Viking zoekt op naar sporen van Mars leven Reisseizoen door het planetenstelsel komt op volle toeren VORIGE KIJKJES 'Mijl op zeven' bittere noodzaak PAGINA 14 ZATERDAG 26 JULI 1975 f Wetenschap en technologie door P. Bok fPÊl Een ruwe schets van de banen van de planeten Venus (V), Aarde (A) en Mars (M) die als doorlopende lijnen ge tekend zijn, en van de sondes V ener a 9 en 10 (als één punt- streep-lijn) en de Viking-1 (puntenlijn) en Viking-2 (streepjeslijn)De posities van de planeten bij vertrek en aankomst van de sondes zijn aangegeven door half door de zon verlichte bolle tjes met de datum. In bijgaande baanschets van de sondes door het planetenstel sel hebben wij die naar de pla net Saturnus buiten beschou wing gelaten. Deze sonde arri veert daar pas over enige Ja ren; tijd genoeg om daar nog eens op terug te komen. Venus, de planeet waar heen thans een Russische sonde op weg is, heeft al vele malen eerder „bezoek" gehad. De Rus sische Venera's 3 tot en met 8 scheerden er langs in resp. 1966, '67, '69, '70 en '72, de Amri- kaanse Mariners 2, 5 en 10 (de laatste op weg naar Mercurius) in 1962. '67 en 73. Zij hebben veel gegevens opgeleverd om trent de atmosfeer en het opper vlak van de gesluierde planeet: zeer hoge atmosferische druk, een bodemtemperatuur van .'le honderden graden en een tien tallen kilometers dik wolken dek. Russische claims, dat ook seinen zijn ontvangen van ge lande I instrumenten-capsules worden door Amerikaanse des kundigen ernstig in twijfel ge trokken. Zij menen dat de sei nen van de geparachuteerde capsules eindigden toen de cap sules zich nog op 25 km hoogte bevonden en niet na de landing. De lanceringen van vorige Mars-sondes begonnen met de Russische Mars-1 op 1 november 1962. Het radiocontact ging ver loren kort voor de cassave van de planeet. De Amerikaanse Ma- riner-4, gelanceerd op 28 novem ber 1964, boekte het eerste grote succes, waaronder de eerste 21 close-ups die een kraterland- schan als dat van de maan aan toonden. Het radiocontact met de op -30 november 1964 ge lanceerde Russische Zond-2 ging lang voor het bereiken van de omgeving van Mars verloren. De Amerikaanse Mariners 6 en 7 passeerden Mars op betrekke lijk korte afstand in de zomer van 1969 en zij zonden duizen den foto's naar de aarde evenals vele wetenschappelijke meetge gevens omtrent atmosfeer en bo dem van de planeet. Op 27 no vember 1971 kwam de Russische Mars-2 als eerste kunstmaan in een baan om Mars om onder meer een Sow jet-embleem op de planeet te gooien, zoals de Russen dat eerder hadden ge daan op de maan. Meer ambi tieus was de landing van een van de Mars-3 op de rode pla neet op 2 december 1971. Maar die zond slechts enkele seconden seinen uit, die niet waren te interpreteren. De Amerikaanse Mariner-9 gelanceerd op 30 mei 1971. was tot dusver het meest succesvol - Deze zond 7329 foto's naar de aarde vanuit een baan om Mars en verrichtte veel wetenschappe lijke metingen. Op basis van de ze foto's zijn de landingsplaat sen voor le komende Viking-son des uitgekozen. A 9-6-75 arm eindigt in een schepje om grondmonsters op te ne men, zo ver mogelijk van de Lander zelf. De "schotel" op de Lander is de antenne voor het radiografisch doorzenden vqn de meetresultaten. Terwijl wij Nederlanders over het algemeen al of niet bruin gebakken na een grandioze of mislukte zomervakantie weer naar de schoolbanken, de fabriek of kantoren teruggaan, komt het reisseizoen door ons planetenstelsel op volle toeren. Er zijn al onbemande ruimtevaartuigen op weg naar Saturnus (na een vluchtig bezoek aan Jupiter) en naar de gesluierde planeet Ve nus, de Koningin van de Nacht. Wanneer het Amerikaanse kosmische reisbureau NASA het niet laat afweten, gaan op 11 en 21 augustus twee bijzonder interessante sondes op weg naar de rode planeet Mars. Over het algemeen wordt verwacht, dat ook de Russen binnenkort enige ruim tevoertuigen naar deze planeet zullen