.Monument dan
maar twee keer
onthullen...'
Karei Jansen (37)
levert de
,bruine café's'
op bestelling
m
Vergeten oud-Koreastrijders
na vijfentwintig jaar:
ZATERDAG 6 DECEMBER 1975
PAGINA 15
Door
Karei Jansen aan de toog
van een van zijn -bruine H. J. Oolbekklük
Je belt bijvoorbeeld Karei Jansen
dus op en zegt dat het om een
bruin café gaat. Hij komt het je
thuisbezorgen en timmert in een
week een bejaard interteurtje dat
niet van echt te onderscheiden is.
Alleen de oude kereltjes die
pittoresk in een hoekje hun liefde
aan de jenever belijden levert hij er
(nog) niet bij, maar hij lijkt me het
driftig 'soort zakenman dat, op
verzoek van een beginnend kaste
lein. desnoods een bejaardentehuis
zou leegroven om de eerste stoot tot
een schilderachtige clièntele te
.geven.
Maar voorlopig overheerst de vraag:
wat is een bruin café?
Karei Jansen (37) die op het
industrieterrein van Rijssen in
Overijssel een fabrfck heeft waar
uitsluitend voor het horecawezen
bestemd meubilair wordt vervaar
digd. heeft een definitie, maar
betwijfeld kan worden of het de
definitieve definitie is.
Hij zegt: „Het moet een leuke
ruimte zijn waar de deur voor
iedereen openstaat. Maar de kaste
lein moet 't maken, want als dat een
droge lui is krijg je toch de tent
niet vol. Er moet een warme,
gezellige sfeer heersen".
Het is niet toereikend, want er zijn
mensen die het uit de muur eten
van een frikandél al een warme,
gezellige bezigheid vinden Gn de
deur van zo'n automatiek staat ook
voor iedereen open. Het gaat
natuurlijk veel verder te
verdedigen valt de stelling dat een
bruin café niet gemaakt kan worden
maar moet groeien. ,3ruin" is ook
geen kwaliteitsgarantie, meer een
gemoedstoestand, een door de
e'euwen geadelde sfeer van welbevin
den aan een door duizenden
ellebogen op glans gebrachte en
door tienduizenden glaasjes ingevre
ten toog.
Bolwerken
Amsterdam, Groningen en Maas
tricht zijn onbetwist de vaderlandse
bolwerken van het bruine café zoals
dat op voornoemde wijze tot
wasdom is gekomen: generaties
fijnproevers en zuiplappen hebben
er hun voetstappen in het zand op
de houten vloer laten liggen, de
vliegenpoep op de grote spiegel
achter de bar wordt in ere gehouden
en een werkster die zou trachten de
uitwerpselen in een uitbarsting van
properheid te verwijderen kan op
ontslag met terugwerkende kracht
rekenen.
Krijg je nou hetzelfde effect als je
pas op, in een week een kroeg
schept die het van nabootsing moet
hebben? Zo'n café lijkt bruin, maar
is het ook bruin? Voorlopig moeten
we er toch maar van uitgaan dat de
bruine sfeer wordt aangedragen
door het volk dat de kroeg bezoekt.
Wat merk je dan op een fletse
regenmiddag in Almelo. waar
Jansen vorig jaar een bruine kroeg
heeft opgeleverd?
Een jaar geleden was het nog het
woonhuis van een bejaard echtpaar
dat naar een tehuis werd afgevoerd.
Karei Jansen heeft er vervolgens
een nieuw-oude lambrizering in
getimmerd, een echt oud buffet
tegen de muur gezet, een melange
van nieuw-oude en echt oude
tafeltjes en stoelen geplaatst en een
vloer van splinternieuwe planken
gelegd.
Die vloer werd geprepareerd en met
zand bestrooid om het snelle slijten
te bevorderen en, inderdaad, na een
jaar vertonen de planken reeds h'et
patina van een kroeg waar
miljoènen al dan niet wankele
schreden hebben gezorgd voor de
sleetse plekken die onontbeerlijk
zijn voor het bruin drinken van een
borrel. Maar is het daardoor een
bruine kroeg geworden?
Deze middag zijn het voornamelijk
scholieren die zacht pratend een
pilsje drinken en cfón sigaretje
draaien uit de potten met shag die
attent op de tafeltjes staan. Bij het
raam zit een ventje op jaren achter
een kruidenbitter op Twentse wijze
de vereiste stoffering van een bruine
kroeg te wezen, maar het is een rol
dte hem aanzienlijk minder goed
afgaat dan de habitues van jaren
her in Hoppe of In den ouden
Vogelstruys. Het lijkt duidelijk: wat
elders in eeuwen ontstaan is kan
hier niet in een jaar samengeperst
worden.
