Beroepssport in regio Leiden? 'Hou het gezond, blijf amateur' Kantebeen: We weten nu wèl hoe het niet moet Piet Kantebeen: "Aan de essen tiële voorwaarden voor betaald voetbal kan in Leiden niet voldaan worden". LEIDEN - „De Nederlandse Be roeps Voetbal Bond is de afgelopen week in het brandpunt van de be langstelling komen te staan en we nemen aan, dat heel wat Leide- naars uiterst nieuwsgierig zullen zijn hoe het staat met de plannen om ook in onze stad tot de oprichting van een beroepsvoetbalclub te ko men. We hebben contact gezocht met enkele leden van het organisatie comité en hoewel zij ons geen con crete gegevens mochten verstrekken hebben wij ons toch wel een indruk kunnen vormen van de stand van zakenEr hebben zich, zo vertelde men, heel wat prominente Leidse spelers gemeld^ maar met geen van hen heeft de in oprichting zijnde be roepsvoetbalclub ,fjeiden" tot op heden een contract afgesloten. Men heeft nog een kleine maand de tijd om de zaken op orde te brengen. Onze zegsmannen vertelden ons, dat het geheel aan de steun van het Leidse publiek zal liggen of een Leids elftal aan de 3 september as. aanvangende competitie van de Nederlandse Beroepsvoetbal Bond zal deelnemen Tot zover enkele citaten uit het LD van maandag 28 juni 1954 waarin de toenmalige chef-sport René Vos gewag maakte van een in oprich ting zijnde Leidse profclub. Het }fJoosten-virushad vanuit Lim burg ook deze stad „besmet". Ter wijl binnenskamers snode plannen werden gesmeed deden „buiten" de meest wilde geruchten de ronde. Be halve de KNVB zelf waren er méér die het avontuur van Limburger Joosten op zijn zachtst gezegd niet erg zagen zitten. Clubbestuurders bijvoorbeeld die helemaal niet zo geporteerd waren van het idee hun beste amateurs te moeten afstaan terwille van de „koperen knopen". En toen de SV Arsenal '54, zoals de Leidse profclub moest gaan heten, werkelijkheid dreigde te worden barstte de bom. Honderden mensen voor het etablissement waar de con tracten getekend zouden worden, dreigende taal, gebarricadeerde deuren, ontsnappingen via de nooduitgangen en meer van dat soort taferelen. Maar het comité ging door en in een geblindeerde bus vertrokken de Van Weerlee's. Planjer, Krijgsman, de broers Heymans en nog enkele toenmalige 'toppers' naar Rotterdam om de eerste oefenwedstrijd te spelen. Verder zijn ze niet gekomen. Arse nal kwam maar ging, door nie mand gezientaf door de zijdeur. Er was geen veld, geen geld, geen steun geen animo. Er was geen profclub. Of toch? Lugdunum wierp zich op als de nieuwe Leidse vertegen woordiger voor het betaald voetbal. Althans, wanneer de leden hun fi nanciële steun aan het voorstel zou den geven. Het werd niets. Uiteindelijk zou het er toch van ko men. Het 'plan-Wonder gem' - stop de beste Leidse amateurs bij el kaar in één team en je hebt een ge meenschappelijke profclub - ketste nog af, waarna de UVS-voorzitter de de knoop dan maar zelf doorhak te. UVSging betaald voetbal spelen. De te volgen procedure was een een voudige, want de KNVB had de poorten voor eerste- en tweede klas- sers wijd opengezet. UVS leek ver zekerd van succes. Het zou van korte duur zijn. Piet Kantebeen, de toenmalige trainer: "Aan de essen tiële voorwaarden om betaald voetbal in Leiden te spelen kon niet worden voldaan. De gemeente wen ste niet te participeren, het bedrijfs leven hield zich afzijdig en wat nog erger was: de publieke belangstel ling liep snel terug. Gevolg: geen aankopen en dus slechts incidentele succesjes en