'Volwassenen moeten
hei geluk stelen
'Ssstvertel het de
Russen': onthutsend hoek
Vleesloze
dag is
geen ramp
Kookboekje
voor kok
aan boord
'Onder de dierenriem'
ZATERDAG 21 JUNI 1975
Titel: Eten van Moeder aarde. Auteur
F. Moore Lapé. Uitgeverij Elsevier
Nederland BV. Prijs f 12,90.
Honger is een begrip dat in onze
welvaartstaat bijna is uitgestor
ven, wij moeten er alleen maar
voor oppassen dat we door ver
keerd en overvloedig eten niet
vroegtijdig met een slechte ge
zondheid worden geconfronteerd.
„Eten van Moeder Aarde" is een
aardig gidsje op weg naar voeding
die beter is voor onze gezondheid
en vriendelijker voor het milieu.
Het boek richt zich voornamelijk
tegen de verspilling van waarde
volle granen tin veevoeders! ter-
wille van de vleesprodnktie. Naast
recepten, wordt er informatie in
gegeven over diverse granen,
peulvruchten en groenten. In de
nabeschouwing wordt wat dienpr
ingegaan op de voedingswaarde
van de verscheidene ingrediënten.
Als enorm liefhebber van een
sappige, heel licht gebakken bief
stuk. heb ik het boekje eerst met
afgrijzen doorgebladerd. Met een
„niets voor mij", heb ik het ter
zijde gelegd. Na enige tijd heb ik
het weer opgepakt, met de ge
dachte dat een of twee vleesloze
dagen in de week nu ook weer
geen onoverkomelijke ramp is.
Het eerste recept dat ik vervaar
digde was de Mexicaanse rijst
schotel. Hierbij het recept voor
vier personen: nodig: 1 kop brui
ne rijst, ij; kop geweekte volle
tarwe, olie, 2 groene paprika's, in
blokjes of ringen gesneden,
pond snijbonen of sperciebonen,
gesneden 1 theelepel bonekruid,
scheutje sojasaus, zout, peper. 1
pond tomaten, verse tijmblaadjes.
Werkwijze: kook de rijst en de
tarwe samen gaar met wat zee
wier of zeezout (3/4 uur). Zet ook
de snijbonen (of sperciebonen) on
met wat bonekruid. Verhit de olie
in een stevige pan. Fruit de pa
prika's tot ze gaar zijn. Voeg de
half gare snijbonen (of spercie
bonen) toe en ga door met fruiten,
onderwijl toevoegen sojasaus of
zout en peper. Dompel de tomaten
in heet water en ontvel ze een
voor een. Meng tenslotte alle in
grediënten door elkaar en laat dit
nog eventjes op een laag vuur
pruttelen. Met een zoute haring
of een kaaspannekoekje smaakt
dit tomatengerecht voortreffelijk.
H. v. d. H.
Titel: Kombuispraatjes. Auteur:
Caroline Barton. Uitgeverij P. N. van
Kampen en Zoon, Amsterdam.
Wie van plan is er deze zomer met
de boot op uit te trekken en niet de
hele vakantie patat met croquetten
of variaties op dit welvaartsvoedsel
wil eten, doet er goed aan dit boekje
eens door te nemen en mee te nemen
aan boord. In een geheel eigen stijl
heeft de schrijfster van „Moeders
aan boord", nu ook een kookboekje
voor watersporters samengesteld. Put
tend uit een eigen ervaring geeft ze
in Kombuispraatjes tal van wenken
en tips die de kok in het kombuis
heel wat werk kunnen besparen.
„Sla ondersteboven ophangen, blijft
langer goed". „Suikerklontjes gebrui
ken. voorkomt geknisper op de vloer
van de kajuit". Haar verhaal kabbelt
dan heel logisch door naar soepen
en het verdere vervolg van de maal
tijden, die altijd zijn aangepast aan
het leven en werken aan boord, ter
wijl ook het meer koloniale kombuis
aan bod komt. Voor de niet varende,
die het boekje als curiositeit misschien
toch wel in de (kook)boekenkast wil
hebben staan, is waarschijnlijk het
laatste hoofdstuk het aardigst. Daar
in verzamelde zij recepten van va
rende lotgenoten in binnen- en bui-
terland. Hier is een recept dat de
Britse politicus Edward Heath haar
in handen speelde: Steak and Kid
ney pie (Rundvlees en niertjes pas
tei) om kant en klaar mee aan
boord te nemen.
