Forest City: waanzin van de overvloed Geluidsapparatuur davert door het halfsteensmuurtje LEZERS SCHRIJVEN Er zit veel onschuld in hel kapitalisme ZATERDAG 22 NOVEMBER 1975 EXTRA PAOINA 19 MAX DENDERMONDE Het centrum van Forest City, in lowa, wordt nog steeds be- heerst door het beeld van graansilo's. Tot ongeveer 1965 was Forest City een klein, luizig landbouw- stadje (2500 toen), zoals er zeker honderd zijn in lowa, en ze ker ettelijke duizenden in de hele USA. In het begin van de ja ren zeventig was de situatie dusdanig veranderd, dat grote stro men journalisten naar Forest City trokken: de ogen van de hele natie, en vooral die van Wall Street, waren gericht op dit kleine gat, dat het plotseling gemaakt had. In een paar jaar was een kleine dertig man een tandarts, wat winkeliers, een kran- teneigenaartje, een bouwondernemer, maar ook een heel stel arme donders van doodgewone, voorzichige burgers getrans formeerd tot ietwat verloren voorzichige miljonairs, die nog niet wisten wat hun grootste vreugde zou moeten wezen, maar die wel wisten wat hun grootste zorg was: het mogelijke kidnappen van hun kinderen. Nooit had iemand in Forest City zijn deur op het nachtslot gedaan. Dat was onfatsoenlijk, een belediging voor de buren. Maar nu sloot men zelf? zijn auto af. Dat is thans niet meer zo. De grote „boom" is voorbij. En wel voornamelijk door het Arabische olie-embargo van eind 1973. Want Forest City is rijk geworden door de massaproduktie van een Qnotorhome", een krankzinnig luxe, benzineverslindend voertuig, dat helemaal in overeenstemming was met de algemene Amerikaanse opvatting uit. het eind van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig, namelijk: dat de welvaart oneindig is. De overvloed was er voor goed en eeuwig. Althans voor allen die de centjes bezitten. Het optimale gemak was er om de mens te dienen. Het idiote is, dat velen dat feitelijk nog altijd denken: Of willen denken. In hun ogen was het olie-embargo niet alleen een smerige streek van [de Arabieren, maar waren ook de Amerikaanse oliemaatschappijen in jhet complot betrokken om de burgers de stuipen op het lijf te Ijagen, en daarna de centen uit de zak. Je hoort overal in Amerika roepen dat er olie zat is. Is men niet 'overal bezig om nieuwe [voorraden aan te boren? Als men dan voorzichtig oppert, dat er toch eens een einde moet komen aan de j stroom van het vloeibare goud, I noemt men je een Europese j pessimist, een cynisch heerschap. Mais Wanneer je eind oktober vanuit het oneindige industriegebied achter Chicago in Forest City komt, en het I is droog weer, dan staat op vele delen van het heuvelachtige land de gele mais nog ritselend rechtop. En het is mais zover het oog reikt, j Mais, mais, mais. Of het is mais geweest, en je ziet stoppelvelden, waarin men honderden zwarte koeien heeft losgelaten om de resten te laten wegvreten. Ook zie je dikwijls op zwarte, volkomen kaalgewoelde heuvels, een geweldige zooi dikke varkens, die in verplaats bare, V-vormige huisjes onderdak vinden. Waar het land voldoende is kaalgevreten, worden de akkers omgeploegd tot prachtige, zwarte lappen die intrigerend afsteken tegen de dorre, ritselende velden met de boomrijke boerderijen daarin, en met een rode of groene oogstmachine, die langzaam door de velden rijdt, zich volzuigend met maïskolven, en die zijn lading als een dikke, oranje fontein in de container spuit, u Een rijk land dus, lowa, en er valt veel goeds over te vertellen. Zijn educatieve systeem bijvoorbeeld is hoog ontwikkeld en is bedoeld voor iedereen. lowa heeft buitengewoon weinig analfabeten, en zeer veel hoger geschoolden. Forest City (nu bijna 5000 inwoners) is een landbouwstadje: het silhouet van de graansilo's overheerst nog steeds het kleine, gesloten centrum. De lui uit lowa die er moeten wonen, zijn in vele opzichten niet slecht af, want de stad functioneert nog precies even gesmeerd op zijn minst als twintig, dertig, veertig jaar geleden. Er is weliswaar maar één restaurant, dat van Edward Gan non, maar daar voel je je dan ook gauw thuis. Het leven Omdat ze daar vlug zijn met de vraag waar je vandaan komt de vreemdeling loopt dadelijk in de kijkerd is