"Die vader- en moedertoer is een achterhaalde zaak" "DE HAASTIGE HASJHUNT: JE LACHT JE ROT" ANNEKE EN HANNO VAN „DE HEEMHOEVE": ZATERDAG 19 JULI 1975 Tukkertjes op 'De Heem hoeve'. Linksvoor A.nneke Dissen, rechts achter ge hurkt Hanno. EMST Hoe staat het, zo mag men zich in de vakantiedagen afvragen, eigenlijk met onze jeugdherbergen? Is er in een tijd, waarin materialisme hoog tij viert, nog wel plaats voor een vader op geiteharen sokken, voor een moeder tussen de dam pende ketels in de keuken, voor blozende trekkers op him kar retje, voor spoorzoeken en opge wekt gezang rond het kampvuur? Wij gingen eens kijken in „de Heemhoeve" by Ernst, midden op de Veluwe. Een portret van een jeugdherberg anno 1975. An ders dan de vergeelde foto's in het album, maar nog altijd springlevend. Een Jeugdherberg met andere problemen, maar ook met andere geneugten. „De Heemhoeve" het zi; ge zegd, staat niet model voor DE jeugdherberg in Nederland De een denkt de jeugd te dienen met popgeweld in stereo, de an der met ruiter- of watersport. „De Heemhoeve" heeft een ei gen aanpak, een eigen etiket, dat hier wordt opgeplakt. Door Daan Overhoff Verstopt in de bonte bossen van de Veluwe waar het asfalt het zand nog niet heeft verdrongen: jeugd herberg „de Heemhoeve", zo'n vijfen veertig jaar oud. Een hoofdgebouw van steen herinnert aan de vroegere accommodatie, maar is nu het riante woonhuis van het echtpaar Dissen en hun dochters van vijf en drie. Rond de oude kern veel nieuwbouw, alles van hout. Een sobere entree, veel en felle kleuren binnen. Een ruime hal, gezellige zitjes, een rijke lectuurbak inclusief Sextant en een lumineuze bar, waarvan het moeilijk scheiden lijkt. Eetzaal, dagverblilven en een lange gang zijn opgesierd met posters, wandschilderingen en andere creatieve uitingen van de Jeugd. Slaapzalen met een capaciteit van rond de honderd bedden, legerachtig boven en naast elkaar. Per slaapzaal een douche, twee toiletten en een lange wasbak. Onderscheid tussen „keet"- en slaapzalen naar behoefte. Eenpersoons kamertjes voor de assistenten, vier op dit moment in „De Heemhoeve". Een keuken, bestand tegen de honger, die de heilzame natuur rondom wekt. Zeven hectare bos in eigen beheer. Een grote zanderige speelkuil, een klimrek, een volleybal en een voetbalveld. Prijzen, varië rend van 8,25 gulden voor een overnachting plus ontbijt voor de trekker tot 23 gulden, alles Inbegrepen, voor de deelnemer aan een conferentie. Kindervreugd „De Heemhoeve" biedt in het seizoen, van maart tot eind oktober, achtereenvolgens ruimte aan werk weken van brugklassen havo en mavo, schoolreisjes van kleiner grut, de trekkers en opnieuw werkweken. Daartussendoor doen weekendgroepen en conferenties de jeugdherberg aan. Dit is nog de tijd van de schoolreisjes, waarvan tientallen Tukkertjes getuigen. Iets mineer leuk voor de vroege trekkers, die in de vakantiespreiding worden opgeslokt door de lawaaierige kindervreugd. Hanno Dissen (34) is landbouwkun dig ingenieur, maar kan als zovele afgestudeerden in zijn branche niet aan de slag komen. Zijn vrouw Anneke (35) heeft de sociale academie in Amsterdam gedaan en is jeugdleidster. Dit is hun vierde jaar op „de Heemhoeve". „Maar alsjeblieft geen vader en moeder- toer", zegt Anneke, evenals Hanno ongeremd in uiterlijk, kleding en spraak, „een achterhaalde zaak. Wij zijn beheerders, zo heet dat na het nodige geharrewar." Grap Een functie, waarnaar het echtpaar bij wijze van grap solliciteerde. „Je moet toch wat, dus schreven we op een advertentie", vertelt Anneke, „Ik was toen net hoogzwanger van het tweede kind. Dus vulden we vragen in, zo in de stijl van: anderhalf kind en drie katten. Binnen een paar dagen