Nodig: een pond mooi rundvlees,
een half pond niertjes, bloem, zout,
peper, een ui, een half pond cham
pignons, bouillon. Rol elk stukje vlees
en nier door bjoem, dat gekruid
is met peper en zout. Doe het vlees,
een gesnipperde ui en champignons
in een vuurvaste schaal en overgiet
het geheel met 3 dl bouillon. D:k
de schaal af en stoof het vlees ge
durende drie uur in een matig hete
oven. Af laten koelen en in een weg-
werpfolie-pasteibak doen en bedekken
met een laag bladerdeeg. Zet de pas
tei in de diepvries tot je het nodig
hebt, vervoer het in een tas of bos
met koelelement naar boord en bak
de pastei binnen acht uur gedurende
dertig minuten in een hete oven. Het
is handig, wanneer Je aan de pastei
een label hangt met instructies
Dat is even grondig.
H.VJL
Onlangs verscheen een nieuw boek van Jos
Ruting: "In de mierenrijken". Een verrassend
boek, dat eigenlijk al tien jaar oud is. Jos
Ruting is schrijver, tekenaar en bioloog. Hij
schreef veel-verkochte boeken over zoetwa
tervissen ('Welke vis is dat?'), minder bekend
zijn zijn romans. Ruting bewoont enkele ka
mers aan de achterkant van een grachtenpand
aan de Amsterdamse Herengracht. Het is een
rustige zondagmiddag-
"De mierenverhalen dateren van 1962. Van
het Handelsblad vroegen ze of ik iets voor de
jeugdpagina wilde doen. Ik kreeg toen een
oud Duits boek over mieren in handen, dat
leek me wel wat. Het boek was van voor de
oorlog, van 1930; het was geschreven door een
Duitser die in krijgsgevangenschap zat, ik zal
zijn naam maar niet noemen, dat zou niet aar
dig zijn. Je begrijpt wel, dat was een ras-Nazi
zoals hij in zijn boek over de staat schrijft, de
staat is alles en die dingen, met vergelijkingen
met de 'staat' van de mieren. Dat 'standaard
werk' waarover gesproken wordt in "In de
mierenrijken" is dat boek".
Op deze pagina
bijdragen van:
Tom Maas
Paul Wolfswinkel
Annemiek Ruygrok
Henriëtte v. d. Hoeven
Eindredactie
René Vos
Daarin gebruikt bij spannende
bijbelverhalen om op een gril
lige manier zijn meedogenloze kri
tiek te ventileren. Kritiek op de ver
nieling van de natuur, op het „kleine
betontij dperk", op de manipulatie
(„dat je het allemaal maar mee
moet maken") en op de autoriteiten,
op alle autoriteiten. „Politici zijn leu
genaars. Samkalden is de leugenko
ning, en sinds kort hebben we er
een tweede bij: Van Agt. De manier
waarop ze op de televisie over presi
dent Ford praten, vreselijk, terwijl
die man de hele wereld afreist om te
kijken waar hij nu weer kan trach
ten een wereldoorlog te ontketenen.
President Vod. Die sleutelfiguren
zijn monsters".
In „Lydia en de zwaan" (1963)
en „Romeinse slaafjes" (1974) spe
len kinderen de hoofdrol. Kinderen
zijn in Rutings boeken altijd won
derkinderen, uitzonderlijk begaafd,
zeer eigenzinnig en heel erg mooi.
Ze wonen in villa's, hun vader is
arts of professor, auto's zijn snelle
Alfa Romeo's, gewerkt wcrd't er nau
welijks, des te meer gereisd, geten
nist en gebridged. In die onwerke
lijke wereld van luxe zijn de kin
deren vaak heerszuchtig, iedereen
danst naar hun pijpen, op het dia
bolische af maken ze gebruik van
de bewondering van anderen, van
hun eigen macht. Dat kinderen rui
ten ingooien mag niet, maar mooi is
het wel.
Wij volwassenen moeten het ge
luk stelen. Lydia en de zwaan gaat
over de desintegratie van de natuur
lijkheid, het kind in de volwassene;
dat wat we beschaving noemen".
