Verhouding tussen PvdA en KVP is verslechterd Volvo 66 Rechtswinkels zijn niet gelukkig met het Bureau voor Rechtshulp ,Ik moet de tijd hebben mijn werk verantwoord te beeindigen' De Nieuwe Middenklasse GARAGE VLIETWIJK Autobedrijf Broekhuizen bv VAN ULDEN AUTO'S B.V. BOOT VRIJDAG 10 OKTOBER Geschokte professor De Jong, directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie Door Aad Wagenaar "Ik hoorde het woensdagavond om vijf minuten over zes op de autoradio; ik kwam terug uit Rotterdam waar ik een college had gegeven. Het bericht kwam als een totale verrassing, ik was diep geschokt. Ik ben er toch nog in geslaagd om zonder ongelukken te maken mijn huis in Amsterdam te bereiken". Prof. dr. Lou de Jong, directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocu mentatie, heeft het over de onheilsboodschap, die staatssecreta ris Klein (wetenschappen) woensdag in een interview met het Leidsch Dagblad verkondigde: De Jongs Amsterdamse instituut heeft nu lang genoeg bestaan, het zou op korte tennijn afgebouwd moeten worden. Er moet bezuinigd worden, ook bij het wetenschappelijk onderzoek. Als dan dertig jaar na de Tweede ■I Professor De Jong. Wereldoorlog nog 2,3 miljoen gulden wordt uitgegeven om het Rijksinsti tuut in de gebeurtenissen van die dagen te laten wroeten, dan is dat een begrotingspost waar op te schrappen valt, schijnt de staatsse cretaris te hebben bedacht. Prof. De Jong zegt als reactie, donderdagmiddag in het Patricier- spand op de Amsterdamse Heren gracht, waar het instituut gevestigd is: "Wat de heer Klein heeft gedaan, vind ik een schoolvoorbeeld van onzorgvuldig beleid. Dat is een zware uitspraak en ik heb er dan ook lang over nagedacht. Maar na samenspraak met het bestuur van ons instituut kan ik tot geen ander oordeel komen. Staatssecretaris Klein heeft, zonder ook maar enig overleg met ons, 1980 genoemd als het jaar waarin ons werk teneinde moet zijn. Vanmorgen hoorde ik nog dat hij tegenover anderen zelfs 1978 heeft genoemd. Met die uitlatingen •heeft hij een zodanige onrust veroorzaakt bij mij en de 24 hoog-gekwalificeerde medewerkers van het instituut, dat er niet van een leefbaar werkklimaat kan worden gesproken". Toen in 1945 de regering aan de jonge historicus Lou de Jong opdroeg om een rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie op te bouwen, had niemand er een idee van hoe lang zo'n instelling werk zou hebben. Prof. De Jong: "Tijd en taken waren niet te voorzien. In 1949 hebben we voor het eerst de stand van zaken opgemaakt. Het bleek toen dat we met de bestudering van wat er in die vijf oorlogsjaren is gebeurd, nog lang niet klaar waren. Eenzelfde oriëntatie heeft in het midden van de jaren vijftig plaatsgehad en in het begin van de jaren zestig. In 1967 pas waren we zo ver dat we konden zeggen: 1985, dan hebben we het beeld compleet van wat de vijf oorlogsjaren voor het koninkrijk hebben betekend". „Steeds", aldus de Jong, „hebben we loyaal gereageerd als de voor ons verantwoordelijke bewindsman vroeg: geef me een idee van de tijd die je nodig hebt. Ook staatssecreta ris Klein is zo bediend. En toen hij een paar maanden geleden voorstel de om een werkgroep in te stellen, die een "gezaghebbend" advies zo moeten uitbrengen over wat ons nog aan werktijd hoorde te resten, waren we daar ook mee akkoord. Weliswaar heeft ons bestuur aan Klein laten weten dat hij alle informatie over dat vraagstuk reeds in zijn bezit had. Maar de staatssecretaris