Is een streekbedrijf nog wel nodig? Bejaardenwerk in Leiden aansluiten op buurtwerk Troefleden in aktiegroep om beleid te veranderen Nieuwe poging tot vorming provinciaal energiebedrijf JAN BENTVELD AFBOEK Rijk geeft Leiden ruim 3.5 ton voor verbetering 3.646 oudere woningen Jaarverslag Stichting Dienstencentrum Leiden DONDERDAG 10 JULI 1975 LEIDEN De individuele gebruiker zal er niet wak ker van liggen, want hij zal de komende tariefsver hoging van de elektriciteit toch moeten betalen. Maar over de wijze waarop de exploitatie van de elektrische energie zal moeten plaatsvinden, en voor al over de vraag door welke instantie dat moet ge beuren, sleept in de Leidse regio al sinds jaar en dag de kwestie van het streekenergiebedrijf. Door Joop Maat De zaak is vorige maand uit gelopen op een scherp conflict tussen Leiden en de 21 gemeen ten waaraan Leiden stroom le vert. Achttien van deze 21 ge meenten hebben zelfs het geschil voorgelegd aan de Kroon, met het verzoek een omstreden besluit van de Leidse gemeenteraad te vernie tigen. Dat besluit viel op 17 februari van dit jaar, toen de meerderheid van de Leidse raad besloot tot het weer intrekken van een in 1973 genomen besluit om deel te ne men aan een gemeenschippelijke regeling met de 21 GEMEENTEN WAARAAN Leiden stroom levert. De gemeenschappelijke regeling hield in, dat de 22 gemeenten (de buitengemeenten en Leiden) ge meenschappelijk het "Energiebe drijf Rijnland" zouden oprichten. De voormaamste beweegreden van het Leidse gemeentebestuur om te komen tot een gemeen schappelijke regeling met de bui tengemeenten was de overweging dat een streekbedrijf zoals het "Energiebedrijf Rijnland voor de benodigde investeringen een be roep kan doen op de kapitaal markt terwijl de Sted. Fabrieken voor Gas en Electricitiet (df SLF) toentertijd de grootste moeite had om de nodige investeringen te fi- Voordelen zagen ook de voordelen van zo'n gemeenschappelijke rege'.'ng. Niet alleen de lasten van het gemeen schappelijk energiebedrijf zouden over de deelnemenden gemeenten verdeeld worden, maar ook de baten. Een ander voordeel voor de betrokken gemeenten lag in de grotere invloed, die zij in het Rijnlandse energiebedrijf zouden hebben. Invloed op de SLF, waar van de aandelen in handen van de gemeente Leiden zyn, hebben zij namelijk in het gehee' niet. Alle raden van de bij gemeen schappelijke regeling betrokken ge meenten gingen er dan ook mee akkoord. In de regeling werd be paald dat de datum van inwer kingtreding zou zijn 1 januari 1973. Toen de regeling ter goed keuring naar de provincie werd gestuurd, in maart 1973, achtte men het in Leiden geen bezwaar dat de regeling met terugwerken de kracht zou ingaan. Men leef de namelijk in de veronderstel ling, dat de goedkeuring door Ge deputeerde Staten niet lang op zich zou laten wachten. De provinciale goedkeuring bleef echter lange tijd uit. Niet zozeer omdat Gedeputeerde Sta ten zich in principe niet zouden kunnen verenigen met de rege ling, maar de goedkeuring werd vooral aangehouden omdat er op provinciaal niveau plannen wa ren ontwikkeld om tot de oprich ting van een provinciaal energie bedrijf te komen. Totstandko ming van een dergelijk bedrijf (zoals die overigens in vi'ijwel al le provincies bestaan) zou een streekenergiebedrijf overbodig maken. Gedeputeerde Staten deelden de betrokken gemeenten dan ook mee, dat aan een aantal voor waarden voldaan moest worden voordat zij de regeling zouden goedkeuren. Belangrijkste voor waarde was een voorstel van G.S., dat de gemeenschappelijke rege ling zou moeten ophouden te gel den wanneer een provinciaal ener giebedrijf tot stand zou komen. Dit voorstel van G.S. werd door de