In Romeinse slaafjes is de schrij
ver Chrisbin hopeloos verliefd op het
Jongetje Ferruccio. Het is een on
mogelijke liefde. Ferruccio wordt ou
der en ontgroeit aan Chrisbin. Als
een willoos slachtoffer moet Chrisbin
dit proces van verwijdering onder
gaan, terwijl Ferruccio ongeremd ge
bruik maakt van ieders bewondering
voor hem, op een onbewuste dier
lijke wijze met iedereen speelt, ieder
een inpalmt en manipuleert. Tegen-
Titel: Ssstvertel het de Russen.
Door Güs Brandsma. Uitgegeven bü
Unieboek in Bussum. Prüs f 14,90.
Televisie-journalist Brandsma
geeft zoals de achterflap van het
hoek zegt "een ontsluierende blik
achter de schermen, waar bin
nen- en buitenlandse machten
hun duister spel spelen". Wel, een
van die weinige keren dat een
achterflap terecht lovend klinkt.
Dit boek is een helder en inder
daad onthutsend boek. Want wat
te denken van aparte satellieten
die in staat zijn om ieder tele
foongesprek, dat waar ook ter we
reld wordt gevoerd af te luiste
ren? Wat te denken van de be
denkelijke rol van de CIA in tal
rijke Zuidamerikaanse landen,
terwijl de wet het verbiedt dat
deze dienst zich met bimienlandse
aangelegenheden bezighoudt?
Wat te denken van meneer Kis
singer, die als voorzitter van de
Nationale Veiligheidsraad en No-
belprijsioinnaar inderdaad geen
schroom toonde toen hij de mach
tiging gaf voor de staatsgreep in
Chili? Niet veel goeds, inderdaad.
Ook in Nederland wordt er ge
spioneerd. De BVD schijnt er
jiogal wereldvreemde praktijken
op na te houden, zoals de laatste
tijd regelmatig bekend ivordt.
Aan de hand van vragenlijsten
maken de agenten aantekenin
gen, wanneer ze "verdachte per
sonen" in de smiezen hebben.
Lijsten, waarbij loopgedrag, ge
zinsleven, gevoel voor humor,
„Ik kreeg veel post op die stukjes in het Handelsblad. Later vroe
gen ook veel mensen die die stukjes verzameld hadden en er een
paar kwijt waren of ze nog gebundeld zouden worden. Ze hebben tot
1975 moeten wachten. Op het eind van het boek heb ik nog een
kleine novelle erbij gemaakt, als Yvonne een tennisracket van haar
oom krijgt".
„In het Handelsblad stonden er
ook al die kleine lettertjes bij. En de
uitgever wilde dat handhaven, zo
wordt het boek leesbaar voor twee
groepen; bijvoorbeeld middelbare
scholieren die geïnteresseerd zijn
hebben er ook wat aan als zij er wat
meer van af weten, of studenten,
en daarnaast natuurlijk de gewone
lezers".
Ruting vertelt vlot, met veel hu
mor, raakt soms de draad van zijn
verhaal kwijt door de talloze details
en anecdotes. Als hij kleine voorval
len vertelt, kleine gesprekjes die hij
opving, maakt hij er korte toneel
stukjes van; als hij het over kinderen
heeft, is hij helemaal vertederd. Na
twee vlugge glazen appelsap, drinken
we jonge Bokma („dat vind ik nog
steeds de beste") en hij presenteert
flinke sigaren. „Toen de oorlog be
gon, die heb ik aan zien komen, had
ik tweeduizend sigaren ingeslagen.
Maar ik had een misrekening ge
maakt, ik had gedacht dat het na
zo'n drie, jaar afgelopen zou zijn".
Ruting is zesenzestig, kan zich de
ellende en armoe van de eerste we
reldoorlog nog herinneren. „De men
sen lagen dood op straat. Mijn vader
had een prentbriefkaart met dat
schilderij van de burgemeester van
Leiden tijdens het beleg, en daarop
hadden die mensen allemaal witte
vlekken op hun gezicht; mijn vader
zei dat dat van de honger kwam.
Toen in de eerste wereldoorlog zag
ik ook mensen met die witte vlek
ken op hun huid.
Bepalend voor zijn werk is Ru
tings eigenzinnige kritiek op de sa
menleving. „Deze wereld is een ko
medie". Scherpzinnigheid en compro
misloze kritiek worden gecombi
neerd in romans, pamfletten, mie
renverhalen. „Het gaat om de maat
schappijkritiek, daar gebruik ik van
alles voor". Het sterkst komt dat
naar voren in „Op de vuist met de
Engel" uit 1966.
over de geraffineerde kinderen ste
ken de volwassenen in Rutings boe
ken vaak af als willoze, machteloze
rijkelui voor wie het geluk onbereik
baar lijkt, heel vaal. „Kinderen zijn
verwant aan dieren; net zoals dieren
zijn zij zich van een heleboel dingen
niet zo bewust".