het daar bij Gannon na twee of drie dagen al: „Ha die Max!", en „Ha, die Eddy!" Allemaal ouwe jongens. Want iedereen komt op het lunchuur eten bij Eddy Gannon, en iedereen spreekt elkaar daar. Bij Eddy beginnen en eindigen de verhalen, hij is een soort Mindy's op het Broadway van Forest City. En omdat Eddy nog nieuwsgieriger is dan wie ook, moest hij' weten wat ik kwam doen in Forest City. Hij had het natuurlijk al lang gehoord, want hij stelde de vraag monkelend. Maar zijn gezicht betrok toen ik zei: „Ik kom hier om te schrijven over de opkomst en neergang van Winnebago". Hij keek me woedend aan en snoof: „Wat neergang?! De koers is al tijden stabiel!" Ik wist toen zeker dat ook hij een aandeelhouder was. Want hij loopt rond in die zaak of hij het doet om maar iets leuks om handen te hebben. Wat zou hij anders moeten doen? Zoals alle mensen in Forest City zit hij aan zijn stadje gebakken. De meerderheid ziet het als een onmogelijkheid om op te breken en om zich elders te vestigen. Forest City: dat is Het In de jaren vijftig ging het Forest City niet geweldig voor de wind: de mensen begonnen van het boeren land weg te trekken, en kwamen als werklozen .naar het stadje. Of: wat misschien erger was: ze verlieten de omringende county's en verhuisden meestal tegen hun zin dus naar Des Moines, de hoofdstad, of naar Council Bluffs, naar overal waar de industrie arbeid bood. De wederverkopers van landbouw- machinerieën voeren wel bij de evolutie. Maar het overgrote deel van de kleine middenstand in Forest City begon het verlies aan koperspotentieel te merken, en vreesde de toekomst. Men riep een „Forest City Development Commis sion" in het leven, en men overwoog allerlei mogelijkheden. John Han son, die meubels en lijkkisten verkocht, en dientengevolge ook Hanson, de zoon van de grondvester, was een heldere man met een kaal hoofd en een zwarte baard. Hij geloofde wel, dat veel Amerikanen zich in de toekomst kleinere auto's zouden aanschaffen, maar hij geloofde niet dat de oplopende prijs van benzine Winnebago in de naaste toekomst zou bedreigen. De zaak is, zei hij, dat geld een heel betrekkelijke rol speelt. De mensen die dit dure product kopen, doen het omdat ze het leuk vinden en er toevallig de bankrekening voor hebben. Ze gebruiken allerlei economische motieven, maar een werkelijke kostenberekening maken ze niet. Wij hebben een studie laten maken, zei hij, en wij weten nu dat we pas in moeilijkheden komen als de prijs van de benzine twee dollar per gallon wordt, dat is dus meer dan drie keer zoveel als hij nu is. Wat dat betreft kunnen we nc;.. een poosje voort. En als het nodig is, begint onze regering een spoednro- gramma. Wij Amerikanen waren in staat de atoombom te maken, in een verbazend korte tijd. We konden binnen een paar jaar de maan bereiken, levend en wel. We zullen ook de mogelijkheid vinden om met allerlei nieuwe vormen van energie te komen. Ook heel handzame vormen, zulke, waarmee je auto's kunt aandrijven. Want de auto, dia zal blijven. En het motorhome eveneens. Ze zijn natuurlijke dingen voor ons geworden. En eigenlijk staan we nog maar aan het begin. We gaan een heel grote toekomst tegemoet, geloof het maar. Welis waar produceren we momenteel niet meer dan tweehonderd motorhomes per week, maar de trend loopt goed op en we nemen nieuw personeel aan. We maken kleinere motorho mes, zeker. Maar ook grotere, "n veel luxere dan ooit zelfs. We proberen de vraag van morgen te peilen en daarnaar te handelen. Wat de markt wil, dat maken wij. Precies zo eenvoudig is dat, en niet anders. Men maakt wat de markt wil. En wat moet je eigenlijk ook als je zo'n verschrikkelijk grote fabriek hebt? En wanneer meer dan drieduizend werknemers afhankeliik van je zijn? Met tweehonderd motorhomes is Winnebago aan de grens van zijn rentabiliteit. Als de productielijnen nog langzamer moe ten werken, gaat zo'n grote fabriek met verlies draaien. Forester daar entegen, een puur assemblage bedrijf, kan tot betrekkelijk lage produktie- cijfers dalen. De rode getallen komen daar veel minder snel. Het is al eind november als ik Forest City, en later lowa verlaat. Nog altijd rijden de zware containers naar de