TH in Delft werkt aan bedrijf s- robot EINDHOVEN WEIGERT VROUWEN HET POLITIEPAK Autobestuurders zijn aansprakelijk voor lifters PONDERDAG 22 MEI 1975 PAGINA 12 Eindhoven De politie van Eindhoven wil geen vrouwen in het korps. Het uniform wordt de dames daar al Jaren geweigerd en de waarnemend hoofdcommissaris en de personeelsvertegenwoordiging hebben onlangs opnieuw besloten de emancipatiegedachte voor onbepaal de tijd te negeren. Door Daain Overhoff Een standpunt, dat in 1975 een verdwaalde indruk maakt. Dat vindt het tweede kamerlid Koste (P. v.d. A.) kennelijk ook. HU heeft minister De Gaay Fortman van Binnenlandse Zaken gevraagd of 't beleid van de Eindhovense politie wel in overeenstemming is met de door de regering veelvuldig beleden gelijkheid van man en vrouw Het korps in Eindhoven vindt vrouwen alleen aanvaardbaar voor functies als secretaresse, typiste, telefoniste of lid van het burgerper soneel, aldus het kamerlid. „Maar dat betekent nog niet dat wij een hekel aan vrouwen hebben", zegt men op het hoofdbureau in Eindhoven, „wij proberen alleen zo doelmatig mogelijk te werken." In die opzet is geen plaats voor de vrouw, vindt men daar. Een agente telt volledig mee in de sterkte, redeneert men, maar ze is toch maar beperkt inzetbaar. „De licha melijke omstandigheden zijn bij de vrouw nu eenmaal anders dan bij de man", zegt de Eindhovense politieman, „je kan een vrouw niet opnemen in een peloton van de mobiele eenheid. Je kan haar toch moeilijk laten vechten". „Dat kan allemaal best waar zijn", zegt de Nederlandse bond van vrouwen werkzaam in bedrijf en beroep, „maar een vrouw moet domweg evenveel kansen hebben als een man. Het is belachelijk om een vrouw voor een bepaalde baan uit te sluiten, omdat ze niet alle taken zou kunnen vervullen. Een man kan toqh ook verpleger worden, terwijl hij in die functie bepaalde taken niet kan uitvoeren?" Eindhoven stuurt de dames ook weg, omdat de investering in een agente minder rendabel zou zijn. „De oplei ding kost- tienduizenden guldens", rekent men daar voor, „bij een man komt dat er wel uit, omdat hij vrijwel altijd zijn hele werkzame leven bij de politie blijft. Een vrouw geeft er echter maar al te vaak al na een paar jaar de brui aan. Ze gaat trouwen, kinderen krijgen en weg is je geld." „Een achterhaald principe", zegt men bij het Haagse politiekorps, „je mag een vrouw de kans niet onthouden, omdat die investering minder rendabel zou zijn. Uitgezonderd inderdaad de uitgesproken taken, waarbij geweld kan worden ver wacht of geweld moet worden gebruikt, is een vrouw bovendien overal bij de politie inzetbaar." Gewaardeerd De grote steden, Rotterdam, Am sterdam en Den Haag hebben dan ook helemaal geen moeite met de dames in het korps. In het verkeer zijn ze al niet meer weg te denken, ze worden gewaardeerd bij dé kinderpolitie, dé recherche en in de surveillance. „En toch stuit je juist in de surveillance op problemen", zegt men bij de Utrechtse politie, waar ook al jaren geen vrouwen meer worden aangenomen, „een vrouw hoort niet thuis bij rellen, bij het opbrengen van dronken mensen." Den Haag bijvoorbeeld heeft een andere ervaring. ,3ij huisruzies of moeilijkheden op straat kan een vrouw vaak veel beter bemiddelen dan een man", zegt men daar, „men reageert nu eenmaal anders op een vrouw. Dat heeft al heel vaak geholpen". Amsterdam haalt daar naast de vele vrouwelijke arrestan ten aan. „Hoe zouden die gefouil leerd moeten worden als we geen agentes hadden?". „Daar hebben wij vrouwelijke personeelsleden voor, die op de administratie werken", zegt men in Eindhoven, „ze hebben een korte opleiding in het fouilleren gehad. Zo hebben wij bij de kinderbescherming ook een vrouw in een burgerrang, die de typisch vrouwelijke aspecten aan de zaak behandelt". Eindhoven voert dan ook nog eens aan, dat de ervaring bij de korpsen in de grote steden heeft geleerd dat de combinatie man vrouw, die dienst doet, tot onaangenaamheden kan leiden. „Bij een vechtpartij zal de agent uit hoffelijkheid zijn vrouwelijke collega willen bescher men", geeft "men bij de Haagse politie toe, „dat kan ten koste van de eigen veiligheid gaan". Klein telkoift Dus toch maar lièver geen vrouwen bij de politie? De korpsen in de grote steden willen er niet van horen, omdat er zoveel voor de agentes is te doen dat de voordelen ruimschoots tegen een enkel