C en A ruimte voor impulsieve aankoop je kunt je geen misser permitteren ZATERDAG 28 JUNI 1975 PAOINA 19 paul Remarque: „Mode", zegt Paul Remarque, „bevat geheel tegenstrijdige aspecten. Van de ene kant is het een gr oeps verschijnsel zo van Nee, dat kun je niet dragen, dat is niet in de modevan de andere kant is het een visitekaartje van het individu. Het laat iets van het binnenste van de drager of draagster zien. Er zit een kruising vanHwee uitersten in waardoor een merkwaardige spanning ontstaat". Inkopers moeten volgens Paul Remarque een soort „antennege- voel" hebben. Als ze iets zien moe ten ze onmiddellijk kunnen zeg gen Ja, dit gaat iets worden of nee, dit blijft iets voor een enke ling. Met andere woorden de in koper moet op het moment dat hij een collectie ziet kunnen be palen of deze zal aanslaan bij een grote groep maar tevens of deze het individu ruimte biedt iets van zichzelf uit te dragen. Die keuze is voor een kleine boetiek, veel moeilijker dan voor een grootwinkelbedrijf als C en A. „Bij C en A, verklaart hij, „ligt veel meer de nadruk op de breedte van de collectie, Hoe meer keus, hoe meer bezoekers. Ons doel is een zo groot mogelijke groep te bedienen". Subcollectie Eigenlijk kun je bij C en A dan ook niet spreken over een collec tie. Het pakket dat deze zaak te bieden heeft bestaat uit een aan tal sub-collecties. Denk maar eens aan de specifieke vrije tijdserie, de Your Sixth sense-collectie en in de kinderbranche de Palomi- Naast deze specifieke collectie is er bij C en A ook ruimte voor zoals men het noemt de „im pulsieve aankopen". Veel vrou wen zullen dat gevoel wel kennen. Je hebt de hele middag hard ge werkt en je loopt in de stad en je hebt opeens geweldige zin in een leuk groen truitje. Te dol. wat de financiën betreft, kun je het ook niet maken want het is eind van de maand. Tien tegen Ze nemen ontzettend veel risi- Een dergelijke uitspraak van Remarque betekent echter niet dat C en A inkopers niets meer hoeven te doen dan de boetiek jes in het land afspeuren en hun orders plaatsen. Kan een boe tiekje eigenlijk van dag tot dag de zaak bekijken de inkopers van het grootbedrijf zijn anderhalf jaar van te voren bezig met het samenstellen van een collectie. „In die tijd kan er erg veel ge beuren, maar het blijkt toch ac ceptabel te zijn. Anderhalf jaar lijkt een lange tijd, maar als je weet wat in die tijd allemaal moet gebeuren gaat het eigenlijk nog snel. „Want ook C en A heeft te maken met de „textielpijplijn". Deze pijplijn (ook wel textiel- kolom genoemd) begint bij de spinners van de garens en gaat via de weverijen, ververijen naar de fabriek die het model maakt en dan vergeten we gemakshal ve nog maar even de fabrikan ten van voeringstoffen, knopen en wat er al niet meer bij het maken van een simpel Jurkje te pas komt. Ook voor mannen. Helemaal in folkloris tische stijl zijn deze kleding stukken die (vanaf half juli ook los te koop zijn. De rok zwart/wit gestreepte katoen (f 45,-) het gebloemde schort (f 30,-) de zwarte blouse (f 45,-) het gewatteerde hesje (f 25,-) en de sjaal (f 18,-). een dat C en A het felbegeerde Continuïteit „Het grootbedrijf is vooral ge richt op continuiteit, zegt Re marque. „Boetiekjes hebben vaak een veel korter leven, vooral om dat ze een uitgesproken karakter hebben, door hun inrichting maar ook door hun heel, indi vidueel afgestemd inkoopbeleid. Je moet het zo zien een boetiekje is een orchidee het grootbedrijf is een hele cultuur. We zouden de boetiekjes niet willen missen. Het zijn de pioniers op modegebied. Als de inkoper alleen op zijn antennegevoel moest afgaan zou het een griezelige zaak zijn, maar er zijn ook nog andere factoren die over ja of nee beslissen zoals de koopkracht van het publiek het prijspeil en het land van her komst want het inkoopbeleid moet vooral gericht zijn op flexi biliteit. Wordt het in februari op eens schitterend weer dan kan een zaak niet met ijstruien en wollen mutsen