelegen tus sen Alphen en Boskoop, waar vol gens de plannen een geheel nieu we stadswijk dient te verrijzen. Strijker vindt de burgemeester, mr. R. M. Gallas, typisch een „groeibur- gemeester'. Sinterklaas *HiJ laat", zo meldt Strijker, „werkelijk geen gelegenheid voorbij gaan, geen Sinterklaas intocht en geen bezoek van de commissaris der koningin, zoals vordge weck nog is gebeurd, om te praten over Alphens groei". „Geweest", is de reactie van de burgemeester zelf, „groeiburgemees- ter geweest, ja. Maar ik zou u ontzettend graag willen meegeven, dat de tijd dat we graag wilden groeien voorbij is". In de Verstedelijkingsnota van minister Gruijters wordt als een van de hoofddoelstellingen van het ruimtelijk beleid het open houden van de centrale groene ruimte, het Groene Hart tussen Rotterdam. Den Haag, Leiden. Amstex-dam en Utrecht, gehandhaafd. En wordt Alphen aan den Rijn niet genoemd als groeikern. Dat komt dus mooi uit. Kan de polder Kerk en Zanen met aan zijn groene boorden het dorpje Rietveld, waar een groot deel van de, zeg 100 inwoners slechts per boot kan worden benaderd, gespaard blijven vcor de met woonblokkendozen spelende mens. Aangezien er echter nog wel het een en ander aan woningen gebouwd dient te worden, ook in Zuid-Hol land, is het zaak ergens ander^, geschiktere bouwlokaties te vinden, een bezigheid die vooral door de Provinciale Planologische Dienst i PPD) vol overgave wordt verricht. Schrijftafel „Eoht", zegt burgemeester Gallas nadrukkelijk, „het klinkt misschien een beetje vreemd, maar ik hoop dat er zo'n lokatie gevonden wordt. Men zegt: bouw maar in Pijnacker, of in Sassenheim, maar wat komt daarvoor kijken? Kunnen die plaatsen dat dan zomaar aan? Wij zijn hier nu vijf Jaar bezig geweest. Sinds ik hier kwam, in '68. zijn we gegroeid van 32.000 naar 46.000 inwoners. De laatste jaren hebben we steeds een bouwniveau van rond de duizend woningen per jaar gehad, onze technische diensten zijn daarop ingespeeld. Denkt u dat dat in die kleine plaatsen ook allemaal zo maar kan? Nee. ik vind dat men veel te veel vanachter de schrijftafel praat". Klinkt toch als een advertentie voor Kerk en Zanen. De burgemeester: „Nee. geen advertentie. Maar we zien de provincie en het rijk toch gewoon weer bij ons op de stoep komen. Wij hoeven niet zo nodig, we hebben in de raad ook duidelijk gezegd, Kerk en Zanen komt er niet, mits, en dat met vier hoofdletters, mits het Rijk financieel bijspringt. Want ik kan u zeggen dat een gemeente die het allemaal zelf probeert te doen, financieel zijn nek wel in de strop steekt". Intussen klaagt de D'66-er Strijker namens de raadsfractie van Pro gressief Alphen (D'66, PPR en PSP) en de twee jongste van de vier Hoe zit dat eigenlijk met de verstedelijking, wat zit daar aan woonwensen achter? Ene Leendert Jonker filosofeert in het Januarinummer van Socialisme en Democratie van de Wiardi Beekman Stichting als volgt, vrij vertaald: 0 de mens vlucht uit de stad, want ze is te massief, ce sociale structuren zijn er niet overzichtelijk de vlucht is gericht op het platteland, maar omdat zovelen hetzelfde willen, ontstaan daar voorsteden, stadswijken, met dezelf de bezwaren. en zie: daar is de nostalgie naar een vervlogen vorm van stedelijk wonen, naar de oude centra, niet naar de buitenwijken (Jonker argumenteert dat in de Jordaan eigenlijk hetzelfde wordt gezocht als wat men in Pijnacker of Voorhout zoekt: de kleine overzichtelijke gemeenschap zonder de systemati sche functiescheiding van vooral wonen en werken die de moderne stedebouw kenmerkt) Verpaupering In de Verstedelijkingsnota van minister drs. H. Gruijters. die volgende week aan de Tweede PvdA-mensen dat met de voorberei ding tot een stadswijk in de fraaie polder wordt doorgegaan, alsof er niks gebeurd is. In de laatste raadsvergadering is de meerderheid akkoord gegaan met de aankoop van het