Over slordige taal, zware premies en „vuile handen Voor jongere komt de klap van de werkloosheid het hardste aan >ONDERDAG 28 AUGUSTUS 1975 Allereerst even een correctie op It artikel van veertien dagen gele- m, waarin op zeker ogenblik spra- is van Milo Anstadt als een .'ARA-stuk". Mijn kopij sprak van opstuk", maar bij het aanbrengen a een correctie in die regel is >p" weggevallen, waardoor ge- ;mde nogal vreemde aanduiding tstond. Tevergeefs heb ik in het onlangs Elsevier verschenen "Signale- at van nieuwe woorden" waar de schrijver, dr. R. Reinsma, n tweeduizend neologismen uit de its te twintig jaar bijeengebracht »ft, van "aankaartep" tot en met "zwijgende meerderheid" naar woord "aanspreekbaar" ge- jht. Dat is een van die modewoor- die in een enigszins progressief ,ikel beslist niet mogen ontbreken, geen dominee of pastoor die met n tijd meegaat zal verzuimen het iminste éénmaal in zijn preek te )ruiken. Ik heb begrepen, dat ïand die "aanspreekbaar" is jr dit of dat, toegankelijk wordt icht voor een bepaalde gedachten- ng. Zodat men dus kan zeggen, dat nand die zich nooit met gods- snst heeft beziggehouden, moeilijk nspreekbaar is voor de inhoud van Tien Geboden, of dat Pietje, die n jongsaf aan altijd alles achter h heeft laten süngeren, niet aan- •eekbaar is voor zin voor orde. Wie zo'n woord per se wil gebrui- n, moet dat maar doen, maar dan l' op de juiste manier. Ik kom artoe omdat Wim Hazeu. die zich de NCRV bezighoudt met de jrbereiding van letterkundige pro- imma's, in een recerite gids van omroep schreef dat de gedichten ji Simon Vinkenoog "direct aan- Lezers schrijven Geweld in Angolaeen oud conflict - Het is in zijn algemeenheid volstrekt onjuist om te stellen, zoals u deed in uw editie van 7 augustus j.l., dat "vroegere strijdmakkers" in Angola zich na de Portugese coup nu tegen elkaar zouden hebben gekeerd. De huidige gewelddadige strijd om de macht is hetzelfde maar nu in alle hevigheid toegenomen conflict, waardoor de bevrijding van Angola al sinds 1960, dus al (vijftien jaar lang werd en wordt verhinderd. Toen al werd in Zaire met bui tenlandse steun de beweging FNLA opgericht, bedoeld als te genhanger van de socialistisch georiënteerde bevrijdingsbewe ging MPLA, die al in een vroeg stadium had laten weten niet als zaakwaarnemer te zullen optre den in toekomstige neo-koloniale verhoudingen. De uiterst gewelddadige FNLA heeft in de bevrijdingsstrijd te gen het koloniale Portugal slechts 'n anonieme rol gespeeld. Haar werkelijke funktie was te voorkomen dat de MPLA (zoals het FRELIM In Mozambique nu) door geleidelijke bevrijding Angola eens het bestuur de Portugezen zou overne men. Daarin is het FNLA met behulp van de thuisbasis Zaire (Congo) grotendeels geslaagd. De diktator van Zaire, Mobutu Sese Seko, die het FNLA van zijn zwager Roberto Holden steeds heeft bewapend en be taald, helft de voor de bevrij ding van Angola vitale grens met Zaire al die jaren voor de MPLA gesloten gehouden. Her haalde pogingen van de MPLA, in die dagen al, om tot een een heid met het FNLA te komen, werden systematisch gesabo teerd. Wat dit alles betreft is er het laatste jaar niets veranderd, al leen de intensiteit en de heftig heid van het conflict is enorm toegenomen. Na de Portugese coup van april 1974 is een in al lerijl (met Zairese militairen) versterkte FNLA Angola binnen getrokken,om zijn aloude mis sie, vernietiging van de bevrij dingsbeweging, de MPLA dus, alsnog uit te voeren. Het aan grondstoffen zo rijke Angola mocht onder geen beding echt worden bevrijd, dwz. met