Over slordige taal, zware
premies en „vuile handen
Voor jongere komt de klap van de
werkloosheid het hardste aan
>ONDERDAG 28 AUGUSTUS 1975
Allereerst even een correctie op
It artikel van veertien dagen gele-
m, waarin op zeker ogenblik spra-
is van Milo Anstadt als een
.'ARA-stuk". Mijn kopij sprak van
opstuk", maar bij het aanbrengen
a een correctie in die regel is
>p" weggevallen, waardoor ge-
;mde nogal vreemde aanduiding
tstond.
Tevergeefs heb ik in het onlangs
Elsevier verschenen "Signale-
at van nieuwe woorden" waar
de schrijver, dr. R. Reinsma,
n tweeduizend neologismen uit de
its te twintig jaar bijeengebracht
»ft, van "aankaartep" tot en met
"zwijgende meerderheid" naar
woord "aanspreekbaar" ge-
jht. Dat is een van die modewoor-
die in een enigszins progressief
,ikel beslist niet mogen ontbreken,
geen dominee of pastoor die met
n tijd meegaat zal verzuimen het
iminste éénmaal in zijn preek te
)ruiken. Ik heb begrepen, dat
ïand die "aanspreekbaar" is
jr dit of dat, toegankelijk wordt
icht voor een bepaalde gedachten-
ng. Zodat men dus kan zeggen, dat
nand die zich nooit met gods-
snst heeft beziggehouden, moeilijk
nspreekbaar is voor de inhoud van
Tien Geboden, of dat Pietje, die
n jongsaf aan altijd alles achter
h heeft laten süngeren, niet aan-
•eekbaar is voor zin voor orde.
Wie zo'n woord per se wil gebrui-
n, moet dat maar doen, maar dan
l' op de juiste manier. Ik kom
artoe omdat Wim Hazeu. die zich
de NCRV bezighoudt met de
jrbereiding van letterkundige pro-
imma's, in een recerite gids van
omroep schreef dat de gedichten
ji Simon Vinkenoog "direct aan-
Lezers schrijven
Geweld in
Angolaeen
oud conflict -
Het is in zijn algemeenheid
volstrekt onjuist om te stellen,
zoals u deed in uw editie van
7 augustus j.l., dat "vroegere
strijdmakkers" in Angola zich
na de Portugese coup nu tegen
elkaar zouden hebben gekeerd.
De huidige gewelddadige strijd
om de macht is hetzelfde maar
nu in alle hevigheid toegenomen
conflict, waardoor de bevrijding
van Angola al sinds 1960, dus al
(vijftien jaar lang werd en
wordt verhinderd.
Toen al werd in Zaire met bui
tenlandse steun de beweging
FNLA opgericht, bedoeld als te
genhanger van de socialistisch
georiënteerde bevrijdingsbewe
ging MPLA, die al in een vroeg
stadium had laten weten niet als
zaakwaarnemer te zullen optre
den in toekomstige neo-koloniale
verhoudingen.
De uiterst gewelddadige FNLA
heeft in de bevrijdingsstrijd te
gen het koloniale Portugal
slechts 'n anonieme rol gespeeld.
Haar werkelijke funktie was te
voorkomen dat de MPLA (zoals
het FRELIM In Mozambique
nu) door geleidelijke bevrijding
Angola eens het bestuur
de Portugezen zou overne
men. Daarin is het FNLA met
behulp van de thuisbasis Zaire
(Congo) grotendeels geslaagd.
De diktator van Zaire, Mobutu
Sese Seko, die het FNLA van
zijn zwager Roberto Holden
steeds heeft bewapend en be
taald, helft de voor de bevrij
ding van Angola vitale grens
met Zaire al die jaren voor de
MPLA gesloten gehouden. Her
haalde pogingen van de MPLA,
in die dagen al, om tot een een
heid met het FNLA te komen,
werden systematisch gesabo
teerd.
Wat dit alles betreft is er het
laatste jaar niets veranderd, al
leen de intensiteit en de heftig
heid van het conflict is enorm
toegenomen. Na de Portugese
coup van april 1974 is een in al
lerijl (met Zairese militairen)
versterkte FNLA Angola binnen
getrokken,om zijn aloude mis
sie, vernietiging van de bevrij
dingsbeweging, de MPLA dus,
alsnog uit te voeren. Het aan
grondstoffen zo rijke Angola
mocht onder geen beding echt
worden bevrijd, dwz. met alle
hulpbronnen ter beschikking
van de bevolking komen.