daardoor ontstond er binnen de vereniging tegenzin, tegenwerking en een verpeste sfeer. Ik kreeg ruzie met de commissie be taald voetbal, er werden conclusies getrokken en ik vertrok. Kwam la ter weer terug, maar kon niet ver hinderen, dat UVS, in het seizoen '62, op de laatste plaats eindigde. De KNVB besloot juist in die tijd met de sanering een aanvang te nemen en UVS viel uit de boot". En hij concludeert: "Leiden leerde in ieder geval hoe het niet moest, ofwel voor echt betaald voetbal spelen komt meor kijken dan men over het algemeen wel denkt. Als er niet aan uitstekende voorwaarden voldaan kan worden hoefje aan profvoetbal niet te beginnen. Kan je er enkel van dromen". LEIDEN - 1962. Grote opluch ting bij UVS. Aan het tot een kwelling geworden verblijf in het profvoetbal was na zeven jaar een einde gekomen. Verdeeld door tegenstellingen moest de Leidse club terug naar de amateurs. Als enige slachtof fer van de destijds 'doorgevoer de' sanering, die overigens op hield bij de verwijdering van UVS. Hoewel er nog een groep Leidenaars was die wilde door gaan, voelde het merendeel zich toch bevrijd van de zware last. Het was het einde van de enige periode waarin Leiden betaald voetbal kende. Kort daarvoor en lang daarna waren de plan nen in deze regio altijd beter dan de daden. Hoewel er toch zo'n 400.000 mensen zijn sa mengebald heeft betaalde top sport in het algemeen in dit ge bied nooit lang gedijd in de laat ste kwart-eeuw dat daarvan sprake kon zijn. Waarom niet? Joost(en) mag het weten. Wellicht komt het door de geo grafische ligging, met steden als Amsterdam en Rotterdam bin nen de onmiddellijke bereik baarheid. Misschien is het toch een kwestie van mentaliteit; komt het doordat er van Lei den in de streek geen sportieve aantrekkingskracht uitgaat. Be langrijke factor kan ook zijn dat gemeente noch bedrijfsleven in profsport wenst te participië- Hoe dan ook 'Leiden' was, is en zal voorlopig een bolwerk bij uitstek blijven voor amateur spelers. Profsport-plannen- makers stui(t)ten voortdurend op dat monopoly-spel waarin ze dan wel een paar plaatsjes winst mogen boeken, maar waarin al tijd de kaart te wachten ligt met het opschrift "Ga onmiddellijk terug naar af'. Waaraan dat nou ECHT ligt? Mensen die op die tekst zijn gestuit pogen 'n paar van die oorzaken op deze pag. te vinden. Aan de hand van ont wikkelingen vanaf het begin van de jaren vijftig. Gericht op betaald voetbal, omdat dat nog het meest tot de verbeelding zou kunnen spreken en frag mentarisch omdat niet alles wat er ooit aan ideeën is gespuid nog te achterhalen is. Wat er op het gebied van de mentaliteit veranderd is, kan wèl worden aangetoond. Deze pagina werd samengesteld door Paul de Tombe Jan Preenen Ad van Kaam Brief uit december 1970 van lagere scholieren aan de toenmalige burgemeester van Leiden. - Geachte burgemeester, Gaarne willen wij u vragen of er betaald voetbal kan komen in Leiden. Daarbij willen wij u hulp verlenen door geld op te halen. Dat kunnen wij gebruiken voor het verbouwen van 't UVS-terrein. Wti hebben hulp van onze onderwijzer"' Advies van de toenmalige burgemeester Van der Willigen aan de jongens van de lagere school. Voorlaatste alinea van een brief van 7 december 1970. "Er zijn een paar flinke heren, mijnheer Nijssen en mijnheer Menken, net als jullie bezig betaald voetbal in Leiden in te voeren Als jullie hen zouden willen helpen, zouden ze daar vast heel blij mee zijn". Theo Nijssen (IJ en Ton Menken: "Blij dat het toen niet