betrokken gemeenten unaniem verworpen. Mislukken Toen in het voorjaar van 1974 ovendien bleek, dat de poging om te komen tot een provinciaal energiebedrijf tot mislukken ge doemd was, lieten G.S. doorsche meren dat zij de gemeenschap pelijke regeling met betrekking tot het „Energiebedrijf Rijnland" zouden goedkeuren. Deze regeling vormde immers een - zij het be scheiden - aanzet tot een betere organisatie van de energievoor ziening in Zuid-Holland Maar tot provinciale goedkeu ring van de regeling is het nooit gekomen. Want het nieuwe ge meentebestuur van Leiden vond het intussen erg bezwaarlijk om vast te blijven houden aan de datum, waarop de regeling zou ingaan, te weten 1 januari 1973. B en W van Leiden wezen erop dat in de regeling voor de periode vanaf 1 januari 1973 ten aanzien van het beheer van het bedrijf geen bepalingen waren opgeno men, terwijl de Leidse gemeente raad sinds die datum ten aan- cien van de SLF een aantal be slissingen had genomen. Het lukte het Leidse gemeen tebestuur echter niet om met haar „partners" overeenstemming te bereiken over een wijziging van de datum, waarop de regeling in zou gaan. De wethou ders van het Leidse college (bur gemeester Vis kon zich hiermee niet verenigen) deden hierop het voorstel aan de gemeenteraad om zijn besluit tot deelneming aan de regeling in te trekken, en daarna het overleg met de 21 an dere gemeenten te openen met de bedoeling een aantal wijzigingen in de regeling aan te brengen. De belangrijkste wijziging betrof de ingangsdatum. De raad ging in meerderheid met dit voorstel akkoord. Daar waren de 21 gemeenten - op z'n zachtst gezegd -niet over te spre ken. Men verweet Leiden zelfs "onbehoorlijk bestuur". Onder handelingen, die de afgelopen maanden tussen de 21 en Leiden werden gevoerd, leidden slechts tot een verharding van de bei de standpunten. Achttien van de 21 trokken hieruit de conclusie, dat het ge schil voorgelegd moest worden aan de Kroon. De verstandhou ding tussen Leiden en de ge meenten in de regio toch al niet best daalde hiermee tot een dieptepunt. „Regio-fonds" Voordat de gemeenten tot de ze stap overgingen, had de Leid se wethouder van Economische Zaken het voorstel gedaan om de eventueel vrij te maken winst, zo die in de Jaren 1973, 1974 en '75 is gemaakt door de SLF, te stor ten in een zg. "regio-fonds". Uit deze pot zouden dan in de toe komst regionale urgentieprojec ten betaald kunnen worden. Dit voorstel is, naar het lijkt nog nauwelijks onderwerp van ge sprek geweest. Het "regio-fonds" is ook niet aan de orde geweest in een vori ge week vrijdag in het provincie- buis in Den Haag gehouden bij eenkomst, die belegd was om het conflict uit te praten. Wel werd toen door het lid van Gedepu teerde Staten Engelsman beide oartijen voorgesteld de regeling te laten ingaan per 1 januari '75, m plaats van 1 januari 1973. Op dit voorstel hebben de buitenge meenten vrij positief gereageerd, hoewel het uiteraard nog in de diverse gemeenteraden moet wor den besproken. Wat Leiden betreft, is het voorstel van de gedeputeerde En gelsman niet in overeenstemming te brengen met he omstreden raadsbesluit van februari jl, waarin vastgelegd is, dat de in gangsdatum van de reg°ling ge wijzigd dient te worden van "1 januari 1973" in "1 januari van het jaar, volgend op het jaar, waarin de wettelijk voorge schreven bekendmaking van de regeling in de Nederlandse Staatscourant heef plaatsgevon den". Het is dus maar de vraag, of dit voorstel tot overeenstemming over de regeling zal leiden. Voor al ook, omdat nu voor de derde keer wordt geprobeerd om tot de oprichting van een provinciaal energiebedrijf te komen. Moge lijk zou dat provinciale bedrijf niet