STADJE IA DE KEIMTE Rusland wel rijp voor rendez-vous? Toekomstvisie met grandioze perspectieven voor de aarde Miljarden investeren is goedkoper dan U denkt ZATERDAG 14 JUNI 1975 EXTRA PAGINA 19 De komende gemeenschappelijke Amerikaans-Russische ruimte- vlucht brengt zoals wij in twee voorgaandfe pagina's (31 mei en 7 junli j.'l.) al aanstipten technisch en wetenschappelijk weinig of geen spektaculaire primeurs. Uiteraard' zijn de wetenschappelijke waarnemingen en technische experimenten tijdens de vlucht geen herhalingen van hetgeen eerder in de ruitnte werd verricht, maar de enige werkelijk belangrijke primeur i's het feit, dat Russen en Ame rikanen het nu eens gezamenlijk presteren. Dat kan en moet het begin zijn van een zeer nauwe samen werking tussen de grootmachten van de ruimte, omdat in die ruim te mogelijkheden liggen, die nauwelijks door één hunner ontgonnen kunnen worden aangezien zij te grote investering aan visie, vernuft en financiën vergen. Over de Russische toekomstprojecten op het gebied van de beman de ruimtevaart is vrijwel niets bekend, maar aangenomen mag wor den dat zij wel wat anders op stapel hebben staan dan telkens maar weer een 'tweemans Sojoez een tijdje om de aarde te laten draaien, al of nifet gekoppeld aan een Saljoet-ruimtestation. Vast staat, dat zij driftig bouwen aan een superraket, die d'oor dfe Amerikanen gek scherend „Saturnuski" wordt genoemd, maar die veel krachtiger schijnt te worden dan de zwaarste Amerikaanse lanceerraket, de Saturnus-V. Dat zouden zij niet doen, wanneer zij niet iets zeer spektaculairs van plan waren. Van de Amerikanen is ook nog niet zo veel ruimtetoekomst defini tief op papier gezet, behalve de ontwikkeling van de space-shuttle, maar er zijn toch allerlei plannen. En voor een deel kunnen die al leen uitgevoerd worden wanneer zowel Rusland als Amerika daar met hun industriële potentie en financiële middelen achter gaan staan. Ongeveer vijfentwintig ruimtedeskundigen, zowel technici als wetenschapsbeoefenaren, buigen zich deze zomer ruim tien weken in het NASA Ames Research Center in Mountain View Californië) over de plannen voor dit futuristisch schijnende project voor een permanente "ruimtestad" maar het zijn aller minst irreële fantasten: het project zou vrijwel geheel uitge voerd kunnen worden met de thans reeds bestaande technieken en materialen. Alleen in details moeten er nog veel vraagstuk ken worden opgelost. De verwachting is, dat het project tegen het einde van deze eeuw verwezenlijkt zou kunnen zijn. Een oppervlakkige schets van het ruimtestation, waar voor thans studies worden ge maakt door tal van deskun digen. De tekening is ver vaardigd naar gegevens van het Amerikaanse toeekblad Time, dat onlangs een uit voerig artikel aan de plannen wijdde. Feitelijk is deze tekening niet juist, want "halfscha duw" komt in de ruimte nu eenmaal niet voor. Het zon licht wordt er niet verstrooid door een atmosfeer zoals op aarde. Belichte vlakken zijn gelijkmatig helder, vlakken in de schaduiv diep zwart, en de afscheiding tussen licht en donker is een plotselinge overgang, niet een geleide lijke via grijs. Maar om de vorm van het station duide lijker te tonen, is in de teke ning ook met halfschaduw gewerkt. De lengte van het hoofdlichaam van het ruim testation bedraagt ruim een kilometer. Het plan, dat thans het meest de aandacht trekt is afkomstig van..de natuurkundige Gerard K. O'Neill van Princeton University, die aanvanke lijk voor een fantast werd uitge kreten maar nu heel serieus