Energie van zon naar aarde via ruimtestations gigantische WATERSTOF EN ENERGIE ZATERDAG 25 OKTOBER 1975 EXTRA «admaefogt» dl©©? P. !@fe Het bijprodukt bij elektrolyse is een grote hoeveelheid zuurstof, die heel goed gebruikt kan worden voor industriële processen en bo vendien voor het verrijken van het oppervlakte-water met zuurstof waardoor de zelfreiniging kan wor den bevorderd. Het is eigenlijk onjuist, te spreken van zonne-energie in tegenstalling tot energie uit andere bronnen. Vrijwel alle zo niet alle energie, die de aarde en haar bewoners ter be schikking staat is direct of indirect van de zon afkomstig. De directe zonnestraling is verantwoordelijk voor het weer op aarde, dat ons de al eeuwenoude vorm van energie winning uit de windkracht levert. Neerslag in de vorm van regen en sneeuwval met gletchervorming zorgt voor de voeding van rivieren en stuwmeren waardoor water kracht kan worden gewonnen. Op die wijze werd al in vroege tijden energie verkregen voor het aan drijven van molens ten behoeve van bemaling, houtzagerijen, het vermalen van graan etc. en in de jongste tijden ook voor de opwek king van elektriciteit waardoor de indirecte zonne-energie gedistri bueerd kan worden over grote ge bieden. Pogingen om elektriciteit uit windkracht op te wekken zijn tot dusver op grote schaal on vruchtbaar gebleken, maar afgele gen boerderijen en geïsoleerde kleine nederzettingen profiteren van windgeneratoren voor elektri- citeitsproduktie. Alle fossiele brandstoffen zoals olie en aardgas zijn ontstaan door de di recte energie van de zon, over pe rioden van miljoenen jaren. Wij tappen die indirecte zonne-energie de laatste eeuw in een onverant woord hoog tempo af. Iets zuiniger zijn we al gedurende eeuwen om gesprongen met steenkolen, ook al weer een vorm waarin zonne- energie over miljoenen jaren is op geslagen. Het zijn namelijk restan ten van plantaardige, dus door het zonlicht gegroeide en in stand ge houden materialen. Steenkolen zijn er nog in overvloed op aarde. Het probleem is alleen, dat zij geleidelijk moeilijker be reikbaar en dus kostbaarder wor- Nieuwere vormen van energie zoals kernenergie, geothermische ener gie (dwz aftappen van de hitte van de aarde op grote diepte), energie uit de getijdebewegingen en uit de zeestromingen zijn moeilijker tot de zonne-energie te herleiden, maar ook zij staan daarmee in nauw ver band. Uiteindelijk derhalve is er bij het winnen van zonne-energie "niets nieuws onder de zon". Wanneer wij het vérder in dit ver haal over zonne-energie hebben, bedoelen wij daar echter de "direc te" aftapping van zonne-energie mee. Het Boeing-project, het resul taat van een opdracht van het Ame rikaanse ruimtevaartbureau NA SA, heeft betrekking op deze di recte aftapping. Op aarde zijn enkele projecten tot stand gekomen, waarin zonnestra ling wordt opgevangen in grote spiegels of grote oppervlakten van bepaalde warmteabsorberende materialen, waardoor deze warmte kan worden gebruikt in directe vorm of voor de produktie van elektriciteit. Opzienbarende resultaten hebben deze experimenten nog niet opge leverd. De zonnestraling is daartoe të gering en diffuus, niet altijd be schikbaar als gevolg van de weer somstandigheden en vooral de dag en nacht-cyclus. Het Boeing-project omzeilt deze hindernissen op aarde door de zon nestraling in de ruimte af te tappen. De bedoeling is een gigantisch ruimtestation te bouwen en in een baan om de aarde te stationeren boven de evenaar op ongeveer 36.000 km hoogte. De tijdsduur van één omwenteling om de aarde van een satelliet hangt af van zijn hoogte. Op een paar honderd kilometer hoogte be draagt deze ongeveer anderhalf uur. Op circa 400.000 km hoogte is dat 28 dagen. Op die afstand be vindt zich de maan. Daartussen ligt een hoogte van circa 36.000 km waarin de omwentelingstijd pre cies een etmaal bedraagt, dezelfde tijd waarin de aarde om haar eigen as draait. Daardoor lijkt het alsof de satelliet permanent boven een be paalde plaats op aarde "hangt". Dergelijke "geo-stationaire satel lieten" worden