Toch meer
Maar toch stijgt het aantal „bruine"
café's in Nederland in rappe vaart.
Karei Jansen levert per week zeker
een café of restaurant op én een
keer per maand een kroeg in bruine
sfeer. Horeca Nederland klaagt dat
het slecht gaat: van de 29.000 „echte"
horecabedrijven zou een kwart
moeten sneuvelen door de aanstaan
de accijnsverhoging op dranken van
32 procent, tewijl ook de 16 procent
BTW gevoeld wordt als de dood
voor d'e bierpomp. Maar Karei
Jansen hoor je niet klagen, want in
zijn immense showroom in Rijssen
prijkt op menig oud buffet of ander
cafémeubel een plakkertje met de
melding Verkocht.
De voorzitter van Horeca Nederland,
T. H. Osse, heeft al laten weten dat
wij met ons allen 78 procent van de
genuttigde alcoholica thuis naar de
mond tillen en dat dit percentage
na de door de accijnsverhoging
onvermijdelijke prijsstijging tot 84
zal oplopen. Ach en wee, maar
Jansen stuift het hele land door om
zijn kroegen in te richten.
Handelt je
Een gevulde man die zelf van bier
houdt maar mineraalwater drinkt
omdat het embonpoint zijn zorgvul
dig gesneden kostuum in de weg is
gaan zitten. Vorige week was hij
nog even in Amerika om daar een
partijtje curiosa te slijten die Ye
Olde Europe moeten aanbrengen in
zojuist uit de grond gestampte
restaurants en bars export van
nostalgie, het bruine café in Salt
Lake City, instant-ouderdom in het
nieuwe land. Nee, Karei Jansen
hoor je niet klagen.
Dertien jaar geleden was hij nog
bedrijf deider in een meubelfabriek.
„Ik ben toen voor mezelf begonnen
met een handeltje in van dte
knopstoelen. Ik liet ze draaien door
een meubelmaker, mijn vrouw
beitste ze en ik bracht ze zelf weg,
ei> als ik er in een week twintig had
verkocht dacht ik dat ik rijk was.
Toen zag ik die nosialgiegolf
aankomen en ik ben er andere
dingen bij gaan doen. Dat is
gegroeid als een gek en nu heb ik
mijn eigen meubelmakerij en mijn
eigen smederij en als iemand
duizend stoelen wil bestellen heeft
hij ze morgen in huis".
In zijn opslagplaats staat het
cafémeubilair opgestapeld, onder
meer zo'n 1800 ronde barkrukken.
Een imposante aanblik, vooral als je
j*e er de 3600 billen bij kunt denken
van dorstige mensen die het glas
pas kunnen heffen in een rustieke
omgeving.
Voor zo'n duizend tot twaalfhonderd
gulden kunt u bij Jansen een
ouderwetse bierpomp weghalen en
voor vijfentwintighonderd gulden
hebt u al een aardige toog met
spoelbak van, pak weg, tachtig jaar
oud. Toen d'e Parijse Markthallen
werden afgebroken vond hij er een
partij lampekappen van koper en
groen-wit email die het, voor 225
gulden, heel aardig doen boven het
biljart.
Rustiek
Overigens is het niet de bedoeling
geheel Nederland vol te bouwen met
bruine café's Jansen gaat rustig
ook op de oud-hollandse of rustieke
toer en laat daartoe in eigen beheer
tafels, stoelen, lampen en balken
vervaardigen die in de werkplaats
een oud jasje krijgen aangemeten.
Maar wel is alles van eerlijk hout
en snteedwerk, want kunststoffen
kun je wel bruin schilderen maar
niet bruin maken. Men kan
daarnaast ook bij hem terecht voor
een oude zwengelgrammofoon, een
brandspuit, pianola, de huif van een
huifkar ter bevordering van amou
reus gedrag in de kroeg en nog tal
van voorwerpen die onder de
noemer curiositeiten vallen waarmee
een caféhouder en dat is iets
anders dan een kastelein zijn
etablissement denkt te verfraaien.
Met de bruine kroeg hebben die
hooivorken, kruiwagens en koolzaad
persen natuurlijk niets meer te
maken; hier zijn we terecht
gekomen bij de rustieke sfeer waar
toch nog heel wat mensen van
blijken te houden. Jansen vindt het
zelf ook wel mooi, zo'n wagenwiel
aan de muur, maar echt lekker voelt
hij zich pas als het de bruine kant
moet opgaan. En zijn zin voor
details valt. af te lezen aan het feit
dat wanneer hij een compleet
„bruin" interieur aanbiedt, het zakje
zand voor op de vloer niet wordt
vergeten.
