Kliniek voor de overgang Ooievaarsplan: een inkomen voor moeder Reformhuizen geweldig populair UNIEK EXPERIMENT IN UTRECHT JAM MAKEN Gezonde voeding volop in de belangstelling FEESTELIJK IDEETJE De vroedvrouw kan veel meer ZATERDAG 13 DECEMBER 1975 PAGINA 21 Waarom betekent de overgang voor de ene vrouw een jaren durende aaneenschakeling van ellende en voor de ander een periode waar va haar schouders over ophaalt en zegt: Nou en? Wat is dat eigenlijk, die overgang en hoe kan je vrouwen die daaronder gebukt gaan daad werkelijk helpen? „Ik heb eens 'n vrouw gekend die heel trost vertelde dat ze tot haar 55ste had gemenstrueerd. Vroeger gold dat inderdaad als een hele prestatie. Hoe langer de vrouw kinderen kon krijgen, hoe langer ze meetelde. Nu wordt het wegvallen van de menstruatie niet langer als iets vreselijks gezien, integendeel. De meeste vrouwen zijn blij om na dertig, vijfendertig jaar eindelijk van die verbandjes en tampons af te zijn". Dr. L. Jaszmann, van wie deze uitspraak, is vrouwenarts, auteur van „Op weg naar een nieuwe levensfase", een voorlichtingsboek over de overgang en medewerker aan de Utrechtse polikliniek voor vrouwen in de overgang. In deze polikliniek die deel uitmaakt van het Academisch ziekenhuis, proberen drie gynaecologen, twee internisten, een maatschappelijk werkster en een diëtiste zo'n driehonderd vrou wen door him „moeilijke Jaren" heen te helpen. De overgang begint zo omstreeks het 45ste en 50ste levensjaar. Het lichaam van de vrouw gaat dan minder oestrogenen produceren waardoor het hormonale evenwicht wordt verstoord en uiteindelijk de menstruatie ophoudt. Nu mag dat laatste geen punt meer zijn, de andere symptomen zijn dat zeker wel. Opvliegingen, hartklop pingen, slaapstoornissen, overmatig transpireren, angsten en depressies zijn bijverschijnselen waar iedere vrouw wel van heeft gehoord. In hoeverre die klachten een rechtstreeks gevolg zijn van de lichamelijke veranderingen is onbe kend. ook over de oorzaak van die plotselinge oestrogeen-afname tast men in het duister. Veel onderzoek is er op dit terrein nog niet verricht. Dat maakt het zowel voor de vrouwen die met hun problemen blijven zitten, als voor de huisartsen die van goede wille zijn maar vaak gewoon niet weten hoe of wat, extra moeilijk. Jaszmann's collega dr. R. Andriesse: „Tegen de tijd dat een vrouw bij ons terecht komt is ze vaak hélemaal „uitgekauwd". Allerlei art sen, allerlei pillen en geen resultaat". Niet dat de polikliniek nu wel direkt een oplossing achter de hand heeft. Dr. Jaszmann stelt heel uitdrukke lijk dat „succes niet gegarandeerd is". „Wij trachten te helpen, te begeleiden maar de vrouw moet er zelf doorheen komen. Ik vergelijk de overgang altijd met een rivier. Op een gegeven moment zit Je erin en kan je alleen nog naar de overkant zwemmen. Wat wij doen is een motortje geven zodat het wat sneller gaat". De polikliniek is een untek projekt. Alleen in Zuid-Afrika is men met iets soortgelijks bezig. Uitgangspunt is de hulp aan een groep vrouwen die h'et bijzonder moeilijk hebben met de overgang. Daarnaast speelt het onderzoekaspekt een grote rol. Dr. Andriesse: „We weten nog veel te weinig van de overgang". Dr. Jaszmann: „Het wordt wel onder kend maar er zijn nog steeds vrouwen die te horen krijgen dat het vanzelf wel ov^r gaat en met een schouderklopje naar huis worden gestuurd". Een hele belangrijke factor naast de zuiver medische behandeling is tijd en aandacht. Uit de ervaringen van de beide gynaecologen blijkt dat achter die herkenbare overgangs symptomen, hoe vervelend die ook kunnen zijn, nog heed andere dingen schuil gaan. Dr. Andriesse„Er ontstaat vaak een intens gevoel van