Het veilig stellen van de
enorm bodemschatten voor
de westerse ondernemingen
rechtvaardigt kennelijk het
meest grove geweld in de ogen
van de buitenlandse belangheb
benden. Gezien de onverhulde
agressie en gewelddadigheid van
het FNLA zijn dat met name
Zaire en de Verenigde Staten.
De door deze regimes tot een
burgeroorlog aangewakkerde te
genstellingen dreigen de basis
voorwaarden te vernietigen,
waarmee de Angolse bevolking
inhoud had kunnen geven aan
de zo moeizaam bevochten on
afhankelijkheid. Maar precies
daarom is het al die Jaren dan
ook
Drs Frank Janzen
(Angola Comit)
Amsterdam
spreekbaar" zijn. Hij bedoelde na
tuurlijk, dat ze gemakkelijk "aan
spreken". Dat is van oorsprong een
germanisme van het zuiverste wa
ter, met de betekenis van: prettig in
het gehoor liggen, vlot leesbaar zijn,
enz., maar germanisme of niet, het
is in elk geval beter Nederlands dan
"aanspreekbaar" zijn. Kennelijk
heeft Hazeu zomaar wat "progres
siefs" neergeschreven zonder te be
denken, dat van de samensteller van
literaire programma's toch wel ver
wacht mag worden dat hij zuiver Ne
derlands schrijft.
Beroemde man
Nu we toch in de sfeer van radio en
t.v. verkeren: als deelnemer aan
die programma's val je natuurlijk
wél op en elk tekort aan kennis van
zaken loopt goed in de gaten. Zo
kwam dezer dagen, in het aardige
"Van gewest tot gewest" het beken
de oogstfeest "Stöppelhaene" uit
Raalte bij Zwolle ter sprake, maar
de presentatrice sprak over "stuppel-
heene" in plaats van over "stuppel-
haane", waarbij de laatste letter
greep, als ik mij dat na een kwart
eeuw nog' goed herinner, enigszins
met een neusklank dient uitgespro
ken te worden.
Ik weet niet of de vroegere ge
woonte nog bestaat, dat de burge
meester, de pastoor en de dominee
bij het begin van het feest ieder een
dorsvlegel ter hand nemen en dan
om beurten, in drieslag, op een sta
pel ongedorst graan gaan slaan,
maar in elk geval is het een boeiend
feest, dat 'Stöppelhaene" in Raal
te. Maar wèl ."haane" en niet (op
z'n Duits) "heene", zoals "Van ge
west tot gewest" zei.
Het zal bij de uitspraak van die
voorlaatste lettergreep wel gaan om
het bekende verschijnsel van de
verdubbeling van een klinker door
toevoeging van een "e" of een "i",
zoals vroeger gebruikelijk was. Der-
hale dienen büv. "Oisterwijk",
"Charlois" en "Heir der heirscha-
ren" uitgesproken te worden als
"oosterwijk", "sjaarloos" en "heer
der heerscharen". Ik kreeg tijdens
datzelfde programma van "Van ge
west tot gewest" de indruk, dat men
dat tegenwoordig niet meer leert op
de middelbare scholen. Want en
dat was erger dan de uitspraak van
"Stöppelhaene" tot tweemaal toe
werd de naam van Victor de Stuers
uitgesproken als "stuërs" inplaats
van als "stuurs". Wanneer je zo iets
hoort, vraag je je wel af hoe zo'n
presentator een naam als Van Vue-
ren uitspreekt. Niet "van vuëren",
maar gewoon "van vuuren", omdat
de "e" verdubbeling van de vooraf
gaande "u" betekent.
Jhr. dr. Victor de Stuers (1843
1916) was in de vorige eeuw en in
het begin van deze eeuw hier te lan
de de grote gangmaker van het be-
höud van bedreigde monumenten en
het bevreemdde mij wel, dat de pre
sentator en dat nog wel in het
"Monumentenjaar"! de naam van
deze bekende en uiterst verdienstelij
ke Nederlander niet bleek te ken
nen. Met enig nadenken, op basis
van voldoende kennis van de Oudne
derlandse verdubbeling van een klin
ker door toevoeging van een "e" of
"i", had die verkeerde uitspraak
voorkomen kunnen worden.