zoveelste stukje weiland. Te Kerk en Zanen is reeds 12,5 Kamer wordt gestuurd, draait een belangrijk deel van het aangekon digde beleid rond de belangen van stad en landschap. Voorkom dat de stad wordt leeggezogen (zie binnen kort de Wet op de Stadsvernieu wing) en voorkom daarmee tevens dat het landschap met de stad verpaupert. In de Tweede Nota inzake de Ruimtelijke Ordening figureerden drie hoofddoelstellingen: gebundelde deconcentratie (zeer onhandig woord dat aansluit bij de volgende doestelling), openhouden van de grote open ruimtes en spreiding van de bevolkingsgroei. De Verstedelijkingsnota nu maakt deel uit van de Derde Nota, die nodig is omdat de Tweede Nota zijn mooie woorden niet heeft kunnen waarmakenvooral in het westen creëerden de dorpen waterhoofden miljoen gulden geïnvesteerd in grondaankopen. „Klopt", beaamt burgemeester Gallas, „de gemeente heeft ongeveer vijf achtste van de polder, die tegen de 500 hectare groot is, in handen. Noemt u in Zuid-Holland nog maar 'ns een lokatie waar dat het geval is". van nieuwbouw, de rafelige randen van de traditionele, langzaam groeiende nederzettingen ten platte- lande werden hardhandig geschoren door Chinese muren van hoog- en laagbouw. in elk geval van haastbouw. die op veel plaatsen als een brutale hardheid in de geordende chaos van het oude cultuurlandschap ervaren wordt. Jaaxprochiktie Onder de druk van de (nog steed6) doorgroeiende bevolking, won de minister van Volkshuisvesting het dikwijls van zijn collega van Ruimtelijke Ordening, beiden brood nodige lieden in dit volle land, en beiden toevallig verenigd in een en dezelfde persoon. Waar gebouwd worden kon, daar gebeurde het ook, want de Jaarproduktie diende gehaald. Sinds enige tijd is de minister van „Als het Groene Hart je lief is, moet je niet doen wat Alphen doet" - Henk Strijker blijft er bij dat het de verkeerde kant op gaat, onontkoombaar dezelfde richting die de burgemeester evenmin van ganser harte zegt te gaan. Ruimtelijke Ordening weer wat aan de winnende hand. De nieuwe Derde Nota voegt nieuwe doelstellingen toe aan de oude: de zorg voor het milieu, beheersing van de groei, vermindering van ongelijkheid en achterstand. Ondanks het verzet ertegen, handhaaft de regering haar plan tot spreiding van de bevolking ten gunste van sociaal-economische zwaktegebieden als bijvoorbeeld het noorden des lands, zij het dat het nu om geringer aantallen gaat. In al die pogingen van de nieuwe tijd past precies het streven tot het in ere herstellen van de beste der stadsfuncties, tot de bescherming van meer open ruimtes (het rivierengebied is nieuw op de lijst), tot een geringer aantal verkeersbe wegingen (wonen waar werk is), tot bijvoorbeeld ook een snellere bevol kingsgroei in het Groningse Eems- „Ik zie", oordeelt mr. Gallas, „Kerk en Zanen wel gebouwd worden, alleen later. Dat maak ik vermoede lijk niet meer mee in de dertien jaar die ik nog voor de boeg heb. Ik was voor Alphen m Leiderdorp echt wel wat gewend, maar zoals ik het hier voor de kiezen heb gehad... Vroeger vroeg iedereen, hoe groot willen we groeien, maar ik zou het bij ongeveer 50.000 inwoners ergens wel mooi vinden. De contacten liggen dan nog makkelijk". Ridderveld Wat Alphen aan den Rijn doet. past in het streekplan Rijn en Gouwe, vastgesteld in 1967. Eerst werd aan de noordkant de wijk Ridderveld I gebouwd, over enkele maanden gaat de eerste paal de grond van Ridderveld n in. als een hoed bovenop Ridderveld I, goed voor 12.000 tot 15.000 nieuwe Alphenaren. Aan de wieg van Alphens opmerke lijke groei stond ir. N. Buijsert, destijds directeur Openbare Werken, nu al weer geruime tijd lid van het college van Gedeputeerde Stoten van Zuid-Holland, en belast met de ruimtelijke ordening. Alphen werd in het streekplan groeikern. De uitnodiging werd speciaal aan het adres van Leidenaars en Hagenaars gericht, maar