nutteloosheid. De kinderen zijn of uit huis of op een leeftijd dat ze van opvoeding niets meer willen weten en moeder niet meer nodig hebben. Ook als vrouw zitten ze in de knoop. Het sexleven stelt weinig meer voor, als het ooit ad iets is geweest. Je ziet veel volkomen Inhoudsloze huwfelij- kec die toch niet in een echtscheiding eindigen. Veel vrou wen kunnen hun man wel schieten". In Nederland leven honderdduizen den vrouwen in de leeftijdscategorie 45—55. Die zitten natuurlijk lang niet allemaal in hetzelfde parket als de kleine groep die in de Utrecht wordt behandeld, maar het is zeker dat de behoefte aan een gespeciali seerde opvang groot is. Dr. Jaszmann: 'Toen wij anderhalf jaar geleden begonnen was er een ware stormloop. We hebben enorme wachtlijsten gehad. Eigenlijk zou ieder academisch ziekenhuis zo'n polikliniek moeten hebben. Wij zitten hier met een tekort aan mankracht en een tekort aan financiën. Twee nieuwe patiënten per week is echt onze limiet". Veel mensen maken daar van tegenwoordig zelf rozebot- teljam, een niet zo moeilijk maar wel nauwkeurig werkje. Het moet erg precies gebeuren omdat Je anders de kans loopt, dat de jam gaat gisten. Voor het jam-maken kun Je alle soorten rozebottels gebruiken. Het geeft niet van welke rozestruik ze komen. Ze moeten wel gaaf en rijp (dus rood) zijn. Zachte of rotte bottels moet Je weggooien. Een kilo vruchten levert ongeveer twee potten jam. Behalve de rozebottels heb Je een citroen nodig, suiker (350 gram per 500 gram rozebottelmoes) en een weegschaal om moes en suiker te wegen. De potten en (schroef-dek sels die u gebruikt moet u uitkoken met sodawater en naspoelen met kokend water, zo kort mogelijk voor het gebruik. Goed schoonmaken is erg belangrijk,. Als Je dat niet doet is de kans dat de J: "•at gisten groter. Koken Wat doe Je nou precies met die kilo rozebottels? Allereerst blaadjes en steeltjes eraf halen, met handschoe nen aan, want ze zitten natuurlijk stekels aan. Daarna kook Je de bottels gaar, met een bodempje water in de pan, in ongeveer dertig minuten. De gare bottels wrijf je door een (roer)zeef. Wat je dan krijgt heet „moes". Die moes moet worden gewogen, en afhankelijk van dat gewicht moet Je bekijken hoeveel suiker je nodig hebt. Dikte Die suiker gaat er niet gelijk in. Je brengt eerst de moes met geraspte citroenschil en citroensap aan de kook, en de suiker los Je er dan in gedeelten in op. Vervolgens laat Je de moes inkoken tot de gewenste dikte. Die gewenste dikte heb Je bereikt als een druppel moes op een koud bord vlug stolt. Voor dat inkoken staat geen vaste tijd: het kan de ene keer een half uur en de andere keer drie kwartier duren. Je moet er gewoon mee doorgaan tot de jam snel stolt. Als het zover is, schep Je met een schuimspaan het schuim uit de pan. De Jam doe Je dan meteen in die heel goed schoongemaakte potten. In plaats van met deksels kun Je de potten ook afsluiten met cellofaan- papier, dat Je over de opening legt en vastzet met een elastiekje. Cellofaanpapier gebruiken is mis schien wel zo handig, omdat er altijd wel kans is dat er in de randjes van een deksel vuil blijft zitten. En dat kan dan weer gisten in de hand werken. Een jaar Als alles goed is gegaan, moet Je deze jam ongeveer een Jaar kunnen bewaren. De gebruikte suiker is het conserveringsmiddel, dat gisten en schimmel moet voorkomen. Als het Jam-maken niet lukt op de manier zoals het hierboven is beschreven, kim Je het nog eens proberen met meer suikerper pond moes een pond suiker. Je krijgt dan natuurlijk wel veel zoetere jam, die misschien meer naar suiker dan naar rozebottels smaakt. Maar wie weet is dat erg lekker. De ooievaar, die vroeger bij de gelukkige