komen, dan zul len er toch ook wat zomerse blou ses of jurkjes moeten komen al zijn het er maar heel weinig. ..Daarom kopen we beslist niet alleen bij grote fabrieken. Het voordeel van kleine fabrieken is vaak dat ze veel flexibeler zijn, gemakkelijker hun produktie kunnen omschakelen. Onze leve ranciers zitten ook over de hele wereld verspreid. De inkoper is een degelijk vakman die op het ge bied van textieltechnieken en eco nomie goed is onderlegd. En nu het toch weer ter sprake ls gekomen gaat hij daar meteen op door „De tijd dat er duidelijk seizoenen waren ligt achter ons. De mode loopt het hele jaar door. Wel zijn er natuurlijk pieken zo als maart en september. Daarom moet ook de planning steeds wor den bijgeschaafd. Als een artikel een succes is moet je het kunnen bijkopen. Prijs De prijs is altijd een van de grote troeven van C en A ge weest. "Toch zegt Remarque, is het ook bij ons „alle waar naar z'n geld. Dat wij sommige artike len goedkoper kunnen verkopen dan de kleinere zaken komt om dat onze omzet sneller is en veel- zijdiger. We lopen ook minder ri sico omdat het risico wordt ver spreid over vele artikelen. Daar door kunnen wij genoegen nemen met een kleinere winstmarge. De grootste prikkel voor onze inkopers is te bewijzen dat het grootbedrijf wel modisch kan zijn en in de mode voor een verras singseffect kan zorgen". - y Samenstelling Henriëtte v. d. Hoever Mode. Het is mode. Die schrij ver is in de mode. Eten in de bistro's is erg in de mode. Er zijn waarschijnlijk nog honderd en een andere zinnen te maken waarin we dagelijks het woord mode, frans voor wijze manier en afgeleid van het latijnse modus, gebruiken. Maar het eerst denken we toch aan kleding als we het woord mode horen of dat nu slaat op jeans of de iverkstukken van Max Heymans. Ook de encyclope die relateert het woord mode on middellijk aan kleding: Mode gedurende een bepaalde tijd over heersende stijl in kleding, versie- ing, gedrag industriële vormge ving aanvaard door een of meer grote groepen mensen waar dan ook". Met tivee mensen die heel nauw bij het bepalen van het "mode beeld" te maken hebben, spraken we over het verschijnsel mode en wat daar zo al aan vast zit. Paul Remarcque, hoofd publiciteit van C en A en Tony Poldner van bou tique Moda Lisa lieten ons even tjes verder kijken dan de etalage. DAMESMODE v.:5 in exclusief jonge stijl... pwBH BREESTRAATI08a-||2 LEIDEN Tony Poldner Om een beetje sfeer te proeven ging ik een dagje met Tony en Lisette Poldner in Parijs rondneuzen, want daar komt het grootste deel van de collectie die bij Moda Lisa hangt vandaan. Tonv verzorgt meestal alleen de inkoop. Zo eens in de week rijdt hij naar Parijs om de nieuwste modelletjes op te halen. Dat betekent 's morgens om vijf uur opstaan, naar Parijs rijden, zaken doen en weer snel naar huis, want het is natuur lijk zaak de nieuwste dingen zo snel mogelijk in huis te hebben. Immers als de grote modehuizen een model eenmaal gaan bren gen is de 'jus' voor het boetiekje er totaal af. Als je zo'n ochtend met Tony en Lisette de winkeltjes en con- fectieateliertjes afstroopt, dan pas zie je dat het systeem dat zij hanteren niet veel verschilt van de willekeurige winkelende man of vrouw. Kijken, prijzen vergelijken en kwaliteit beoordelen. Beslissen. Dat beslissen komt dan onder een kopje koffie in de talrijke kleine caféetjes die op ieder straathoekje te vinden zijn. Dan zie je ook de andere inkopers voor bij komen. En niet alleen de „kleintjes" ook inkopers voor grote modehuizen snuffelen de kleine winkeltjes af naar „het". Pas dan krijg Je een idee van wat er allemaal op die inkopers afkomt. Tony: „Zie je nu hoe moeilijk het vaak voor ons is. Er is ont zettend veel en we kunnen ons gewoon niet veroorloven fouten te maken. Op de eerste plaats zit ten onze centjes er in maar denk ook eens aan onze naam. Een miskleun en Je ziet geen hond meer in de zaak. Wat dat be treft hebben de grote warenhui zen het