Sprookje van Citroën te mooi om waar te zijn Vauxhall Chevette De statige, zwarte DS 23, die in Frankrijk zo vaak wordt gezien bij regeringsontvangsten en of ficiële gelegenheden, gaat ver dwijnen. De wagen, waarin president De Gaulle eens een aanslag overleefde, wordt niet meer gemaakt. Maar Citroen heeft alweer een model op stapel staan, dat kan passen in prestige-eisen van presidenten en andere bekleders van hoge ambten. Niet voor niets is deze bijzondere versie van de CX „Prestige" gedoopt. Deze nieuwe limousine is 27 centimeter langer dan de standaard CX. Door de speciale aandacht, die aan het interieur is besteed hebben de passagiers uitzonderlijk comfort en onge kende beenruimte. Wieldoppen en sierlijsten zijn voor speciaal effect ontworpen. Er kan van alles in worden gemaakt: tus senruiten, interfoon, mobilo foon, televisie of wat men ook maar wil. De wagen zal rond de jaarwis seling leverbaar worden in de kleuren zwart, grijs, zilvergrijs en bruin. Voor het gewonere volk staat er voor november nog een andere versie van de CX op het pro gramma: een diesel. Het is ver moedelijk de viercilinder diesel (vermogen van 61,5 DIN-pk), die thans in de bestelwagen C 35 wordt gebruikt. Door Koos Post Eén van de kolossale machines, die bij de produktie zijn inge schakeld. Meer dan zeventig las punten voor de omlijsting van de voorruit worden door deze ma chine in een oogwenk behandeld. Citroën heeft de laatste jaren een gigan tisch bouwprogramma afgewerkt montagefabrieken in Rennes en Aulnay, een smelterij in Charleville en een fabriek voor versnellings bakken in Metz. Alles xs gloednieuw. Daar waren kapitale bedragen mee ge moeid. En toen kwam de energiecri sis plotseling bergen roet in het fi nanciële eten gooien. Het sprookje van Citroën bleek te mooi om waar te zijn. De financiering van deze gran dioze revisie van het produktie- apparaat kon niet geheel uit eigen middelen komen. Dus werd 1975 voor Citroën het jaar van de grote veranderingen. Om de zaak te redden moest een stevige band worden gesmeed tussen Peugeot en Michelin, de eigenaresse van Ci troen. Dat dreef de Franse auto- industrie in een geheel nieuwe rich ting. Nu zijn er nog slechts twee grote groepen over. Aan de ene kant de ge nationaliseerde Renault-fabrieken, die ongeveer anderhalf miljoen au to's per jaar produceren. Aan de an dere zyde de particuliere groep Citroën-Peugeot, eveneens met een produktie van anderhalf miljoen au to's. Er is nog een autoconstructeur in Frankrijk: Simca, maar die is in handen van Chrysler Amerika. De heer F. Guesde, die als directeur van Citroën Nederland kortgeleden de gastheer was van de Nederlandse au topers in de gloednieuwe fabriek in Aulnay. vindt deze ontwikkeling in de Franse auto-industrie niet onge lukkig. Er is daardoor evenwicht ontstaan in één van de belangrijkste industrieën van Frankrijk. Boven dien kan Citroën een bijdrage leve ren aan de ontwikkeling van een Franse en zelfs Europese auto met als doel meer comfort, betere weglig- ging en de grootst mogelijke actieve veiligheid. Grotere modellen Nog in ander opzicht noemde de heer Guesde 1975 een voor Citroën be langrijk jaar. Door de verandering in de duurdere modellen. De fabricage van de DS-serie is gestaakt om zich geheel te kunnen concentreren op de CX, die nu een verkoopsucces wordt genoemd. In ons land werden in de eerste vier maanden van dit jaar als meer CX-en verkocht (2358) dan DS-en in een heel jaar (2186 in 1970). Daarbij moet men echter wel reke ning houden met het feit, dat de ver koop van auto's in die periode over de hele linie erg goed was en dat er inmiddels stevige prijsverhogingen (ook voor de grote Citroëns) hebben plaatsgehad. Fabriek "Het modernste mO*jtagecomplex van Europa voor de seneproduktie van Zo noemt de documentatie de nieuwe fabriek van Citroën in het plaatsje Aulnay-sous-Bois, dat zo'n tien ki lometer ten noorden van Parijs ligt od nauwelijks een steenworp afstand van het ook nieuwe vliegveld Charles de Gaulle. Overigens is deze fabriek al weer meer dan twee jaar in gebruik. In april 1973 werd het lint officieel doorgeknipt. De grond voor dit complex was al twee jaar eerder gekocht. De directie van Citroën koos juist voor Aulnay om de modernisering van de fabrie ken in de hoofdstad te kunnen door voeren en om een evenwicht te be werkstelligen tussen de fabrieken in Parijs en in de provincie. Aulnay lag daarbij erg gunstig: vlakbij Prijs, dat zowel per trein als over de weg heel gemakkelijk is te bereiken. Boven dien: daar in de buurt is