alle hulpbronnen ter beschikking van de bevolking komen. Het veilig stellen van de enorm bodemschatten voor de westerse ondernemingen rechtvaardigt kennelijk het meest grove geweld in de ogen van de buitenlandse belangheb benden. Gezien de onverhulde agressie en gewelddadigheid van het FNLA zijn dat met name Zaire en de Verenigde Staten. De door deze regimes tot een burgeroorlog aangewakkerde te genstellingen dreigen de basis voorwaarden te vernietigen, waarmee de Angolse bevolking inhoud had kunnen geven aan de zo moeizaam bevochten on afhankelijkheid. Maar precies daarom is het al die Jaren dan ook Drs Frank Janzen (Angola Comit) Amsterdam spreekbaar" zijn. Hij bedoelde na tuurlijk, dat ze gemakkelijk "aan spreken". Dat is van oorsprong een germanisme van het zuiverste wa ter, met de betekenis van: prettig in het gehoor liggen, vlot leesbaar zijn, enz., maar germanisme of niet, het is in elk geval beter Nederlands dan "aanspreekbaar" zijn. Kennelijk heeft Hazeu zomaar wat "progres siefs" neergeschreven zonder te be denken, dat van de samensteller van literaire programma's toch wel ver wacht mag worden dat hij zuiver Ne derlands schrijft. Beroemde man Nu we toch in de sfeer van radio en t.v. verkeren: als deelnemer aan die programma's val je natuurlijk wél op en elk tekort aan kennis van zaken loopt goed in de gaten. Zo kwam dezer dagen, in het aardige "Van gewest tot gewest" het beken de oogstfeest "Stöppelhaene" uit Raalte bij Zwolle ter sprake, maar de presentatrice sprak over "stuppel- heene" in plaats van over "stuppel- haane", waarbij de laatste letter greep, als ik mij dat na een kwart eeuw nog' goed herinner, enigszins met een neusklank dient uitgespro ken te worden. Ik weet niet of de vroegere ge woonte nog bestaat, dat de burge meester, de pastoor en de dominee bij het begin van het feest ieder een dorsvlegel ter hand nemen en dan om beurten, in drieslag, op een sta pel ongedorst graan gaan slaan, maar in elk geval is het een boeiend feest, dat 'Stöppelhaene" in Raal te. Maar wèl ."haane" en niet (op z'n Duits) "heene", zoals "Van ge west tot gewest" zei. Het zal bij de uitspraak van die voorlaatste lettergreep wel gaan om het bekende verschijnsel van de verdubbeling van een klinker door toevoeging van een "e" of een "i", zoals vroeger gebruikelijk was. Der- hale dienen büv. "Oisterwijk", "Charlois" en "Heir der heirscha- ren" uitgesproken te worden als "oosterwijk", "sjaarloos" en "heer der heerscharen". Ik kreeg tijdens datzelfde programma van "Van ge west tot gewest" de indruk, dat men dat tegenwoordig niet meer leert op de middelbare scholen. Want en dat was erger dan de uitspraak van "Stöppelhaene" tot tweemaal toe werd de naam van Victor de Stuers uitgesproken als "stuërs" inplaats van als "stuurs". Wanneer je zo iets hoort, vraag je je wel af hoe zo'n presentator een naam als Van Vue- ren uitspreekt. Niet "van vuëren", maar gewoon "van vuuren", omdat de "e" verdubbeling van de vooraf gaande "u" betekent. Jhr. dr. Victor de Stuers (1843 1916) was in de vorige eeuw en in het begin van deze eeuw hier te lan de de grote gangmaker van het be- höud van bedreigde monumenten en het bevreemdde mij wel, dat de pre sentator en dat nog wel in het "Monumentenjaar"! de naam van deze bekende en uiterst verdienstelij ke Nederlander niet bleek te ken nen. Met enig nadenken, op basis van voldoende kennis van de Oudne derlandse verdubbeling van een klin ker door toevoeging van een "e" of "i", had die verkeerde uitspraak voorkomen kunnen worden. Slordigheden Wie