nadeel opwegen. Eindhoven, suggereren zij, kan de diensten van de vrouw misschien gemakkelijker afwijzen, omdat men daar verhoudingsgewijs maar een klein tekort op het bestand heeft. De politie in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam heeft de vrouw hard nodig om de tekorten in de korpsen niet nog verder te laten oplopen. „Maar dat is maar een büverschijn sel", waarschuwt men in Den Haag. Gelukkig maar, want die reden heeft natuurlijk ook weinig of niets met emancipatie te maken. Het sal nu en waarschijnlijk ook in de toekomst niet mogelijk zijn om tegen verantwoorde kosten een ijseren hand te construeren, te vervaardigen en te besturen, die wat bewegingsvrijheid en fijngevoeligheid met ie mensenhand kan concurreren. DELFT (SP) Aan de Technische Hogeschool te Delft wordt op 't ogenblik gewerkt aan het ontwikke len van een bedrijfsrobot: een hanteermachine die „op eigen houtje" produkten kan maken en kan worden ingezet voor monotoon werk.' De bedrijfsrobot is een vrij nieuw fenomeen. De komst van de eerste ligt nog maar tien jaar achter ons Aan de bedrijfsrobot heeft prof. dr. Ing. H. Rankers van de TH Delft zijn inaugurele rede gewijd. Prof. Rankers is gewoon hoogleraar werktuigbouwkunde en doceert be drijfsmechanisatie en de leer der mechanismen. Het woord robot, zo zei hij, is afgeleid van het Tsjechische woord „robota", wat werk of koeliewerk betekent. De Tsjechische schrijver Karei Capek formuleerde dit woord als benaming voor een op een mens lijkende automaat. Het was de hoofdfiguur van zijn utopisch drama Rossum's Universal Robot uit het jaar 1921. Talrijke firma's houden zich met de ontwikkeling en de bouw van bedrijfsrobots bezig. Volgens inge wijden kwamen begin 1973 reeds 71 bedrijven met een aanbod op de wereldmarkt van in totaal 173 verschillende hanteermachines. Aanitall Geen van deze fabrikanten van hanteermachines had tot dan toe dat grote aantal kunnen fabriceren dat nodig is om een lage kostprijs te bereiken, waardoor een lage verkoopprijs mogelijk wordt. De situatie op dit moment is dat er vele, sleechts weinig van elkaar verschillende typen robots bestaan. Het is een bitteïe ironie dat door deze versnipperingen „de ijzeren handen" tot nu toe met de nog altijd onontbeerlijke mensenhanden moe ten worden vervaardigd en dat dit niet met de ijzeren handen van de hanteer- en montagemachines ge beurt. Aarzdkffid Daarnaast is het zo dat hanteerma chines zeer aarzelend ingang vinden bij het fabriceren. Eind 1972 waren er in de wereld naar schatting 2.500 hanteermachines, terwijl dit aantal eind 1974 op 5.000 werd geschat. Dit komt doordat de gebruiker vaak niet goed bekend is met alle toepassings mogelijkheden en de voorwaarden voor het succesvol toepassen onvol doende bekend zijn. Nu moet worden gezegd dat dé periode van 10 jaar sinds de komst van de eerste bedrijfsrobot nog te kort is om afgeronde en ver-verbrei de kennis over hanteerautomaten te mogen verwachten. Dit in tegenstel ling tot andere zeer stormachtige ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van elektronica en geïnte greerde schakelingen. Een belangrijk verschil is dat de bedrijfsrobots kostbare kapitaalgoederen zijn. De verkoopprijs van een verfspuitrobot ligt op f 100.000 en die van een lasrobot op het dubbele. Volgens prof. Rankere zal het nu1 en waarschijnlijk ook in de toekomst 1 niet mogelijk zijn om tegen verantwoorde kosten een ijzeren hand te construeren, de vervaardi gen en te besturen, die wat betreft bewegingsvrijheid en fijngevoelig heid met de mensenhand kan concurreren. De toepassing van een technische hand is beperkt door een eenvoudig te bepalen greep en tot gemakkelijk te hanteren produkten J om het aantal bevelen voor de*| besturing van de hand klein te 1 houden. Indirect wordt hiermee de oude stelling bevestigd dat de werkwijze van de mensenhand nooit als voorbeeld mag worden genomen bij J een poging het werk van de hand te mechaniseren. De werkmethode moet zodanig worden aangepast dat de handelingen machinetechnisch kunnen worden uitgevoerd. Aan deze oude stelling is slechts de eis van het hanteerbaar zijn van produkten en goederen toegevoegd. Art. 1401 BW Nu het beter weer wordt (of dat op zware tol voor hun hulpvaardigheid z'n minst zou moeten worden) neemt hebben moeten betalen. ook het liften weer toe. En daarmee het risico, dat