Zonniger toekomst 'WIE GARANDEERT ONS DAT T NIET WEER GEBEURT?' Legermuseum Geen desillusie wel vol problemen WOENSDAG 31 DECEMBER 1975 urawftaa PAGINA 15 Terugblik op een handvol mensen en zaken die in 1975 in het nieuws kwamen Die zonniger kyk van nu is ge baseerd op het onderzoek, dat juist deze maand werd afgesloten, en waaruit bleek, dat het allemaal niet zo ernstig was, als begin 1975 werd verondersteld. En niet te vergeten de redelijke kans, dat al in de eer ste helft van 1976 een begin kan worden gemaakt met de restauratie, „Want", zegt directeur Helder, „in formeel heb ik gehoord, dat de Rijksgebouwendienst daarvoor vol doende geld heeft op de begroting". In Januari van dit jaar publiceer de het Leidsch Dagblad onder de kop „Droeve dagen in het Legermu seum", een artikel waarin de slui ting werd aangekondigd. Er was toen zelfs sprake van acuut instortings gevaar voor het Pesthuys-gedeelte. Door dit artikel attent gemaakt op de situatie, stelde het Leidse WD- tweedekamerlid mr. F. Portheine di rect vragen aan de minister van Defensie en CRM. Drie maanden later kwam het antwoord. Aangekondigd werd door de bewindslieden, dat het rijk het n het Op de foto's: archiefbeelden van het voormalige Pesthuys dat nu bijna helemaal leeg staat in afwachting van de restau ratie. Op de foto links een van de schilderijen van de Neder landse militaire schilder Jan Hoy nek van Papendrecht (1858- 1933) Boven een beeld van de krijgshandelingen in de Eerste Wereldoorlog. Toen de soldaten nog te paard ten strijde trok ken. LEIDEN Directeur W. Helder van het Legermuseum „Gene raal Hoefer" in Leiden kan vanavond met een optimistischer kijk op de toekomst en oliebolletje nemen dan een jaar gele den. Toen stond hij aan de vooravond van de sluiting van zijn museum in verband met de bouwvalligheid van het achterge bouw van het museurfï: het voormalige Pesthuys- Een uniek zeventiende eeuws monument, dat te lang verstoken bleef van restauratie, waardoor de boktorren de kans kregen voort te woekeren in het hout en de vochtschimmels zich op de muren konden uitbreiden als een olievlek. armlastige Leiden pn dat onder toe zicht van de Rijksgebouwendienst plannen zouden worden uitgewerkt voor een restauratie. Duidelijk was dat Leiden een dergelijke miljoenen kostend restauratieplan nooit zou kunnen bekostigen. Met die politieke actie van toen is directeur Helder achteraf erg blij. „Als er toen niets gedaan was, had het nog zeker een paar jaar ge duurd voordat er iets was gebeurd". Overigens is men na de sluiting in het museum niet bij de pakken blij ven neerzitten. Al na een maand konden de bezoekers weer terecht in het Leidse Legermuseum. In het voorgebouw werd op veel kleinere schaal een tentoonstelling ingericht. „De grote stukken kon den we daar niet exposeren, maar met vele kleinere voorwerpen krijgt de toeschouwer toch een volledig beeld van de krijgsgeschiedenis. De voorspelde terugslag in het bezoe kersaantal bleef echter niet uit. Er kwamen er dit jaar een kleine 50.000 en dat was ongeveer 20.000 minder dan vorig Jaar. Daar stond tegen- Door Bram van Leeuwen over, dat in Delft een speciale ten toonstelling werd ingericht waar zo'n 20.000 bezoekers een kijkje kwa- Terwijl in het voorgebouw de be zoekers op provisorische wijze wer den ontvangen, begonnen in het voormalige Pesthuys de voorberei dingen voor de restauratie. Deskun dige onderzoekers groeven verschil lende putten in het gebouw om te zien hoe de fundering er bij stond. In de houten balken en kozijnen werden tal van gaten geboord om te onderzoeken hoever de boktor en de schimmel al gevorderd waren met hun verwoestend werk. De resul taten vielen alleszins mee. Van acuut instortingsgevaar bleek geen sprake. Ook de vrees dat het üesthuys helemaal afgebroken en opnieuw op gebouwd zou moeten worden, werd niet bewaarheid. Wel zal een aantal van de volledig verrotte kozijnen door nieuwe vervangen moeten wor den. Maar het historische karakter van het gebouw kan behouden blij ven. De reusachtige .Vloerbalken" in het plafond kunnen gewoon blij ven zitten, zij het, dat ze via een ingewikkeld kunststof-procédé, ver lengd zullen moeten worden. Het architectenbureau Schnieder, Duyvendak en Bakker heeft inmid dels een rapport met kostenraming