thans gebruikt voor communicatiedoeleinden. Het plan is nu, in die baan een enorme satelliet te plaatsen, voor zien van gigantische spiegels, die het directe zonlicht zonder inter ventie van de aardse atmosfeer op vangen en concentreren, waardoor een grote hitte kan worden "verza meld". Deze wordt dan in de satel liet gebruikt om elektriciteit te produceren. Daar heb je in de ruimte betrekke lijk weinig aan, want je hebt die energie op aarde nodig. Kabelver bindingen met de aarde zijn niet mogelijk. Maar door moderne technieken kan men deze elektri sche energie wel in de vorm van korte-golf-straling naar de aarde zenden. Daar moet een ontvangsts tation de straling weer omzetten in elektriciteit. Door de "vaste" posi tie van de satelliet ten opzichte van de aarde is de "overstraling" vanuit de kunstmaan naar bepaalde ont vangststations op aarde technisch betrekkelijk eenvoudig. Een groot voordeel van deze korte-golf-straling is, dat zij niet door wolken of andere atmosferi sche verontreinigingen wordt tegengehouden. De weersinvloe den zijn derhalve geheel uitge schakeld. Een tweede groot voor deel is dat de atmosfeer niet wordt verontreinigd, evenmin als de aar de, door thermische effecten, die veel van de aardse vormen van energiewinning bedenkelijk ma- Een energie-station in de ruimte kan echter onmogelijk zoals een andere satelliet in zijn geheel van de aarde af worden gelanceerd. Daarvoor is het te groot en zwaar. Berekend is namelijk, dat zo'n sa telliet zonnespiegels zou moeten omvatten met een totaal oppervlak van maar liefst 60 vierkante kilome ter. Daarmee is men er echter nog niet. De kunstmaan moet een "klassieke" stoomturbine omvat ten, om de opgevangen zonne warmte om te zetten in elektriciteit en voorts een zendinstallatie voor het transport van de geprodu ceerde energie naar de aarde. Voorts moeten enorme panelen worden ingebouwd om de afval warmte van de energie-produktie in de ruimte af te voeren. Zonder dat zou de satelliet binnen korte tijd Boven een schets van een energie-satelliet in ophouw naar de plannen van de Boeing-constructeur dr. Peter Glaser. Aan de naar beneden uitstekende grillige staketsels, die' nog veel verder moeten worden verlengd, moeten met tertijd de spiegels worden be vestigd die het zonlicht op vangen. Deze spiegelende op pervlakte wordt in totaal 60 vierkante kilometer groot. De grijzige panelen aan de bo venzijde dienen voor de uit straling van de produktie- warmte. Links en rechts ar men waaraan tanks voor brandstofopslag en verblijven voor de permanente beman ning zijn gevestigd, evenals het zeer uitgebreide technische instrumentarium van het kunstmaancomplex. Een oor deel over de grootte van het project kan men krijgen door het vliegtuigachtige uitsteek- seltje rechts van de rechter zijarm langs de grijze pane len. Dat is een ruimte voertuig, dat zowel tijdens de constructie als later de ver bindingen met de aarde handhaaft. Het zal veel groter zijn dan de komende space- shuttle en ook aanzienlijk gro ter dan de tegenwooordig in gebruik zijnde jumbo-jets in het aardse luchtverkeer. Geheel links onder aan de pa gina een foto van de experi mentele opstelling in de Ame rikaanse Mohave-woestijn, waar de draadloze overstra ling van energie in het korte- golf-gebied wordt getest. Rechts op de voorgrond de stralende parabolische anten ne, iii het midden de ontvangst-toren met achttien felle lampen, die opflitsen wanneer de straling uit de an tenne wordt opgevangen. Hieronder een tekening van- het meest gigantisch drijvende project, dat ooit ter wereld is vervaardigd. Het is een drij vend booreiland van 400.000 ton, bestemd voor olie- en gas winning in de Noordzee in het Ninian Field, ongeveer 200 km ten noordoosten van de Shet land Eilanden. Het is in aan bouw bij de Howard Doris Platform Yard in Loch Kis- horn (Schotland). De bouwkos ten bedragen naar schatting 400 miljoen gulden. Talloze dergelijke gigantische objec ten moeten worden gebouwd en gefinancierd om de ener gievoorziening van een- klein deel van