gemakkelijker. Die kun nen zich nog wel eens een klein missertje veroorloven. Bij ons moet het iedere keer voor 100 procent „raak" zijn willen we er aan verdienen". Van die problemen is echter niets meer te merken als hij een maal zo'n klein winkeltje is bin nengestapt. Met resolute geba ren haalt hij de modellen die hij wil hebben uit de rekken. Als ik dan ook een schitterende man- darijntjeskleurige mantel uit het rek haal, schudt hij mismoedigd het hoofd. „Dat raak Je in Lei den niet kwijt. Het is een schit terende kleur en hier in Parijs zie je 'm ontzettend veel dragen rbijc Extravagant Lisette heeft iets meer moeite haar keus te bepalen. Zij zelf heeft een voorkeur voor het ex travagante, zij zou graag 'n boe tiek drijven waaruit de vrouw van top tot teen, van hoed tot schoe nen dus, super modieus te voor- chijn zou komen. Ze probeert dat ook een beetje bij Moda Lisa te verwezenlijke.n Vandaar dat er af en toe een paar laarzen, wat tasjes, ceintuurs, sjaals en corsa ges door de zaak "slingeren". Maar dat verlangen naar ex clusief modieus, speelt haar par ten bij de aankoop en houd ook de ene dag nog in een beetje in dat ze nog niet de helft kan kopen van wat ze mooi vindt omdat het gewoon niet ver koopbaar is. Haar echtgenoot is duidelijk de zakelijkste. Ook hij ls dol op mooie elegante kleding maar zal als hij voelt dat hij het niet of moeilijk zal verkopen zonder spijt de zaak met rust. laten. Terwfjl ik nog een weemoedige blik werp op de mandarijnkleuri- ge jas (die me trouwens te klein was) worden de jurkjes en rokken meteen in grote dozen gepakt. Want wachten tot het wordt af geleverd door een bodedienst is er niet bij. Tony: „Wat Je koopt moet je ook onmiddellijk meenemen. Laat je het bezorgen loop Je de kans dat het weken onderweg is en bovendien ben Je er dan lang niet zeker van dat je wat je hebt besteld krijgt". Maar hoe zit het dan met de orders die je op de prét a porter hebt geschreven? Tony: „Je moet altijd maar af wachten wat Je krijgt. Als ze niet genoeg bestellingen krijgen van een bepaald model loop Je de kans dat het helemaal niet in produktie wordt genomen. Dan zie je dus niets". Informeren helpt ook niet, want als hij op de prêt a porter vraagt krijgt hij onveranderlijk te ho ren o, meneer uitstekend. En ze zullen waarschijnlijk wel honderd en een exuses bij de hand heb ben als het toch niet zo goed loopt. Daarom is de grote modebeurs die ieder half jaar in Parijs wordt gehouden voor Tony en Li sette ook alleen maar een indi catie, het leggen van een basis collectie en" het aanknopen van relaties. Het zjjn dan ook de reis jes naar Parijs (we vergeten de tripjes naar agenten in Brus sel, Amsterdam en Düsseldorf dan even) die de collectie ac tueel moeten houcten. Niet goedkoop Een collectie die zich heel dui delijk richt op de echt modieuze koopster die toch wel over enig geld beschikt om er goed uit te zien. Tony: „Er goeduitzien wil helemaal niet zeggen iedere dag een andere modieuze creatie aan hebben. Je kunt heerlijk bij de tijd zijn met twee of drie echt modeuze jurken, pakjes of rok ken met blouses. Maar Je moet dan een risico durven lopen. Het risico ergens de eerste mee te zijn". Dat hun kleding die komt van o.a. Cacharel, Emesse, Radlev en Nik-nik niet goedkoop is geeft hj volmondig toe. „Nee. we zijn niet goedkoop. Maar waar heb Je nu meer plezier van. van een jurk die Je vijftig gulden heeft gekost maar waarvan Je na twee weken het gevoel hebt dat Je er ner gens meer mee kunt verschijnen of een jurkje waarvan Je na een heel seizoen nog niet genoeg hebt en jc waarschijnlijk het volgen de ook nog wel kan dragen? En met een 'Hollands gevoel voor de gelijkheid besluit ik dan maar tot het laatste, al kast dat wel een paar centen en een uurtje pas sen meer want hoe meer het kost, hoe kritischer de afweging van de aankoop. Maar dat is bij Lisette, die meestal zelf in de zaak staat geen punt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 19