De Nederlandse politiek in een kwart eeuw: Zuilen werden brokkelig Romme en Drees dirigeerden eens de rooms-rode harmonie Drees in de nadagen van zijn 4de kabinet in 1958. Met Romme per sonifieerde hij de brede basis van rooms-rood uit de jaren vijf tig. Wat vader Willem deed, was welgedaan. Professor Romme verlaat hier het ministerie van Algemene Za ken tijdens één van zijn talrijke bemoeienissen met een kabinets formatie. In die tijd deed de zegswijze opgang van "de zachte g en de harde Romme". Hij was oppermachtig in zijn KVP. Zijn fractiegenoten in de Tweede Kamer mochten wikkenmaar hij beschikte uiteindelijk. De charme van de Nederlandse politiek heeft men altijd vooral in de anekdote en randver schijnselen moeten zoeken. Rijk aan dramati- sche hoogtepunten is het democratische spel aan onze smalle kusten nimmer geweest. Èr werd veel bedisseld achter gesloten deuren. Neder land stond weliswaar op zuiltjes, maar de heren bovenop kenden elkander goed en als we toch eens binnenin de keuken mochten kijken, dan zorgden de gewone stervelingen, het electoraat er terdege voor om met twee woorden te spre ken. Dat heeft heel lang geduurd en het is nog niet helemaal verdwenen. Misschien straks, wanneer we het vierde en laatste kwart van de eeuw tot en met de kruimels verorberd hebben. Door Han Mulder We waren nog maar net over de helft van de eeuw heen, toen dominee P. Zandt weer eens van zich deed spreken. Dat deed deze zoon van de reformatie trouwens reeds geruime tijd, want hij maakte al in 1925 (het eerste kwart van de eeuw zat er juist op) zijn entree in 's lands ver gaderzaal en hij had dat jaar nog voor het amendement van ziin politieke leider, ds. G. H. Kersten gestemd op de begröting van buiten landse zaken. Daarmee viel het eerste kabinet- Colijn. De parlementaire geschiedenis rept nog altijd van de "nacht van Kersten", hetgeen zoiets geweest moet zijn als een zwoele nacht in Krim pen aan de IJssel. Voor de toen 43-jarige Zandt, aankomende steunpilaar van de Staatkundig Gereformeerde Partij, was die nacht van Kersten een mooie start, want het aangenomen amende ment beoogde de middelen voor het Nederlands gezantschap bij het Vatikaan te schrappen. Sinds die tyd is Zandt een anekdotische figuur in de Kamer geweest, altijd goed voor een grap pig bericht binnen kaderlijntjes. Professor dr. Nico Cramer, vroeger parlementair redacteur van "Het Parool", nü hoogleraar in Leiden, be schrijft in zijn interessante boekje "Wandelingen door de handelingen", waaraan ik voor dit stuk het nodige ontleen, Zandt als een man "steeds insober zwart gestoken - een kastanje als heil middel tegen strammakende reumatiek in de broekzakdragend - soms naar adem snakkend". En "telkenmale klonk bijna dezelfde boetepre dikatie". In 1953 trc-kt hij fel ten strijde tegen de nieuw uitgegeven bankbiljetten. Er staan afbeeldingen op van katholieke heiligen. De kamerstenogra fen npteren met trillende hand wat de oude ver kondiger van het Woord aan de Algemene Be schouwingen van dat jaar had toe te voegen: Wat de verroomsing van ons land aangaat, deze gaat nog steeds voort, komt zelfs op onze bankbiljetten tot uiting. Er is toch een bankbiljet uitgegeven, gedateerd 1 juli 1949, dat nog niet zo lang geleden in omloop is gebracht, waarop aan de voorzijde een af beelding voorkomt van de in 397 overleden bisschop Martinus van Tours. Volgens het Rooms kerklijk goedgekeurde missaal, blz. 1132, is deze voor Rome de meest vereerde heilige in het westen van Europa, wiens voorspraak wordt ingeroepen om tegen alle onheil te worden