hadden we antwoord. Maar ook al had Hanno een baan in zijn richting kunnen krijgen, dan hadden we toch iets samen willen doen. Wij hebben het niet zo op wat tutten met de buren." De Dissens kunnen zich, net als de ruim vijftig andere jeugdherbergen, die in de Nederlandse Jeugdherberg Centrale zijn verenigd (NJC), met "De Heemhoeve" nagenoeg zelf bedruipen. „De omzet van de NJC is zo'n vijftien miljoen", weet Hanno, „voor negenennegentig procent kun nen de jeugdherbergen rondkomen. Daar zit dan wel tachtig procent subsidie op nieuwbouw bij en nog een kleine bijdrage van CRM, zo'n drie ton. voor sociaal cultureel werk. Dat loopt". Al neigt de jeugdherbergbeheerder dan wel naar een hotelier, die het van conferenties en werkweken moet hebben. „Daar draai 1e voornamelijk op", zegt Anneke wat treurig, „en dat heeft als consequentie dat jeugdher bergen soms aan de oorspronkelijke bezoekers, de trekkers, „vol" moeten verkopen. Dat vertikken wij. Wij reserveren altijd twee zaaltjes voor de trekkers. Dat is dan geen commercieel denken, maar wij vinden wel dat zij terecht moeten kunnen". „De Heemhoeve" staat open voor alles en iedereen tot en met de assistenten toe. „Dat zijn soms jongens, die nog in dienst moeten of die zijn uitgeloot voor een studie", zegt Hanno, „maar soms ook moeilijke klanten. Mensen, die geen dak boven hun hoofd hebben, knapen onder de drugs, die uit die kring willen en hier komen afkicken. Dat moet kunnen, al vraagt het van de anderen meer inzet. Wij werken hier horizontaal en dat is wel eens moeilijk, omdat wij de uiteindelijke verantwoordelijkheid dragen. Komt een assistent 's morgens zijn bed niet uit, dan nemen wij zijn taak over. Dat komt harder aan dan hem wakker maken en zeggen: „Joh, zou je niet eens wat gaan doen". Hanno en Anneke Dissen zijn wars van gezagsverhoudingen, zoals diè in de jeugdherbergen van weleer zo duidelijk golden. „De enige regel die hier geldt is dat je geen last van elkaar moet hebben", zegt Anneke, „dat is een samenlevingsregel, een regel van medemenselijkheid. Men denkt nog altijd dat Je in een jeugdherberg nauwelijks mag in- en uitademen. Tien uur binnen en half elf slapen, het is een achterhaalde zaak, maar dat image is er niet uit te rammen." Dat betekent niet dat het op „de Heemhoeve" maar een ordeloze bende is. „Alleen zeggen we niet: je mag niet roken of geen alcohol drinken", redeneert Hanno, „leraren zullen daarover moeten beslissen. Zij dragen de verantwoordelijkheid voor hun klassen. Wat zij goed vinden is oké voor ons zolang het anderen niet stoort". Teleurstelling Een uitgangspunt, waarin het echtpaar Dissen nog wel eens wordt teleurgesteld. „Wij stellen hoge eisen aan de leraren", zegt Anneke, „ze moeten zich niet breed maken, op fluitjes blazen en autoritair zijn. Wij veronderstellen een betrokken heid tussen leerkrachten en leerlin gen. Ze moeten voor en met de leerlingen bezig zijn. Helaas zien leraren het nog vaak als een uitje voor zichzelf. Ze zijn er niet of ze zuipen zich lam onder het motto: die kinderen zijn toch lekker bezig in de natuur. Terwijl wij dan rondsjouwen met de kotsbakken, trekken de kinderen de brievenbus bij de buren uit de grond. Dan moet je toch weer de boeman gaan uithangen en dat is net wat we niet willen." Kinderen, ervaren Hanno en Anneke gevoelsmatig, zijn er toch al niet gemakkelijker op geworden. „La waaieriger, minder grijpbaar en vernielzuchtiger", oordeelt Hanno, „ze zijn minder bereid samen wat te doen, willen de afwas voor een tientje afkopen. Ze willen niet onder, hun bed vegen, omdat ze boven slapen. Ze krassen met messen in tafels en vernielen wandversiering, die ze dan best weer willen betalen. Verwend met eten ook: dat