wordt genomen. Het gaat om een permanent ruim testation in de baan die ook de maan om de aarde beschrijft. Het zou bestaan uit een enorme cylin der van ruim een kilometer leng te en een doorsnee van ruim twee honderd meter. De cylinder zou aan beide uiteinden gesloten zijn en deze gigantische „bus" kan dan een nor male aardse atmosfeer bevatten. Laat men de bus om zijn lengte as wentelen (en dat hoeft echt niet zo snel te zijn), dan ontstaan er een imitatie-zwaartekracht, waar door men op de binnenzijde van de wanden zou kunnen leven alsof men op aarde rondliep. De centri fugale kracht drukt de bewoners dan met de voeten tegen de „bo dem", de binnenzijde van de wanden. Door die centrifugale kracht kan ook de teelaarde „vastgehouden" worden en kunnen allerlei zaken op de grond blijven liggen en staan zoals ook op aarde het geval is. Bij de genoemde omvang van de cylinder meet deze „leefruimte" 63 hectare. Die ruimte kan niet in haar geheel voor „bewoning" worden ge bruikt. want het lijkt gewenst om in het ruimtestation niet alleen de zwaartekracht op aarde zo goed mo gelijk te imiteren, maar ook zo nor maal mogelijk zonlicht te handhaven en zelfs een dag-nacht-cyclus. De mens past zich weliswaar snel aan aan „onaardse" omstandigheden, maar op den duur zou dat er toe kunnen leiden, dat er groepen men sen ontstaan die min of meer ge doemd zijn om in de ruimte te blijven, aangezien zij anders weer geruime tijd nodig zouden hebben, aan de aarde te wennen. En ver moedelijk is de aanpassing aan aardse gravitatie minder makkelijk en gevaarlijker dan eerst de aan passing aan een toestand van ge hele of vrijwel gehele gewichtloos heid en andere ruimte-omstandighe den. Door de wenselijkheid van zon licht en etmaal-cyclus in het ruim testation moet een deel van de cy linder ongebruik worden gelaten voor bewoning. Dat zijn overlangse stroken van doorzichtig materiaal, waarboven zich beweegbare spiegels bevinden. Met behulp daarvan kan de inval van het zonlicht worden geregeld en zij kunnen geheel wor den dichtgeklapt om de nacht te si muleren. Zelfs seizoenveranderingen kunnen gesimuleerd worden door de „nachten" langer en de „dagen" kor ter te maken, waarbij dan tevens de temperatuur en de atmosferische toestanden in de cylinder gewijzigd kunnen worden. Dat zou ook een zo natuurlijk mogelijke groei van de ge wassen en het vee bevorderen. Het Is namelijk de bedoeling, dat Wetenschap ea technologie door P. Bok deze ruimte-kolonies geheel op eigen wieken kunnen drijven en niet voor allerlei zaken op de aarde aangewe zen zijn. Er zijn bepaalde redenen, waarom men denkt, dat de genoemde af metingen van de cylinder optimaal zijn. Daarop gaat wij hier niet die per in. Maar niettemin kan men de leefruimte royaler maken voor een bevolking van een bepaalde omvang door een reeks van deze cylinders in de lengte-as aan elkaar te verbinden. De energievoorziening van het ruimtestation zou eenvoudig zijn: er is een onbeperkte hoeveelheid zon- ne-energie, die alleen maar met gro te spiegels gevangen hoeft te worden. Dit is een vorm van energie die in geen enkel opzicht vervuilend werkt In principe zou men dit enorme ruimtestation in iedere gewens te baan om de aarde kunnen bren gen. Maar er zijn bepaalde redenen, waarom men de maanbaan prefe reert. De omlooptijd in een (bijna) cirkelvormige baan om de aarde hangt af van de afstand tot de aar de: hoe groten de afstand, hoe lan ger de omlooptijd. Op 35807 km bo ven de aarde is de omlooptijd pre cies 24 uur, zodat in het vlak van