geregeld naar het taalgebruik via radio en t.v. luistert (maar de schrijvende pers gaat ook allerminst vrij uit), ergert zich meer dan eens Hoe haalt iemand het in zijn hoofd te spreken van "de ellende, die de man te danken had aanin plaats van "te wijten". Wie redelijk schoolonderwijs heeft genoten of al thans tijdens de taallessen niet met propjes heeft zitten schieten, kan weten, dat "danken" in voordelige, gunstige zin wordt gebruikt (hij dankt die baan aan zijn harde avond studie) en "wijten" in nadelige, on gunstige zin (het faillissement is te wijten aan slecht beheer). Wie zegt of schrijft, dat het faillissement te dan ken is aan slecht beleid, begaat een grote slordigheid. Maar wie weet, misschien wordt zo'n blunder tegen woordig in bescherming genomen met leuterpraat over "levende taal" Dat het Nederlands, evenals alle andere talen, fijne verschillen kent, die geléérd moeten worden, blijkt ook uit het volgende. Aangenomen dat u tijdens de taallessen niet met propjes hebt zitten schieten, kunt u dan dadelijk aanwijzen wat er ver keerd is in de volgende zin: "Be halve de moord op de Hamburgse politie-agent wordt Müller mede plichtigheid aan nog enkele andere moorden aangewreven?" Dit voor beeld is afkomstig uit "Taal en Stijl", een eenvoudige uitgave van het ANP, onder redactie van mr. M. C. Godschalk, die daarin allerlei taalproblemen behandelt. Terecht geeft "Taal en Stijl" als commen taar op bovenstaande zin, dat het woord "aanwrijven" in feitelijke be richtgeving niet thuishoort. Want het wekt de indruk, dat die medeplichtig heid een oneerlijke beschuldiging is. "Iemand iets aanwrijven" wordt immers gebruikt in de zin van "hem ten onrechte ergens van beschuldi gen". De juiste woordkeus dient dus te luiden: wordt Müller ook medeplichtigheid aan nog enkele an dere moorden ten laste gelegd". Hetzelfde "Taal en Stijl" citeert de mededeling: "Van september tot de cember zal voor de tweede keer de Teleac-cursus basiskennis informa tie ("hoe wordt ik de. computer de baas?") worden herhaald. En het orgaan voegt daaraan toe: "Hoe waardevol deze cursus ook moge zijn, wij zouden Teleac toch in overweging willen geven inplaats van deze tweede herhaling een cur sus "Hoe word ik het Nederlands de baas?" te geven". Tot zover "Taal en Stijl". Voor wie de Teleac-blunder niet dadelijk in de gaten heeft: in "wordt ik" dient "word" zonder "t" te worden geschreven. En als u niet dadelijk begrijpt waarom die "t" moet worden weggelaten, denkt u maar aan "lopen": hoe loop ik het vlugste naar het centrum?, zonder "t" achter "loop" en dus ook geen "t" achter "word", wat Teleac wel had mogen weten. Premiedruk Na dit taai-babbeltje op z'n tijd zeker nuttig naar het ernstige vraagstuk van de steeds maar toene mende druk der sociale premies. Daarover schrijft dr. F. A. Hoogen- dijk in "Elsevier" onder meer het volgende "De premiedruk van het geheel van sociale voorzieningen begint on draaglijk te worden. In 1976 zullen de sociale premies wederom met onge veer vier procent moeten stijgen. De premiedruk van de sociale voorzie ningen vergt al zoveel geld dat een reële loonstijging er nauwelijks meer inzit. Maar wanneer deze ontwikke ling zich voortzet, zullen de werkne- wellicht mede aan de hand van deze codificaties, ons gehele sociale sy steem door te lichten en te zien wat er zonder grote schade kan worden gekapt, mede ten gunste van de dringend noodzakelijke algemene in validiteitswet. De kosten van de sociale verzeke ringen in ons land bedragen thans bijna een kwart van het nationale in