Die zeer onafhankelijke en superin
telligente kinderen hekelen vaak de
wereld van de volwassenen. Op die
manier kan Ruting weer zijn kritiek
uiten. Ook in Romeinse slaafjes,
vindt Ruting, gaat het niet zozeer
om het fatalistische van de onbe
reikbaarheid van het geluk (dat geldt
alleen in dat boek en dan vcor Chris
bin; maar op de maatschappijkri
tiek.
Deze komt tot uiting in een serie
opstellen van Ferruccio over bijvoor
beeld de reclame, het Vondelpark en
de vereenvoudigde spelling.
Door de grote verscheidenheid van
Rutings werk loopt als een rode draad
de anarchie, het verzet tegen elk ge
zag en elke manipulatie. Vooral kin
deren kunnen die anarchie symbolise
ren, ze zijn in Rutings ogen nog on
bedorven. Als schrijver slaat hij bijna
de grond onder zijn eigen voeten
weg: „Kinderen moet je zo laat mo
gelijk leren lezen. Ze lezen toch al
leen maar rotzooi en reclame. En al
die Amerikaanse series op televisie.
Ze moeten zo laat mogelijk naar
school gaan. al vanaf de lagere
school wordt het kind bedrogen. Dat
is misschien moeilijk voor de moe
ders als al die knderen thuis zijn,
maar dan moeten ze maar niet zo
veel kinderen nemen".
De late middagzon in de sobere ka
mer, al jaren hetzelfde ingericht, het
behang en de verf vergeeld, twee kas-
"Onder de dierenriem"; schrijver: Walter Haesaert; uitgever:
Orion, Brugge en Scheltens Giltay, Den Haag.
"Onder de dierenriem" van Walter Haesaert, lijkt op het eerste
gezicht een sprookjesboek, dat het wel en wee van dieren behan
delt. Het tegendeel is waar. Een verhaal als "Egel" is vertederend,
maar stelt de lezer toch voor een bijzonder realistisch slot. dat hem
al snel naar de werkelijkheid terugroept. Toch is "Onder de dieren
riem" een boek overigens met bijzonder fraaie potloodtekeningen
van Cyr Frimout dat boeit, omdat ten eerste de dichter leeft in
elk van de 18 verhalen, ten tweede, omdat Haesaert laat zien dat
niets menselijks de dieren vreemd is, maar het omgekeerde natuurlijk
ook het geval is.
Een bijzonder leuk boekje, vol fijne humor, met een scherijzinnige
opmerkingsgave van een dichter die voor zijn werk o.m de prijs
van de Vlaamse Poëziedagen kreeg. Geen kattepis dus.
temperament en gezondheid be
langrijke punten zijn.
De zaak destijds in Eindhoven
met de Rode Jeugd is een duide
lijk minder gunstig punt geweest
voor de BVD. Ze zijn er toen in
gelopen en dat geven ze ook toe.
Een van de medewerkers van on
ze binnenlandse veiligheidsdienst
zei toen letterlijk: "De Rode
Jeugd heeft ons met dezelfde
middelen bestookt als wij hen
deden en daar zijn we ingeston
ken. Het is een vreselijke blun
der, die we maar zo gauw moge
lijk vergeten."
Over het afluisteren van de te
lefoon is natuurlijk altijd wel wat
te doen geweest. Natuurlijk doet
de BVD dat, maar nimmer zo
maar voor de lol. Er is de per
soonlijke toestemming van de
eerste minister, de minister van
Binnenlandse Zaken, de minister
van Justitie en de minister van
Verkeer en Waterstaat voor no
dig. Zijn die handtekeningen er
niet, dan mag er niet worden af
geluisterd.
Zelf werd Brandsma in 1969 be
naderd door de BVD, omdat hij
goede contacten had met de eer
ste secretaris van de Russische
ambassade in Den Haag. De BVD
wist dat Brandsma gesprekken
had met de Rus (Netrebski) die
niet over koetjes en kalfjes gin
gen. Hij doet er uitgebreid kond
van in dit boek
De spionage is een geheimzin
nige, spannende zaak. We hoeven
maar aan James Bond te denken,
om te weten hoe getveldig je het
allemaal kunt opblazen, Dit boek
heeft niets opgeblazen, integen
deel.