Slordigheden
Wie geregeld naar het taalgebruik
via radio en t.v. luistert (maar de
schrijvende pers gaat ook allerminst
vrij uit), ergert zich meer dan eens
Hoe haalt iemand het in zijn hoofd
te spreken van "de ellende, die de
man te danken had aanin
plaats van "te wijten". Wie redelijk
schoolonderwijs heeft genoten of al
thans tijdens de taallessen niet met
propjes heeft zitten schieten, kan
weten, dat "danken" in voordelige,
gunstige zin wordt gebruikt (hij
dankt die baan aan zijn harde avond
studie) en "wijten" in nadelige, on
gunstige zin (het faillissement is te
wijten aan slecht beheer). Wie zegt of
schrijft, dat het faillissement te dan
ken is aan slecht beleid, begaat een
grote slordigheid. Maar wie weet,
misschien wordt zo'n blunder tegen
woordig in bescherming genomen
met leuterpraat over "levende
taal"
Dat het Nederlands, evenals alle
andere talen, fijne verschillen kent,
die geléérd moeten worden, blijkt
ook uit het volgende. Aangenomen
dat u tijdens de taallessen niet met
propjes hebt zitten schieten, kunt u
dan dadelijk aanwijzen wat er ver
keerd is in de volgende zin: "Be
halve de moord op de Hamburgse
politie-agent wordt Müller mede
plichtigheid aan nog enkele andere
moorden aangewreven?" Dit voor
beeld is afkomstig uit "Taal en
Stijl", een eenvoudige uitgave van
het ANP, onder redactie van mr. M.
C. Godschalk, die daarin allerlei
taalproblemen behandelt. Terecht
geeft "Taal en Stijl" als commen
taar op bovenstaande zin, dat het
woord "aanwrijven" in feitelijke be
richtgeving niet thuishoort. Want het
wekt de indruk, dat die medeplichtig
heid een oneerlijke beschuldiging
is. "Iemand iets aanwrijven" wordt
immers gebruikt in de zin van "hem
ten onrechte ergens van beschuldi
gen". De juiste woordkeus dient dus
te luiden: wordt Müller ook
medeplichtigheid aan nog enkele an
dere moorden ten laste gelegd".
Hetzelfde "Taal en Stijl" citeert de
mededeling: "Van september tot de
cember zal voor de tweede keer de
Teleac-cursus basiskennis informa
tie ("hoe wordt ik de. computer de
baas?") worden herhaald. En het
orgaan voegt daaraan toe: "Hoe
waardevol deze cursus ook moge
zijn, wij zouden Teleac toch in
overweging willen geven inplaats
van deze tweede herhaling een cur
sus "Hoe word ik het Nederlands de
baas?" te geven". Tot zover "Taal
en Stijl". Voor wie de Teleac-blunder
niet dadelijk in de gaten heeft: in
"wordt ik" dient "word" zonder "t"
te worden geschreven. En als u niet
dadelijk begrijpt waarom die "t"
moet worden weggelaten, denkt u
maar aan "lopen": hoe loop ik het
vlugste naar het centrum?, zonder
"t" achter "loop" en dus ook geen
"t" achter "word", wat Teleac wel
had mogen weten.
Premiedruk
Na dit taai-babbeltje op z'n tijd
zeker nuttig naar het ernstige
vraagstuk van de steeds maar toene
mende druk der sociale premies.
Daarover schrijft dr. F. A. Hoogen-
dijk in "Elsevier" onder meer het
volgende
"De premiedruk van het geheel van
sociale voorzieningen begint on
draaglijk te worden. In 1976 zullen de
sociale premies wederom met onge
veer vier procent moeten stijgen. De
premiedruk van de sociale voorzie
ningen vergt al zoveel geld dat een
reële loonstijging er nauwelijks meer
inzit. Maar wanneer deze ontwikke
ling zich voortzet, zullen de werkne-
wellicht mede aan de hand van deze
codificaties, ons gehele sociale sy
steem door te lichten en te zien wat
er zonder grote schade kan worden
gekapt, mede ten gunste van de
dringend noodzakelijke algemene in
validiteitswet.