eens zo lang op zich laten wachten. En dan zou, zoals ge zegd. er geen behoefte meer be staan aan een streekenergiebe drijf in de vorm van een ge meenschappelijke regeling. Haarlemmerstraat 181 Gouden Armbanden Colliers en Sieraden Een uitgelezen collectie. Altijd voordelig. Juwelier v. d. WATER Eigen ateliers voor het repa reren en ontwerpen van Uw sieraden. LEIDEN "Alles wat we gaan doen hangt af van wat het bestuur doet. De enige mogelijkheid is dat de Leidse Jeugd Aktie weigert sub sidie te geven aan dit bestuur." De pas gevormde aktiegroep in Troef die tegen het huidige bestuur oppo neert blijkt tamelijk machteloos te zijn nuhet bestuur een motie van wantrouwen naast zich neer heeft gelegd. Deze motie was aangeno men tijdens een openbare bestuurs vergadering op 25 Juni j.l. waarbij bleek dat bestuur en deelnemers van Troef lijnrecht tegenover elkaar stonden. Aan deze vergadering waren een aantal ondoorzichtige affaires voor afgegaan, waardoor er onder het snel teruglopend aantal deelnemers grote onrust was ontstaan. Het be stuur leek, medio juni, weinig bereid te praten met een aantal van de verontruste leden over vijf punten die waren opgesteld. Deze punten betroffen: een verantwoording van het gevoerde beleid, een standpunt- uniska parket nieuwe rijn 24 leiden hoek burgsteeg 071—34671 bepaling van het bestuur ten opzichte van de hulpverlening, de regeling van de vertrekprocedure van een van de stafleden, en de relatie tus sen deelnemers en bestuur. Na de vruchteloze contacten met het be stuur belegden de deelnemers zelf een zogenaamde deelnemersvergade- ring over deze punten. De dag na deze vergadering volgde op 25 juni de ontknoping tijdens een door het bestuur uitgeschreven vergadering, in de vorm van een motie van wan trouwen. Het breekpunt vormde de aanwe zigheid van twee deelnemersvertegen woordigers in het bestuur. Deze twee hadden het vertrouwen van de deel nemers verloren en tijdens de deel- nemersveragdering hadden de deel nemers besloten deze twee af te zet ten, en in hun plaats vijf nieuwe vertegenwoordigers te kiezen. Tijdens de door het bestuur bijeengeroepen vergadering bleek dat de twee zit tende vertegenwoordigers bleven zit ten, en dat het bestuur de nieuwe vertegenwoordigers niet wilde accep teren. De motivering van het be stuur was. dat de gevolgde procedu re niet juist was. En het bestuur legde de motie naast zich neer. De moeilijkheid bij deze procedu rekwesties is, dat er geen door ieder een aanvaarde statuten zijn. De of ficiële statuten zijn, volgens de ak tiegroep, geheel verouderd: die sta tuten zouden nog stammen uit de tijd dat Troef een avondschool voor katholieke werkende meisjes was, de Schoolboeken al besteld? Bijtijds besteld, op tijd geleverd. Ook voor aanvullende boeken van uw boekenlijst! PIETERSKERK CHOORSTEEG 14 LEIDEN - TELEFOON 071-42441 Mater Amabilisschool. Tijdens een vergadering op 7 december 1972 wer den de doelstellingen en de nieuwe struktuur van Troef vastgelegd in nieuwe statuten; die zijn echter nog steeds niet officieel en zijn nog niet gepasseerd bij een notaris. Wel wordt er, volgens de aktiegroep, al twee jaar intern en extern met de ze nieuwe statuten gewerkt. In deze nieuwe statuten wordt aan de deelnemersvergadering de macht gegeven deelnemersvertegenwoordi gers in het bestuur voor te dragen. Deze voordracht is bindend. Maar, staat in de statuten, de wijze van voordracht wordt geregeld bij huis houdelijk reglement. Een huishou delijk reglement, zo 2egt de aktie groep, is nooit uit de verf gekomen. Alles bestaat uit losse voorstellenen afspraken; zo ook de verkiezings- en afzetprocedure svan de deelnemer vertegenwoordigers in het bestuur. "Wij