gouden bergen naast de spoorlijn, om nieuwe overvloed te storten. Het is het land van de boerderij, het dorp, de kleine stad, het land van een stevig tehuis. Van vijftig weken werken. En van grote rijkdom. Luxe? Dat is maar heel betrekkelijk. Wat betaalbaar is, kan worden gekocht. Het is een zeer eenvoudige wet. En als je door die velden rijdt, en langs die spoorbanen,- dan denk je: „Er zit veel onschuld in het kapitalisme". Een mooie zin. en natuurlijk weet ik niet wat ik er mee aan moet. Misschien zou Frank Rotta hem bobben versleten voor de opmerking van een cynisch heer schap. Maar zo'n zin is niks anders als een losse flodder uit de pen van een bezorgde, gekke Europeaan. aanspreker en begrafenisondernemer was, opperde het plan om een caravanindustrie te interesseren voor een vestiging in hun stad. Hanson was een hele merkwaardige, snelle kerel, die altijd op stunt uit was. Als het niet anders kon verkocht hij bankstellen voor zoveel varkens en een koe. Uit hoofde van zijn beroep kende hij zijn stadje door en door. Hij keek in de diepte van elke beurs, van elke ziel. Hij was een handelsman met grote mensenkennis en met een merk waardig gevoel voor de tijd. Te vroeg Wat de caravanindustrie betrof: feitelijk kwam Hanson te vroeg met het plan. Weliswaar waren er al een vijf- of zeshonderd industrietjes in de V.S. die een aardige boterham verdienden in het vervaardigen van deze recreatieve voertuigen. Maar de toename in de aankoop van caravans was aan het eind van de jaren vijftig veel minder groot dan Hanson had verwacht. En zeker in zijn eigen afzetgebied, lowa, bleven de verwachtingen beneden peil. De vestiging van een Californische fabriek in Forest City werd dan ook na een half jaar gesloten. Op aandringen van twee caravan- technici uit Californjë die werkloos geworden waren, en die volledige kennis van zaken hadden, begon de burgemeester, Roy Schram, daarna op eigen houtje een caravanindus- trietje, Forester genoemd. Als Óhevroletdealer wist hij hoe hij dingen op wielen aan de man moest brengen, en hij ving het hele zaakje aan als een aardigheidje, om iets te doen te hebben voor zijn gepensio neerde jaren. Hanson daarentegen kocht tezelfdertijd de failliete boedel van de Californische vestiging op en beperkte vervoerbaarheid lagere kostprijs van het beestje beperkt tot he Maar Schram bedrijfje met ee had kunnen dromen als spel zijn latere jaren. Voor iemand uit Europa die in 1967 naar Amerika kwam, was zo'n Winnebago-woonbus het uiterste einde van alle luxe mogelijkheden. Je kon achter het stuur gaan zitten, rijden waarheen je wou, een •kippetje in de oven schuiven wanneer je dat wou, een bad nemen, op elke plek je televisie aanzetten (want je „huis" had een automati sche generator), je kon Je mobiele motorwoning warm maken, of koud maken, je kon naar de w.c. gaan vlak voor het Witte Huis zonder dat de politie daar notie van had, kortom je was volkomen onafhan kelijk van de wereld, en toch leefde je dus van alle gemakken voorzien. Tenminste wanneer je inderdaad zo'n ding bezat. Van Lotje Het aantal vrouwen dat bij Winnebago werkt is opvallend groot. Wordt daar op het platteland van lowa zo wei nig gepraat over de emanci patie, omdat die daar als het ware vanzelf gaat? begon de mensen in Fgrest City warm te maken voor het nemen van aandelen in zijn caravanfabriek. Want terwijl Schram alles op kleine schaal hield, tendeerde Hanson voortdurend naar het grootse, en keer op keer raakte hij in moeilijkheden. De faillissementen stonden onophoudelijk voor de deur. Maar in 1964 brak er brand uit in zijn bedrijf, en bleef er zo goed als niets over, behalve een fikse assurantiesom. Toen sloeg Hanson zijn grote slag. Hij bedacht verschillende dingen tegelijk. In de eerste plaats besloot hij om zich te concentreren op de vervaardiging van grote, dure motorhomes. Dat zijn, heel eenvou dig gezegd, vrachtauto-chassis met een gemeubileerde flat erop. De concurrentie in die sector was op een hand te tellen, en Je kon al gauw iets beters maken dan er was, vond Hanson. Toen de eerste Winnebago's in 1965 van de band kwamen, begon juist de grote vraag die Hanson al zo lang had voorzien. Reeds in 1967 