de evenaar een satelleit een "vaste" plaats boven de ook in 24 uur wen telende aarde inneemt. Voor com municatie-satellieten is dat een groot voordeel, voor de "ruimtestad" is er ggenenkel voordeel aan verbon den. Die voordelen zijn er wel ten aan zien van een plaats in de maan baan, d.w.z. op een gemiddelde hoog te van 385.445 km, waarin de om looptijd gelijk is aan die van de maan, namelijk circa 28 dagen. In die baan bevinden zich vijf „libra- tiepunten", waarin de aantrekkings kracht van de maan geen verande ringen in de snelheid van een ruim testation teweeg brengt. Het is de bedoeling, het ruimte station te vestigen in de maanbaan om het libratiepunt waarvan de af stand tot de maan gelijk is aan die tot de aarde. Op dit punt blijft het ruimtestation altijd een „vaste" plaats met betrekking tot de maan innemen. Dit is van het grootste be lang, omdat de maan een grote rol speelt in het hele project. Aanvankelijk zullen de materialen voor de constructie van het sta tion vanaf de aarde aangevoerd moe ten worden. Dat wordt een van de zwaarste opgaven van het hele pro ject. Dat moet geschieden door tal rijke lanceringen vanaf de aarde en daarna constructie van het geval in de ruimte, waarschijnlijk in een be trekkelijk lage baan om de aarde of die „synchrone" baan op bijna 36.000 km hoogte. Vandaar moet het sta tion in embryonale vorm naar de juiste plaats in de maanbaan wor den gesteurd. Wanneer het station eenmaal op bescheiden wijze functioneert, moet er op de maan nogal het een en an der gebeui-en. De maan is rijk aan vele materialen, zoals lichte en ster ke metalen en ook (in gebonden vorm) zuurstof. Bouwt men op de maan 'n soort elektromagnetische ka tapult dan is het vrij eenvoudig (en goedkoop) om deze grondstoffen voor de verdere uitbouw en materiaalvoor ziening van de maan naar het ruim testation te schieten. Over elektriciteit kan men, na eer ste kostbare en moeilijke investerin gen en cons truc ties, ruimschoots en goedkoop beschikken dank zij de zon nestraling. Bouwt men een hellende rails van betrekkelijk geringe lengte en laat men daarover elektromag netisch versnelde materiaalbakken voortijlen met dezelfde technieken waarmee op aarde elektromagnetisch treinsystemenen in ontwikkeling zijn dan kunnen aan het eind van deze hellende maanrails de op de maan gedolven grondstoffen losgelaten worden, waardoor zij de ruimte in schieten. Door de geringe aantrek kingskracht van de maan is de ont snappingssnelheid daar veel geringer dan op aarde, en bovendien is er geen luchtweerstand, die de wegge schoten materialen afremt. Construeert men de katapult-hel ling zeer nauwkeurig en berekent men de wegschiet-snelheid precies, dan zweven enige tijd na de lance ring de grondstoffen van de maan in de directe omgeving van het ruim testation. Daar kunnen zij „binnen boord" gehaald worden (technisch al weer vrij eenvoudig) om verwerkt te worden. Op deze wijze kan men het ruimtestation verder perfectioneren en uitbreiden zonder kostbare lance ringen vanaf de aarde. Op den duur, wanneer het ruimte station eenmaal is uitgegroeit tot een produktie-station in de ruimte, kun nen daar (eventueel in gewichtsloze toestand) veel beter dan op aarde vervaardigde grondstoffen waaraan de aarde gebrek begint te krijgen en halffabrikaten zoals schuimstaal en staal-glas-legeringen die op aarde niet te maken zijn, naar de aarde worden gezonden. Bovendien kan bij het ruimtesta tion b.v. een door zonlicht aangedre ven turbogenerator van enolrme ca paciteit worden gebouwd