zijn dus van mening dat de verkiezingsprocedure geldig is en we vinden het onbegrijpelijk en onaan vaardbaar, dat het bestuur - dat wel de mond vol heeft over democratie en betrokkenheid van deelnemers - weigert vijf deelnemers te accepte ren op grond van een "ongeldige" verkiezingsprocedure." Aldus de ak tiegroep. Het bestuur heeft Troef voor on bepaalde tijd gesloten en zou blij kens uitlatingen tijdens de vergade ring, het liefst pas na de vakantie orde op zaken stellen. Eerst zou dan e enkader geschapen moeten wor den, statuten en huishoudelijk re glement, dan zou er overleg op gang kunnen komen. De, na die vergade ring gevormde, aktiegroep is bezorgd over het voortbestaan van Troef en het beleid, waarvan, volgens hen, de afgelopen twee jaar gebleken is dat het binnen Leiden geen functie heeft. De groep wil voorkomen dat zaken geregeld worden over de hoof den van de deelnemers heen, en wil, met behulp van een enquete, een nieuw beleid voorbereiden. Elke zon dagavond om 8 uur vergadert de groep in het KWJ-gebouw aan het Nooideind* LEIDEN Op 18 augustus a.s. zal de Leidse School voor meao (middelbaar econoviisch en administratief onderwijs) een nieuw gebouw betrekken aan het Lammenschanspark in de polder Cronestein. De nieuwe behuizing maakt deel uit van een vijf scholen tellende bouwstroom van de z.g. Mebo-groep. Behalve het gebouw zelf, betekent ook de nieuwe sportzaal van 28 bij 22 meter een grote aanwinst voor de school (en de Leid se sportwereld)die nu nog gehuisvest is aan de Hooglandse- kerkgracht. De leiding van de school zal per 1 augustus een wijziging on dergaan. Tot directeur is benoemd de heer C. E. van Oort, voormalig docent lichamelijke opvoeding aan deze school en sinds 1971 adjunct-directeur. Met ingang van dezelfde datum wordt mr. E. R. Klerks, docent recht, adjunct-directeurIn ok tober wordt de school officieel geopend met een feestelijk programma. Het telefoonnummer van de school is met ingang van 18 augustus 071-69203. LEIDEN Een zevental Leid se woningcorporaties heeft een douceurtje gekregen van het mi nisterie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening .Het gaat hier om een bedrag van ruim drieënhalve ton. De beschikking, waarin deze extra bijdrag wordt aangekondigd, is inmiddels bij de gemeente Leiden binnengekomen. Het geld zal worden besteed aan extra onderhoudswerkzaamheden aan het vooroorlogse huizenbezit van de woningbouwverenigingen. Dat kan zijn achterstallig schil derwerk. timmerwerk of vernieu wing van onderdelen van de wo ning. Per huis is daarvoor een be drag van 100 gulden beschikbaar. Omdat de bijdragen beschikbaar zijn gesteld in het kader van de bestrijding van de werkloosheid zullen de werkzaamheden uitge voerd moeten worden door erken de bedrijven. Voor de woningbouw vereniging Eensgezindheid' is een bedrag van f 42.900 beschikbaar, bestemd voor 429 woningen. De Leidse Woning Stichting krijgt voor 677 woningen een bedrag van f 67.700, terwijl Werkmans woningen kan rekenen op f 68.100 voor 681 woningen. De woning- bouwvereningeng "Ons Belang" komt op de beschikking van de minister voor met een bedrag van f 40.100 voor 401 woningen, Tuin- stadswijk met f 45.00 voor 450 woning met Ons Doel met f 33.900 voor 399 woningen. Ten slotte ;aat er een bedrag van f 66.900 naar de woningbouwver eniging "De Eendracht" voor de verbetering van 669 woningen die voor de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd. Het totale bedrag dat Leiden ter beschikking krijgt be draagt f 364.600.