De kosten van de sociale verzeke
ringen in ons land bedragen thans
bijna een kwart van het nationale in
komen. Een op de vijf Nederlanders
heeft een sociale uitkering. Een re
latief klein deel van het volk moet
niet alleen de premies voor de
sociale verzekeringen opbrengen,
maar ook nog hoge belastingen. Het
moment is nu zeer nabij dat dit te
veel wordt. Te weinig werkende men
sen moeten te veel betalen voor de
niet actieven.
Het Centraal Planbureau heeft nog
grotere werkloosheid voorspeld: plus
minus 300.000 per jaar. Bijna 400.000
Nederlanders trekken van de Bij
stand, 300.000 lopen in de Ziektewet
en eenzelfde aantal valt onder de
WAO (wet arbeidsongeschiktheid).-
Gigantische aantallen. Het systeem
van sociale voorzieningen dat is op
gebouwd, kan alleen blijven functio
neren wanneer de premielast opge
bracht kan worden. Het tijdstip is
niet vér meer waarin dit niet meer
ongelimiteerd kan. Ook de sociale
Door C. J. Rotteveel
mers over een paar jaar genoegen
moeten nemen met een reële loons-
verslechtering. Uiteraard geen
prettig vooruitzicht.
Maar de principiële vraag had al
jaren geleden gesteld moeten wor
den: willen wij een systeem van so
ciale voorzieningen dat zo duur
wordt dat de welvaartsstaat er zelf
door in gevaar wordt gebracht? In
het parlement wordt er altijd bij
stukjes en beetjes over dit soort pro
blemen gedebatteerd, maar een gro
te discussie over het gehele systeem
van sociale voorzieningen is er nooit
geweest. Sterker gezegd: er is geen
minister van sociale zaken geweest
die een dergelijk debat heeft aange
moedigd.
Oud-minister Veldkamp zit al ja
renlang de sociale wettep te codifi
ceren. Het wordt nu hoog tijd om,
voorzieningen hebben hun grens. De
verantwoordelijke autoriteiten heb
ben op onverantwoorde wijze de
schijn gewekt alsof er op dit terrein
geen financiële barrières zouden
zijn.
"Ook de politieke partijen", aldus
besluit dr. Hoogendijk zijn somber
artikel, "hebben op dit punt gefaald.
Dit probleem heeft niets met links
of rechts te maken, niet met het feit
of men voor of tegen sociale voor
zieningen is. Wel met de realiteit.
Maar dat woord kent men al lang
niet meer in Den Haag".
Wat is inspraak?
In NRC/Handelsblad heeft mr. J.
L. Heldring zich in zijn rubriek "De
zer dagen" beziggehouden met eni
ge uitlatingen van de voorzitster van
de PPR, mevr. Ria Beckers, die
naar aanleiding van de kwestie-Van
Doorn en Jurgens tegen een ver
slaggever van "Het Vrije Volk"
zei: "Het is heel begrijpelijk dat mi
nister Van Doorn niet van tevoren
bestuur en ondernemingsraad van
de NOS heeft laten weten, dat hij dë
voorkeur gaf aan Jurgens als voor
zitter, want dan had hij natuurlijk
Jurgens nooit benoemd gekregen.
Dat is het punt" Dus die benoeming,
aldus mr. Heldring, "heiligt alle
middelen, althans de schending van
beginselen waar de PPR zelf voor
staat, zoals inspraak. Maar, vraagt
de verslaggever, "het kan toch ook
juist de zin van inspraak zijn dat
die niet leidt tot de voorgenomen be
noeming?" Nee, .dat vindt Ria
niet; of tenminste: "alleen als de
argumenten van de andere partij zui
ver zijn. Ik ben ervan overtuigd dat
de andere partij Jurgens van tafel
zou hebben geveegd".
