'Wie denkt dat dit 'n spelletje is vergist zich' Hoeveel"teer"eii nicotine zit er in üwmerk? Kelly. De zachtste van allemaal. Vandaag de tweede afle vering van het aangrijpen de journalistieke docu ment dat G. Vaders, hoofdredacteur van het Nieuwsblad van het Noor den, schreef in de trein bij Wijster. QONDERDAG 18 DECEMBER „In de bijbel staat: er is een tijd van doden. Die tijd is nu aangebroken De begrafenis van NS-machi- nist De Bruin, vader van twee kinderen. „Er is een tijd van do den Ieder mens heeft van die typische gewoontes, die soms wel en soms niet zijn te verklaren. Zo stap ik in Groningen altijd in het achterste deel van de trein. Waarschijnlijk omdat de trein er al staat en ik een hekel heb aan onnodig lopen. Maar in As- gen, waar ik ongeveer de helft van de gevallen instap, loop ik altijd naar het einde van het perron, in afwachting van de trein. Zo ook op 2 december. Ik liep naar het allerlaatste wacht- huisje en ging daar de krant zitten lezen. Toen ik een blik opzij wierp, zag ik twee Ambonezen, die veel plezier hadden. Ik zou hen later in andere omstandigheden terugzien. Molukkers gooiden daarna kranten wat rollen breed plakband naar binnen en bevalen de ramen dicht te plakken. Ik nam een pak kranten (ze waren tevoren pagina tegen pagina geplakt) en begon midden in de trein naar voren te werken Zodoende eindigde ik bij de Zuidmolukkers, die het tafereeltje stonden gade te slaan. Op dezelfde tijd liep Hans Prins biet een pakje bloedmonsters, die enkele plastic zakken hij in Hoogeveen moest afleveren, in Zijn hand en zag een groep Ambonezen staan, die grote, lang werpige pakken bij zich hadden. Zijn eerste gedachte was: die vieren Vroeg Sinterklaas. Maar later kwam het bij hem op, dat zij misschien iets van plan waren, een actie of zo, in Den Haag bijvoorbeeld. Toen kwam de trein van 9.53 iets te laat binnen. pe 82-jarige D. Smit uit Norg had pich zitten verbijten, omdat de bus pas om 7.07 was vertrokken in plaats van 7 uur. Daardoor miste pij de Intercity en moest bijna 50 piinuten wachten op deze trein. In Assen stapte ook het echtpaar Ter Veer uit Groningen in. Zij waren met de auto op weg gegaan voor een jiagje uit naar Amsterdam. Maar bang voor mist onderweg hadden zij besloten de wagen in Assen te laten en veilig, vlug en voordelig met het spoor verder te gaan. Ik vroeg aan een van hen: „Zijn er nog slachtoffers"? Hij antwoordde met enige opwinding in zijn stem- „De machinist wilde voor held spelen. Hij is neergeschoten". Ik vroeg: „Moet er geen ambulance komen"? Hij„Hij is dood en ga nu zitten". (Vlleniaal toeval Zo barstte het van het toeval. Vakbondsman L. F. Laurier uit Haren had zijn auto in Den Haag in reparatie staan, aangezien het de avond ervoor laat was geworden, leende hij het autootje van zijn vrouw en reed daarmee naar het fetation. Zodoende kon hij een trein iater vertrekken. Mevrouw Wientje- Kruyswijk, weduwe van een röntge noloog en met drie kinderen alleen thuis, zat voor het eerst sinds zeven Jaar dn een trein. Niet te vroeg en niet te laat, om samen met een vriendin in Amsterdam te gaan Winkelen. A. Oosting uit Beilen had Dm tien uur bij de controlerend arts Ik ging zitten en vroeg me af of ik aantekeningen zou maken. Mijn tas. waarin een blocnote zat. was onbereikbaar. Maar in mijn binnen zak had ik twee schoolcirculaires voor mijn dochter, die ik aan de achterkant kon beschrijven. Wat was erop tegen? Het gewone risico van iemand die zijn nek uitsteekt Elke opvallende actie kon gevaarlijk zijn. Toch besloot ik aantekeningen te