wilde toch het "gezaghebbend advies". "Men zou onze verzameling boeken en documenten, zoals tenslotte zou gebeuren, kunnen overbrengen naar de Koninklijke Bibliotheek en het Rijksarchief. Maar dan valt er voor ons instituut niet verder te werken, omdat de grondslag van onze werkzaamheid de eenheid van materiaal en medewerkers is. Oorlogsdocumentatie is niet een zaak van alleen maar papieren stukken, maar veeleer van de mensen die er mee werken; velen van onze staf zijn al vanaf de oprichting bij het instituut". Van prof. De Jongs geschiedschrij ving zijn sedert 1969 nu zes delen voltooid. Er volgen er nog zes: de bezetting van mei '43 tot juni '44 (zeven); het lot van de gevangenen in concentratie- en gijzelaarskam pen, de processen (acht)de Nederlandse regering in Londen tot juni '44 (negen); het laatste bezettingsjaar, juni '44 tot mei '45 (tien)Nederlands-Indie (elf) en de epiloog (twaalf). "Met name voor Nederlands-Indie en de epiloog moet nog veel worden onderzocht", zegt De Jong. "Hoe kon ik nu verder werken als ik, schrijvend aan deel zeven, niet weet of ik aan deel tien, elf of de epiloog toekom? Ons moet de tijd gegeven worden om het werk verantwoord te beëindigen". Dat dat werk langer duurt dan staatssecretaris Klein bevalt, kan prof. De Jong aanvoelen. Hij zegt: "Ik had in mijn leven ook nog wel wat anders willen doen dan alleen ,maar over die oorlog schrijven, maar ik moet aanvaarden dat ik aan dat andere niet meer toekom". "Ik wist in 1945, bij de aanvaarding van mijn opdracht, ook niet dat nu, in 1975, bij mijn collega van de Engelse oorlogsdocumentatie nog navraag komt om pensioengeschillen op te lossen, die ontstaan zijn door gebeurtenissen in de oorlog van '14- '18. Dat wil niet zeggen dat ik met dat voorbeeld ons instituut een oneindig bestaansrecht geef. Inte gendeel: in 1985 moet het gedaan zijn. In 1985, Ja dat zei ik". DEN HAAG (SP) De verhouding tussen de twee grootste regeringspartijen, PvdA en KVP, is in de loop van de beschou wingen over Troonrede en Miljardennota over 1976 in de Tweede Kamer opvallend verslechterd. Fractieleider drs. Ed van Thijn van de PvdA beschuldigde zijn KVP-collega mr. Frans Andriessen er gisteren openlijk van de maatschappelijke hervormingen waar de PvdA erg aan hecht 'in de ijskast' te willen zetten. Eerder deze week had Andriessen flink zout gewreven in de wonde die in de PvdA-gelederen is ontstaan door de onbekookte uitlatingen van een PvdA-delegatie na een bezoek aan Oost-Duitsland. De steeds scherpere tegenstelling tussen PvdA en KVP baarde AR- fractieleider mr. Wim Aantjes zoveel zorg, dat hij met sussenide taal een brug trachtte te slaan. "We moeten proberen eikaars gevoelige punten te ontzien", zei Aantjes. Maar Andriessen en Van Thijn waren niet te houden. Zij scherpten de tegenstellingen tussen de twee partijen aan over: De grondpolitiek; Andriessen wees de eis van de PvtA dat ont eigend moet worden tegen gebruiks waarde af. Hij voelt meer voor een tussenvorm tussen gebruiks- en spe- culatiewaarde. De ondernemingsraden; Van Thijn hield vast aan de PvdA-eis dat deze raad voortaan geheel uit geko zen leden dient te bestaan en daar- doc- eigenlijk een personeelsraad is. De PvdA voelt hier de hete adem in de nek van de radicale regerings partner PPR, voor wie dit een breek punt is. De vermogensaanwasdeling; de KVP wil deze verdeling van "over winst" vooral ten goede laten ko men aan de individuele werknemers bij een bedrijf. De PvdA eist, dat het grootste deel in een collectief fonds wordt gestort dat onder be heer staat van de vakbeweging. 