zenden. Het bijzondere van de Amerikaanse sondes is, dat zij als voornaamste opdracht hebben, een landing op Mars uit te voeren en voor het eerst in de geschiedenis te zoeken naar sporen van buitenaards leven. Aan dit unieke Viking-project willen wij aan de vooravond van de lancering twee pagina's wijden. Later komen wij veel uitvoeriger terug op het fascinerende vraagstuk omtrent het be staan van leven en ook intelligent leven elders in het heelal. Daarvoor bestaat nog gelegenheid genoeg voordat de Vikings hun bevindingen op Mars zullen doorseinen, want zij worden pas begin juli en begin september volgend jaar op de buurplaneet verwacht. Het project is Viking genoemd omdat men er thans vrij algemeen van is overtuigd, dat niet Columbus de "nieuwe wereld" heeft ontdekt aan het einde van de vijftiende eeuw, maar Noorse Vikingen, die honderden jaren eerder dit continent bereikten vanuit de "oude wereld", Europa en Azië. De landing van de eerste Viking op Mars moet plaatsvinden op de dag, dat de Ver enigde Staten het tweede eeuwfeest van hun onafhankelijkheid vieren. De Viking-missie is ongetwijfeld de boven het Marsoppervlak moet de behulp van het kleine laboratorium, meest gecompliceerde en ambiteuze snelheid tot nul zijn gereduceerd, dat in de Lander is ingericht. Daar- onbemande ruimtevaart-operatie tot waarna de Lander in vrije val de mee kunnen bodemmonsters worden dusver. Slechts in de verte zijn zij laatste nieters aflegt. Dat is minder geanalyseerd en ook proeven worden vergelijkbaar met de Amerikaanse erg dan het lijkt omdat op Mars de genomen met Marsmateriaal met het Surveyorlandingen op de maan en zwaartekracht veel geringer is dan oog op sporen van tegenwoordig of de operaties van het Russische maan- die op de veel zwaardere aarde. De fossiel leven. Op deze proeven ko- wagentje Loenochod. verende landingspoten van de Vi- men wij in een volgende beschou- De Viking is een combinatie van een king-Lander moeten het instrumen- wing nader terug. De uitwerking van „orbiter", die om de planeet Mars tarium bij het neerkomen tegen be- de meetgegevens zal waarschijnlijk moet blijven cirkelen, en een „lan- schadiging beschermen. Proeven op veel meer tijd kosten dan het over- der" die met een instrumentarium aarde hebben aangetoond dat dit seinen en zachte landing op mogelijk is. de planeet moet uitvoeren. Parachute-landing tot op het laat- nog metingen De twee delen worden als één ge- ste moment is om verschillende re- aard worden verricht, die inzicht ge heel gelanceerd met een Titan-Cen- denen niet mogelijk. Sterke win tauer-raket vanaf Cape Canaveral. De delen wegen tezamen 3460 kilo. Zij maken de reis aan elkaar ge- den op Mars zouden kunnen zaken dat de Lander omtuimelt grote parachute i in de samenstelling van de at mosfeer, de klimatologische omstan digheden van Mars althans op de landingsplaatsen en de straling die koppeld tot in een baan om Mars, bonden is. Afremmen door de raket- op het Marsoppervlak vanuit de die resp. bereikt moet worden juli en 4 september volgend jaar. Bijgaande tekening brengt vluchten schematisch in beeld. ruimte wordt opgevangen. Voorlopig is het de bedoeling, dat motor tot op het moment landing in plaats van tot 3 meter deze boven de grond zou tot gevolg heb ben, dat de grond op de landings- de Lander van de Viking-1 terecht Het gedeelte, dat om Mars blijft plaats door de uitstromende gassen komt op het betrekkelijk vlakke ge- cirkelen als Orbiter weegt 2320 kg, verstoord zou worden. En aangezien bied Chryse op 20 graden noorder de Lander alleen op de landingsplaats breedte en 34 graden westerlengte. waarvan 1450 kg brandstof, koerscorrecties tijdens de vlucht afremmen in de omgeving van de te analyseren, bezoeken planeet. Zonder die rem- kunnen manoeuvre zou de sonde Mars voor bijschieten naar een elliptische baan om de zon. De Lander, die totaal ontplooid een afmeting van enkele meters heeft, in stereo