aan de Rijksgebouwendienst toege stuurd. En in het museum is men druk bezig om de stukken die in het Pesthuys stonden opgesteld naar el ders over te brengen. Directeur Hel der: „We hebben ons verbonden om er voor te zorgen dat het Pesthuys eind maart helemaal leeg wordt op geleverd". Een aantal waardevolle stukken uit de collectie van het Le germuseum is inmiddels verhuisd naar twee gebouwen op het terrein van de Doelenkazeme. Geschut en andere zware stukken hebben tij delijk onderdak gekregen in het fort Wierickeschans bij Bodegraven. Waar alleen nog geen duidelijk heid over bestaat is, wie op dit ogen blik de huisheer van het museum is. De gemeente Leiden heeft het mu seum voor een symbolisch bedrag <75.000 gulden) verkocht aan het rijk, maar tussen de verschillende ministeries is op dit ogenblik nog een ambtelijke touwtrekkerij aan de gang. De vraag of CRM, danwcl Volkshuisvesting de verantwoording krijgt voor het museum is nog steeds niet verantwoord. Eén ding staat wel vast: het komt in elk geval niet bij het ministerie van Defensie te récht. Volgens museum-directeur Helder zal de restauratie ongeveer twee jaar in beslag nemen. Te rekenen vanaf het tijdstip dat tekeningen en bestek gereed zijn. In die periode zal het voorgedeelte van het mu seum geopend blijven. „Om het ruim tegebrek te compenseren zullen we steeds meer met dia-series en klank beelden gaan werken". Een nieuwtje is, dat in iedere zaal straks, met de periode verwante, muziek te horen zal zijn. Moordzaak Marga Teegelaar Door Paul Wolfswinkel LEIDEN Op zondag 10 augus tus, 's avonds tegen kwart voor tien, kwam er op het Leidse poli tiebureau de melding binnen dat er op de Johan Kosterweg (in de Leidse Hout) een meisje gewond was aangetroffen. Nadat de politie had vastgesteld dat het meisje was neergestoken en in ernstig levensgevaar verkeerde, werd bin nen drie kwartier het stadspark afgezet. Van het slachtoffer kon de identiteit niet direct worden vastgesteld. Ze overleed nog die zelfde avond in het ziekenhuis. De volgende dag bleek dat het de 27-jarige Marga Tegelaar was. Nu. ruim vier maanden later, na 317 tips, een „Journaal" van 80 bladzijden en ruim 6000 man uren is men geen stap verder. „Het is een moeilijke, bijna on oplosbare zaak. We hebben alles gedaan, alles. Alle draden hebben we opgeraapt. Het heeft helaas niet kunnen leiden tot een op lossing van deze zaak". Inspec teur P. van Dijken zegt dat. Ad judant Visser en brigadier Beer- lage, die bij het gesprek aanwezig zijn, knikken bevestigend. „We zijn op een dood punt aangeko men. De laatste tijd komen er slechts zelden tips binnen". Men krijgt de indruk dat ook de politie twijfelt aan een oplossing voor deze, zoals ze zelf zegt, uiterst laffe moord. Een van de dingen, men zich in het bureau in de Zonneveldstraat nieuwsgierig ge prikkeld wordt is het feit dat de tas die het meisje bij zich had en het mes, waarmee de moord werd gepleegd, spoorloos zijn ver dwenen. Dat Marga Tegelaar een tas bij zich had, heeft men kun nen opmaken uit de diverse ge tuigenverklaringen van familie en vrienden. In elk geval is het de politie opgevallen dat het aantal aan giften van „zaken" in de Leidse Hout is toegenomen. „De drem pel is gelukkig verlaagd. Er zijn aangiften binnengekomen van dingen die een Jaar geleden daar waren voorgekomen. En tijdens het onderzoek is gebleken dat er maanden geleden in de Leidse Hout aanrandingen plaatsvonden waarvan de politie zich afvraagt waarom de benadeelde vrouwen hiervan geen melding maakten". Toen het bleek dat de oplos sing van de moord een moeilijke zaak zou worden (geen sporen, heel weinig mensen die getuige hadden kunnen zijn op het tijd stip van de moord in het stads park, donker) werd de televisie ingeschakeld. Via de actualitei tenrubriek van de NCRV kwamen 30 tip» binnen. Vijf ervan gaven een aanknopingspunt. Extra-tele foonlijnen werden aangelegd; men had meer reacties verwacht. Het viel, met andere woorden, wat tegen. Rechercheurs trokken erop uit. Hoofdinspecteur D. J. Verzijden de stad in, het land in. Er wer den reizen gemaakt naar onder meer Groningen. Tilburg, Am sterdam en zelfs had men con tact met de Keulse politie. Er werden auto's gehuurd, omdat de verschillende auto's die de recher che