moeder het kind afleverde, zal in de toekomst als het plan van de Limburgse mevrouw A. Ehrenfest doorgaat. elke maand na de geboorte een cheque brengen met minimaal een brutobedrag gelijk aan het minimumloon en maximaal ongeveer 2500 gulden. De ooievaar haalt dat natuurlijk niet uit diezelfde onbestemde verten waar volgens de overlevering de kindertjes vandaan komen, maar uit premie -heffingen. De ooievaarsregeling beoogt de opvoeder van het kind, in de meeste gevallen de moeder, een onafhanke lijke positie te geven tegenover de kostwinner, in de meeste gevallen de vader en echtgenoot. Een soort loon voor verzorgende arbeid. Veel maatschappij-deskundigen hebben hiervoor al op een vrijblijvende manier gepleit. Mevrouw Ehrenfest heeft het plan echter zover uitgewerkt dat het binnenkort door Man-Vrouw-Maatschappij zal wor den aangeboden aan de regering en de SER. Twee Het komt er in het kort op neer dat de vrouw na de geboorte van haar kind een uitkering ontvangt waar van de hoogte wordt bepaald door haar vooropleiding (wat ze zou hebben kunnen verdienen als ze geen kind had gekregen) en die naarmate het kind ouder wordt en minder direkte verzorging behoeft, steeds lager wordt. De regeling zou alleen voor de eerste twee kinderen moeten gelden. Ouders die verdere gezinsuitbreiding wensen moeten zelf voor de kosten opdraaien. De huidige kinderbijslag en -aftrekrege ling zou vervallen evenals het grootste deel van de nu uitgekeerde bijstand aan bijvoorbeeld gescheiden Gezonde voeding staat sinds een paar Jaar volop in de belangstelling. De warme bakkers hebben er hun spectaculaire come-back aan te danken. En de vermageringsinstitu ten en kruidenwinkeltjes in de grote steden doen betere zaken dan ooit. De Nederlandse Vereniging van Reformhuizen vierde een tijdje ge leden haar veertig Jarig bestaan. Secretaris van de vereniging, Wolf gang Reurik, heeft er geen idee van met hoeveel procent de omzet van de ongeveer honderd reformhuizen in ons land de laatste Jaren is toegenomen. Wolfgang Reurik, zoon van de oprichter van het eerste reformhuis in Nederland, die met zijn zaak in Den Haag een familietraditie voortzet, zegt bescheiden: "Kijk alls Je vroeger een reformwinkel had, dan had Je het arm. De mensen deden het werk uit puur idealisme. Je kan nu eigenlijk pas sinds een paar Jaar zeggen, dat de zaken "lekker" gaan. Maar echt rijk kan Je in de reformbranche praktisch niet worden, want daar is ons werk veel të arbeidsintensief voor. Als bestuur zijn wij natuurlijk verschrikkelijk blij met de groeiende belangstelling voor reformprodukten, maar wij streven geen commercieel doel na. "Ik kan mij nog goed herinneren", aldus Wolfgang Reurik, "dat ik vroeger op school nooit aan mijn vriendjes durfde te vertellen dat mijn vader een reformhuis had. Dat vonden de mensen in die tijd nog iets belachelijks, want als Je rauwkost at, dan was je een konijn... Mijn moeder was zo'n beetje de eerste, die dat taboe doorbrak. Ze demonstreerde huisvrouwen dat goed klaargemaakte rauwkostslaatjes ook vrouwen met opgroeiende kinderen, alleenstaande moeders en weduw naars met kinderen. De ooievaarsregeling kent grote voordelen. De vrouw hoeft hierdoor niet langer genoegen te nemen met een ondergeschikte plaats. Het biologische feit dat zij nu eenmaal degene fc» die de kinderen krijgt, betekent niet langer dat alle kansen op een eigen leven haar worden onthouden. Mevrouw Ehrenfest: „Je kan nog zo hameren op betere scholing, betere creches en wat al niet, maar de brede onderlaag van vrouwen zit op een gegeven moment in de klem van een huwelijk met heel smakelijk konden zijn. Lang zaam groeide er wat meer begrip, maar voor de oorlog, werden