de wereld veilig te stellen tot het eind van deze eeuw. Gezien deze kosten -uit sluitend om het produktieap- paraat voor bruikbare energ ie op poten te zetten, lijken de kosten van 150 miljard gulden voor een energievoorziening via ruimtestations werkelijk niet zo fantastisch als op het eerste gezicht gevreesd zou moeten worden. Het lijken allemaal Jules Veme-achtige projecten, maar zij zijn de werkelijkheid van vandaag en morgen. Op 9 mei van het vorige jaar kwamen wetenschapsbeoefe naren en technici van de organisatie voor Toegepast Na tuurwetenschappelijk Onderzoek voor het eerst bijeen voor een gezamenlijke studie onder het motto "Waterstof als energiedrager". Als voorbeschouwing wijdden wij op 18 mei 1974 een beschouwing aan dit probleem. Dezer dagen, bijna anderhalf jaar later, verscheen een eerste samenvat tend studierapport, in het bijzonder gewijd aan de toekom stige mogelijkheden van waterstof als energiedrager in Ne derland. Enkele saillante punten uit dit rapport, waarop wij later breedvoeriger terugkomen, willen wij reeds thans vermelden. Waterstof kan aardgas vervangen als energiedrager voor doeleinden, waarvoor aardgas ook thans wordt gebruikt en voor vele andere. De produktie van waterstof kan economisch en technisch gezien het best geschieden door elektro lyse van water, waarbij vooral ge dacht moet worden aan kernener gie als energiebron voor dit proces. In ons land zijn er aantrekkelijke mogelijkheden voor opslag van wa terstof, wanneer eenmaal om streeks de eeuwwisseling de aard gasbellen in het noorden uitgeput zijn: waterstof kan in de "leegge pompte bellen" worden opgesla gen. Daarom is het niet nodig de energiebronnen (d.w.z. de kerne nergiecentrales) een capaciteit te geven die aan over het algemeen zeer tijdelijke spitsbehoeften kan voldoen. Zetten kerncentrales di rect hun geproduceerde energie in elektriciteit om, dan moet dit wel gebeuren, omdat de opslag van elektrische energie zeer moeilijk, kostbaar en verliesgevend is, ter wijl ook het transport procentueel hoge verliezen oplevert. Distributie van waterstof kan ge schieden via het reeds bestaande net van aardgasleidingen, een veel goedkoper systeem dan een hoog spanningsnet. Er zijn nog enkele tientallen ja ren beschikbaar om ontelbare technische problemen te overwin nen, o.m. met betrekking tot de vei ligheid van waterstof als brandstof. In de naarstige speurtocht naar nieuwe energiebronnen, die ontketend is na de oliecrisis maar zich voordien al aankondigde, heeft de Ameri kaanse Boeing-industrie onlangs een voorstudie gepubliceerd van een methode om op aarde zonne-energie te winnen via ruimtestations. De ontwikkelingskosten van een dergelijk systeem zullen gigantisch zijn, maar toch zal via zo'n systeem in geld uitgedrukt volledig met andere vormen concurrerende energie kunnen worden geleverd tegen de eeuwwisseling. oververhit raken. In het gehele complexe systeem is een perma nente bemanning van vele koppen mét uiteenlopende technische vaardigheden onontbeerlijk. Dus moeten er ruime verblijven zijn, aanzienlijke voorraden aan voed sel, water, lucht en alles wat men sen nodig hebben voor een langdu rig verblijf in een afgesloten sys- Onder deze omstandigheden is het nodig, het energiestation in de ruimte te assembleren, dwz eerst in vermoedelijk vele honderden on derdelen naar de beoogde plaats in de ruimte te dirigeren. De assem blage zal vermoedelijk vele maan den duren, waarvoor telkens afwis selende ploegen technici naar de ruimte moeten worden gestuurd. Voor een en ander is weer nodig, dat betere ruimtevoertuigen voor de verbinding tussen station-in- wording en de aarde worden ont worpen. De "space-shuttle" die Amerika ontwikkelt voor operatio neel gebruik omstreeks 1980 is daarvoor ten enen male te beperkt in zijn mogelijkheden. Bovendien zijn voor een continue energieproduktie volgens deze me thode niet minder dan veertig van zulke stations nodig om alleen al de Verenigde Staten van energie te voorzien. Elk van deze stations weegt volgens de eerste ontwerpen 