komen. Een op de vijf Nederlanders heeft een sociale uitkering. Een re latief klein deel van het volk moet niet alleen de premies voor de sociale verzekeringen opbrengen, maar ook nog hoge belastingen. Het moment is nu zeer nabij dat dit te veel wordt. Te weinig werkende men sen moeten te veel betalen voor de niet actieven. Het Centraal Planbureau heeft nog grotere werkloosheid voorspeld: plus minus 300.000 per jaar. Bijna 400.000 Nederlanders trekken van de Bij stand, 300.000 lopen in de Ziektewet en eenzelfde aantal valt onder de WAO (wet arbeidsongeschiktheid).- Gigantische aantallen. Het systeem van sociale voorzieningen dat is op gebouwd, kan alleen blijven functio neren wanneer de premielast opge bracht kan worden. Het tijdstip is niet vér meer waarin dit niet meer ongelimiteerd kan. Ook de sociale Door C. J. Rotteveel mers over een paar jaar genoegen moeten nemen met een reële loons- verslechtering. Uiteraard geen prettig vooruitzicht. Maar de principiële vraag had al jaren geleden gesteld moeten wor den: willen wij een systeem van so ciale voorzieningen dat zo duur wordt dat de welvaartsstaat er zelf door in gevaar wordt gebracht? In het parlement wordt er altijd bij stukjes en beetjes over dit soort pro blemen gedebatteerd, maar een gro te discussie over het gehele systeem van sociale voorzieningen is er nooit geweest. Sterker gezegd: er is geen minister van sociale zaken geweest die een dergelijk debat heeft aange moedigd. Oud-minister Veldkamp zit al ja renlang de sociale wettep te codifi ceren. Het wordt nu hoog tijd om, voorzieningen hebben hun grens. De verantwoordelijke autoriteiten heb ben op onverantwoorde wijze de schijn gewekt alsof er op dit terrein geen financiële barrières zouden zijn. "Ook de politieke partijen", aldus besluit dr. Hoogendijk zijn somber artikel, "hebben op dit punt gefaald. Dit probleem heeft niets met links of rechts te maken, niet met het feit of men voor of tegen sociale voor zieningen is. Wel met de realiteit. Maar dat woord kent men al lang niet meer in Den Haag". Wat is inspraak? In NRC/Handelsblad heeft mr. J. L. Heldring zich in zijn rubriek "De zer dagen" beziggehouden met eni ge uitlatingen van de voorzitster van de PPR, mevr. Ria Beckers, die naar aanleiding van de kwestie-Van Doorn en Jurgens tegen een ver slaggever van "Het Vrije Volk" zei: "Het is heel begrijpelijk dat mi nister Van Doorn niet van tevoren bestuur en ondernemingsraad van de NOS heeft laten weten, dat hij dë voorkeur gaf aan Jurgens als voor zitter, want dan had hij natuurlijk Jurgens nooit benoemd gekregen. Dat is het punt" Dus die benoeming, aldus mr. Heldring, "heiligt alle middelen, althans de schending van beginselen waar de PPR zelf voor staat, zoals inspraak. Maar, vraagt de verslaggever, "het kan toch ook juist de zin van inspraak zijn dat die niet leidt tot de voorgenomen be noeming?" Nee, .dat vindt Ria niet; of tenminste: "alleen als de argumenten van de andere partij zui ver zijn. Ik ben ervan overtuigd dat de andere partij Jurgens van tafel zou hebben geveegd". Dus: het van de tafel vegen van Jurgens lees: het niet akkoord gaan met de benoeming van Jur gens door bestuur en onderne mingsraad van de NOS zou per de finitie onzuiver zijn, en daarom was Van Doorn gerechtigd de inspraak procedure niet toe te passen. Dat zou je alleen van hem hebben mo gen eisen als hij bij voorbaat verze kerd zou zijn geweest van de in stemming van bestuur en onderne mingsraad met de voorgenomen be noeming. Dat is verrukkelijk!" roept mr. Heldring uit. "Gelukkig