maken. Daarvoor was de situatie te uniek. Maar dan beter openlijk dan steels. Als zij "net dan ontdekten zou het erop lijken alsof het tegen hen was gericht Meekomen Het was misschien een mooie redenering, maar hij ging niet op. Binnen twee minuten kwam een van de Zuidmolukkers naar me toe. tikte me op de schouder en zei: „Meekomen". De loop van zijn stengun prikte in mijn rug. Op het balkon van de trein moest ik gaan Hoogeveen moeten zijn. Uit zitten. „Als u probeert weg te lopen, prvaring wist hij dat er altijd een tijdje wachten bij was en dus besloot hij, dat hij best wat later kon komen. In het eerste treinstel zocht ik het decimeters op mijn hoofd. Een ?-klassecompartiment op, dat Vlak achter het bagageruim lag. Daarvoor was de bestuursderscabi- ne. In de coupe zaten vijf man. Na mij kwam nog een zevende passagier naar binnen, die net als ik onmiddellijk de krant begon te lezen. 'Ik merkte nauwelijks dat we In Beilen stopten. Over wat daarna gebeurde, maakte ik een half uur later wat aantekeningen. Zij luid- revolver. Ik vroeg me af hoe goed ze geoefend waren in het omeaan met wapens en hoe zenuwachtig zij op dit ogenblik waren. Btengun wijzen naar binnen, vallen schoten, hard en droog. Iemand slaat in een reflex naar de loop van een geweer een overmoed die niet gestraft wordt. Er valt nog een schot; het mist. Op de kolven zijn de kleuren van de Republiek der Zuid-Molukken ge plakt: rood. groen, wit en blauw. Ze zijn uiterst zenuwachtig. Zwarte wollen ijsmutsen over het gezicht, zodat alleen neus en ogen vrij zijn. vertrouwde. Onder veel geschreeuw nog een paar schoten". Hier hielden de aantekeningen op, ZeS UUF StilcUl om een reden die ik later nog wel zal vertellen. Volgens anderen waren de Molukkers in Assen bepakt en bezakt op de trein gestapt. Ze waren op het balkon blijven staan, hoewel er overal in de coupé's ruimte was. Even voorbij Beilen, tegenover de VAM-stortplaats te Wijster, trokken zij aan de noodrem. Voordat de conducteur besefte wat er aan de hand was, hadden ze hun wapens te voorschijn gehaald en stormden zij door de trein. Ze dreven de passagiers bijeen in de achterste coupe van het voorste treinstel. Niemand besefte waar schijnlijk wat er precies aan de hand was. Er waren gewapende mannen, die schreeuwden en schoten en intimideerden. Hoewel zij Nederlands spraken, vroegen toch enkele passagiers: „Zijn dit Palestij. r»en?" Verwarring In de verwarring (ik had geen idee wat de bedoeling was) liet ik mijn Jas en tas op mijn plaats liggen iets waar ik later veel spi.it van had. Ik weet nog dat ik dacht: dit komt slecht uit. want ik moet nog Sinterklaasgedichten maken. In de achterste coupe werden de passa giers tegen de rechterkant gedreven. schieten we u onherroepelijk neer", zei iemand van achter de zwarte iismuts. Ik had geen enkele intentie Twee lopen wezen van enkele Twee anderen waren met de deuren bezig. Ze hadden ze met zware kettingen rond de grijpstangen vergrendeld en waren nu bezig dicht bij de vloer staven springstof met den: breed rood plakband over de „10.07 uur, net voorbij Beilen. Deur scheiding van de deuren aan te wordt met kracht opengeschoven, brengen. De staven springstof De loop van een geweer en van een verbonden zij met de handgrepen de deuren. De bedoeling duidelijk: als iemand probeerde van binnen of van buiten de deuren te openen, sprong hij in de lucht. En met hem, vreesde ik, vele anderen. Iemand kwam met touw aan en begon me te binden. Eerst de duimen, dan de handen. „Als u niet probeert te vluchten, gebeurt er niets", zei hij. Ik