- LEIDEN Het bejaardenwerk in Leiden moet meer aansluiting gaan zoeken bij het bestaande buurt- en clubhuiswerk in de wijken. Dit is één van de conclusies die getrokken kunnen worden uit het jaarverslag van de Stichting Dienstencentrum Leiden over 1974. Uit dit jaarverslag spreekt een duidelijke herbezinning op het beleid van de stichting, dat in verschillende toonaarden ter dis cussie wordt gesteld. Zo wordt er o m. ingegaan op het nut van de (vijf) dienstencentra en (twee) hulpposten, die op het ge- oied van de vorming en ontspanning weliswaar een belangrijke functie vervullen, maar aan de andere kant de drempelvrees die bij menig 65- plusser bestaat niet blijken te kun nen wegnemen. Dit zou om. ver klaard kunnen worden uit het feit dat de dienstencentra nog te veel ver eenzelvigd worden met het bejaard- zijn. In het Jaarverslag wordt gesteld dat voor mensen die geestelijk ach teruit dreigen te gaan (veelal door vereenzaming) een nieuw communi catienet moet worden opgebouwd. Eén van de middelen daarvoor ziet de stichting in de vrijetijdsbesteding in groepsverband, waarbij ouderen niet alleen met elkaar maar ook met andere leeftijdscategorieën contact zouden moeten onderhouden. In dit verband vraagt de stichting zich af hoe dat binnen de opzet van de dien stencentra gerealiseerd kan worden. "Het is de vraag of de Stichting Dien stencentrum zich destijds zo had moe ten concentreren op 't socïëteitsaspect Dit aspect heeft misschien te veel het gezicht van de stichting naar buiten toe bepaald: waarmee we niet willen zeggen dat dit werk niet aan een behoefte voldoet. Wanneer we echter het aantal "clubbezoekers" van onze dienstencentra afzetten te gen het totale aantal bejaarden in Leiden, zien we dat we via de clubs slechts een klein aantal mensen be- i eiken (ca. 6 procent van de Leidse bejaarde bevolking)", aldus het Jaarverslag. In het verslag wordt verder gewag gemaakt van een aantal plannen waaraan de stichting nu werkt om problemen als huisvesting van de dienstencentra, integratie van de ouderen in de samenleving, vrijwil ligerswerk en organisatie van het open bejaardenwerk in de wijk aan te pakken. Wat de huisvesting van de dien- tencentra betreft, wordt opgemerkt dat men zich meer zal moeten gaan richten op activiteiten die zich af spelen binnen de buurt- en clubhui- Daar is in sommige gevallen ook al een zekere bereidheid geconstateerd om behalve de jeugd ook ouderen op te vangen. Op die manier kan er een beter contact onstaan tussen de di verse leeftijdsgroepen en wordt in elk geval voorkomen dat de oudere mensen zo gemakkelijk het etiket van bejaard wordt opgeplakt. Om dit te kunnen bereiken zal er in de toekomst evenwel anders ge werkt moeten worden. Zo zal de be geleiding door vrijwillig (st)ers in samenspraak met de buurt- en clubhuizen gestalte moeten krijgen en zal d,e hulpverlener (vrijwilliger» ook zo dicht mogelijk in ae buurt van de hulpvragende (de oudere mens) moeten worden gezocht. Dit laatste om het onderling contact tussen de wijkbewoners te bevorde ren en ook om ouderen op te sporen die om één of andere reden de weg naar het dienstencentrum niet zo vlot weten te vinden. "De nieuwe werkwijze betekent dat de dien stencentra geen nieuwe activiteiten (clubs) in hun programma opne men en datf, waar mogelijk, deze clubs geleidelijk worden onderge bracht bij het bestaande buurt- en clubhuiswerk", aldus het jaarver slag. In het nieuwe systeem, waarvan het zg. huisbezoekproject als een concreet begin zou kunnen worden gezien, zou per wijk een zo geva rieerd mogelijk samengestelde werk groep moeten worden opgezet om 't wijkgebonden bejaardenwerk gestal te te geven. Overigens wordt er in "Zuid-West" al min of meer op die manier gewerkt met de opzet van een nieuw "project gecoördineerd bejaardenwerk".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 3