is doorgegaan" Leen Korbee: Bij Noordwijk blijft de beurs gesloten. De flinke heren hebben de grootste moeite-het zich weer allemaal voor de geest te halen, maar langzaam keert het beeld van de oude plan nen toch terug bij Theo Nijssen (55) en Ton Menken (35). Die twee "Leidse" zakenmensen injecteer den vijf jaar geleden de regionale sportwereld met veel stof tot pra ten door hun plannen de stad van een professionele FC te voorzien. EDO zou daartoe aanvankelijk worden opgekocht. Later was het de bedoeling dat Holland Sport zou overkomen. Hoe dan ook, Leiden moest weer profvoetbal krijgen, na zeven vette amateurjaren waarin maar weinigen daar aan gedacht hadden. Liefst met participatie van de ama teurclubs. "We zijn geen idealisten, maar realisten", riep Nijssen des tijds vol overtuiging. "Leiden is een dode stad geworden; slaapt in. Wat vermaak betreft is het een kaalge plukte kip. Betaald voetbal zou Leiden weer wakker schudden". Wat er ook mis ging; dat laatste luk te. Ook Nijssen en Menken moes ten snel de terugreis aanvaarden uit het mooie dromenland, waarin al reële gesprekken hadden plaatsge vonden met de KNVB. Er was geen geschikte accommodatie en de amateurclubbestuurders ontpop ten zich weer als wakkere tegen standers. "Achteraf blijkt het allemaal te wild en te idealistisch te zijn geweest", kijkt het duo Nijssen-Menken nu achterom. "Maar we hadden ook niks mee. Er was niet eens een geschikt veld. Hadden we toen een goede acco- modatie gehad, dan waren we rondgekomen met Holland Sport. De financiën waren het probleem LEIDEN - Sportmensen wordt tegenwoordig nogal eens ver weten dat zij teveel in de watten worden gelegd. Vroeger, toen werd sport bedreven, zo willen de veteranen van nu altijd doen geloven. "In mijn jeugd", zo heet het dan, "waste je je nog in de sloot en verkleedde je je in de open lucht". Heel mooi denk je op zulke momenten, maar al dat Batavier-achtige gedoe speelde zich wel voor de oorlog af. Dat neemt natuurlijk niet weg dat er sinds die wereldbrand veel is veranderd op sportge bied. Zowel in organisatorisch als sportief opzicht. Het ver schil tussen vrijetijds- en be roepssport is b.v. steeds kleiner geworden. Betaald wordt in beide categorieën, alle hypocri sie op olympisch niveau ten spijt. De veranderingen op het gebied van behuizing en gedrag komen aardig overeen met de verschuivingen elders in de maatschappij. De agressie op straat is als van zelfsprekend ook voor een be langrijk deel het gezicht gaan bepalen van de sport. Zelfs in de allerlaagste klassen is het min of meer normaal (zeker in, voet bal) als een tegenstander eraan wordt herinnerd dat er nog en kele ziekenhuisbedden onbe mand zijn Piet Biegstraaten, die de sport ais het ware is gaan beschou wen als sen "tweede huwelijk" (hij was voorzitter van DOCOS en van de NKS afdeling Leiden voetbal e« is thans waarne mend voorzitter van de lande lijke NKS en voorzitter van de Lwdse Sportstichting) zegt daarover "Vroeger gebeurde ook wel eens wat, waren er ook wei vechtpartijen, maar niet zoals nu. Ik begrijp J""*t niet. In-, je "normale" werk schakel je toch ook niet koste wat kost ie mand uit, trap je hem toch ook niet overhoop. Op het veld moet dat zonodig allen, ^al wèl". Sportmensen zijn ook veelei sender geworden. Thuis zyn de kleurentelevisie, de vaatwas- machine en de auto onontbeer lijke bezittingen geworden, "dus" moeten ook de clubge bouwen van alle gemakken zijn voorzien. Biegstraaten, terug kijkend op de periode, waarin