kon niet zeggen, dat ik hem onvoorwaardelijk Hans Prins moest pakje bloedmonsters afleveren in Hoogeveen ik, dat zij w; Maar toen klonken schoten, de deur bruin-oranje jurk met enkele werd dichtgeworpen en de trein Molukkers langs mij kroop, weet ik verdween uit mijn blikveld. niet. Elf uur, twaalf uur? Ze liepen In die situatie verliest men al gauw door naai- het bagageruim en bleven alle begrip van tijd. Hoe laat het daar nog even praten. De Molukkers precies was, dat een meisje in een kwamen alleen terug. Later hoorde 5 vrijgelaten omdat ze Ze had de bloedmon sters van Hans Prins bij zich. Hij had daarop aangedrongen. „Kunt u zich als arts legitimeren?", hadden de Molukkers hem gevraagd. „Nee", antwoordde hij naar waarheid. Maar sindsdien heette hij „de dokter". Aan de andere kant waren een moeder met een kind vrijgelaten. En een Indonesisch meisje. Waarom dat Indonesische meisje? Toch bloed dat kruipt waar het niet gaan kan? Minister Pronk Het moet omstreeks twee uur zijn geweest toen de deur achter mij opnieuw open ging. Een lange Jongen deed de tweede deur open en kroop langs me. Daarna voelde ik een tweede man langs me heen iVieer (lOClen gaan. Maar tot mijn verbazing bleek het een Nederlander. Hij leek op minister Pronk. Een krankzinnig ogenblik dacht ik: komt hij onderhandelen? Hij was gekleed in een blauw jasje en een blauwe of grijze broek. Verver uit Groningen, van de kapers vagelijk hoorde dat Rob niet dood zou zijn, kon ik hem met dit „Tidah mati" een hart onder de riem steken Ook verwijderden zij het lichaam van de machinist. Waar hij gelegen had, was nu een grote, rode vlek. waar zij zorgvuldig overheen stapten als ze zich door het bagageruim bewogen. Ik sprak zoveel mogelijk met Paul en Djerrit, die in het voorste deel waren achtergebleven om de ramen met kranten te beplakken. Hij liep door naar het volgende compartiment en bleef daar staan. Hij keek niet begrijpend rond. Uiterlijk volkomen rustig. Achter hem aan kwamen twee Molukkers. Ze gingen om hem heen staan, hun wapens op hem gericht. Misschien wel een minuut lang veranderde er niets in de situatie. Toen liepen zij door naar het bagageruim, zorg vuldig de voeten van de machinist vermijdend. Daar kon ik ze niet meer zien. maar ik voelde wat er ging gebeuren en mijn hart klopte sneller. Na enkele ogenblikken vielen er twee, drie schoten. Pas dagen later begreep ik, dat dit Robert de Groot was geweest; 33 jaar oud en vader van drie kinderen. Tranen in ogen Toen ze terugkwamen, zag ik dat ten minste twee van de drie tranen in de ogen hadden. Een van hen. die ik later als Paul zou leren kennen, een jongen met een gevoelig en intelligent gezicht, vroeg mij "Kunt u oris begrijpen, meneer?" Ik antwoordde diplomatiek: ,.Ik kan jullie zaak wel begrijpen". Eerder had Paul tegen mevrouw Kruyswijk uit Haren gezegd: „Wie denkt dat dit een spelletje is, vergist zich". Er was geen vergissing meer mogelijk. Hij ging door. „We haten jullie niet. maar we moeten wel. In de bijbel staat: er is een tijd van doden. Die tijd is nu aangebroken. We haten jullie niet als mens". De andere Jongen, die werd aangesproken met Djerrit, vermoedelijk een vermalei- sing van Gerrit, zei: „Hoe zou ik ook kunnen, ik ben getrouwd met een Nederlandse". Ze begonnen ook in deze coupe de ramen met kranten dicht te plakken. Een enkelg maal verdwe nen zij in het bagageruim. Op een gegeven ogenblik hoorde ik zo opgewonden praten en met mijn schaarse kennis van het Maleis hoorde ik: „Tidah mati" - niet dood. De volgende maandag, toen de lichamen door