Brandsma heeft duidelijk, gede
tailleerd (voor zover dat natuur
lijk mogelijk was) neergeschre
ven wat er zo allemaal gaande is
in Oost en West, wat er voor tac
tieken worden gebruikt, hoe be
langrijke politieke verschuivin
gen er zijn opgetreden in de laat
ste tientallen jaren enz.
We hoeven maar aan Water
gate te denken om te weten dat
er koppen kunnen vallen. Koppen
waar geen fraaie gedachten in
woojiden. Maar ja, ivie weet, loopt
er ook iemand achter ons aan die
het ssst.... aan de Russen vertelt.
PW.
ten met boeken, een grote ladenkast
met krantenknipsels („in de andere
kamer liggen ook neg stapels knip
sels, ik heb bijna geen tijd om het
bij te houden"), een bed. Voor zijn
gezondheid zoekt hij andere woon
ruimte, want het trappenlopen is te
vermoeiend in verband met zijn bron
chitis. Halverwege de middag had hij
het al gezegd toen we het hadden
over kunstenaars en wat de mensen
van hem denken: „Ik heb nergens
last van, alleen van bronchitis".
T.M.
In de
mierenrij ken:
voor elk
wat wils
„In de mierenrijken is geen de-
termineerboek. Het gaat met kor
te vertellingen over verbazingwek
kende feiten die werkelijk zijn
in de mierenwereld. „Kort en dui
delijk wat Jos Ruting zelf zegt
over zijn nieuwste boek „In de
mierenrijken". Het is een merk
waardig boek; ook tussen Rutings
boeken neemt het een aparte
plaats in, ergens tussen zijn strikt
biologische en literaire werken;
het is ook een boek voor „jong en
oud".
In eenentwintig korte hoofd
stukjes vertelt het intelligente
meisje Yvonne wat ze leest in
een mierenboek dat ze van haar
oom kreeg, en vooral wat voor
leugens daartussen zitten. Dacht
ze in het begin dat ze een „com
pleet standaardwerk" had gekre
gen, op het eind heeft ze het over
een „leugenboekje", in de tweede
alinea van het eerste Stukje in
troduceert Yvonne zichzelf: „Mijn
naam is Yvonne, mijn oom
spreekt mij aan met „malle", en
onze 'biologieleraar noemde mij
„Vonnetje-zonnetje-honnetje-pon-
netje afgekort-prul." Jammer dat
hij nu weg is.
In de vakantie hadden
ze het leslokaal groen geverfd en
die kleur vond hij ontzettend le
lijk; daarom is hij meteen weg
gegaan en rector geworden van
een andere school. Ik denk dat de
schilder geen functionele kleur
had gebruikt, en nu zie je hoe
ontzettend gevaarlijk zoiets kan
zijn. Voor biologie had ik altijd
een 10 en nu nog maar een 91:.".
Alle stukjes gaan over mieren
hun bizarre gedrag; op pun
tige wijze vertelt de eigenzinnige
gymnasiaste Yvonne over mieren
die hun hoofd als deur gebruiken
of die larven en poppen van an
deren stelen. Daarbij hekelt zij het
commentaar van haar „stan
daardwerk".
„In verwarring zegt de
auteur van mijn schertsboekje dat
„sommige mierensoorten de
voorbeschiktheid bezitten om de
slaven van anderen te zijn, zoals
dit ook bij mensen voorkomt". Di
rect naar de psychiater lijkt mij 't
beste (voor die auteur bedoel ik)".
Op het eind van elk stukje staat
in kleine letters een meer tech
nische beschrijving van de be
sproken mier, waarbij Ruting zelf
pentekeningen heeft gemaakt. Op
het eind van het boek staat een
systematische indeling met lite
ratuurlijst.
Door de bondige, levendige ver
teltrant van Ruting is het voor
iedereen makkelijk te lezen: kin
deren zullen getroffen worden
door de spannende en grillige ver
halen, ouderen kunnen het fijn
zinnige, de milde spot waarderen.
Wie niets van mieren weet zal
gemakkelijk meegesleept worden
door de grappige en absurde ver
haaltjes, wie er al wat meer van
weet kan genieten van de belle-
terie en veel informatie putten
uit de „kleine lettertjes". Een
veelzijdig boekje.
T. M.