hij voorzitter was van DOCOS (in de jaren vijftig en begin zes tigerjaren): "We waren al blij als we door een luik chocola kon den verkopen. Er werd getraind onder een soort marktlampen, de kleedgelegenheid bestond uit een houten hok met kranen. Toen later het clubgebouwtje van- DOCOS in gebruik werd genomen was dat iets gewel digs. Nu zijn er al clubs, die vra gen pm kleed kèmerverwar- ming. Er moeten nu trainingsvelden zijn met zoveel licht dat er wed strijden op kunnen worden ge speeld. Lèt wel, als iemand sport beoefent dan moet hij dat kunnen in een goed geoutil leerde omgeving. Als het nieuwtje er af jis wordt het sleur. Van de andere kant vraag ik me af of de bijdrage van de leden in de juiste verhouding staat tot hetgeen door de clubs wordt geboden". Een belangrijke bron van in komsten, zo niet de voornaam ste, i6 de verkoop van drank en aanverwante artikelen gewor den. In sommige gevallen ver tonen de menukaarten veei overeenkomst met de culinaire verlanglijsten in een hotel, tot ergernis van dé Horeca. Biegstraaten: "Vroeger bete kende de verkoop van drank een extraatje voor de club, nu is die omzet uiterst belangrijk voor het laten draaien van die clubs. Nu kan ik me niet voor stellen dat een café om die re den moet sluiten. De Horeca heeft 't altijd over on eerlijke concurrentie. Als men nou zo nodig wil protesteren moet men naar de brouwerijen gaan en die aansprakelijk stel len. Die hebben de clubhuizen vol gepompt. Het wordt anders als je van de kantines een openbare gelegenheid maakt en via ad vertenties zoveel mogelijk mensen probeert aan te trekken voor klaverjassen, bingo, brui loften en partijen. De clubs moeten zich wel hou den aan de spelregels. Ze moe ten hun kantines niet bij nacht en ontij openhouden en maar blijven schenken. Ik heb voor de grap wel eens gezegd, jullie hebben de jeugd uit de café's gehaald, maar jullie hebben de café's meegeno- In vele opzichten (betaling, ver zorging, huisvesting) lijkt amateur- op beroepssport. Toch is Leiden op dit moment verstoken van "echte" topsport. Biegstraaten: "Moet je zo ge lukkig zijn met topsport, met de financiële 6teun, waardoor je afhankelijk wordt van het be drijfsleven? Als de sponsor zich terugtrekt blijft er vaak weinig over van de club. Trouwens, waar moet in Leiden de steun vandaan komen? Vele bedrij ven zijn weggetrokken en de mensen zelf zijn niet bereid als vervangers op te treden". i Leiden de steun vandaan niet. Als we 175.000 gulden hadden neergelegd, hadden we die club ge had (en een pak slaag van de Haagse supporters). Maar we kre gen geen veld. Niet dat van UVS, niet in de Leidse Hout. Ja, we kon den een terrein in aanleg krijgen. Achter de Vliet. Daaraan moet nu nog worden begonnen". Aanhef van de brief van burge meester Van der Willigen aan de jongens van de lagere school. "Beste jongens, Jullie willen geld ophalen om betaald voetbal in Leiden te krij gen. Er is inderdaad geld nodig. Maar weten jullie wel hoeveel geld? 250.000. Om zoveel bij elkaar te krijgen zouden alle Leidenaars (ook alle oude mannetjes.en vxouw- tjes en alle babies en jullie zelf ook) 12.50 moeten betalen. En dan 't veld. Het UVS-veld verbouwen, dat kan wel, maar dat kost wel 250.000.