het Rode Kruis waren weggehaald en de schoonva der van Rob de Groot, de heer L. „Dit kan een langdurige affaire worden", zei ik. „Hebben Jullie eraan gedacht dat Den Uyl een uitputting stactiek kan toepassen, net als bij Herrema en met die gijzeling in West End in Londen?" Ze glimlach ten zelfbewust. „Daar hebben we op gerekend". Hoe loos die verzekering was, bleek al na een paar dagen, toen zij om vuur voor hun sigaretten bij de passagiers moesten bietsen. Het bleek ook op sinistere wijze uit hun overhaaste executies, die erop gericht waren de regering binnen enkele uren te doen capituleren. Toen dat niet lukte, schoten hun plannen tekort. Behal ve op een puntmeer doden. Op mijn verzoek haalden zij een sigaar uit mijn zak, staken die aan en staken die in m'n mond. Ze vroegen om mijn papieren. Ik had gezien dat zij de man in de blauwe Jas zijn papieren hadden afgenomen voordat zij hem executeerden. Ik loog. „Die hebben Jullie al". In werkelijkheid hadden ze m'n agenda afgenomen. Mijn portefeuille zat nog in m'n zak. Ze vroegen wat ik voor beroep had. Weer aarzelde ik: een journalist was per definitie een beroepsgetuige en ik had net een executie gezien. Ik zei vaag: „ik werk bij een krant". „Bij welke?". „Bij het Nieuwsblad van het Noorden". Djerrit: „Daar ben ik abonnee van". Ik kon niet nalaten op te merken: „ik ben bang dat 7ij binnenkort een abonnee minder hebben". Niets Misschien weer twee uur later alleen Djerrit was in de coupé voor mij hoorde ik schoten. Daarna een gehuil als van een hond. Ook Djerrit kwam in actie en schoot door een open raampje. Toen was het stil. Ik vroeg aan Djerrit: „Wat was dat?" Een beetje beschaamd zei hij: „Niets". Maar later begreep ik dat dit de executie van de tweede gijzelaar was geweest. Een soldaat, die naar ik later van een van de kapers hoorde, de deur achter zich dicht had geslagen en geprobeerd had te vluchten. Op het moment dat ik dit schrijf (dinsdag 9 december) weet- ik nog steeds niet hoe hij heet. WORDT VERVOLGD (ADVERTENTIE) zetten me neer in het verbindings stuk met de harmonicawand tussen de twee treinstellen. Mijn voeten voelden aan als grote klompenrauw vlees. De koorden schuurden mijn polsen. Ik stond met mijn rug naar de passagiers. Recht voor me uit zag ik een deel van het bagageruim met de voeten en een deel van de benen van de gedode machinist.. Hij lag zo, dat het mij inderdaad leek dat hij geprobeerd had de kapers tegen te houden. Ik voelde verdriet om de fatale^ dapperheid van de man. Rechts van mij lag een krant op de bank met de achterpagina open. Over de hele breedte stond de kop: „Den Uyl. het is vijf voor twaalf". Schuin door de ramen zag ik het Drentse landschap, somber in de vage nevel. Soms probeerde ik achteruit te kijken door het raam van de verbindingsdeur. Maar nadat ik een paar keer als reactie* een pistool omhoog zag gaan, hield ik ermee op. Na misschien een half uur zag ik links de gele snuit van een trein heel langzaam naderbij schuiven. Ter hoogte van het bagageruim stopte hij. Een deur ging oDen en even zag ik iemand in het blauwe uniform van de NS. Sigaretten. Roken. "Teer" en nicotine. Dat ziin op het ogenblik weer hoogst aktuele zaken. Welnu, Kelly heeft een zeer laag "teer"- en nicotinegehalte ("teer" n mg, nicotine o,6 mg). Vergelijk dat eens met uw eigen merk. Misschien dat u dan toch eens 'n pakje Kelly gaat proberen. Maakt u meteen kennis met de zachtste sigaret van Nederland (ETTgRlNG NEDERLAND MINDER TEEft EN NCOTINE. Ook in menthol.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 9