nog vol doende woongelegenheid. En dat kan ook in Frankrijk de balans doen overslaan. Zelf gebouwd Het grote gebouwencomplex werd ge heel door Citroën zelf ontworpen en gebouwd. Door een afdeling, die Ci troën Engineering wordt genoemd. Een al sinds 1958 geheel zelfstandig opererende eenheid, die niet alleen op de automarkt en niet alleen in Frankrijk bedrijvig is, maar ook in het buitenland heeft geopereerd. Citroën Engineering zette in Aulnay- sous-Bois een fabriek neer waarin op dit moment 440 Citroëns van het type CX 2000 en CX 2200 per dag worden gebouwd. Er werken drieduizend mensen aan. Maar het is de bedoe ling, dat er 1600 wagens per dag wor den gefabriceerd als de fabriek ge heel is voltooid. En dat behoeven be slist niet alleen CX-en te zijn. Elke andere Citroën kan er in principe worden gemaakt. Daarop heeft men gebouwd. Dat er gemakkelijk kan worden overgeschakeld op elk ge wenst type. Met een minimum aan investeringen op korte termijn. Wat in de snel wisselende markt van thans een voordeel van betekenis kan zijn. Lopende band In deze fabriek van Citroën is de lopende band nog onverkort gehandhaafd. Maar de bouwers hebben wel de grootst mogelijke zorg besteed aan de werkomgeving van de arbeiders. Elke factor, die kon bijdragen tot een verbetering van de kwaliteit van het werk vergeleken bij de reeds be staande condities, is zorgvuldig be studeerd. Het valt dan ook op. dat er vele ruime looppaden zijn en dat door het dak het daglicht royaal naar binnen kan komen. Ook aan de demping van het lawaai is de uiterste zorg besteed, maar deson danks heeft men niet kunnen voor komen, dat op sommige punten van de fabriek horen en zien vergaat. Natuurlijk is de produktie tot in de uiter ste details uitgekiend. Als men ziet uit hoeveel onderdelen zo'n auto be staat, hoe vernuftig zo'n ding in el kaar wordt gezet en hoe ervoor wordt gezorgd, dat op alle punten steeds de daar benodigde onderdelen in de juiste maat en hoeveelheid aanwezig zijn dan kan men zich begrijpen, dat het nog heel lang moet duren voor een model, dat op de tekentafel is ontwikkeld, in produktie kan wor den genomen. Zo'n hele produktie- lijn moeten worden gereedgemaakt Daar zitten vele duizenden uren denkwerk in. Eenvoudig Bij Citroën is getracht zoveel mogelijk Vauxhall heeft het de laatste jaren niet ao best gedaan op de Nederlandse automarkt Eigenlijk is de Viva het laatste succes van betekenis geweest van de Britse dochter van General Motors. Wat minder geslaagde mo dellen daarna werden evenzovele flops. Geen wonder Want in vele ge vallen kon men voor vrijwel het zelfde bedrag een beduidend pretti ge» rijdende Opel kopen Moeder General Motors keek toch welwil lend toe Want of men nu door de En gelse of door de Duitse hond wordt gebeten Maar er is toen wel even een poging ge daan om de Vauxhall-verkopers de reddende hand toe te steken Dat ge beurde dooi hun de Rangers toe te spelen Officieel heette het. dat het auto's waren, die waren aamengei- steld uit vele tatcken van de G.M.- fhmilie. maar in feite waren het Opeis mei een internationaal sausje over goten En dus was dal een geste, die door Opel-deHiers Depaaid niet in dank werd afgenomen. Wellicht is dat de oorzaak geweest van hel feit, dat dit Ranger-avontuur een vrij ge ruisloze dood schyni te zyn gestor ven. Of het moet nog in stilte bloeien Nu hebben de Vauxhall-mensen echter weer eens een leuke troef in handen gekregen: de Chevette. Geen ge makkelijke kaart om uit te spelen, dat niet. want bet is een nogal prijzig karretje Op enkele guldens na elf mille En dat is een heel fiks bedrag voor een wagentje van nog geen vier meter lengte - 394,4 cm om precies te zijn - en 158 cm breedte Klem dus. Maar ook fyn Lekker sturend, pret tig zittend en goed rijdend En wat u vandaag de dag nog duur in de auto wereld We kunnen er nagenoeg geen peil op trekken. Van de ene dag op de andere vliegen de prijzen om- Neem een Opel Kadettje. Die kost in zijn eenvoudigste uitvoering toch ook al bijna tien mille. Natuurlijk, dan is er nog wel een gestript model, waarvan de prijs enkele honderden guldens lager ligt, maar dat is dan wel een kadetje zonder boteren belegging Die vergelijking met de Kadett is overi gens niet willekeurig gekozen. De Kadett heeft heel wal van doen met deze Chevette. Waarschijnlijk onder druk van de verre van rooskleurige omstandigheden in de auto-industrie (in Europa gaat het wel goed, maar de Amerikaanse markt is nog steeds hoogst onwillig en daar hangen heel wat merken van af) is General Motors eindelijk afgestapt van het zo lang gehuldige principe, dat alle onderaf delingen hun eigen broek maar moesten ophalen. Nu is eindelijk een gemeenschappelijk potje op het vuur gezet Het onderstel uit de Chevette is lijnrecht afgekeken van de elemen ten, die onder de Kadett zitten. Daar heeft men een nieuw (en aantrekke lijk) carrosserietje opgetimmerd en een Viva-motor ln laten zakken. Klaar is Kees: een nieuwe auto slaat voor de deur En zowaar, het hapje, dat gemeenschap pelijk werd klaar gemaakt werd door de G.M.