ze bijna allemaal Winterslaap: het behoud voor koukleumen... WOENSDAG 17 DECEMBER 1975 PAGINA 13 voorzien van dor spul dat als deken kan dienen. Schenk de egel dan de slaap, zolang de dagen kort zijn, de temperaturen laag en ook zijn geliefde insekten in diepe sluimer achter schors, onder steen en in de grond betere tijden afwachten. Er zijn bij ons weinig zoogdieren die een echte winterslaap houden: de insektenetende vleermuizen en egels en een paar knaagdiersoorten, zoals hamsters. Enkele andere dieren, eekhoorns bijvoorbeeld, brengen alleen de koudste dagen slapend in hun nest door. Een winterslaap is dat niet. Kenmerkend voor de echte winter slaap is het met de omgeving mee kouder worden van het lichaam tot een bepaalde grens, even boven het vriespunt. Voor de egel is die minimum lichaamstemperatuur 6 graden celsius (de onderste grens voor de mens is 21 graden). Veranderde klierwerking, die onder meer de samenstelling van het bloed ingrijpend wijzigt, bereidt het zoogdierelichaam voor op het opvangen van de kou in de slaap. Het egelhart slaat in de winterslaap nog maar 2 tot 12 keer per minuut, tegen gemiddeld 180 keer normaal. Al slapende wordt het dier lichter, het teert zoetjesaan zijn vetvoorraad op. Zijn witte vet. Zijn „bruine vet", een weefsel van bruin vet om nek, schouders en borst van de winterslaper, beschermt hem tegen dood door bevriezing. Het verbrandt veel heviger dan het gewone witte vet en reageert op de kou met de nauwkeurigheid van een thermostaat. Bij uitzonderlijke kou de produceert het „bruine vet" zoveel warmte dat het dier er wakker van wordt, gaat bewegen en daardoor op temperatuur blijft. Zo worden de dieren in staat gesteld zonodig een andere, behaaglijker onderkomen te zoeken. Ook op buitensporig warme dagen ontwaakt de winterslaper. In die waakperioden spreken knaagdieren hun wintervoorraad: aan. Vleermui zen en egels kunnen zelfs even op jacht gaan op een milde winterdag. De overgang van winterslaap-toe stand naar waken, en andersom, gaat zeer snel, binnen een half uur. De winterslaap, die de meeste dieren ook onder niet uitzonderlijke omstandigheden regelmatig kort onderbreken, is het diepst in januari. Toch zet de egel ook dan zijn stekels op wanneer er bij zijn legerstede wordt gerumoerd. Zijn zenuwgestel slaapt niet. Opgerold ligt hij al, teneinde zo weinig mogelijk lichaamsoppervlak bloot te slellen aan de kou. De winterslaap schijnt de levens duur te verlengen. Waar de levensprocessen trager verlopen is de slijtage evenredig minder. Reden waarom de ruimtevaartwetenschap er veel belangstelling voor toont. De sterrevaart belooft immers een tijdrovende bezigheid te worden. En het is weinig zinvol een capsule met een reeds lang overleden astronaut op een verre planeet te pletter te laten slaan als de man in zijn winterslaaptank de overtocht levend had kunnen maken. Koudbloedige dieren, dat zijn alle niet-zoogdieren, passen zich bij de koude aan door te verstarren en zonder dat daarbij sterkere lichame lijke wijzigingen optreden dan temperatuurdaling en een bijna stilstaande stofwisseling. Dat is althans de mening der biologen tot nu toe. De kikker in de vij vermodder, de stijf opgerolde slang in een verlaten hol, de onder een dikke laag dood blad schuil gaande pad, zij 6lapen de winter door op hun manier. Om te blijven bestaan, dan alleen, met gebruikma king van een schijntje aan energie. Simpel doch doeltreffend. Naast de nogal ingewikkelde winter-, slaap van egel, vleermuis en knaagdier en de eenvoudige verstij ving van de koudbloedigen bestaat een derde mogelijkheid om de lente slapend af te wachten. De beer past die toe. Ook hier het teruglopen van de lichaamstemperatuur, echter met vijf graden hooguit. En een hartslag van tien, tegen veertig per minuut in de zomer. Maar het lijkt meer een toestand van verstijving dan van winterslaap. Eigenlijk een gewone slaap, zij het een zeer diepe.' Moederbeer kan eruit ontwaken om haar jongen te baren en te zogen. Vaderbeer is in zijn eigen slaaphol zo mak als een hazelmuis in. winterslaap. Dit knagertje zou als pingpongbal kunnen dienen, zo vast^ slaapt het. Is de winterslaap het behoud voor dieren die van oorsprong uit de tropee kennen? Er is een theorie die hier ja op zegt. Het zou ook best kunnen. De natuur tracht immers door alles heen haar veelsoortigheid te handhaven. Dat vergt een eeuwig voortgaande aanpassing. De winter slaap is er een resultaat van. Mevrouw Zeggen, op de foto rechts bezig in