in de praktijk bleek ook Amsterdam een forse leverancier van nieuwe inwoners. In Ridderveld I is zelfs een kwart van hen afkomst ;g uit de hoofdstad. Raadslid Strijker was o.a. drie jaar planoloog bij de Nederlandse Spoorwegen, werkt nu als automati seringsdeskundige bij IBM in Zoetermeer) kwam zelf eveneens uit Amsterdam. De burgemeester heeft eens gezegd: „Elke forens wil de laatste forens zijn". Henk Strijker: „dat is misschien wel zo, maar je mag het de mensen niet kwalijk nemen dat ze gebruik maken van de mogelijkheden die geboden worden Spoorlijn In 1973 wordt in de raad een gemeentelijk structuurplan aan vaard, waarin ten zuiden van de spoorlijn Gouda-Woerden-Leiden de nieuwe stadswijk Kerk en Zanen wordt ingetekend, zodat in Alphen aan den Rijn de 70.000 inwoners die het streekplan Rijn en Gouwe voor ogen staat, metterdaad een dak boven het hoofd kunnen hebben, of misschien wel 70.000 a 90.000 mensen, die de gemeente zelf zich ten doel stelt. Dat prof. ir. N. A. de Boer als direoteur van de PPD zitting heeft in de stuurgroep voor het streek plan, onderstreept dat Alphen van de provincie zijn gang kan gaan. Maar Alphen moet het overigens wel allemaal zelf financieren. Vangt alleen krachtens de verfijningsrege- ling voor slechte bodemgesteldheid. „Ik heb voorspeld", zegt Strijker, „dat Alphen aan den Rijn in 1978 een artikel 12-gemeente is. Een ellende. De gemeente komt dan wegens structureel begrotingstekort onder curatele van het rijk. Ik heb tijdens de begroting alle financiële verplichtingen waar de gemeente voor jaren aan vastzit, voorgerekend en opgeteld. En dan hou Je 6 hooguit 8 procent over, waar het mes in moet. Dat zijn uitgerekend de zachte voorzieningen, de subsidies voor het verenigingsleven. de welzijnsvoorzieningen, die hier toch al bij de snelle groei ten achter zijn gebleven". Import De huidige en nog te verwachten exploitatietekorten bedragen vele mondgebied, die uiteraard tevens een dreigende bedreiging vormt voor het Waddengebied en dus de zorg voor het milieu. Groene Hart Er wordt in de Verstedelijkingsnota ook wel wat prijsgegeven. Het gebied rond de Hofpleinspoorlijn bij Pijnacker en Nootdorp bijvoorbeeld hoeft volgens de regering niet meer tot het Groene Hart van Holland gerekend te worden, een ontwikke ling, die aansluit bij de voortge schreden glastuinbouw rond Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek en Bleiswijk, maar vooral odk bij het verlangen naar nieuwe bouwplaatsen voor de Haagse overloop. Pijnacker-Nootdorp wordt dus een nieuwe groeikern. Nootdorp wil dat tientallen miljoenen guldens. Door plaatselijke verdichting van de woonbebouwing en het schrappen van openbaar groen werd wel eens wat terugverdiend. Op de grondba lans maakte de winst op de verkoop van industrieterrein het verlies op de grond voor woningbouw weer bijna goed. (Mede door het aantrekken van enkele Amsterdamse bedrijven, liep de inwoners-import uit de hoofdstad zo hoog op). Mag Alphen ooit nog geldelijke steun voor de verwerkelijking van zijn grootscheepse plannen verwach ten? Het lijkt er voorlopig niet op. Niet alleen dat de Verstedelijkings nota de plaats niet als groeikern noemt, maar ook de provincie wandelt niet meer van harte met Alphen mee, om een geliefde beeldspraak van burgemeester Gal las te gebruiken. Als Alphen eenmaal .harmonisch" zou zijn ontwikkeld (met harmo nisch wordt bedoeld: ter weerszijden van de spoorlijn, de filosofie van het openbaar vervoer heeft in de plannen een belangrijke rol ge speeld) zou de stad gevat zijn in vier nieuwe autowegen: drie provin ciale, in het westen, noorden en oosten, en Rijksweg II in het zuiden, vlak langs het voornoemde vaardorp Rietveld. Maar provincie en rijk hebben de wegenbouw in de lift gezet en op de knop „naar beneden" gedrukt. „Ze komen er wel", houdt burgemees ter Gallas vol, „maar later. Alphen ligt toch