beveiligd. Deze bisschop komt op het bankbiljet voor als een ruiter te paard, die met zijn zwaard zijn kleed door snijdt ten behoeve van een arme, die hem om een aalmoes vroeg. Hij draagt geen hoed, maar zijn hoofd is omgeven door een stralenkrans, zoals deze om het hoofd van door Rome vereerde heiligen of martelaren pleegt voor te komen, waarbij op de achter grond een kathedraal met vier kruisen ge plaatst is.Het is dus een zuiver Roomse voorstelling op een openbaar Nederlands bankbiljet. Wil men de milddadigheid bij ons volk aanprijzen, men had de beeltenis v van Calvijn daarop kunnen aanbrengen, die heel zijn vermogen en inkomsten aan de armen en vervolgde geloofsgenoten heeft gegeven, zodat hij bij zijn sterven nog geen 400 francs naliet. Het is uit princi piële, alsook uit praktische overwegingen dat wij de regering verzoeken, dat zij dit bankbiljet van 25 ten spoedigste zal in trekken, en niet op deze wijze met Roomse propaganda zal worden doorgegaan." De toenmalige premier dr Willem Drees het was zijn 3de kabinet en op brede basis - rea geerde met een mengsel van humor en wrevelig heid op het palaver van ds Zandt dat zich om het hoofd van Maarten teen figuur uit de tijd dat de christelijke kerk nog ongesplitst was) weliswaar een minuscuul heiligenaureooltje zichtbaar was, maar dat er tevens op het bankbiljet een tekst uit Spreuken voorkwam, in de Statenvertaling! het dan weer één-één stond. Mandement Het is allemaal nog maar ruim twintig jaar ge leden en er is eventueel ook nog aan toe te voe gen dat het bij de partij van dominee Zandt om een sectarisch groepje ging met een eigen sub cultuur en woordgebruik dat door zijn ge loofsijver buitenstaanders enigszins verhit voorkomt. Dat kan misschien wel wezen, maar een jaar later - in mei 1954 om precies te zijn - verscheen een brochure, getiteld: "de katholiek in het openbare leven van deze tijd", huiselijker genoemd'en door de geschiedenis geijkt "het mandement van de bisschoppen". Hier waren het geen kleine christelijke clubjes meer met eigenaardige ge woonten, maar het grootste kerkgenootschap in het land, de katholieke geloofsgemeen schap van Nederland, dan nog rijk en.roonis bijeen op de pilaar die hecht in een gezamenlijk verleden van discriminatie en emancipatie verankerd scheen. Maar het grond water trekt al op in die jaren en achteraf zal het amendement de laatste poging blijken om de ge doopte, aangenomen en gevormde schaapjes bfj elkaar te houden. Professor Cramer zegt erover: "het richtte zich tegen 'de doorbraak', de naoorlogse poging van katholieken (en protestanten) om samen met anderen- ook niet-gelovigen in één politieke par tij (de PvdA) samen te werken". Het lidmaatschap van het NVV werd verboden voor de katholiek, evenals het geregeld luisteren naar de VARA. Het lidmaatschap van de PvdA werd ontraden. Een gevoelige klap voor de ka-1 tholieke werkgemeenschap in de PvdA; dat wa ren katholieken die tot de Nederlandse Volks beweging van pas na de oorlog hadden behoord, de doorbraakmensen van het eerste uur en die tot de PvdA waren toegetreden, toen - in 1946 - het Nederlands episcopaat een stokje had gesto ken voor al die vernieuwende doorbraakgedach ten. De leden van de katholieke werkgemeen schap streden een lange geestelijke strijd, of ze na het herderlijk woord van de bisschoppen in het mandement wel in de PvdA konden blijven. Tenslotte bleven ze. Een brok viel uit de zuil. De afbraak was begonnen. Het was hetzelfde jaar dat de voorkeursspelling van het Nederlands werd ingevoerd. Sommige mensen hebben na 21 jaar daar