de centrale keu ken: 'gespaard voor de overtocht van de kinderen'. Foto links: voor de kinderen ver loopt de aanpassing het gemak kelijkst. Ze hebben niet de min ste moeite om in slaap te komen ALPHEN AAN DEN RIJN Op het prikbord in de hal van pension Ruardy is een simpele, handgeschreven mede deling bevestigd. "Terugkeer naar Suriname", staat er bo ven. De kleinere lettertjes die volgen, vermelden bij welke instantie men daarvoor ftioet wezen. Terug: dat willen ze bijna allemaal, in pension Ruardy. Nog niet op stel en sprong, maar dan toch over een paar jaar. Als de politieke angst hopelijk ongegrond is gebleken. Of als de droombeel den, in Suriname over een welvarend Holland, zijn omge slagen in ontnuchterende werkelijkheidszin. Het is een woensdagmiddag, als we in het Alphense opvangcentrum gaan praten met enkele Suri naamse gezinnen. Over hun vrees en over hun hoop, toen ze weg vlogen van vliegveld Zanderij. En over hun toekomstideeën van dit moment, nadat ze vaak maanden lang van hot naar haar zijn ge transporteerd in Nederland. De hagel klettert die middag te gen de ruiten van de recreatie zaal. Dat betekent dus binnen spe ler. voor de tientallen kinderen, die vrij zijn van school. Er wordt druk gehold door de naar lysol ruiken de gangen en in de ontspannings zaal. Een plaat van een joch, weel derige haardos en grote bruine ogen, demonstreert voor zijn leeftijd („bijna drie", zegt z'n moeder trots) een verbluffende behendig heid in sjoelen. Van de vier aanwe zige sjoelstenen keilt hij er drie feilloos in één van de vakjes. Tachtig Er wonen momenteel 80 Surina- mers in het pension van Ruardy, dat ligt aan de rijksweg Leiden- Utrecht, halverwege Alphen en Zwammerdam. De mannen zijn weg. De meesten van hen hebben inmiddels werk gevonden. De één in Zoetermeer, een ander in Pijn- acker, meneer Soekoe bij een pot- grondbedrijf in Alphen. Maar hij is nu thuis. Licht overspannen. Hij is broodnodig aan slapen toe. Daar komt echter niet veel van. De kinderen lopen in en uit de ka mer (beter gezegd: zaaltje) waar in de hele familie Soekoe huist. Elk gezin beschikt over zo'n zelf de woon- en slaapverblijf in pen sion Ruardy. Het aantal bedden per kamer is groot, recht evenre dig met het aantal kinderen. In de centrale keuken is per ge zin een gascomfoor beschikbaar, plus een koelkast. Verder staat er een wasmachine met centrifuge. Maar het gros van de Surinaam se huisvrouwen bleek de werking van die apparaten niet te kennen, vertelt mevrouw Kalshoven, echt genote van de pensionbeheerder. Van beide kanten was dat behoor lijk wennen, de eerste weken. Mevrouw Zeggen (28 jaar), een goedlachse negerin, is één van de genen die tijdelijke huisvesting heeft gevonden in het Alphense pension. Ze woont nu precies een Jaar in Nederland. De eerste maanden werkte ze voor een uitzendbureau in IJmuiden en op het Haarlemse stadhuis. Zo spaarde ze voor de overtocht van haar vier kinderen (mevrouw Zeggen is een alleen staande vrouw), die op 14 juli hier heen vlogen. „Toen was ik wel ge noodzaakt om naar het opvang centrum te gaan". Ze is niet om politieke redenen overgestoken, maar omdat zij hier een betere economische toekomst voor zich zelf en haar kinderen zag weggelegd. Mevrouw Zeggen zelf volgt nu een schriftelijke boekhoud- Is zijn stekelhuid in de strijd tegen ongewenste aanhaligheden en vijan dige kaken zijn behoud, tegen de kou zou de egel beter een dikke vacht kunnen hebben. Maar, de natuur gaat zelden uit van of het een of het ander. Zij ontwikkelt altijd oplossingen. In het geval van de egel: 'maak zo'n pover tegen de winter gewapende warmbloedige tijdelijk koudbloedig. Dus, kan het lichaam niet door dik en dun ongeveer de zelfde lichaamstemperatuur handhaven (warmbloedigheid), pas dan de temperatuur van het lichaam aan bij die van de omgeving (koudbloe digheid). En onttrek het aan het dagelijks leven door middel van de winterslaap. Zorg dat het beest eerst verschrik kelijk toeslaat in de gelederen der slakken en insekten om zodoende een beschermende vetlaag tevens voedselreserve op te bouwen. Laat het vervolgens een beschut plekje in het struikgewas .zoeken, rijkelijk „Nee, heimwee naar Su riname heb ik niet. Dat had ik wél voordat de kinderen hier waren". Die kinde ren hollen op dat moment met z'n allen door de recreatiezaal. De aan passing aan Hollandse gewoonten en omstandigheden gaat hen het makkelijkste af. Ze gaan 's och tends met de bus naar de St. Bo- nifacius school aan de Paradijs- Mevrouw