in rustiger tijden tot haar beschikking heeft, gebruikt wor den door de in Leiden en omge ving werkende politiemensen. En dat waren er nogal wat. Men kreeg de steun van het recher che-bijstandsteam in het arron dissement Den Haag en dat be tekende dat er ongeveer 40 man continu bezig waren aan deze zaak. Na twee weken, toen de ergste mist rond de zaak was opgetrokken, toen men een beetje zicht had op het verdere verloop, werd het team weer teruggetrok ken en werden er twee recher cheurs aangewezen die zich vol ledig aan de zaak Tegelaar wijd den. Tot eind november hebben deze twee man zich ermeer bezig gehouden. Niet tussen de andere werkzaamheden door. Nee: de hele tijd. De moordzaak werd op een gegeven moment vergeleken met een kluwen wol. Overal sta ken nog draadjes uit. Al die draadjes werden stuk voor stuk nagetrokken. Het is een brei werk geworden, waarin nauwe lijks een patroon is te herken nen. Inspecteur Van Dijken: „Het onderzoek is niet gestopt, als u dat mocht denken. In het begin heeft dat nadelige gevolgen ge had voor het andere werk. Dat bleef natuurlijk gewoon door gaan. Gelukkig zijn we gespaard gebleven van meer zaken zoals deze. Hoewel we ook een schiet partij hadden op de Beesten markt, een steekpartij op de Langebrug, de plofkraak bif de Hema, de overval bij Slavenburgs* bank. om maar iets te noemen. Behalve de Hema-zaak hebben we alles snel opgelost". De extra mankracht van het bijstandsteam en de Leidse re cherche stonden onder supervisie van hoofdinspecteur Verzijden. De samenwerking tussen de twee groepen was uitstekend. Men ken de elkaar. (De moordzaak in Ter Aar bijvoorbeeld en een maan delijkse regionale recherche-bij eenkomst). De eerste verwarring, als er daadwerkelijk moet wor den opgetreden en samengewerkt, bleef dan ook tot het uiterste beperkt. Napraten over de werkwijze? „Heeft het wel zin? Natuurlijk kan een verhaal in de krant, op dit moment, ons misschien hel pen. Maar we weten zo vreselijk weinig. Wat we wèl weten is dat deze moord een ernstige inbreuk is op onze rechtsorde. Dat er nog steeds iemand rondloopt. En wie garandeert ons dat het niet op nieuw gebeurt? Hier gaat een dreiging van uit. Vandaar waar schijnlijk dat we zo'n grote in spanning aan de dag hebben ge legd. Zo'n zaak laat Je niet los. Wanneer er elders ln het land een soortgelijke moord wordt ge pleegd zijn wij ook erop gespitst". „Maar vergeet niet dat als we onder het niet oplossen van deze zaak lijden, we in commissie lij den. Ook moorden in andere ste den vgl. de Metro-moord in Rot terdam: vrijwel identiek) zijn niet opgelost". In deze zaak zyn de tips van de mensen allemaal, vroeg of laat, nagetrokken. Ruim 900 mensen zijn bezocht; alles is op schrift gesteld en elk formulier is ver werkt in het „Journaal". Ook de resultaten van het buurtonder zoek, die nihil bleken te zijn. Ook de verklaring van een 24-Jarige jongeman dat hy de dader zou zijn. „We hebben aan hem ge dacht; vanaf het eerste ogenblik af. We hebben hem ook een paar keer gehoord. Maar meteen al hebben we sterk aan zyn verkla ringen getwyfeld". De zaak Tegelaar is een op>en zaak. Ondanks het feit dat de sloten in de Leidse Hout zijn uit gebaggerd, de bosjes „in linie" zijn onderzocht, ondanks alles. Het enige wat men weet is dat het meisje niet heeft gegild, het geen erop zou kunnen wijzen dat ze een bekende was tegengeko men. Wat kan het motief geweest zyn? Roof? Een sexueel misdrijf, waarbij de verdachte werd ge stoord? „Je kon alle kanten op of geen kant". „We hebben geen onbevredigd gevoel", zegt Van Dyken. „Alle draden hebben we opgepakt. We zyn zeker niet ontmoedigd. Als er maar iets binnenkomt, dat van waarde kan zyn. gaan we er weer even enthousiast op af". Het telefoonnummer van de Leidse politie is: 071-149961. Door Elisabeth Tolenaar DEN HAAG Na een veelbesproken start, maanden van oever loze discussie en een mislukte Emancipade is het Jaar van de Vrouw volbracht. Er werden geen heilige huisjes afgebroken. Er zijn geen doden gevallen. Pogingen om emancipatie te bedrijven werden door de meeste mannen met een soort ridderlijke toegeeflijkheid getole reerd. Voor andere mannen zijn de vruchten die het Jaar van de Vrouw heeft afgeworpen, wrang van smaak. Dat zijn de zwartkijkers die