lust ik niet. Veel bedplassers, veel diëten en in het algemeen een toenemend geneesmiddelengebruik. Natuurlijk zijn er ook leuke groepen en die selecteren we dan ook steeds meer." De beheerders van „de Heemhoeve" kijken echter elk jaar weer uit naar de aloude trekkers, het persoonlijk contact, dat Hanno en Anneke veel meer aanspreekt. „Kijk, je hebt je verzorgende taak", zegt Anneke, „dat is puur technisch. Wij willen meer zijn en dat komt er vooral bij de trekkers uit. Dan inspireren we. Dan laten we zien dat je meer kan doen dan alleen aan de bar hangen, dat de muziek niet zo hard rt dat Je met stemverheffing moe -»n. Dat betekent nog geen gemengd slapen, daar is de spreiding in leeftijd helaas te groot voor. Zes katholieke meisjes van veertien, die thuis vertellen dat ze gemengd hebben geslapen, dat geeft gedonder". Vereenzaamd Het is er, zo van begin juli tot half augustus, niet minder gezellig om op „De Heemhoeve", die de trekkers als „in toenemende mate vereenzaamd" ervaart. „Ze zoeken contact en dat proberen wij met de gekste dingen te geven", vertelt Hanno, „onze ideeën worden uit niets geboren. We spelen douane en smokkelaartje, dat noemen we de haastige hasjhunt. Ontbijtkoek met thijm, het ruikt nog als hasj ook, wordt achter de bar gedeald. Dat spul moet dan naar een bepaalde plek buiten worden gesmokkeld. Dan zie Je honderd man van veertien tot vijfendertig laaiend enthousiast door het zand kruipen. Je lacht Je rot". Zeilwedstrijden met van papier gevouwen bootjes in regenplassen, waarbij een ieder met overgave in de bagger duikt, snuffeltochten langs in ammoniak gedrenkte watjes, internationale dansen met daarop volgend vrije expressie („eerst in het donker, want dan geneert men zich nog en dan draaien we zachtjes het licht op") hebben inmiddels landelijke erken ning gekregen bij het „lan^horig tuig". „Niemand hoeft, maar iedereen doet mee", zegt Anneke, „kastelen bouwen in een zandbak, ze vinden het prachtig. Samen dingen doen, samen bezig zijn, dat is ons etiket, en de trekkers hebben er kennelijk behoefte aan". Hanno en Anneke gaan nog verder. Sinds vorig Jaar organiseren zij milieuweken, stokpaardje van de landbouwkundig ingenieur. „Milieu is belangrijk", weet Hanno, „biologie les in de praktijk. Een boom omhakken, in plakken zagen en kyken wat er in de loop der Jaren mee is gebeurd. Een natuurpad aanleggen, watervervuiling meten, bloemetjes determineren. En 's avonds bijvoorbeeld een film over de wadden of het milieuspel. Een enorme leg puzzel: waar komt de fabriek, waar de speelweide en dan discussiëren over het voor en tegen". Mafkikkers Van zaterdag 20 Juli tot en met zaterdag 2 augustus draaien op „De Heemhoeve" weer twee nulieuweken Er zijn, ondanks het enorme succes van vorig jaar, nog enkele plaauen vrij (tel. 05787 - 203). Niet iedereen overigens is blij met de ideeën van de Dissens. Zo heeft de autochtone gemeenschap van Ernst nogal wat moeite met „de Heemhoe ve". „Ons kind speelt wel bij ie buren, maar omgekeerd mag het niet", weet Hanno, „jeugdherberghp- zoekers zijn al mafkikkers en wij zijn dat in de ogen van de omgeving hier zeker" Het kan Hanno en Anneke niet ontmoedigen. „Wij zeggen eent niet: gut, gut, wat doen wij het toch goed", zegt Anneke, „dit werk is puur een persoonlijke behoeftebevrediging voor ons, een zaak van eigen belang. Dat de jongeren het waarderen -t we in drie jaar van zesduizend naar twaalfduizend overnachtingen ier seizoen zijn geklommen dat is leuk, maar het is wat anders. Wij l"n het zo en we zouden net ook niet anders kunnen. Wij hebben lol in de sfeer hier en anders waren we wel bij de AMRO-bank gaan werken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 12