nog meer moeilijkheden mee dan met de Nederlandse politiek. Er bestaat een groot gevaar dat men de ontwik keling van de Nederlandse politiek uitsluitend in een soort vooruitgangsperspectief ziet. Het ver trouwen in de traditionele partijen is de afgelo pen 25 jaar alleen maar teruggelopen. Van den Berg en Molleman geven in hun boeiende ana lyse "Crisis in de Nederlandse politiek" aardige cijfers. Sedert '59 liep de aanhang van die par tijen (KVP, PvdA, VVD, ARP, CHU) terug van 91 Va procent tot 73 procent in 1972. Het aantal stemmen op extreme partijen van links en rechts Verwijdering samen klom van 13 procent in 1963 tot 19 procent in 1972. Nog belangwekkender is dat maar 16 procent van de kiezers in 1972 vond dat elke Ne derlander evenveel invloed op het overheidsbe leid had, terwijl niet minder dan 76 procent van mening was dat het eigenlijk wel zo zou moeten zijn. Een treffend voorbeeld van het gebrek aan vertrouwen dat de doorsneekiezer met zich meedraagt, als het om de Nederlandse politiek en haar reilen en zeilen gaat. de KVP zaten, meende ik mij te moeten beper- Oorzaken Politicologen en sociaal-psychologen breken zich al jaren het hoofd, waar nu precies de oorza ken liggen van de afkalving van de oude structu ren, die in de jaren vijftig nog zo onbekommerd schenen en het daarmee onmiddellijk gepaard gaande verlies aan vertrouwen in de politiek en de politici. Eén van de belangrijkste oorzaken zal zijn: de ontmaskering van het gezag en de gezagsdra gers. Daarbij speelde de televisie een beslissende rol. De impact van dit medium bleek in het begin van de jaren zestig de beslisstende, of liever nog door de leiders niet meer te reguleren en dus meest ontgoochelende van alle doorbraken. De PvdA van de eerste jaren had zeker de ambi tie om een massapartij te zijn en onderscheidde zich daarbij principieel van de religieuze en bur gerlijke partijen die zich na de lange nacht van de Tweede Wereldoorlog de slaap weer uit de ogen wreven. Toch was de 'oer'-PvdA een strak geleid fenomeen, evenzeer 'zuil' als de andere. De wederopbouw van de naoorlogse jaren, het daarbij noodzakelijk geoordeelde harmonie model en de krachtige persoonlijkheid van doc tor Willem Drees senior leken tezamen een r steeds betere tijden. De activitei- i deze zuil waren geheel opgenomen in het gesloten circuit van partij, krant, omroep, vak verbond en speelden zich in de verte af. Op par tijcongressen was er niet of nauwelijks funda mentele tegenspraak. Wat vader Drees deed was welgedaan. En er was een ingebouwde terug houdendheid ten opzichte van het erf van de an deren. Daarom kwam de klap van de bisschop pen met hun mandement zo extra hard aan en versnelde het waarschijnlijk de ontzuiling. Dr. Drees schreef er geruime tijd later in zijn memoi res "Zestig jaar levenservaring" het volgende over: "het mandement trof mij diep. Ik achtte het noodlottig voor de verhoudingen in ons volk. In onze eigen kring, ook bij de fractie en onder de ministers heeft wel het gevoelen bestaan dat ik bij de algemene politieke beschouwingen in de Tweede Kamer duidelijker stelling had moeten nemen tegen het mandement. Als minister president van een kabinet, waarin ook leden van Maar de verwijdering van de beide grot'e partijen onder de sterke mannen Drees en Romme werd ermee ingeluid en de oude tijden zouden nooit weerom komen. Romme, dat was die andere naam. Henri Faas, de nu al legendarische Wandelgan- ger van de Volkskrant schreef negen jaar gele den nog altijd bewonderend over het politieke idool van zijn jeugd: "Romme was machtig door