Dus: het van de tafel vegen van
Jurgens lees: het niet akkoord
gaan met de benoeming van Jur
gens door bestuur en onderne
mingsraad van de NOS zou per de
finitie onzuiver zijn, en daarom was
Van Doorn gerechtigd de inspraak
procedure niet toe te passen. Dat
zou je alleen van hem hebben mo
gen eisen als hij bij voorbaat verze
kerd zou zijn geweest van de in
stemming van bestuur en onderne
mingsraad met de voorgenomen be
noeming. Dat is verrukkelijk!"
roept mr. Heldring uit. "Gelukkig
dat er nog vrouwen zijn die het no
dig vinden om logisch te redene
ren. Dat de progressiviteit nog niet
alle charmes van het verleden heeft
vernietigd, doet een conservatief hart
goed".
"Maar Ria voelt zelf ook wel dat
er iets mis is in haar redenering:
"Het probleem is de vraag of je je
als PPR zuiver aan je beginselen
moet houden. Wij vinden het ook be
langrijk dat mensen met onze
ideeën op belangrjke maatschappe
lijke posten komen. Daar liggen de
grenzen" "U zegt dus in
feite dat u desnoods zonder inspraak
mensen op posten moet zien te krij
gen", constateert de verslaggever
van het socialistische "Vrije Volk"
hierop. "Dat is nogal wat voor een
partij als de PPR; die de inspraak
hoog in het vaandel schrijft. Het is
vuile handen maken om machtspo
sities te
"Dat erkent Ria: "Zeker, dat wil
len we. Je rhoet wel, want anders
maken anderen daar gebruik van.
Dat is het punt. Als je je ideeën op
een gegeven moment toch wilt door
voeren, dan zal je tot op zekere hoog
te vuile handen moeten maken in de
ze maatschappij, waarin alles nog
niet zo is als je wilt". Nee, pas als
de maatschappij is zoals je wilt, dan
hoef je geen vuile handen meer te
maken. Dat is een maatschappij
waarin volledige inspraak toege
past kan worden, omdat je bij voor
baat weet dat je gelijk krijgt. Dat
is de maatschappij waar je geen vui
le handen hoeft te maken, omdat je
eigen mensen op de belangrijke maat
schappelijke posten zitten".
"Het is allemaal erg menselijk",
Mevr. Ria Beckers
aldus besluit mr. Heldring zijn arti
kel, "een beetje al te menselijk mis
schien naar de smaak van degen -n
die dachten dat de PPR echt nieuwe
vormen in de politiek zou invoeren
en ze zelf zou volgen ook. Maar de
zondeval volgt altijd spoedig op de
paradijselijke onschuld. Dat Ria
al bezwijkt voor de verleiding
van de macht is helemaal niet erg.
Wat het alleen maar ietwat grieze
lig maakt, is dat wanneer zuive
ren eenmaal aan de macht of, wat
hetzelfde is, "op belangrijke maat
schappelijke posten" zijn geko
men, zij die macht, ook wanneer zij
die niet op helemaal zuivere wijze
hebben verkregen, veel fanitieker
plegen uit te oefenen dan machtheb
bers die minder hoge eisen stellen.
Het regime van heiligen is onver
draaglijk".
Door
Alexander Miinninghoff
EINDHOVEN Per 1 september
krijgt Eindhoven als eerste stad in
Nederland, een gemeentelijke consu
lent voor het probleem van de
jeugdwerkloosheid. De organisator
van het plaatselijk jongerencentrum
Effenaar, Jan Knibbe (31), zal deze
taak voor de duur van een jaar op
zich nemen. Na afloop van die
periode hoopt hij de gemeente een
gefundeerd inzicht te kunnen bieden
in de omvang van het jeugdwerk-
loosheidsprobleem en tevens met een
aantal suggesties te kunnen komen
om in de bestaande en komende
situaties verbetering te brengen. „Al
weet ik nu al, dat het rommelen in
de marge zal blijven", zegt Knibbe,
„want het probleem van de
werkloosheid is structureel. Daar
kan ik op m'n eentje echt niets aan
veranderen".
Jeugdwerkloosheid houdt op bij het
bereiken van de 23-jarige leeftijd;
daarboven heet het gewoon werk
loosheid. Eindhoven heeft momen
teel ruim 4700 werklozen, waarvan
ruim 1300 jonger zijn dan 23 jaar.
Dat is dus de categorie waar Knibbe
zijn aandacht op zal richten.