enorm geweldig. Je bent in een wip in Rotterdam, Amsterdam, Leiden, Den Haag, noem maar op". .Alphen komt er steeds verder vandaan te liggen", waarschuwt zijn tegenstrever Strijker, „want als de wegen geen gelijke tred houden met de woningbouw, en hoe moet dat als Je t Groene Hart open wilt houden?, dan roep Je wel onverteerbare files op". Spijtig Juist om de open ruimte open te houden is Alphen wel aangewezen als overloopkern voor de eigen woningbehoefte van de kleine dorpen die klein moeten blijven en die niet alleen voor de stadse bewoners stadse nieuwbouw plegen. Wellicht komt men dan uit bij de slechts 60.000 inwoners die reeds in 1965 voor Alphen voor het Jaar 2000 is ingevuld in de Tweede Nota inzake de Ruimtelijke Ordening. Burgemeester Gallas noemt dat spijtig een plotseling afkappen van een harmonische ontwikkeling. Wanneer de burgemeester van Alphen aan den Rijn zich per rijwiel of te voet landelijk beweegt over het Rietveldse Pad en de Compierekade, en intussen over weegt dat de polder bij Aarlander- veen met zijn beroemde molenvier gang nog mooier is, kan hij zich de landschappelijke bezwaren tegen bebouwing van de polder Kerk en Zanen zeer wel voorstellen. „Maar", zegt hij verwijtend, „die bezwaren zijn niet op deze tijd toegesneden. Onze stedebouwkundi gen zijn tegenwoordig zeer wel in staat, belangrijke landschappelijke elementen in hun plannen op te nemen. Zie bijvoorbeeld naar Emmen, met aan de randen een lage bebouwingsdichtheid temidden van het groen, maar dan moet het je financieel wel mogelijk gemaakt worden, die lage dichtheid. Dat moet de voorwaarde van de gemeente zijn". Henk Strijker heeft het wel weer zien aankomen„De burgemeester test opnieuw onze loyaliteit uit: als we nou maar alle krachten bundelen om het rijk te overtuigen, dan lukt het wel". Alphens burgemeester mr. Gallas zelf„Werken in de richting van harmonisatie is wel een sterk punt van mij". eigenlijk liever niet. Tegenover deze frustratie in de Zuidhollandse planologie staat die van Alphen aan den Rijn dat wel groeikern wil zijn of toch ook maar liever niet, zie elders op deze pagina) en het volgens de Verstedelijkingsnota niet wordt. Burgemeester mr. F. Winkel van Nootdorp klaagt over het .kame leontische" karakter van het beleid: eerst moest hier in het recreatieplan 's-Gravenwoude het scharnier zitten tussen de Delftse Hout en Roèleveen en nu moet de PPD er op instigatie van minister Grutters een bouwlo- katie ontwerpen. De burgemeester („ik denk niet primair aan mijn portemonnaie, maar aan het leefpatroon van de bevolking") wil zijn dorpse gemeen schap van ruim 6000 inwoners graag handhaven. De afstand tussen Ir. N. Buysert Vroeger directeur openbare wer ken in Alphenthans 'gedeputeer de in Zuid-Holland, belast met ruimtelijke ordening. bevolking en bestuur is er klein en dat moet zo blijven. Smitshoek Nieuw op de lijst is ook Barendrecht/Smltohoek, bedoeld voor de overloop in het Rotterdamse waar nog steeds dringend behoefte is aan nieuwe bouwlokaties, en des te dringender nadat „een nader te bepalen lokatie in de Hoeksewaard iTweede Nota) al lang als een soort hersenschim werd afgevoerd". Maar Smitshoek is in het vorig Jaar goedgekeurde Streekplan Rijnmond toevallig wel een open te houden agrarisch gebied, tussen de woon blokken van Rotterdam- Zuid en Barendrecht enerzijds en het recreatiegebied van de Oude Maas anderzijds. Rijnmond-gecommitteerde C. M. L. Roozemond ziet voor de bochtige polderdijkjes van Smitshoek echter nog geen problemen„Het gaat daar pas spelen na 1980, en daar zou de eerste herziening van het streekplan eventueel mooi bij aansluiten. Wij zullen natuurlijk bij de inspraakpro cedure wel degelijk onze stem laten horen, maar als de Tweede Kamer akkoord gaat, zal het lager bestuur zich daar wel by moeten neerleg gen'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 13