zijn huiveringwekkend grote bekwaamheid en door zijji positie midden in het politieke krach tenveld. Zonder de KVP kon niet worden gere geerd. De KVP was Romme en dus regeerde Romme. Romme regeerde zonder persoon lijke ambitie. Hij regeerde voor zijn politiek, niet voor zijn plezier. Macht maakt eenzaam. Be kwaamheid maakt niet populair. Romme heeft eens met veel begrip over de joden geschreven. Hij wist waarom ze zo gehaat werden: omdat ze vaak superieur zijn. Mensen hebben zelden liefde voor hun meerderen. Mensen schopten naar Romme, zoals een drenkeling schopt naar zijn redder. Ze keken naar zijn harde kin en zei den: hij is een dictator." Romme zat altijd op de achterste bank van de eerste rij rechts van de kamervoorzitter. Dat hebben zijn opvolgers overgenomen, Schmelzer, Andriessen. Maar zij misten het mandarijnach tige van de gestalte met de blozende wangetjes en het dunne witte sluike haar. Wim Kan kon in 1958 (toen het 4de en laatste kabinet-Drees aftrad wegens een geschil over belastingheffing) zin gen: "héla, gij Romme, slaapt u nu nog, uw tijd is gekomme, haast u dan toch". Maar aan het waak zaam zijn van de oude professor Carl hoefde men niet te twijfelen, wél aan de tijd die 'gekomme' zou zijn, want die was voor deze grote kampioen van de grote rooms- rode coalitie langzamerhand voorbij. De Kabinetten van rechts- confessioneel (VVD, en de drie christelijke partijen) namen een aanvang. Zelfs scoorde de KVP in 1963 nog een heel redelijk verkiezingsresultaat. Het laatste. Televisie De jaren zestig en de televisie. In het begin van dat decennium had de hoofdredacteur van "De Gelderlander" nog als een kwispelende hond aan de voeten van de KVP-coryfeeën gezeten, zomaar in de t.v.-studio, ijverig aangever van vragen, die de coryfeeën zichzelf graag gesteld zagen. Een paar jaar later introduceerde uitgere kend de KRO met zijn rubriek "Brandpunt" een tot nu toe ongekende soort t.v.- journalistiek in Nederland. Informatie met grote onbevangen heid, een dikwijls enigszins botte bijl die intuï tief keer op keer raaksloeg. Met name, waar het de politici betrof die het meest 'belendend' wa ren. Andere actualiteitenrubrieken volgden met meer of minder succes in deze directe benader ing. De dagbladen, het zij eerlijkheidshalve er kend, sloten - schoorvoetend - de rij. r De politieke leiders van nu hebben hun onaantastbaarheid verloren. Premier Den U)jl (hier tij dens zijn jongste be zoek aan Surina- mejblijkt een man met knieën in zijn broek en as op zijn jas. De camera en dus de kijker regi streert onbarmhar tig De onmiddellijke confrontatie met politieke lei ders die voor het boze oog van Bussum aan het stamelen en draaien sloegen was veel van de baasjes te veel. Het démasqué nam een aanvang. De onhandige manier waarop menig politiek lei der of notabel manoeuvreerde, wanneer het er echt op aankwam, bleef niet onopgemerkt. Zo heeft Het Huwelijk minstens één Magistraat ge kost. Van Hall heette hij. Hij was burgemeester van Amsterdam en als hij gewoon diamënten bruidsparen had kunpen blijven bezoeken, was er niks aan de hand geweeest. Dan was er natuurlijk het ambulanter worden van de mens, dankzij meneer Opel en meneer Overdrive en het ruim gemoed van tante Toe- ringcar. Het isolement werd doorbroken. Me- neer pastoor in Frankrijk zag er heel anders uit dan meneer pastoor hier,maar hij was ook tegen de zonde, en in Italië hielden de ouders ook van hun kinderen. De geestelijke leiders boetten aan invloed in en menig orthodox lidmaat van een strenge kerkelijke gemeente merkte dat het op zondag