Carrière
„Van die 1300 zijn er weer bijna 500,
die jonger zijn dan 19 jaar. Meestal
dus jongeren die net van de
schoolbanken afkomen, verwachtin
gen hebben van het leven en dan
tot hun verdriet merken dat zij niet
aan de slag kunnen, laat staan
carrière maken. Dat is voor zo'n
jeugdig iemand een veel grotere
klap dan voor een man van 40, die
zonder werk komt* te zitten. Want
die kan zeggen: nou, oké, ik heb al
jarenlang gewerkt, nu ga ik even in
de steun tot ik weer wat nieuws
heb. Zo'n man zal dan eenredelijke
uitkering krijgen, en heeft kortom
een stabiliteit verworven die zo'n
jonge knul absoluut nog niet heeft".
„Want die krijgt doorgaans een heel
schamele uitkering omdat hij nog
niet gewerkt heeft, en zit daarnaast
nog te worstelen met spookbeelden,
dat hij een onvolwaardig lid van de
maatschappij is en zo. Want vergis
'je niet: juist bij jongens uit de
lagere milieus is werken een status.
De meisjes waar ze mee omgaan, die
hebben nog vaak het idee van: op
m'n achttiende of daaromtrent ga ik
trouwen, en dan ben je als jongen
zonder werk niet bepaald een
aantrekkelijke, gewilde kandidaat".
„De grootste werkloosheid komt voor
Een typerend beeld in perioden van werkloosheid: in de rij
om een aanvraag voor een uitkering in te dienen.
„Het zonder werk zitten wordt door
de meesten nog steeds ervaren als
een schande. Iets wat je vooral niet
aan je buren mag laten merken,
zodat je allerlei verwrongen situaties
krijgt, van werklozen die net als
iedereen om acht uur 's morgens
hun huis verlaten en om half zes
terugkomen, of net doen of ze ziek
zijn. Door de mensen uit te leggen
wat de oorzaak van hun situatie is,
en vooral door de werklozen zelf
onderling erover te laten praten,
kun je aan die verknipte toestanden
heel veel verhelpen, denk ik".
„Ik ben ook van plan de
arbeidsbureaus en al die talloze
kleinere instanties, die op een of
andere manier met werklozen te
maken hebben, een soort handlei
ding te bieden hoe ze hun „klanten"
in hun persoonlijke problematiek
kunnen opvangen. Want daar wordt
nog maar bitter weinig aandacht
aan besteed, vooral omdat er
personeelstekort is, maaj" ook omdat
daar geen passende opleiding voor is
gegeven. De jeugdwerklozen zelf wil
ik een zo ruim mogelijke voorlich
ting bieden, over wat hun rechten
zijn. Het zijn namelijk juist die
jongeren, die de meest schuchtere
kategorie werkzoekenden vormen.
Bij die groep bestaan enorme
frustraties die zelden aan de
oppervlakte komen, en die tot een
gigantische drempelvrees leiden als
heh er om gaat bij een of andere
sociale instantie een uitkering los te
krijgen waar ze feitelijk .recht op
hebben".
in die sociaal lagere klassen met
beperktere opleiding", geeft Knibbe
toe, „de bouw, de metaal, de textiel
vooral. Die laatste sector is enkele
jaren geleden in Brabant in elkaar
geklapt. De dienstensektor geeft nog
wel een redelijk aanbod te zien: de
banken, de winkels, de welzijnsin-
stellingen, onderwijs en hulpverle
ningsorganisaties. Wat in Eindhoven
sterk meespeelt is de eenzijdige
werkgelegenheid. Philips en DAF,
daar houdt het mee op".
„Die boden in deze streek van
oudsher de meest aantrekkelijke
arbeidsvoorzieningen, waardoor an
dere industrieën wegbleven. En die
kun je er nu niet meer bij gaan
halen, omdat je dan die werkgele
genheid aan andere gebieden
onttrekt. Maar Philips en DAF
kunnen aan de komende groei van
de jeugdwerkloosheid ook geen halt
toeroepen; DAF zit zelf al met
werktijdverkorting. Kortom, we
moeten werken met de zekerheid
dat we in de nabije toekomst
moeten leven met een groeiend
Paar tientjes
„Dat kan, als er niets s
wordt, tot tal van misstanden
leiden: de reeks oorzaken en
gevolgen, die begint bij het
rondhangen in café's en eindigt met
misdaad en verslaving aan verdo
vende middelen is al vaak in de
media opgevoerd, en is een harde
realiteit".