kon Winnebago Industries niet genoeg van die motorkastelen bouwen. In Forest City was het uitbreiding op uitbreiding, en Hanson lag geweldig in de voorhand bij zijn concurren ten. Hij was hun met zijn ruime opzet jaren voor. Ook wat betreft zijn product zelf, waarin hij nieuwe, zeer afdoende constructies toepaste was hij nummer een. Evenwel: elke uitbreiding vrat grote kapitalen, en Hanson pakte iedereen die hij tegenkwam de tandarts, de kruidenier, de krantendrukker bij zijn jasje om hem voor duizend dollar een aandeeltje te verkopen. Hij wist zelfs een groot deel van zijn arbeiders enthousiast te maken en vele jonge werknemers leenden Wonder In 1971 was Winnebago het wonder van Amerika. Men produceerde per week zeshonderd luxe flats op wielen, en soms kwamen van heinde en ver de dealers ze zelf halen:de vraag overtrof verre het «aanbod. En de aandelen stegen (soms met heel merkwaardige inzinkingen) tot een krankzinnige hoogte. Want het bedrijf was zeer winstgevend, niet enkel vanwege de uitgekookte assemblagetechnieken, maar ook omdat men in eigen bedrijf zoveel mogelijk alles zelf maakte, hetgeen ook heel nieuw was in die sector van de industrie. Men maakte het volledige meubilair, ook de matras sen, de kussens etc.; men vervaar digde de watertanks, de afvaltanks voor gootsteenwater en voor de w.c., men maakte de douchecellen, de badkuipen, het materiaal voor de wanden, de vloeren en het dak, de plastic leidingen. Men produceerde zowat alles behalve de w.c.-potten, de centrale verwarming, het heetwa- tersysteem, het gasfornuis, de microwave-oven, de koelkast met vriezer, en de airconditioning. Voortdurend gingen de uitbreidingen bij Winnebago Industries door, en spoedig besloegen ze al vele malen de oppervlakte van de stad zelf. Er werkten in de eerste jaren van het nieuwe decennium vijfduizend men sen bij Winnebago. Het industrietje van de burgemeester deed het ondertussen kalmpjes aan en deelde vreugdevol in de eveneens stijgende vraag naar traditionele caravans, waarvan zo'n zeshonderd fabriekjes over al de Staten van Amerika een flinke kruimel meenamen. De afzet van Forester bleef door de Maar je moest wel een beetje van Lotje wezen om zo'n ding te willen hebben: zo'n motorhome was krank zinnig duur aan benzine. Wanneer je drie kilometer uit een liter haalde, dan was Je een bollebof. Desondanks zag je voortdurend meer van die dingen op de weg, onbegrijpelijk, elk jaar rees de stroom. En de bezorgde Europeaan dacht: dit kan niet zo doorgaan. Er moet een einde komen aan die verspilling. Die Amerikanen krijgen nog es het lid op de neus. Eenvoudig omdat ze zich niet willen gewennen aan kleinere voertuigen. Maar blijkbaar kon het niet op. Dikwijls zag je Winnebago's die een personenauto voorttrokken, als een Rijnaak een roeibootje. Want het is natuurlijk onhandig om voor een pakje sigaretten met je woning op stap te moeten. Wat nog het meest opviel was, dat je vaak hele rijen Winnebago's 'savonds voor een motel zag staan. Was dat niet de opperste spilzucht? Toen, eind 1973, kwam de klap, de oliecrisis bracht er ineens de grote klad in. Maar het was bepaald geen lid op de neus; twee jaar later werden de Winnebago's weer verkocht als kadetjes. Voor gemiddeld 12000 dollar per stuk. Zag niemand dat er een einde moest zijn aan de dingen? Met die vraag ging ik naar Forest City- De vraag werd niet begrepen. Men sprak niet over verspilling, men sprak over prijzen, voornamelijk de prijs van benzine. Men ging niet uit van een ideaal, of althans wenselijk wereldbeeld, maar van een kopers- realiteit. Frank Rotta, een gewiek ste, aardige knaap, die daar publiciteitschef is, maakte veel tijd vrij om mij aan de -rand van het stadje (waar een jaar of vier, vijf geleden nog de rijkdom van de mais opschoot) dat onvoorstelbaar grote bedrijf te tonen. Hij zei dat wij Europeanen geen idee hadden van de onuitputtelijke mogelijkheden van Amerika. Feitelijk bestonden er geen schaarste- en geen energiepro blemen. Het enige probleem was, dat er misschien nieuwe materialen, en nieuwe vormen van energie gevon den moesten worden. Maar dat Amerika op enigerlei wijze een stap terug zou moeten doen, lag ver buiten zijn