met maan- materialen. Deze zou met een rela tief eenvoudige en goedkope operatie naar een synchrone baan om de aar de op 36.000 km hoogte kunnen wor den gemanoeuvreerd om van daar uit met een uiterst gering energieverlies enorme hoeveelheden zonne-energie naar de aarde te zenden. Dat kan met behulp van zeer nauwe bundels microgolven. De technieken daar voor zijn al op papier voor het ge bruik gereed. Dit lijkt de beste mo gelijkheid, om op aarde zonne-ener- gie effectief te winnen. Toegepast op grote schaal zou dit tevens alle pro blemen van de milieuvervuiling dooi de energie-winning de wereld uit helpen. Op zichzelf al een reden om dergelijke futuristisch lijkende plannen in ernstige studie te nemen, zoals men dat thans in Amerika doet. Men maakt er zelfs al studies over de meest wenselijke diersoorten, die als vee voor de voedselvoorziening in het ruimtestation een plaatsje zouden krijgen: groot vee als koeien en varkens of kleinvee als konijnen, kippen, etc. en van de meest wense lijke vissoorten in de vijvers van het ruimtestation. Over vliegend gevogel te is men nog wat dubieus. Komen zij te „hoog" dan raken zij in de sfeer van geichtsloosheid in de leng te-as van het station en dan kunnen er allerlei merkwaardige zaken ge beuren. Het gaat natuurlijk om enorm kostbare projecten als eerste aanzet. Later bedruipen zij zichzelf en wer pen zij voor de aardse bevolking rijke vruchten af. Maar er zijn kostenberekeningen gemaakt, die tot merkwaardige con clusies leiden. De initiele kosten van het eerste nog vrij primitieve maar wel vrijwel geheel selfsupporting ruimtestation in de maanbaan wor den iets hoger geraamd dan die van het Apollo-maanproject, dat on geveer 25 miljard (toenmalige) dol lars kostte. Maar zeker niet meer dan twintig procent van de geraam de kosten van het „Project Indepen dence" dat in ontwikkeling is om de Verenigde Staten vóór het jaar 2000 volledig onafhankelijk te maken van het buitenland voor de binnenland se energievoorziening. Men raamt die kosten op 600 miljard dollar. En dan te bedenken dat het project-ruimte- station op den duur de gehele aarde van schone energie kan voorzien. Wanneer regeren vooruitzien is, ligt hier een kans om goed te regeren! Er is nog een andere reden, om het project van O'Neill een kans te geven. De kosten zijn aanvankelijk zo hoog, dat men nauwelijks van de burgers van één mogenheid mag ver wachten dat zij deze willen opbi-en- gen om na verloop van °nige de cennia de gehele wereld daarvan te laten profiteren. Hier is samenwer king nodig in de geest van de ko mende Apollo-Sojoez-vlucht. irking, op veel breder schaal en veel intensiever, kan er toe leiden dat de „bevolking" van duizenden mensen in een permanent ruimtestation is samengesteld uit vele aardse nationaliteiten. Men kan er een „samenleving" creëren, zoals die op aarde door traditie en geschiede nis gelegde grenzen en afzonderin gen niet mogelijk schijnt te zijn, zeker niet binnen vele decennia. Er kunnen in die „ruimtestad" nieuwe maatschappij vormen worden ontwikkeld, die model kunnen staan aan de aarde als geheel. Denkbaar is de uitbanning van ccnomische concurrentie, de uitbanning van geld in welke vorm dan ook als ruilmiddel, de gelijke spreiding van materiële welvaart en een klasseloze welzijns bevordering. Dat zijn voor een belangrijk deel politieke zaken, maar het is denk baar dat Juist een gemengde samen leving van enige omvang onder ge heel nieuwe omstandigheden een sti mulans wordt voor ontwikkelingen in die richting op