0 De overheidsuitgaven; De KVP eist van het kabinet in een motie dat het uiterlijk in februari 1976 een gigantisch bezuinigingsplan op tafel heeft, waarbij ook in de sociale voor zieningen gesnoeid dient te worden. De PvdA ziet daar niet veel in. Veel liever wil deze partij de bezuinigings operatie pas in 1977 laten beginnen, in de hoop dat het dan niet meer behoeft. Premier Den Uyl kreeg van alle kanten uit de Kamer kritiek op zijn matte afwijkende verhaal in ant woord op de beschouwingen uit de Kamer. Andriessen verweet Den Uyl in het bijzonder, dat hij de kans had gemist als leider van de rege ring een standpunt in te nemen over de gewenste loonmatiging in 1976. De KVP-leider stelde vast, dat een verhoging van het minimumloon er volgend jaar niet in zit. Ook wil hij de leeftijdsgrenzen van minimumloon Het is hoogtijd voor een nieuwe midderT- klasse. Met een eigen gezicht; eigen hoge kwaliteit Daarom introduceert" Volvo de Volvo 66. VOLVO Als u dóórdenkt en minimumjeugdloon in 1976 niet herzien. Andriessen verweet Van Thijn nog dat hij met geen woord had gespro ken over de geldontwaarding. Het betoog van de PvdA-leider over een nieuwe economische orde noemde hij "niet realistisch". Van Thijn had opgemerkt: "De bij drage van Andriessen aan het debat heeft niet het perspectief op een blij vende samenwerking verbeterd. Geen interesse voor overtollige vissersschepen DEN HAAG (ANP) De ontwik kelingslanden hebben geen reële be langstelling aan de dag gelegd voor de Nederlandse vissersschepen, die door de moeilijke omstandigheden van de visserij overtollig zijn gewor den Minister Pronk van Ontwikke lingssamenwerking en zijn collega Van der Stee van Landbouw en Vis serij hebben dit gisteren geantwoord op schriftelijke vragen van het twee de-kamerlid Verwoert (DS'70). ZELFBESTUUR DEN HAAG (ANP) De studen ten die de katholieke sociale acade mie in Den Haag sedert maandag bezetten, werken aan zelfbestuur voor hen en de docenten. Hierop spitst de actie zich sedert gister avond toe. Daarbij wordt ook de vraag onder ogen gezien of formeel bestuur kan worden gehandhaafd. Het gaat de bezetters duidelijk om het inhoudelijk invullen van hun be langrijkste eis: dat de beslissings bevoegdheid bij de docenten en stu denten komt te liggen. Het strand is momenteel op vele plaatsen langs de kust vervuild met een laag olie. Het waarschuwingsbord, ge plaatst op het strand bij Wijk aan Zee, lijkt overbodig want de zwarte substantie zal men niet makkelijk over het hoofd zien. Strandwandelaars laten het dan ook afweten. GEEN KANS UTRECHT (ANP) B. en W. van Utrecht zien geen kans de activitei ten in het omstreden Casa de Espa- na aan het Domplein te stoppen. De PvdA-Utrecht had B. en W. ge vraagd of men tegen de Casa geen stappen kon ondernemen, maar 't ge meentebestuur heeft nu geantwoord dat de gemeente daartoe geen enkel rechtsmiddel ter beschikking heeft. DELEGATIE UIT SURINAME MAANDAG AL IN ONS LAND? DEN HAAG PARAMARIBO (ANP> Van politieke zijde in Den Haag wordt druk uitgeoefend op de Surinaamse statenvoorzitter, Wijn- tuin, maandag nog niet naar Neder land te komen met een delegatie van de regeringsgezinde NPK-fractie voor het bijwonen op 21 oktober van de debatten over de rijkswet voor de onafhankelijkheid van Suriname. Dit is van betrouwbare zijde in Den Haag vernomen. Volgens uit Paramaribo