nog steeds menen dat de vrouw een minderwaardig soort man is met plezierige afwijkingen. Een treurige misvatting, die niet in twaalf maanden tijd kon worden uitgeroeid. Evenmin als de gelaten heid van vrouwelijke zwartkijkers, die zeggen: „Al die flauwekul", waar heb dat nou voor nodig? D'r verandert toch niks". Maar het is wèl nodig en ^r verandert wèl wat, vindt Paula Was sen uit Boskoop, die samen met acht vrouwen en vijf mannen sinds januari een emancipatie-commissie vormt op landelijk niveau. Zij zegt: „De emancipatie-beweging is niet meer te stoppen. Dit jaar heeft veel discussie op gang gebracht. Het Jaar van de Vrouw is een katalisator geweest in het kruipende emancipatie-proces. Iedere organisatie die zichzelf respecteert, heeft dit jaar wel een avondje over emancipatie gehouden. Talloze verenigingen hielden hun jaar vergadering in het kader van de vrouw. En verder, tja, je kunt emancipatie niet van de ene dag op de andere regelen. Want wie moet er zorgen voor de veranderingen? Niet de commissie, niet de regering. De mensen zelf moeten het doen. Emancipatie kan niet van bovenaf worden gedicteerd. Gelukkig zijn er al veel mensen die wat willen doen. Er zijn dit jaar veel goede dingen gedaan door vrijwilligers. Er zijn twee moe dermavo's opgericht, ondanks de storm van protesten die hier tegen opstak. En wat blijkt? Het is een geweldig succes, er is een grote toeloop van moeders die hun schoolkennis willen opfrissen of aanvullen. Er zijn vrouwenhuizen gekomen, waar vrouwen met problemen terecht kunnen. Er zijn café's voor vrouwen, telefoons waarover alle inlichtingen worden gegeven, er zijn forumavonden gehouden, er is eigenlijk ontzettend véél gedaan. Men heeft van hogerhand geprobeerd het bewustwordingsproces van de vrouw te versnellen door organiseren van de Emancipade. Dat werd een grandioze flop". „Ook hierdoor hebben we gemerkt dat er een boel misverstanden zijn rond de emancipatie. Het woord alleen al. Er zijn genoeg mensen die denken dat geëmancipeerde vrouwen uitsluitend spij kerbroeken dragen en opruiende taal spreken. Wij denken bij eman cipatie aan algemene zaken als ontwikkeling, zelfstandigheid, de mogelijkheid om mee te denken, ook op regeringsniveau en in poli tieke organisaties. We hoeven de mannen niet weg te jagen, maar we moeten laten zien dat ook vrouwen nuttig kunnen zijn buitens huis. Mannen moeten dat gaan inzien, maar vrouwen ook, want er zijn er nog genoeg die aan zichzelf twijfelen en geen mond open durven doen. We zouden ervoor moeten zorgen dat er evenveel meisjes als jongens naar het voortgezet onderwijs gaan. Nu is het grootste ge deelte van de werkende jongeren van het vrouwelijk geslacht. En dan zijn er ook veel vrouwen die maar vlug trouwen om van dat baantje af te zijn, een paar jaar gezellige huisvrouwtje en moeder spelen en dan niet meer weten waar ze van narigheid heen moeten. Door instellingen als een moedermavo kunnen deze vrouwen verder gaan met ontwikkelen. Misschien kunnen ze een leuke beroeps opleiding gaan volgen. Als ze maar bezig blijven, niet stil blijven staan in hun beperkte kleine wereldje. En waarom zouden ze niet in een politieke partij stappen? Er wordt voortdurend beslist over zaken die belangrijk zijn, juist voor vrouwen. Over scholen, winkel centra, subsidies, wegenaanleg, huizenbouw. Waarom zouden zij er dan hun mening niet over zeggen?" Er zijn veel praktische problemen bij emancipatie. Daarom moet het systeem veranderen. Er zou meer part-time werk moeten komen, voor mannen èn voor vrouwen. Dat arbeidsgedoe gaat er een beetje af. Er zijn veel jonge mannen die het leuk vinden in huis wat te doen en veel ouderen vinden hele dagen hard werken te zwaar. Ook voor hen zou part-time werk een uitstekende oplossing zijn. Het is overigens tekenend dat de vijf mannen van de emancipatie commissie steeds méér gaan zien wat er nog allemaal fout zit. Eerst vonden zij Nederland een prima land voor vrouwen, lekker vrij en zo. En nu zijn zij net zo bezorgd als wij. De commissie blijft nog vier jaar draaien. Ik hoop dat we in die tijd wat van het slechte beeld van de emancipatie weg kunnen halen". Paula Wassen: „Emancipatie kan niet van bo venaf worden gedicteerd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 15