Schande
Wat er gedaan kan worden is
volgens Knibbe het volgende: naast
het zoeken naar werkgelegenheid
(hij denkt daarbij vooral aan
alternatieve projekten, dat wil
zeggen de bouw van wijkhuizen en
speelgelegenheden voor kinderen, de
verfraaiing van de stad, een
hulpdienst voor bejaarden) dient er
geprobeerd te worden de heersende
mentaliteit ten aanzien van de
werkloosheidsproblematiek te veran-
„Dus nemen ze genoegen met
minimale steun, vaak van een paar
tientjes per week, eenvoudig omdat
ze niet verder durven vragen.-
Misschien is dat wel een typisch
Eindhovens probleem, omdat Eind
hoven als stad eigenlijk nooit
bestaan heeft. Het is een verzame
ling dorpen, waar zich 75 jaar
geleden toevallig een industrie heeft
gevestigd die zou uitgroeien tot een
multinational die een heel verzor
gingsgebied van een paar honderd
duizend mensen zou gaan beheersen.
Van een onderlinge band tussen de
mensen hier is weinig sprake, zelden
zul je iemand horen zeggen dat hij
Eindhovenaar is. Ik werk bij Philips,
is meestal de kreet. Identiteitscrisis
sen te over dus, als je in deze stad
niet aan de slag kunt komen".
Een van de opgaven voor Jan
Knibbe zal derhalve zijn het
samenbundelen van de vele organi
saties en instanties, die op een of
andere manier, los van elkaar, iets
aan de arbeidsgelegenheid in de
Brabantse regio willen doen. Daar
mee is het strukturele probleem van
de werkloosheid vanzelfsprekend nog
geen stap dichter bij een oplossing
gebracht.
Knibbe: „Daar wil ik met allerlei
mensen in den lande natuurlijk ook
overleg over gaan voeren. Ideeën uit
andere steden zullen door mij
nauwlettend gevolgd worden, ik
denk bijvoorbeeld aan het project in
Doetinchem, waar werklozen in de
bouw tezamen een club hebben
gevormd, die op eigen initiatief de
bouwplannen voor een kindertehuis
samenstelde. Dat project werd
tenslotte met steun van de overheid
verwezenlijkt".
„Maar voor een definitieve oplossing
zal je toch moeten denken aan
mentaliteits-verandering" besluit
Knibbe, „want het is nu zo, dat een
mens beoordeeld wordt naar zijn
nuttige prestatie voor het bedrijf
waar hij voor werkt. Maar een mens
ontwikkelt zich ook via een andere
lijn, de inzichtenlijn zeg maar. Hij
heeft met meer te maken dan met
arbeid alleen, hij maakt een
rijpingsproces door. Je zou je
kunnen voorstellen, dat er een
arbeidsstructuur zal ontstaan, waar
in de zuivere arbeidsprestatie ge
leverd wordt door mensen die
daar lichamelijk en geestelijk het
meest voor geschikt zijn".
„Laten we even aannemen, dat je
de grens legt bij 30 jaar. Iemand die
ouder is dan 30 jaar, die zou dan
gaandeweg aan het pure arbeidspro
ces, het produceren dus, onttrokken
kunnen worden om zich te gaan
toeleggen op activiteiten in de
sociale sfeer binnen het bedrijf. Het
werken zou dan overgelaten kunnen
worden aan jongeren, die gemoti
veerder zijn van arbeid. De
doorstroming wordt daardoor enorm
bevorderd en dus ook de werkgele
genheid".
„Iets dergelijks is er bij de
Volvo-fabrieken gebeurd, een tijdje
geleden. Daar werkten ze eerst
volgens het beproefde principe van
de lopende band, iedereen deed
iedere dag weer hetzelfde schroefje
op het zelfde plaatsje. Maar nu
werken ze daar in groepen, die een
derde van de werktijd aan onderling
overleg mogen besteden.
Iedere groep maakt een hele auto,
ziet dus het eindresultaat, praat
erover, vindt eigen oplossingen,
krijgt daardoor zelfvertrouwen. Dat
soort dingen is van wezenlijk
belang, want het gaat om mensen.
Dat wordt in de huidige aanpak nog
wel eens op de achtergrond
gedrougett".