71.000 ton en levert 13.500 Mega watt. Van die produktie gaat tijdens transport en omvorming echter veel verloren, zodat per station slechts 10.000 Megawatt nuttige energie op aarde wordt afgeleverd. De kosten van het gehele project dwz ontwikkeling, produktie en transport benevens assemblage worden geraamd op 150 miljard gulden. Dat is ongeveer tweemaal zoveel als het gehele Apolloproject vanaf de oorspronkelijke idee tot en met de maanlandingen. Verwacht kan echter worden, dat in de komende kwart eeuw fantasti sche technische vooruitgang wordt geboekt, zowel wat betreft ruimte- technieken als energietransport, terwijl de basisprijzen van de hui dige energievormen tot de eeuw wisseling nog aanzienlijk zullen stijgen. Daarom verwacht men, dat de energie via ruimtestations tegen de eeuwwisseling in kosten kan concurreren met de huidige ener gie. Misschien geldt eventuele kernfusie-energie tegen die tijd een uitzondering, maar daaraan zijn weer milieu-bezwaren aan te voe ren, die niet inhaerent zijn aan zonne-energie via ruimtestations. Niettemin schijnen er op het ogen blik nog ernstige bezwaren aan het systeem verbonden te zijn. In de eerste plaats zijn er al veertig stations nodig voor de HUIDIGE energievoorziening van de Ver enigde Staten, dus voor slechts een deel van de TOEKOMSTIGE be hoefte. Globaal genomen zouden er tegen het jaar 2000 enige duizenden van dergelijke ruimtestations no dig zijn. En daarvoor is nu eenmaal geen plaats in de "geostationaire" baan langs de evenaar op 36.000 km hoogte. Het zou dus hoogstens kunnen gaan om een aanvullende energievoorziening, niet een totale en globale. Bovendien heeft men er zich nog geen idee van kunnen vormen, welke effecten een doorvoering van korte-golf-straling op de atmosfeer zal hebben wanneer dit op een gi gantische schaal gebeurt. Er is ook een ander risico. Verkeerd gerichte sterke korte-golf-straling kan desastreuze gevolgen hebben op bevolkingsconcentraties. Dat maakt van dergelijke stations een potentieel oorlogswapen, zowel voor de beherende partij als voor de tegenstander wanneer deze er in zou slagen via allerlei manipulaties of zelfs bezetting de stations ver keerd te "richten". Tenslotte lijkt het zelfs met de hui dige, laat staan met de toekomstige technieken vrij eenvoudig, om met kwaadwillende bedoelingen de ruimtestations te vernietigen of onbruikbaar te maken. Dat zou be tekenen dat men de totale of vrijwel totale energievoorzieningen van een tegenstander in één betrekke lijk eenvoudige klap zou kunnen uitschakelen en daarmee de tegen stander volledig verlammen. Het eerste gevolg van dergelijke mogelijkheden wordt uiteraard, dat de mogendheden zich daar tegen gaan wapenen, waardoor on vermijdelijk de ruimtelijke defen sieve maatregelen grote omvang zullen aannemen. Dit leidt even onvermijdelijk tot potentiële oor logsgevaren, die weer niets te ma ken hebben met de energieproduk tie, maar alleen met de angst, dat een ander kwaad wil. De risico's van een alles vernietigende oorlog-bij-vergissing nemen dan onverantwoorde afmetingen aan. Ondanks deze bezwaren gaat de ontwikkeling van het satellietsys teem voor het aftappen van zonne- energie door. Onlangs werd in de Mohave- woestijn in de VS een installatie in gebruik genomen om het systeem van radiografisch transport van energie te beproeven. Er werd een parabolische antenne gebouwd met een middellijn van 26 meter, ongeveer zo groot als de spiegels van de radiotelescopen van Dwin- geloo en Westerbork. Twee kilome ter verderop werd een mast met een ontvanger opgericht, met een in stallatie om de straling op te vangen en om te zetten in elektriciteit. Wanneer de parabolische antenne, straling uitzendend, op de ontvan ger in de mast wordt gericht, flitsen plotseling 18 sterke lampen aan de mast op. Het systeem werkt, aldus werd bewezen. De installatie wordt thans gebruikt voor experimenten om het systeem te verbeteren, naar optimale golflengten, materialen en constructies te zoeken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 19