kunnen maken weegt 1140 kg. Daarbij inbegrepen is gebied het gewicht aan brandstof (142 kg) zelf bodemmonsters kan >u dit dan niet de hand va spronkelijke toestand. De Lander, 90 cm hoog Dit is een zeer aannemelijke omge ving waarin sporen van (uitgestor ven) leven te vinden zijn. Wanneer de landingsplaats vanuit de rondcir kelende Orbiter toch niet zo geschikt het den noorderbreedte het infrarode licht. Hoe westerlengte, interessant de opnamen van deze 252 graden wer terrein. De tweede Viking moet volgens de i remraketten, 't parachutesysteem camera's ook mogen zijn, veel be- plannen manden in de Mare Acida- hitteschilden voor de afdaling door ae atmosfeer en beschermingskappen tegen biologische besmetting. Voorts hoort tot het gewicht de wetenschap pelijke apparatuur voor fotografe ren en doorzenden van foto's en meetresultaten via de Orbiter naar de aarde. Het is de bedoeling dat de Viking eerst enige tijd om Mars blijft cir kelen om foto's naar de aarde te seinen van de voorgenomen landings plaatsen. Worden die beelden gunstig geïnterpreteerd, dan stoot de Viking oe landingscapsule af op een zeer nauwkeurig door aardse computers afgesteld tijdstip. De Lander werpt daarna de eerste beschermende kap af en opent, afgeremd door de hoog ste lagen van de ijle atmosfeer, op b km hoogte een ingebouwde para chute. Kort voordien wordt het twee de beschermende schild, een hitte schild, weggeworpen. Op 1200 meter hoogte moet de parachute worden ontkoppeld waarna de verdere afda ling afgeremd wordt door raketmo toren in de Lander. Op drie meter langrijker zijn de experimenten metlium, 44 graden noorderbreedte 10 graden westerlengte, met als uit wijkmogelijkheid de Caldera Alba, ten oosten van het gebied Arcadia, op 44 graden noorderbreedte en 110 graden westerlengte. Beide terreinen (vooral het eerstgenoemde) zijn ru wer dan de landingsplaatsen van de Viking-1. De landingen zelf moeten geheel automatisch, gestuurd door boord computers en radarinstrumenten, worden uitgevoerd. Radiosignalen vanaf de aarde die zouden kunnen „bijsturen" doen er te lang over, namelijk twintig minuten ondanks hun enorme snelheid van 300.000 km per seconde. Dat betekent dat meet gegevens of televisiebeelden vanuit ae Lander eerst eens 20 minuten naar de aarde zouden moeten rei zen'om hier te laten zien hoe het ging,' waarna een stuursingaal er nog eens 20 minuten over zou doen om de Lander te bereiken, samen dus 40 minuten. Veel meer dan die 40 mi nuten neemt de hele landingsope ratie niet in beslag Wanneer de Landers (2 maanden na elkaar) eenmaal op Mars staan, gaan zij hun werk doen. Om de re sultaten daarvan naar de aarde te seinen, hebben zij de in een baan om Mars gebleven" Orbiters nodig. Die Orbiters moeten in banen komen van i.500 tot 33.000 km boven het Mars oppervlak. In die banen draaien zij vrijwel mee met de wenteling van Mars om de eigen as in ongeveer 24 uur en 37 minuten. Daardoor blijft de Orbiter steeds binnen ra- diobereik van de Lander. Deze zendt met betrekkelijk zwakke signalen zijn bevindingen naar de Orbiter, die de seinen zeer versterkt naar de aarde stuurt. Deze procedure was nodig om de Landers niet te zwaar te maken door sterke zenders en zware energiebronnen. De Orbiters hebben voorts tot taak een grote hoeveelheid weten schappelijke metingen te verrichten zowel met betrekking tot Mars en zijn atmosfeer zelf als tot de om gevende ruimte, b.v. over het voor komen van magneetvelden, stralings gordels etc. Deze zijn ook van belang voor het onderzoek naar de moge lijkheid en eventuele chemische vor men van bestaand of fossiel leven op de rode planeet. Het is de bedoeling, dat de Landers enige maanden lang gegevens zullen doorzenden, en dat de Orbiters nog veel langer hun zelfstandige weten schappelijke onderzoek zullen voort zetten. Het lijkt een mijl op zeven om over ongeveer 900 miljoen km drie kwart rondje om de zon te draaien teneinde op „slechts" ongeveer 300 miljoen km van de aarde een buur planeet te ontmoeten. En dat ter wijl de kleinst mogelijke afstand tus sen aarde en Mars maar een luttele 78 miljoen km bedraagt. Toch is dat de eenvoudigste en meest economi sche baan. Ogenschijnlijk is het veel eenvou diger naar Mars te gaan wanneer de aarde en de rode planeet betrek kelijk dicht bij elkaar staan (zoals op 15 december a.s., namelijk 84 miljoen km). Maar de snelheid van de sonde is, kosmisch gezien,, be trekkelijk gering. De vertreksnelheid bedraagt weliswaar meer dan 40.000 km per uur (anders kan het geval niet aan de aardse aantrekkings kracht ontsnappen), maar die snel heid neemt in korte tijd aanzien lijk af. Tot hoeveel is afhankelijk van een heleboel omstandigheden. Stel tot gemiddeld 10.000 km per uur. Dan heeft de sonde ongeveer 8400 uur nodig om die afstand van 84.000.000 m tot Mars af te leg gen. Dat is ongeveer een jaar .Komt de sonde bij de baan van de buur planeet, dan bevindt Mars zich daar al lang niet meer. Dus de sonde moet veel eerder van de aarde vertrekken "om Mars op 15 december te berei ken. Dus een langere weg afleggen, waarvoor weer meer tijd nodig is etc. etc. etc. Uiteindelijk komt het er op neer, dat de thans te volgen baan „optimaalis. De andere kant om de zon heen schieten, Mars tegemoet derhalve, kost ontstellend veel meer energie en een thans nog niet bereikbare beginsnelheid. In de aardbaan moet een voorwerp de snelheid van de aarde hebben, d.w.z. 30 km PER SE CONDE is ongeveer 108.000 km per uur om niet naar de zon toe te vallen. Schiet men een sonde weg in de richting van de aarde in de aard baan, dan heeft men die snelheid van 30 km per seconde al gratis voor niks, omdat men start van een met die snelheid bewegend platform, de aarde. Er zijn nog wel andere banen mo gelijk, maar deze hebben ook hun ernstige bezwaren. Zo zou men het zonnestelsel kunnen „doorsteken" vlak langs de zon in een betrek kelijk rechte baan. Aanvankelijk zou de aantrekkingskracht van de zon de snelheid van de sonde enorm ver groten, en later, na passage van de zon, in gelijke mate weer verklei nen. De reisduur zou er aantrekke lijk sterk door worden bekort door de kortere baan en veel hogere ge middelde snelheid. Maar in de na bijheid van de zon zou het verfijn de instrumentarium van de sonde zo grote hitte te verduren krijgen, dat het op z'n minst ernstig beschadigd zou worden. Bovendien moet men bij de keuze van de baan van een sonde en het tijdstip van lancering met veel meer factoren rekening worden ge houden. Zo moet het zonlicht op de landings plaats op het moment van de lan ding voor goede fotografische opna men niet te loodrecht invallen want dan zijn er onvoldoende slagscha duwen om de foto's tekening te ge ven. Maar te laag invallend mag ook niet, want dan verstoren de scha duwen het beeld weer te sterk. Het aantal geschikte landingsplaatsen is gering, athans voorlopig, omdat men niet te zwaar geaccidenteerd terrein mag uitkiezen. Maar toch wel weer terrein waar interessante waarnemin gen verwacht kunnen worden. En op die enkele terreinen moeten bij de landing Ce juiste belichtingsomstan digheden voorkomen. Tenslotte moet er ook nog rekening mee worden gehouden, dat Mars van de aarde af gezien niet te dicht bij de zon staat, waardoor radiosignalen verstoord worden, overstraald door de zonnestraling. Al deze en nog vele andere facto ren samen maken, dat de Vikings deze op de tekening aangegeven o- genschijnlijk onzinnige banen moe ten doorlopen om hun doel te berei ken en taken uit te voeren. Zo zal de hier geteken de) Lander op de planeet Mars staan. Mettertijd krij gen we daar natuurlijk niet een dergelijke foto van, want er is geen persfotograaf bij de hand om liet plaatje te maken. Duidelijk zijn de verende poten zichtbaar, die in het stof op Mars gedrukt zijn. De naar links onder uitstekende

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 14