ontvangen berichten zou de heer Wijntuin met een deel van de delegatie zondag uit Paramaribo vertrekken. Het statenlid van de VHP mr Ad- hin. die zei de gevoelens van de op positie te vertolken, verklaarde des gevraagd dat het hem bevreemdde dat Wijntuin maandag naar Neder land wal komen, juist "nu wij uit drukkelijk hebben verklaard het par lementaire werk in Paramaribo weer op gang te willen brengen opdat 25 november als onafhankelijkheids dag nog gehaald kan worden". "Als de heer Wijntuin hiervan wel op de hoogte is, is het duidelijk dat de minderheid van de Surinaamse staten doende is stagnatie in het le ven te roepen", aldus de heer Ad- hin. Ontkenning Ministerie DEN HAAG (ANP) Het is volstrekt onjuist dat het Rijksin stituut voor oorlogsdocumen tatie in Amsterdam binnen drie jaar of over vijf jaar zal wor den opgeheven. Aldus blijkt uit een mededeling van een woord voerder van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Het is nooit de bedoeling Klein het werk van dr. L. de Jong stop te zetten. Wel is er eind juli door de be windsman in een brief aan het bestuur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie ver zocht zich eens te gaan beraden over de afbouw van het instituut. In dit schrijven is het bestuur tevens verzocht voordracht te doen voor twee vertegenwoordi gers van het Instituut om zitting te nemen in een gemengde com missie die tot taak heeft zich over een eventuele afbouw te beraden. Van deze commissie maken tevens deel uit een ver tegenwoordiger van de Biblio theekraad, de Rijksarchiefdienst en één of twee vertegenwoor digers van het ministerie van On derwijs. Om de gedachten te be palen stelt de staatssecretaris zich voor omstreeks maart '76 een advies ter tafel te hebben. Het tweede-kamerlid Beekman (D'66) wil van staatssecretaris Klein van Onderwijs de toezeg ging hebben dat het historisch belangrijke werk van het Rijks instituut voor Oorlogsdocumen tatie 'in een daartoe geëigend der worden voltooid". Beekman heeft de bewindsman hierover gisteren schriftelijk vragen ge steld. Het kamerlid wil verder van de bewindsman weten of het juist is dat het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie een com missie wil instellen, die moet adviseren over de opheffing van het instituut. Coornhert Liga overweegt kort geding tegen de staat Den Haag De Coornhert Liga. overweegt een kort geding tegen de Staat der Nederlanden omdat deze zich volgens de Liga schuldig maakt aan een onrechtmatige daad. Het gaat om de nieuwe tijdelijke gevangenis in Grave die volgende week in gebruik wordt genomen en die is bedoeld voor kortgestraften (maximaal 14 dagen). De bewaking van de gevangenen wordt voor een groot deel overgelaten aan aspirant agenten. De Liga vindt dit in strijd met de beginselenwet gevangeniswe zen. In die wet staat dat gevangenisstraf mede een voorberei ding moet zijn voor terugkeer in de maatschappij. Volgens de Liga zijn aspirant-agen ten voor dit werk ongeschikt omdat ze hiervoor niet zijn opgeleid. Een kort geding kan pas worden gevoerd als een gevangene in Grave bereid is om als belanghebbende op te treden. Oficieel dealer voor DAF en VOLVO 66 voor VOORSCHOTEN en ZOETERWOUDE Gerard Douplantsoen 22 - Voorschoten - Telefoon 017174455 Dealer voor de Bollenstreek: Vuursteeglaan 4 - Lisse - Telefoon 02521-14654-12228 - Julianastraat 71 Agent voor Leiden en Omstreken voor alle typen DAF en VOLVO 66 VERDAMSTRAAT 6 - LEIDEN - TELEFOON 071 - 123041 Dealer