dat er nog vrouwen zijn die het no dig vinden om logisch te redene ren. Dat de progressiviteit nog niet alle charmes van het verleden heeft vernietigd, doet een conservatief hart goed". "Maar Ria voelt zelf ook wel dat er iets mis is in haar redenering: "Het probleem is de vraag of je je als PPR zuiver aan je beginselen moet houden. Wij vinden het ook be langrijk dat mensen met onze ideeën op belangrjke maatschappe lijke posten komen. Daar liggen de grenzen" "U zegt dus in feite dat u desnoods zonder inspraak mensen op posten moet zien te krij gen", constateert de verslaggever van het socialistische "Vrije Volk" hierop. "Dat is nogal wat voor een partij als de PPR; die de inspraak hoog in het vaandel schrijft. Het is vuile handen maken om machtspo sities te "Dat erkent Ria: "Zeker, dat wil len we. Je rhoet wel, want anders maken anderen daar gebruik van. Dat is het punt. Als je je ideeën op een gegeven moment toch wilt door voeren, dan zal je tot op zekere hoog te vuile handen moeten maken in de ze maatschappij, waarin alles nog niet zo is als je wilt". Nee, pas als de maatschappij is zoals je wilt, dan hoef je geen vuile handen meer te maken. Dat is een maatschappij waarin volledige inspraak toege past kan worden, omdat je bij voor baat weet dat je gelijk krijgt. Dat is de maatschappij waar je geen vui le handen hoeft te maken, omdat je eigen mensen op de belangrijke maat schappelijke posten zitten". "Het is allemaal erg menselijk", Mevr. Ria Beckers aldus besluit mr. Heldring zijn arti kel, "een beetje al te menselijk mis schien naar de smaak van degen -n die dachten dat de PPR echt nieuwe vormen in de politiek zou invoeren en ze zelf zou volgen ook. Maar de zondeval volgt altijd spoedig op de paradijselijke onschuld. Dat Ria al bezwijkt voor de verleiding van de macht is helemaal niet erg. Wat het alleen maar ietwat grieze lig maakt, is dat wanneer zuive ren eenmaal aan de macht of, wat hetzelfde is, "op belangrijke maat schappelijke posten" zijn geko men, zij die macht, ook wanneer zij die niet op helemaal zuivere wijze hebben verkregen, veel fanitieker plegen uit te oefenen dan machtheb bers die minder hoge eisen stellen. Het regime van heiligen is onver draaglijk". Door Alexander Miinninghoff EINDHOVEN Per 1 september krijgt Eindhoven als eerste stad in Nederland, een gemeentelijke consu lent voor het probleem van de jeugdwerkloosheid. De organisator van het plaatselijk jongerencentrum Effenaar, Jan Knibbe (31), zal deze taak voor de duur van een jaar op zich nemen. Na afloop van die periode hoopt hij de gemeente een gefundeerd inzicht te kunnen bieden in de omvang van het jeugdwerk- loosheidsprobleem en tevens met een aantal suggesties te kunnen komen om in de bestaande en komende situaties verbetering te brengen. „Al weet ik nu al, dat het rommelen in de marge zal blijven", zegt Knibbe, „want het probleem van de werkloosheid is structureel. Daar kan ik op m'n eentje echt niets aan veranderen". Jeugdwerkloosheid houdt op bij het bereiken van de 23-jarige leeftijd; daarboven heet het gewoon werk loosheid. Eindhoven heeft momen teel ruim 4700 werklozen, waarvan ruim 1300 jonger zijn dan 23 jaar. Dat is dus de categorie waar Knibbe zijn aandacht op zal richten. Carrière „Van die 1300 zijn er weer bijna 500, die jonger zijn dan 19 jaar. Meestal dus jongeren die net van de schoolbanken afkomen, verwachtin gen hebben van het leven en dan tot hun verdriet merken dat zij niet aan de slag kunnen, laat staan carrière maken. Dat is voor zo'n jeugdig iemand een veel grotere