-koks zo smakelijk ge vonden, dat ze het aandurven het de zo kritisch ingestelde Amerikaan voor te zetten. Ook in Amerika zal een Chevette worden uitgebracht. Niet dé Chevette. waarover wij hier praten, maar een afgeleide versie. Maar toch ook wel weer met zoveel kenmerkende eigenschappen van het Europese produkt, dat het een wapen kan zijn in de verbeten strijd van Detroit tegen de snel stijgende import van kleinere en zuinige Euro pese wagens. Daarom zeilt de Che vette volgend jaar onder G.M.-vlag de Amerikaanse markt op. En dat gebeurt natuurlijk op zijn Ameri kaans. Volgend jaar moeten er - vol gens de verwachtingen - meteen al 200 000 de deur uit. Dat moet kunnen zegt men, want de wagen zal daar - schrikt u niet - zo'n 2500 dollar gaan kosten. Dat is om en nabij de zesdui zend guldenWe wonen kennelijk in de verkeerde hoek. Maar wie hier die elf mille neertelt voor deze Chevette koopt in sommige op zichten toch wel iets aparts. In de eerste plaats het koetswerk. Een uit ermate opvallend frontje vooral dankzij de vierkante diepliggende koplampen. En de aangebouwde spoiler De mode van vandaag de dag volgend is een schuine achtersteven gecreeerd met een derde deur. Die overigens toegang geeft tot een verre van imponerende bagageruimte. Niet meer dan 252 liter. Pas als de achterbank is neergeklapt is er een overvloed aan ruimte: 526 liter. De deuren zijn royaal van formaat, zodat de instap geen problemen oplevert. Het interieur is vrij luxueus uitge voerd. Hoogpolig tapijt. Alles goed afgewerkt Prettig zittende stoelen. Een lekker met vinyl omkleed stuurwiel. Duidelijk afleesbare klokken met een overmaat aan in formatie. De bedieningselementen zitten binnen handbereik. Enfin, alle comfort is wel aanwezig. Zelfs op langere afstanden - zo hebben we in de tijd, dat wij met deze Chevette rondreden ervaren - wordt men niet moe. Het gaat allemaal heel gladjes en soepel. Jammer, dat er op de ach terbank niet al teveel ruimte is voor de achterzittenden. Er moet wat ge woekerd worden en geschoven om de benen redelijk kwijt te kunnen. Het onderstel van de Kadett en een Viva-motor, het is geen' wonder als wordt gezegd, dat de techniek 'tradi tioneel' is. De motor zit voorin, de aandrijving is op de achterwielen. De Viva-motor heeft een inhoud van 1256 cc en een vermogen van 59 DIN-pk. Wat overigens voldoende kracht betekent voor dit lichte car rosserietje. We zeiden het al: een wielophanging ge lijk aan die van de Kadett. Dat bete kent onafhankelijke voorwielop hanging, schroefveren rondom en een starre achteras met twee geleide armen, een Panhard stang en stabili sator* voor «n achter. Het klinkt allemaal erg vertrouwd in de oren. Men kan dus ook niet verwach ten. dat het rijden in dit karretje een openbaring zal worden. Maar de ver houdingen liggen toch wel zo gun stig, dat het aangenaam toeven is achter het tandheugelstuur. De be sturing is zeer gemakkelijk. Maar de vering is wat stug. Alle oneffen heden van de weg komen heel ge makkelijk boven drijven. Bovendien is het wagentje beslist niet ongevoe lig voor zijwind. En bij snel genomen bochten willen de achterwielen wel eens hun eigen weg proberen te zoe- Het verbruik is niet slecht. Op lange tra jecten kwamen we tot ongeveer eên op dertien. In de stad gebruikte de wagen één liter benzine op zo'n 11,5 kilometer. Gemiddeld dus ruim éen op twaalf, lang niet onverdienste lijk. Als we alles dan nog eens op een rijtje zetten, dan komen we tot een duide lijke positieve ^lotsom. Het is een uitermate handig, soepel en prettig hanteerbaar wagentje. Dat mis schien wat klassiek van techniek mag zfjn en derhalve wat bezwaren kent, maar een alleszins acceptabele Vauxhall is. Dat we nogal moeite hebben gehad om onze voorruit vochtvnj te krijgen (de aaiyager stond kennelijk met goed gericht) zullen we maar aan het exemplaar wijten. Voor het overige hebben wy met erg veel plezier in deze kleine Chevette rondgetoerd. Dat mag ook wel voor elf mille

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 17