aarde. Alleen al dit perspectief moet de hoge kosten van het project zonder verdere overwe gingen rechtvaardigen. De ruimtevaart is niet zonder ge varen, al is het aantal directe slacht offers tot dusverre betrekkelijk klein geweest wanneer men de zeshonderd miljoen kilometers in aanmerking neemt, die de ruimtevaarders teza men door het (nabije) heelal heb ben afgelegd. Een overzicht van de ongelukken, die zich tot dusverre hebben voorgedaan, hoorde eigenlijk thuis op de eerste pagina die wij aan de komende Russisch-Amerikaan se vlucht wijdden op 31 mei J.l, maar die pagina bood daartoe onvoldoen de „ruimte". Dat geeft ons gelegenheid, er nu iets meer aandacht aan te beste den. Het is niet helemaal ten om-ech te, wanneer wij ongelukken innering roepen bij deze In de eerste plaats ging het een algemeen overzicht van hetgeen er gebeurd was toe het ogenblik van die historische gezamenlijke vlucht. In de tweede plaats is men er vooral in Amerikaanse kring niet helemaal van overtuigd, dat de Russen en hun systemen wel helemaal klaar zijn voor het gemeenschappelijke expe riment. Niettemin durven de Ameri kanen het a&n, omdat zij er van overtuigd zijn dat hun eigen syste men eventuel.e incidenten tijdens de gemeenschappelijke vlucht goed kun nen opvangen, al blijven er zeer kri tieke manoeuvres en perioden. De o- ver het algemeen gevaarlijkste sta dia van lancering en landing van 'n ruimtevaartuig (zoals ook bij de start en landing van een vliegtuig) vin den gescheiden (zoals ook vaij de koppelingsmanoeuvres is de Ameri kaanse Apollo actief en de Russische Sojoez een passief deelobject. Tijdens de gekoppelde vlucht is het verbin dingsstuk tussen de ruimtevoertuigen altijd aan één zijde gesloten, zodat een fout in het Russische systeem nooit direct invloed heeft op de con ditie in de Apollo. Wanneer de ont koppeling" van de Sojoez moeilijkhe den zou opleveren, kan altijd het ver bindingsstuk afgescheiden worden va de Apollo. Dat zijn ingebouwde ze kerheden, die de Amerikanen er toe hebben gebracht het risico van de twijfel te durven aanvaarden. Het lijkt allemaal wat sinister om bij het begin van een historische vlucht op ongelukken vooral van Russen in de ruimte te recapitu leren en te wijzen op de ongerust- 'heid van de Amerikanen, maar dat is nu eenmaal de realiteit. Overigens moet men niet vergeten, dat de mens ook op aarde (of in de lucht) voort durend ingecalculeerde risico's loopt en aanvaardt. Het wegverkeer eist dagelijks over de gehele wereld dui zenden slachtoffers, in het luchtver keer vallen vele honderden doden per jaar, evenals bij scheeps- en treinrampen. Een catasstrofe in de ruimte lijkt nu eenmaal meer op zienbarend, omdat de ruimtevaart zelve nog altijd opzienbarend is en niet te vergelijken met het andere verkeer op aarde, waaraan wij ge wend zijn. Tijdens ruimte vluchten zelf zijn vier mensen om het leven gekomen, allen Russen. Het eerste dodelijke slachtoffer was Wladimir Komarow. Hij had in oktober 1964 al deelge nomen aan de eerste driemans vlucht in de geschiedenis in de Woshod-I samen met Yegorow en Feoktistow (24 uur en 17 minuten) toen hij op 23 pril 1967 startte voor een eenmansvlucht in de Sojoez-I. Tij dens de vlucht kreeg hij te kampen met stabilisatiemoeilijkheden waar door hij voortijdig vrij ongecontro leerd moest terugkeren. Bij de lan ding, 26 uur en 45 minuten na de start, viel hij te pletter doordat de parachutes van zijn capsule ook weer door stabilisatieproblemen niet goed functioneerden. Ook aan het einde van een