-. UVS moet dan een ander veld hebben anders kunnen die niet meer voetballen Begrij pen jullie nu hoe moeilijk het is om in Leiden betaald voetbal te krijgen?" Nijssen, Menken en de later bij hen aangesloten Vonk en Weduwer, begrepen het snel. Al na vijf maan den. Nu zeggen ze: "Leiden was en is niet rijp voor profvoetbal. Voor geen enkele (betaalde) topsport. Waarom gaat het mis met Scylla, met BS leiden? En i redt een club van 101 het hier niet? Gebrek aan geld aan de ene, gebrek aan mensen aan de an dere kant. Het is verschrikkelijk moeilijk Leidse mensen voor dat soort dingen los te kweken. Ze wil len hun functie en club niet in ge vaar zien komen". Voetbal bleek geen haalbare kaart, andere topsport komt in Leiden maar erg moeilijk. Leiden is een stad voor recreatieve sport, maak dat dan mogelijk" (na een "haal baarheidsstudie wil Ton Menken nu een schaatshal in de stad neer zetten). "Toch zou topsport wel goed zijn voor Leiden. Het zou een brok on rust wegnemen, de horeca injecte ren. Het bedrijfsleven ziet dat niet of onderschat dat. Maar goed ook misschien, want achteraf zijn we blij dat het niet is doorgegaan met dat voetbal. Toen sprak je nog van het kopen van een club voor 175.000 gulden, nu brengt één matige spe ler dat bedrag op. Zo'n handel had den wij niet op ons geweten willen hebben. Al hebben ze alle moge lijkheden, nu zouden we iedere amateurclub afraden ooit prof voetbal te gaan spelen. Hou het ge wond. Blijf amateur". Vies Noordwijk, de enige club uit de re gio die mogelijk kan naderen tot aan de algemene amateurtitel (dit seizoen rechtgevend op een aan vraag voor een plek in het betaalde voetbal) zal de laatste Nijssen/Menken-stelling van harte hanteren. Nu en in de nabije toe komst. "Betalen is een vies woord in de club", zegt voorzitter Leen Korbee. "We zullen het ook niet eens over wegen als de mogelijkheid op prof voetbal zich voordoet. Er is totaal geen interesse voor. Misschien dat 2,3 spelers uit de selectie graag prof zouden willen worden, maar bij de leden komt het eenvoudig niet op. Ten eerste uit principiële bezwaren tegen de zondagsport. Dat is wel verwaterd, maar alleen al in het be stuur zijn er nog vijf van de negen met zulke bezwaren. Ook als de professionele verschui ving naar de zaterdag zich voort blijft zetten, geloof ik dat we tegen blijven. Qua organisatie en begeleiding wil len we tot de top gaan, maar bij be taling houdt echt alles op. Trou wens, in Leiden is met UVS des tijds wel bewezen dat er niet vol doende body is voor een profclub. Bij Noordwijk mis je dat helemaal. Aan één kant heb je de zee, alleen aan de andere kant is een achter land. En voor één grote club in de regio Leiden zijn we te amateuris tisch, teveel clubgebonden. Ik geloof nooit datje de clubs zover kunt krijgen ergens anders te gaan voetballen. Zeker niet in Leiden, dat altijd al moeilijk heeft gelegen in de streek. Ook op sportgebied wordt van daaruit maar weinig op Leiden aangetrokken. Terugge voerd op een profvoetbalclub hoef je helemaal niet aan samenwerking te denken. Daarbij, waarom zou je? Bestuur ders, voetballers en supporters hebben het allemaal best naar hun zin. Zijn "mal" van de club. Voor een profteam moet je andere spe lers, een ander bestuur en andere supporters gaan aantrekken. En in verband met de geografische ligging zou je in ieder geval een topclub moeten hebben. Nu het be taald voetbal zo aan het saneren is, krijg je die nooit meer van de grond". Slot van de brief van burgemeester Van der Willigen aan de jongens die helpen wilden. "Ik wens jullie veel succes en ik zou graag eens hoFen hoe het afgelopen is." PS uit 1975 aan alle jongens die nog dromen van betaald voetbal m de Leidse regio: "Vergeet het maar".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 28