klap dan voor een man van 40, die zonder werk komt* te zitten. Want die kan zeggen: nou, oké, ik heb al jarenlang gewerkt, nu ga ik even in de steun tot ik weer wat nieuws heb. Zo'n man zal dan eenredelijke uitkering krijgen, en heeft kortom een stabiliteit verworven die zo'n jonge knul absoluut nog niet heeft". „Want die krijgt doorgaans een heel schamele uitkering omdat hij nog niet gewerkt heeft, en zit daarnaast nog te worstelen met spookbeelden, dat hij een onvolwaardig lid van de maatschappij is en zo. Want vergis 'je niet: juist bij jongens uit de lagere milieus is werken een status. De meisjes waar ze mee omgaan, die hebben nog vaak het idee van: op m'n achttiende of daaromtrent ga ik trouwen, en dan ben je als jongen zonder werk niet bepaald een aantrekkelijke, gewilde kandidaat". „De grootste werkloosheid komt voor Een typerend beeld in perioden van werkloosheid: in de rij om een aanvraag voor een uitkering in te dienen. „Het zonder werk zitten wordt door de meesten nog steeds ervaren als een schande. Iets wat je vooral niet aan je buren mag laten merken, zodat je allerlei verwrongen situaties krijgt, van werklozen die net als iedereen om acht uur 's morgens hun huis verlaten en om half zes terugkomen, of net doen of ze ziek zijn. Door de mensen uit te leggen wat de oorzaak van hun situatie is, en vooral door de werklozen zelf onderling erover te laten praten, kun je aan die verknipte toestanden heel veel verhelpen, denk ik". „Ik ben ook van plan de arbeidsbureaus en al die talloze kleinere instanties, die op een of andere manier met werklozen te maken hebben, een soort handlei ding te bieden hoe ze hun „klanten" in hun persoonlijke problematiek kunnen opvangen. Want daar wordt nog maar bitter weinig aandacht aan besteed, vooral omdat er personeelstekort is, maaj" ook omdat daar geen passende opleiding voor is gegeven. De jeugdwerklozen zelf wil ik een zo ruim mogelijke voorlich ting bieden, over wat hun rechten zijn. Het zijn namelijk juist die jongeren, die de meest schuchtere kategorie werkzoekenden vormen. Bij die groep bestaan enorme frustraties die zelden aan de oppervlakte komen, en die tot een gigantische drempelvrees leiden als heh er om gaat bij een of andere sociale instantie een uitkering los te krijgen waar ze feitelijk .recht op hebben". in die sociaal lagere klassen met beperktere opleiding", geeft Knibbe toe, „de bouw, de metaal, de textiel vooral. Die laatste sector is enkele jaren geleden in Brabant in elkaar geklapt. De dienstensektor geeft nog wel een redelijk aanbod te zien: de banken, de winkels, de welzijnsin- stellingen, onderwijs en hulpverle ningsorganisaties. Wat in Eindhoven sterk meespeelt is de eenzijdige werkgelegenheid. Philips en DAF, daar houdt het mee op". „Die boden in deze streek van oudsher de meest aantrekkelijke arbeidsvoorzieningen, waardoor an dere industrieën wegbleven. En die kun je er nu niet meer bij gaan halen, omdat je dan die werkgele genheid aan andere gebieden onttrekt. Maar Philips en DAF kunnen aan de komende groei van de jeugdwerkloosheid ook geen halt toeroepen; DAF zit zelf al met werktijdverkorting. Kortom, we moeten werken met de zekerheid dat we in de nabije toekomst moeten leven met een groeiend Paar tientjes „Dat kan, als er niets s wordt, tot tal van misstanden leiden: de reeks oorzaken en gevolgen, die begint bij het rondhangen in café's en eindigt met misdaad en verslaving aan verdo vende middelen is al vaak in de media opgevoerd, en is een harde realiteit". Schande Wat er gedaan kan worden is volgens Knibbe het volgende: naast het zoeken naar werkgelegenheid (hij denkt daarbij vooral aan alternatieve projekten, dat wil zeggen de bouw van wijkhuizen en speelgelegenheden voor kinderen, de verfraaiing van de stad, een hulpdienst voor bejaarden) dient er geprobeerd te worden de heersende mentaliteit ten aanzien van de werkloosheidsproblematiek te veran- „Dus nemen ze genoegen met minimale steun, vaak van een paar tientjes per week, eenvoudig omdat ze niet verder durven vragen.