Mankoe'We wa ren bang voor discriminatie'. Nu zit ze met haar kinderen in het Alphense opvangcentrum. laan in Alphen. Daar is een „sluis- klasJ' voor Surinaamse kinderen ingesteld. De ook nog jonge „mevrouw Je hova", zoals zij zich zelf voorstelt (omdat ze in de Jehova-kring is opgenomen wil ze haar ware naam liever niet zien vermeld: „ik weet niet wat mijn broeders en zusters daarvan vinden"zegt eveneens om economische redenen naar Hol land gekomen te zijn. Dat was drie manden geleden. Haar man, die voorman was bij een bauxietbedrijf, had de tweede week al werk, als mecanicien in Pijnacker. Het ge zin heeft vier kinderen. Juist op het moment dat de ver slaggever en fotograaf er zijn, krijgt zij een telefoontje van haar man, dat ze een huis in Zoetermeer toe gewezen hebben gekregen. Ze is dus erg blij. „Mevrouw Jehova" laat zich even later ontvallen, dat zij over een jaar of drie, vier toch weer defini tief naar Suriname hoopt terug te keren. Op de achtergrond dus kennelijk ook bij haar de onzeker heid over de binnenlandse koers van de jonge nieuwe natie. Het zogenaamde „politieke vertrek- motief". Dat heeft het sterkst ge speeld onder degenen die in pen sion Ruardy verblijven, bij me vrouw S. Mankoe. Zij is van Hin- doestaanse afkomst, de bevolkings groep die de grootste angst had over hun lot nè, de onafhankelijk heid van Suriname. Spanningen In pension Ruardy wonen zowel Creolen, negers als Hindoestanen. Dat kan leiden tot spanningen, er kent één van de aangesprokenen: „Je moet echt op je woorden let ten". Zelfs bij het spel van de kin deren openbaren de rassenverschil len zich soms. Hoe diepgaand dat is, valt voor een vluchtige bezoeker in pension Ruardy niet waar te nemen. Ogen schijnlijk krioelt de hele kinder schaar die middag opgewekt door elkaar. En dezelfde spreekster die de rassenspanningen signaleert, wuift de angst van de Hindoestani weg: „als je in de Surinaamse ge meenschap kijkt, in het leven van de kleine man. dan is dat een pret tig leven". Maar bij mevrouw Mankoe en zovele Pakistani overheerste de vrees voor de toekomst binnen een vrij Suriname. „Wij Hindoestanen hebben zo hard gewerkt", aldus mevrouw Mankoe, „maar wij wa ren bang voor discriminatie en ontslag van vele Hindoestaanse ambtenaren. Er was al discrimi natie tegenover ons. Daarom zijn wij hierheen gekomen". Mevrouw Mankoe is 35 Jaar; ze woont in Alphen met haar 8 kinde ren (tussen de 2 en 20 jaar). Haar man vertoeft nog in Suriname. In het huis op hun eigen lapje grond, dat mevrouw Mankoe verbouwde en waarop zij wat vee hield. „Ik stond daar helemaal op eigen benen. Ik deed wat aan landbouw en ik had een paar dieren. Ik heb hard gewerkt voor mijn kinderen. Mijn man werkte ook op het land, bij anderen. Mevrouw Mankoe wil een Jaar of vier in Nederland blijven, om van hieruit te kunnen aanzien hoe de toestand in Suriname zich ontwik kelt. „Momenteel heb ik geen heim wee. Mijn kinderen zijn immers bij me? En mijn man, hij is verstan dig". Ze kwam zeven maanden geleden over. Woonde sindsdien eerst in Soest en Tilburg, alvorens ze een kamer kreeg toegewezen in pen sion Ruardy. Ze hoopt binnenkort een huis te krijgen in Brabant. „In Den Haag en Amsterdam zijn al zoveel Surinamers", verklaart ze haar voorkeur voor die provincie: „en waar er veel zijn is het altijd een beetje moeilijk". Eigen woning Een eigen woning is voor de kin deren gewenst. Van de acht zitten er enkele op de lagere school, één op de huishoudschool en één heeft nog geen werk, maar zit wel twee dagen per week op school". „Voor de kinderen is het natuurlijk beter, als ze rustig kunnen leren. Dat gaat wat moeilijk, met z'n allen op één kamer. Een Surinaamse samenleving in het kleine, daar in het Alphense opvangverblijf. Met onderlinge ver schillen, maar met één overheer sende gemeenschappelijke trek: „we willen bijna allemaal over een paar jaar terug, als je in ons hart kijkt". Een egel knuffelen gaat niet. Hij heeft er de huid niet voor. Daarbij wemelt zijn stekeltuin van vlooien, dié van pen tot pen wippen, ongehinderd, want een egeltong bezeert zich niet aan eigen stekel. Bovendien jaagt hij bewoners van benedenhuizen uit de veren met zijn inbrekerachtig gescharrel bi J de tuindeuren. En hij snurkt in zijn slaap. Nu al weer vier weken lang. De ondanks alles toch best aardige en zelfs aanhankelijke egel is aan zijn winterslaap bezig, tot april. DOOR HENK DE KAT FOTO'S WIM DIJKMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 15