voor Alphen aan den Rijn en de Rijnstreek: Willem de Zwijgerlaan 39 - Alphen aan den Rijn - Tel. (01720)75441* ingang showroom Wielewaalstraat. LEIDEN Het "Bureau voor Rechtshulp' is maandag in Den Haag met zijn week begonnen. Het Bu reau komt in de plaats van het Bu reau van Consultatie en de Raad voor Rechtsvijstand, omdat, volgens de "Nota betreffende opzet van het Bureau voor Rechtshulp', de leden van de Raad en het Bureau van Consultatie door een overbelasting aan administratieve bezigheden niet of nauwelijs aan de hun door dde wetgever toegedachte adviserende fun tie. Dat lijkt een stap in de goede richting maar de vier Rechtswinkels van Den Haag, Alphen, Delft en Lei den zijn er niet erg gelukkig mee. Johan Ley der Havenstroom, Erik van Rossem en Kees Brent, drie van de ruim zestig vrijwilligers van de Leid- se Rechtswinkel, brengen die onvre de onder woorden. "Allereerst vin den wij het op zn zachtst gezegd, vreemd datwij buiten eik overleg over de opzet van het bureau zijn gehou den. Terwijl wij toch op hetzelfde terrein bezig zijn waarop het bureau gaat functioneren. Toen we tenslotte zelf maar onze diensten hebben aangeboden werd on door mr. Vermeulen (voorzitter van de advocatuur in het arondissement Den Haag) meegedeeld dat het over leg reeds ten einde was. Daarop hebben we met Paul Verberne (co ordinator van het ministerie van Justitie voor de Bureaus voor Rechts hulp) gesproken en die vertelde ons dat het overleg nog nauwelijks op gang was. Bovendien had minister van Agt van Justitie er speciaal nog op aangedrongen dat de Bureaus met de Rechtswinkels zouden samen werken, en dan worden we met smoes jes buiten het overleg gehouden'. D e 3 leden van de Leidse Rechts winkel ook wel juridsch advies Bu reau genoemd zijn er daarnaast van overtuigd dat het Bureau voor Rechtshulp niet best zal functione ren. 'Om te beginnen is het Bu reau zwaar onderbezet', legt Kees Brent uit, 'op het Bureau werken één coördinator en twee administra tieve krachten, die een gedeelte van hun tijd besteden aan de opvang van cliënten, verder is er nog één typiste aanwezig en een secretaris, die niet eens permanent aanwezig is. Per maand komt er dan één halve dag een advocaat, van wie je dan bovendien niet kan verwachten dat bijv in zaken van huurrecht, een zeer gespecialiseerde tak van het recht, volledig thuis is. Ook vinden we dat de opzet wat betreft de taakstelling, te summier en te weinig gespecifi ceerd is gesteld. En kan je met zo'n onderbezetting verwachten, dat de 15.000 die nu naar de Rechtswinkels komen en de 10.000 die nu naar het Bureau van Consultatie gaan allemaal in het nieuwe Bureau terecht kunnen? De Rechtswinkels richten de beschuldi gende vinger niet naar de avdoca- tuur, die het Bureau verzorgt, maar naar de overheid. "Justitie doet, be halve financiële tegemoetkomingen, helemaal niets. Toont geen enkel initiatief, terwijl dat bij dit Bureau juist mooi gekund zou hebben. Ook vinden wij dat een rechtvaardige rechtsbedeling in een verzorgings staat als de onze, een zaak is waar V.ln.r.: Johan Leyder Havenstroom, Erik van Rossem en Kees Brent van de Leidse Rechtswinkel. de regering voor moet staan." geen goed alternatief zien voor hun wat de Leidse Rechtswinkel ook zeker Het is duidelijk dat de Rechtswin- werk en ze worden dan ook wel ge- zal doen. kcls in het Bureau voor Rechtshulp dwongen te blijven functioneren, iets BART JUNGMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 7