zwemmen aan de Costa Brava net zo lek ker is als doordeweeks. De actiegroep was een nieuw verschijnsel dat boven dien vrij gemakkelijk de media haalde. Gisse bestuur deren trachtten die groepen in te kapselen door ze 'inspraak' te geven (precies zoals veel voorlichtingsdiensten alleen maar in het leven worden geroepen om informatieve bo ten af te houden). Anderzijds kwamen politici soms zo nerveus uit de hoek dat de actiegroep bijna schrok van zijn snelle succes. Wandmeubel De ontluistering van de autoriteit houdt natuur lijk met op bij de politiek. Meneer pastoor blijkt ook een gewone sterveling die naar de meisjes kijkt of gaat trouwen en de arts is ook niet meer de onfeilbare holkijker van vroeger. Maar bij de politici komt het nog nadrukkelijker aan, omdat het aan het staatsgebeuren iets lossïgs geeft. Het doortimmerde kabinet is een wandmeubel ge worden met verschuifbare planken. Leiders met charismatisch (d-i. bij de gratie van iets buiten hen) gegeven gezag zouden met zitvlak en al door die planken knappen, daarom zijn Romme en Drees onbestaanbaar in deze tijd. Gelukkig maar Een prognose voor het laatste kwart van de eeuw is een hachelijke zaak, maar ze loopt door alle bijdragen van dit kerstnummer, dus helemaal eraan ontkomen kunnen we niet. In elk geval loopt de partij gebondenheid van de Nederlandse kiezer steeds terug. Zo heeft maar twee/derde van de PvdA-stemmers en ruim de helft van de VVD-stemmers bij de kamerverkie zingen van 1972 het jaar daarvoor op diezelfde partijen gestemd. Bij de confessionele partijen ligt de merkentrouw wel iets hoger, maar daar is de afbraak in het algemeen het sterkst. KVP, AR en CHU verspeelden in drie kamerverkie zingen bijna de helft van de stemmen. Bij de CHU is nog maar 1% van de kiezers jonger dan 21 jaar; bij de KVP is dat 8 procent, waarbij dan wel de opmerking moet dat de PvdA aan die prillë stemmers ook maar 8 procent van zijn stemmen dankt en anderzijds een pseudo-religieuze be vlogenheid zou kunnen zitten bij de jeugd die bij de PPR voor 37 procent van de stemmen zorgt. De vluchtigheid en grilligheid van het Neder landse politieke patroon zal in elk geval toene men, mede door wat de Leidse politicoloog pro fessor Daalder de 'overaccentuering' van con- flicten, acties en incidenten heeft genoemd, die de realiteit omwille van de nieuwswaarde verte kent. De steeds weer buiten de vertrouwde reeks partijen van weleer ontstane groeperingen heb ben veel weg van het langgerekte incident. Zij hebben hun kruit snel verschoten en aan de af graving van het bestel bij te dragen zonder er echter iets wezenlijks voor in de plaats te stellen (zie D'66, zie DS 70). Of het CDA als de apeklie- ren van het Nederlands confessionalisme gaaf fungeren? Wie durft zoiets te voorspellen op ge vaar af juist in deze kringen als valse profeet te worden ontmaskerd? Eén zaak strekt politiekmaicers en mediamensen bij alle verscherping in het politieke krachten veld en bjj alle openbaarheid (tegenover vroe gere geheimhouding), conflictmodellen (tegen over duldzaamheid), ontmaskering van het es tablishment (tegenover handjeklap) tot diep na denken: de belangstelling voor politiek is de laatste twintig jaar niet noemenswaardig toege nomen. Daalder berekende; "zowel in 1954 als tijdens de laatste drie kamerverkiezingen ver klaarde omstreeks 10 procent zeer geïnteres seerd te zijn in de politiek, en zei niet veel minder dan de helft van de Nederlandse bevolking dat men geen enkele belangstelling voor de politiek had."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 22