mensen dfc? zich met reformvoeding bezig hielden, toch nog altijd als zonderlinge wat buiten de realiteit staande wezens gezien. Tijdens de bezetting werd de Nederlandse Vereniging van Re formhuizen verboden, maar de winkels bleven nog zo goed en zo kwaad als het ging bestaan. Op het laatst bestond het hele assortiment alleen nog uit Zeeuws bruin brood. Gelukkig gingen de zaken na de bevrijding een stuk beter doordat de gezondheidsleer van dr. Hausner in eens geweldig in de publiciteit kwam. Koningin Wilhelmina werd een fervent afneemster van reform produkten. En natuurvoeding kreeg iets exclusiefs. Het werd vooral in artistieke en intellectuele milieus "bon ton" om thee met rietsuiker te serveren. En nu is het eigenlijk zo, dat vrijwel iedere huisvrouw zich voor gezonde voeding interesseert. Dat laadt een geweldige verantwoor delijkheid op de exploitanten van onze bedrijven, want sedert 1960 is ons assortiment zowat verdubbeld. Wij gaan regelmatig naar Duitsland voor bijscholingscursussen, maar dat betekent niet dat wij "doktertje spelen". Nuchter Wolfgang Reurik ziet de zaken nuchter. "Als Je zou willen'' zegt hij "zou Je klanten vol reformartikelen de deur uit kunnen sturen, want er wordt dikwijls gevraagd of Je bepaalde produkten voor een zekere kwaal kunt aanbevelen. Maar dat is onze taak niet. En wij voelen er niets voor om daardoor in moeilijkheden met de overheid te komen. Als wij desondanks ontdek ken dat een reformhuis "doktertje kinderen en te weinig geld en tijd om een eigen weg te kiezen. Door die ooievaarsregeling gaat dat excuus van „de maatschappij biedt ons geen mogelijkheden", niet meer op. Iedereen is vrij om een zelfstandige keus te maken. Of alle vrouwen daar gebruik van zullen maken ls een tweede. Vrouwen zijn net zo verschillend als mannen. De een pakt de kansen, de ander niet. Sekse heeft daar weinig mee te maken". Door de ooievaarsregeling worden alle vrouwen, met uitzondering van de gehuwde kinderloze vrouw, economisch vrijgezel, hebben ze een eigen inkomen, vallen ze onder alle sociale verzekeringen en bouwen ze hun eigen pensioenrechten op. Een groot nadeel van het ooievaars- plan is de verhoogde premiedruk, wat het voorstel politiek weinig populair zal maken. „Ik verwacht niet anders dan kritiek", zegt mevrouw Ehrenfest dan ook. Toch heeft ze wel enige hoop dat haar voorstel ooit eens zal worden ingevoerd. „Alleen maak ik het zelf misschien niet meer mee". speelt" krijgt hij maar een waar schuwing van de vereniging." Dat neemt overigens niet weg, dat de Nederlandse Vereniging van Reformhuizfcn geen kritiek bespaard is gebleven. Het Voorlichtingsbureau voor de Voeding, dat onlangs een vouwblad aan reformprodukten heeft gewijd, wijst er op dat dikwijls een overdreven waarde aan bepaalde "volwaardige" produkte ten wordt toegekend. Bovendien biedt biologisch-dynamisch gekweek te groenten geen garantie voor de totale afwezigheid van chemische bestrijdingsmiddelen en tenslotte worden de produkten door het Voorlichtingsbureau "nogal duur" genoemd. Triest Wolfgang Reurik zegt daarover: X Trieste is dat ons milieu op het ogenblik zo is vervuild, dat er altijd bepaalde resten van chemische stoffen in het slootwater kunnen zitten, waarmee bij biologisch-dyna- mische bedrijven wordt gesproeid. En zelfs bedrijven, die een stapje verder gaan, en alleen m^ar regenwater gebruiken, komen soms tot de pijnlijke ontdekking, dat zelfs dat water is vervuild. Maar de consumenten hebben bij een re formwinkel wel de garantie dat er ook werkelijk biologisch-dynamisch geteelde groente en fruit wordt verkocht als er in de etalage een jaarbordje met het gedeponeerde handelsmerk "Demeter" en "Bio- dyn" staat. En