- Misschien is dat wel een typisch Eindhovens probleem, omdat Eind hoven als stad eigenlijk nooit bestaan heeft. Het is een verzame ling dorpen, waar zich 75 jaar geleden toevallig een industrie heeft gevestigd die zou uitgroeien tot een multinational die een heel verzor gingsgebied van een paar honderd duizend mensen zou gaan beheersen. Van een onderlinge band tussen de mensen hier is weinig sprake, zelden zul je iemand horen zeggen dat hij Eindhovenaar is. Ik werk bij Philips, is meestal de kreet. Identiteitscrisis sen te over dus, als je in deze stad niet aan de slag kunt komen". Een van de opgaven voor Jan Knibbe zal derhalve zijn het samenbundelen van de vele organi saties en instanties, die op een of andere manier, los van elkaar, iets aan de arbeidsgelegenheid in de Brabantse regio willen doen. Daar mee is het strukturele probleem van de werkloosheid vanzelfsprekend nog geen stap dichter bij een oplossing gebracht. Knibbe: „Daar wil ik met allerlei mensen in den lande natuurlijk ook overleg over gaan voeren. Ideeën uit andere steden zullen door mij nauwlettend gevolgd worden, ik denk bijvoorbeeld aan het project in Doetinchem, waar werklozen in de bouw tezamen een club hebben gevormd, die op eigen initiatief de bouwplannen voor een kindertehuis samenstelde. Dat project werd tenslotte met steun van de overheid verwezenlijkt". „Maar voor een definitieve oplossing zal je toch moeten denken aan mentaliteits-verandering" besluit Knibbe, „want het is nu zo, dat een mens beoordeeld wordt naar zijn nuttige prestatie voor het bedrijf waar hij voor werkt. Maar een mens ontwikkelt zich ook via een andere lijn, de inzichtenlijn zeg maar. Hij heeft met meer te maken dan met arbeid alleen, hij maakt een rijpingsproces door. Je zou je kunnen voorstellen, dat er een arbeidsstructuur zal ontstaan, waar in de zuivere arbeidsprestatie ge leverd wordt door mensen die daar lichamelijk en geestelijk het meest voor geschikt zijn". „Laten we even aannemen, dat je de grens legt bij 30 jaar. Iemand die ouder is dan 30 jaar, die zou dan gaandeweg aan het pure arbeidspro ces, het produceren dus, onttrokken kunnen worden om zich te gaan toeleggen op activiteiten in de sociale sfeer binnen het bedrijf. Het werken zou dan overgelaten kunnen worden aan jongeren, die gemoti veerder zijn van arbeid. De doorstroming wordt daardoor enorm bevorderd en dus ook de werkgele genheid". „Iets dergelijks is er bij de Volvo-fabrieken gebeurd, een tijdje geleden. Daar werkten ze eerst volgens het beproefde principe van de lopende band, iedereen deed iedere dag weer hetzelfde schroefje op het zelfde plaatsje. Maar nu werken ze daar in groepen, die een derde van de werktijd aan onderling overleg mogen besteden. Iedere groep maakt een hele auto, ziet dus het eindresultaat, praat erover, vindt eigen oplossingen, krijgt daardoor zelfvertrouwen. Dat soort dingen is van wezenlijk belang, want het gaat om mensen. Dat wordt in de huidige aanpak nog wel eens op de achtergrond gedrougett".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 11