vlucht, die van de Sojoez-ll, kwamen de kos monauten Dobrovolski, Volkow en Patsajew om het leven op 30 juni 1971. Zij hadden een Russisch duur- record gevestigd van 569 uur en 40 minuten toen er bij de terugkeer in de dampkring een lek schijnt te zijn ontstaan in het luik van hun cap sule. Volkow had eerder al een vlucht gemaakt met de Sojoez-7 van 12 tot 17 oktober 1969, die 118 uur en 41 minuten duurde. Schokkend was ook de dood van drie Amerikaanse ruimtevaarders op 27 januari 1967'tijdens de generale repetitie voor de lancering van de eerste bemande Apollo op Kaap Ken nedy. Er brak brand uit in de cap sule op het topje van de Saturnus- raket toen deze op het startplatform stond, en slechts luttele minuten la ter waren Grissom, White en Chaf fee, die de eerste vlucht gemaakt zouden hebben, omgekomen. De Apol lo is nadien aanzienlijk gerecon strueerd waardoor brandgevaar tot een minimum werd beperkt. Grisson had toen al twee vluchten achter de rug, een ballistische met de Mercury- 4 van 15 minuten op 21 juli 1961 en een van 4 uur en 53 minuten samen met Young in de Gemini-3 op 23 maart 1965. White had één vlucht achter de rug en wel met de Gemini-4 (97 uur en 56 minuten) van 3 tot 7 juni 1965. Tijdens die vlucht was hij de eerste Amerikaan die een ruimtewandeling maakte. Chaffee, het derde slachtoffer van de brand, zou als debutant de ruimte in zijn gegaan. De Russen hebben nog meer ver liezen geleden. Vermoedelijk zijn er minstens twee kosmonauten omge komen bij mislukte lanceringen voor dat Joeri Gagarin als eerste in de ruimte kwam. Bevestigd is dit nooit. Gagarin zelf kwam op 27 maart 1968 om het leven bij een trainingsvlucht met een MIG-15 ter voorbereiding op een nieuwe ruimte-missie. Zijn collega Pawel Baljajew vluchtge- noot van Leonow in de Wowhod-2 in maart 1965 :26 uur en 2 minu ten), stierf in 1969 een natuurlijke dood door een ernstige maagbloe ding. Er zijn ook andere Amerikaan se ruimtevaarders-in-spe op aarde omgekomen, tijdens trainingsvluch- ten of door normale verkeersonge vallen: Freeman, See, Bassett en Williams bij vliegtuigongevallen en Givens bij een autoongeluk. Een bijzonder spektakulair ruimte- ongeval was de schipbreuk van de Apollo-13 tijdens een vlucht naar de maan in april 1970. Lovell, Swi- gert en Haise waren op 11 april ge start in de Apollo-13 voor de derde maanlandingsvlucht. Na 56 uur vlie gen deed zich op 325.000 km van de aarde een explosie voor in de ser vice-module. Onmiddellijke terugkeer naar de aarde was technisch niet mogelijk. Na een vlucht om de maan waarbij zich uiterst moeilijke situa ties ontwikkelden en de maanlander enige dagen als reddingssloep moest worden gebruikt, keerde het trio op 7 april behouden terug op aarde na een vlucht van 142 uur en 54 minuten. Achteraf kan men het als een wonder beschouwen, dat de drie astronauten het leven er hebben afgebracht. Het was wel een demon- tratie van de wijze, waarop de Ame rikanen driedubbele veiligheidsmar ges hadden ingebouwd in hun ruim teschepen en de grondigheid van de vluchtvoorbereiding, die de Amerika nen in staat stelde een tot wrak ge slagen ruimteschip via een route om de maan veilig op aarde te la ten landen. Niettemin onderging het Apollo-maanprogramma nadien lang durige vertraging om de service-mo dule voor volgende vluchten te re construeren. Tegenslagen in de ruimte, die tot voortijdig afbreken van vluchten en noodlandingen leidden, hebben zowel Russen als Amerikanen ondervon den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 19