In oktober 1950 vertrokken de het Noorden te bestrijden. Dat is hoogleraar in de japanologie F. dan zestig man volgend ]aar
eerste vrijwilligers van het Ne- vijfentwintig jaar geleden en kor- Vos is met een twintigtal andere maart naar Korea. Hij vindt de
derlands Detachement van de telings werd in Zuid-Korea een oud-strijders naar Korea geweest reisgroep van prof. Vos waarde-
Verenigde Naties, na inspectie monument onthuld voor de 3972 en woonde de onthulling van het loze kerels" en zal aan de Zuid
door Drees senior, naar Zuid-Ko- Nederlandse vrijwilligers, en wer- monument bij. De eveneens Leid- koreaanse president Park vragen
rea om daar samen met achttien den in Den Bosch en Den Haag se oud-strijder Claproth, die de of deze het monument voor zijn
andere staten de communisten uit reünies gehouden. De Leidse reünie in Den Haag organiseer- groep opnieuw wil onthullen.
de, gaat met een groep van meer
Deze foto maakte prof. Vos bij
de onthulling van het monument
dat in Zuid-Korea is opgericht om
de Nederlandse strijders in de
Koreaanse oorlog te gedenken. De
gestileerde molen is zestien me
ter hoog; op het bouwwerk is de
Nederlandse vlag aangebracht en
een bronzen plaquette. Het stand
beeld van de soldaat is meer dan
vier meter hoog. Het geheel kost
te een kwart miljoen gulden.
Professor F. Vos
Door
Tom Maas
LEIDEN Met genoegen kijkt prof. Vos terug op de door hem georganiseerde Korea-reis
terwijl hij J. E. Claproth alle lof toezwaait voor de geslaagde reünie in Den Haag. Wat hem be
vreemdt is dat de pers geen enkele aandacht aan de herdenkingen heeft besteed. En in een brief
over zijn Koreaanse reis schrijft hij dat de regering "een ontegenzeglijk fraaie plaquette (van
echt brons!)" heeft gezonden, maar zich verder gedistantieerd heeft van het gebeuren. Verbol
gen wijst hij erop dat niemand van Defensie of Buitenlandse Zaken aanwezig was; ook niet
toen de groep door president Park ontvangen we rd.
Niet alleen heeft de groep van 23
personen de onthulling van hët
monument in Hoengsong meege
maakt, ook de Nationale Legerdag,
die wordt gehouden om de oprich
ting van de republiek te vieren,
woonde men bij. De reis, die 2700
gulden kostte, voerde de groep naar
allerlei bekende plaatsen in Zuid-
Korea. „De grootste verrassing was,
dat het land zo prachtig opgebouwd
was. Na de oorlog was het een
grote woestenij, maar nu zijn er
goede wegen. De steden zien er wes
ters uit, met grote hotels en wol
kenkrabbers; in Seoul is vorig jaar
ook een ondergrondse gekomen".
„De sentimenten om naar Korea
te gaan waren van persoon tot per
soon verschillend. Sommigen gin
gen om bekende plaatsen en perso
nen weer te zien, anderen gingen
naar het graf van familie of ken
nissen om er boeketjes neer te leg
gen. We ontmoetten ook vrij veel
Koreanen die toendertijd hebben
meegevochten met de Nederlanders.
Een van de Koreanen herkende een
Nederlander als de „Bolle".
„Bij president Park kwamen ver
tegenwoordigers die gestuurd wa
ren door alle landen die meegevoch
ten hebben. Alleen was er geen
Nederlandse delegatie; daar werd
onze groep toen voor aangezien.
We werden in groepen ingedeeld,
de Benelux tezamen met Zweden,
de Gemenebest, Amerika enzovoort,
Die groepen werden stuk voor stuk
toegesproken door Park, dat duur
de ruim twee uur.' Er was een an
dere receptie bij de eerste minister
met dans en muziek, en daarna
een uitgebreid banket".
„Bij de parade op de Nationale
Legerdag spraken we met buiten
landers die hun verbazing erover
uitspraken dat er geen officiële
Nederlandse delegatie was".
In de Koning Willem I-kazerne
waren vrijdagmiddag 24 oktober
ongeveer vierhonderd mensen sa
mengekomen voor de herdenking;
het intreden der vaandels, de toe
spraken, de taptoe, de minuut stil
te en het uittreden der vaandels.
Er werden kransen gelegd door de
oud-strijders en door de Zuidko-
reaanse ambassadeur W. B. Choi
voor de 118 Nederlanders die in
Korea gesneuveld zijn.
Daarna stond er een dampende
nasimaaltijd klaar. Er werd ook
een dokumentaire vertoond die was
samengesteld uit velerlei filmma
teriaal. Er waren de bekende beel
den van stromen vluchtelingen,
waarbij de mensen op de daken van
de treinen zaten.