wat tte prijzen betreft moeten de consumenten er eenvoudig rekening mee houden, dat het reformbedrijf arbeidsintensief is en verreweg de meeste produkten uit het buitenland moeten worden geïmporteerd", al dus de NVR-secretaris. Sinikka Heino woont al zes jaar in Nederland. Maar ze is al die tijd zich zelf gebleven en draagt het liefst folklorekleren ge- inspireerd op de favoriete klederdracht van haar geboortedorp je, nog geen tien kilometer van de Russische grens. Dit sim pele truitje van ongebleekt katoen veranderde ze in een feestelijke creatie door het naar een voorbeeld van een Finse naaldkunstenares met roze en parelmoerkleurige en daar naast met donkerblauwe en paarse bessentrosjes te laten bor duren. Trosjes die werden afgewerkt met olijfgroene blaadjes. Wel een heel werk, maar een geweldig idee voor vrouwen, die tegen kerstmis, voor weinig geld, feestelijk voor de dag willen komen. Meer erkenning voor een oeroud beroep. Dat is de taak die de pas opgerichte Nederlandse Organisatie voor Verloskundigen zich heeft gesteld. Mevrouw N. Lugtenburg, een van de twee voorzitters van de gloednieuwe bond: „Ik heb wel eens het gevoel dat een vroedvrouw als iets ouderwets wordt beschouwd". In Nederland zijn er ongeveer 800 "aangesloten" vroedvrouwen. Tot voor kort wanen die gescheiden in Roomskatholieken en niet-Rooms- katholieken. De besturen van de beide verenigingen vonden dat steeds lastiger en besloten tot een fusie. Meer erkenning voor de vroedvrouw, wat houdt dat in? Mevrouw Lugtenburg: „De honorering van de vroedvrouw is niet in overeenstem ming met de zorg die ze verleent. Volgens de huidige norm krijgt ze per bevalling 326 gulden. Dat lijkt misschien niet gek, maar Je moet het eens uitrekenen. Voor dat bedrag ontvangt ze de vrouw in kwestie een aantal malen op haar spreekuur, begeleidt ze de hele zwangerschap, geeft ze adviezen, maakt ze thuis be zoeken, helpt ze het kind op de wereld, komt ze tot tien dagen na de bevalling nog dagelijks even kijken hoe alles loopt en zes weken na de geboorte is er dan nog de laatste controle". De organisatie bepleit een speciale salarisschaal voor verloskundigen. Nu vallen ze nog onder het verplegend personeel. „Wij vinden dal zeer onterecht", reageert me vrouw Lugtenburg. „Het verplegend personeel handelt in opdracht van artsen. Wij zijn opgeleid om zelf medische beslissingen te nemen". Vroedvrouwen nemen Jaarlijks 35 tot 40 procent van alle bevallingen voor hun rekening. Dit percentage is sinds de oorlog min of meer gelijk gebleven. Door de tendens naar kleinere gezinnen is het totale aantal in cijfers gedaald. Hoewel er, vergeleken bij vroeger, meer aan dacht wordt besteed aan de kraamvrouw en haar kind, is de spoeling toch wat dun geworden. De vroedvrouwen zoeken dan ook naar wegen om hun arbeidsterrein uit te breiden. De organisatie vindt dat de mogelijkheden om verloskundigen in ziekenhuizen een bevalling te laten begeleiden moeten worden uitge breid. Vooral in het Zuiden van het land staan veel ziekenhuizen dit niet toe. Verloskundigen kunnen de aanstaande moeder die zich aan haar zorgen heeft toevertrouwd, wel laten opnemen, maar moeten de bevalling overlaten aan de gynaeco loog, waardoor de kosten onnodig hoog worden. Poliklinische bevallin gen en de zg. „short-stay" bevallin gen (vrij snel weer naar huis) zouden moeten gelden als „verplaat ste thuisbevallingen", zo meent de organisatie. Naast het zuivere verloskundige werk kan de vroedvrouw echter ook heel goed ingeschakeld worden bij de voorlichting over geboortebeper king en het onderzoek naar baarmoederkanker. SAMENSTELLING HENRIETTE V.D. HOEVEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 21