denkpatroon Leuk .Zijn baas, de multi-miljonair Opnemen van brieven in deze rubriek behoeft niet te betekenen dat de redactie het met de inhoud eens is. De redactie behoudt zich daarenboven het recht voor om bijdragen te weigeren dan wel in te korten. We lijken toch soms een grappig volkje. Steeds weer verbaast men zich over wat er aan menselijks ïeeft in onze toch zo gepolariseerde gemeenschap. Met stijgende verba zing neem je kennis van de onder ons levende kampioenen soepballen- draaiers, dunschillers, opsommers, roerloosstaanders en naar thuis - kijkende zwaaiende lieden. "Een mens wil enz." van Mies 'is hoe wel pretentieloos toch wel leerzaam voor wie het wil zien. Als je niet beter wist zou je geloven dat we tezamen toch maar een jolig en probleemloos clubje vormen, zij het dat dit vermetel vertrouwen in hoofdzaak tijdelijk wordt gevoed tijdens de weekend ontspanning op t.v. Want de werkelijkheid is op ve lerlei terrein toch wel heel anders! Wat doet men elkaar aan met een huichelachtig beroep op de persoon lijke vrijheid? Een vrijheid die da gelijks wordt misbruikt door niet in het minst rekening te willen hou den met "de ander". "Koning Klant" tipte onlangs in 'n uitzending heel summier een derge lijk levensgroot probleem aan: de toenemende geluidshinder in woon wijken die duidelijk het hele le venspatroon blijkt te beinvloeden. Men kon in deze uitzending luiste ren naar een bandopname waarop het product van een stereofonische geluidsapparatuur van de buren, op genomen dwars door de halfsteens muurtjes heen! De klacht in deze uitzending is er een der duizenden: klappende w.c.- brillen, slaande deuren, trappen op en af, het geluid van de dagelijkse behoefte en vooral de veelal op ma ximum volume denderende radio's, stereo pick-ups enz. Geluid, herrie, lawaai dat Je door anderen wordt opgedrongen, kan uiterst hinderlijk zijn. "Koning Klant" gaf in zijn rubriek wat summiere technische oplossin gen zoals muurisolatie. Volgens de thans voorliggende wetsontwerpen betreffende "Lawaai-overlast" van de hand van minister Vorrink zal in de toekomst bij nieuwbouw deze ge luidsisolatie verplicht worden ge steld. Voorlopig zitten echter tien duizenden bewoners van flats en eengezinswoningen, gebouwd in de periode van de "bestedingsbeper king" met ,de psychische gevolgen van de te dunne wandjes. Isolatie van die woningen is veelal practisch onuitvoerbaar of onbetaalbaar. Wij misten dan ook bij "Koning Klant" de brandende vraag: "Hoe kan men mensen leren rekening te houden met anderen....? Als je zou opmerken dat men mo reel en sociaal verplicht is binnen zijn vier dunne muurtjes steeds te bedenken, dat men ook deel uit maakt van de gemeenschap daar buiten, trapt men op dikwijls erg ze re eentjs"ik wns lvn zoals ik wil en heb met een ander niets te maken, ze nemen maar pillen of "Koning Klant" had ook een beroep kunnen doen op de verantwoorde lijkheid van de ouders, zij moeten toch bij machte zijn het volume van diverse electronische herrieschoppers te bedwingen, mits ze qua sociale in stelling daaraan willen meewerken. Want hoe kan iemand rustig stu deren, lezen, geestelijk bezig zijn of gewoon relaxen na een vermoeiende werkdag als hij of zij noodgedwon gen MOET luisteren naar op vol volume gestelde geluidsapparatuur van buren, soms meerdere huizen ver? Momenteel buigt de volksvertegen woordiging zich over Vorrink's gees teskind: "de anti-lawaaiwet". Waarschijnlijk extra belasting voor wat zij herriemakers noemt. Voor ver betering van het hierboven gesig naleerde aspect van milieubederf hebben we van die zijde echter wei nig te verwachten, dat probleem kunnen we slechts met een geza menlijke inzet oplossen door een mentaliteitsverandering. Desgevraagd vernamen wij van eni ge wijkagenten, dat er hier en daar met onderling overleg gunstige resul taten zijn geboekt. In enkele wijken hebben de bewoners de koppen bij elkaar gestoken en zijn ze ook bij el kaar gaan luisteren Hoe hoog het volume kan zijn zonder de naaste te storen. Een feestavond je in de fa milie wordt fatsoenshalve ruim van te voren aangekondigd. DICK JANSEN Meerhof 19 Leiden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 19