Was de reünie in Den Bosch
meer een officiële herdenking, in
Den Haag ging het de volgende
dag vooral om de gezelligheid. Pro
fessor Vos, zichtbaar nagenietend
van al deze Koreamanifestaties,
had gedacht dat de pers op zijn
minst uit sensatiezucht aanwezig
zou zijn.
In zijn brief over de reis sugge
reert hij omtrent de geringe be
langstelling: „Wellicht om de Chi
nese Volksrepubliek, die zo gaarne
onze parlementariërs onthaalt, niet
te kwetsen?" Want alles is onopge
merkt voorbijgegaan.
De reünie dn Den Haag vond plaats
in de Carousselzaal, de foyer, de
Prins Willem-Alexanderzaal en de
Sweelinckzaal. Onder de aanwezi
gen waren de ambassadeurs van
verschillende landen die meege
vochten hebben in Korea, zoals Bel
gië, Frankrijk, Engeland en Zuid-
Afrika en de plaatsvervangend
chef van de generale staf. Nadat
een ieder aangekomen was, kon
men genieten van, wat organisator
Claproth noemt, „een lopende
lunch". De gezelligheid werd afge
wisseld met twee films van de oor
logsgravenstichting; de ene film
ging over de begraafplaats van o-
verste Den Ouden, de andere film,
Defence of Freedom, vergeleek het
Korea uit de oorlog met het Korea
van nu, en liet vele begraafplaat
sen zien.
Na de twee minuten stilte en di
verse toespraken trad een klassie
ke Koreaanse muziekgroep op met
dans. Ook in Den Haag stond een
dampende nasimaaltijd klaar.
De avond werd doorgebracht met
dansen onder de klanken van de
Koninklijke Militaire Kapel en het
tamboerkorps.
Organisator Claproth, die vanaf
december vorig jaar met de organi
satie bezig is geweest, is zeer te
vreden over het verloop en vertelt
dat hij vanuit het hele land dank
bare reacties heeft ontvangen.
Naast kraampjes met Koreaanse
souvenirs, herdenkingstegeltjes, en
lectuur van de Zuidkoreaanse Am
bassade, kon men ook inschrijven
voor de Koreareis die J. E. Clap
roth samen met het reisbureau Re-
buro-Datema organiseert: 10 dagen
voor 2200 gulden. Trots vertelt de
oud-strijder dat de regering van
Korea een week lang het hotel zal
betalen en een aantal excursies.
Tot nu toe hebben vijfenzestig
mensen ingeschreven, waaronder
John Bluming, oud-Koreastrijder
en vechtsportspecialist, die ook het
Congresgebouw in Den Haag be
taald heeft.
Om nabestaanden en invaliden in
staat te stellen naar Korea mee te
gaan wil Claproth het geld opei
sen dat de vrijwilligers in Korea
afstonden ten bate van het we
duwen- en wezenfonds; het toenma
lige bedrag van 65.000 gulden is
ondergebracht bij het Prins Bern-
hardfonds. Claproth vraagt zich af
wat er neg van het geld over is en
wat de generaal die het destijds be
heerde ermee gedaan heeft.
Als het aan de ijverige organisa
tor Claproth ligt, komt er over vijf
Jaar weer 'n nieuwe reünie. Om de
continuïteit te waarborgen zal er
waarschijnlijk een stichting van
oud-strijders worden opgericht.
Maar of het allemaal zo soepel
zal lopen is de vraag. Want prof.
Vos, zegt nu wel allerlei vriende
lijke dingen over zijn toenmalige
medestrijder Claproth, deze laat
ste is nog steeds zeer boos op de
hoogleraar en „zijn hap".
"Dat zijn waardeloze krels in on
ze ogen, die deden in Korea alsof
zij een officiële delegatie waren met
cte onthulling van dat monument;
wij zullen bij de Zuidkoreaanse
regering aanvragen of het monu
ment opnieuw onthuld wordt".
Professor Vos op zijn beurt ver
telt dat Claproth geprobeerd heeft
mensen ervan af te houden met
hem mee te reizen. Hij zou men
sen hebben opgebeld met medede
lingen dat er maar drie Koreagan-
gers waren. Ook zou Claproth, vol
gens Vos. vage beloftes hebben ge
daan over een reis die veel goed
koper zou zijn. Toen het gezel
schap van Vos met het vliegtuig
vertrok voor de reis, die in samen
werking met Neckermann georgani
seerd was, vanaf Schiphol, stond
Claproth, zo vertelde Vos, te tellen
hoeveel mensen er meegingen.
Glunderend: "Maar 'al die mani
festaties die wij meemaakten wa
ren maar eenmalig, die zal het ge
zelschap van de heer Claproth moe
ten missen".