goedwillende automo bilisten, vaak zonder het te weten, Degene, die zich schuldig maakt aan lopen. een onrechtmatige daad, is verplicht Daarmee wil hier niet gezegd zijn. de daardoor ontstane schade te dat men wel heel goed moet vergoeden, zo schrijft artikel 1401 uitkijken wie men in zijn auto Van ons Burgerlijk Wetboek voor. haalt. Al is het helaas wel zo er En het is op grond van dit artikel, zijn keer op keer berichten uit dat een kosteloos meerijdende binnen- en buitenland, die dat passagier, een lifter dus, de autobestuurder die hem heeft meegenomen aansprakelijk kan stel- Door len, indien hij schade heeft geleden mr. C. A. Baron Bentiinck door een ongeval, dat aan de schuld van de bestuurder te wijten was. Nu bestaat er in de rechtspraak een bewijzen dat zo'n waarschuwing zekere neiging om de aansprakelijk- op gezette tijden geen kwaad kan. heid van de autobestuurder te Het risico waarop hierboven gedoeld beperken met het oog op de werd betreft evenwel de aaiteprake- belangenloosheid, waarmee hy zijn lijkheid van de autobestuurder voor diensten verleent. Maar die aan zijn kosteloos meerijdende passa- sprakelijkheid geheel uitsluiten is giers. Lang niet iedereen, die zo toch niet mogelijk. vriendelijk is lifters mee te nemen. Men heeft wel eens gedacht de blijkt zich hiervan bewust te zijn. aansprakelijkheid van de automobi- Met als gevolg dat in het verleden list uit te sluiten voor de gevolgen êi heel wat automobilisten een van de geringe verkeersfouten. iedere verkeersdeelnemer zich soms schuldig maakt. De Hoge Raad, ons hoogste rechtscollege, heeft dit onderscheid tussen scha den, veroorzaakt door grove en door kleine verkeersfouten, echter van de hand gewezen, omdat de wet dit onderscheid niet kent. Ook voor de gevolgen van geringe verkeersfouten is de autobestuurder dus aansprake lijk jegens zijn kosteloos meerijden de passagier (s). De Hoge Raad besliste daarnaast nog iets andere. Namelijk, dat zich bijzondere omstandigheden kunnen voordoen, op grond waarvan de passagier de bestuurder zijn fouten niet kan verwijten. De lifter bij voorbeeld, die met een bestuurder meerijdt, wetend, dat deze stom dronken is, heeft het risico, dat hij ongelukken kan maken, aanvaard. Het behoeft overigens niet altijd een auto te zijn, waarmee de juridische moeilijkheden beginnen. Zo is er het volgende, aan de recente jurispru dentie ontleende voorbeeld, van een jongen, die achterop zijn bromfiets een meisje meenam om te gaan dansen. De jongen lette niet goed op, waardoor er een aanrijding met een auto ontstond. Het meisje, dat achterop zat, werd gewond in een ziekenhuis opgeno men. Dat kostte het ziekenfonds, waarbij de onfortuinlijke duopassa- giere was verzekerd, aan ziekenhuis kosten en geneeskundige behande ling, uiteindelijk een bedrag van 1604.50. Voor de rechtbank te Alkmaar vorderde het ziekenfonds dit bedrag terug van de W A.-assuradeur van de bromfietsende jongen. Deze verzekeraar ontkende de aansprake lijkheid van de jongen. Om te beginnen was het meisje voor niets meegereden achterop een bromfiets, het meest riskante en gevaarlijkste verkeersmiddel dat bestaat. Boven dien had de bromfietsbestuurder helemaal niet onvoorzichtig gereden. De verkeersfout, die hij had gemaakt, was een begrijpelijk en veel voorkomende waarnemingsfout, aldus de raadsman van de verzekeringsmaatschappij. De rechtbank overwoog evenwel, dat artikel 1401 B.W. geen onderscheid maakt tussen grove en lichte schuld. Het beroep op lichte schuld was op zichzelf dus niet voldoende om de aansprakelijkheid van de bromfiets- bestuurder voor zijn passagiere op te heffen. Ook bijzondere omstan digheden achtte de rechtbank niet Wat het kosteloos meerijden van het meisje betreft, hier was geen sprake van een dienst, die de jongen eenzijdig en voor niets aan het meisje bewees. Zij waren samen op weg om te gaan dansen en "het rijden op de bromfiets diende-beider belang in gelijke mate". Door met een bromfiets aan het verkeer deel te nemen, hebben aldus overwoog de rechtbank verder de jongen en het meisje samen de kans op schade vergroot. Maar het meisje kan nfet geacht worden stilzwijgend te hebben toegestemd in de onoplettendheid van de jongen, die de bromfiets bestuurd»» Hij werd derhalve aansprakelijk geacht voor de gevolgen, welke het meisje van de aanrijding had ondervonden. Zodat de rechtbank de W.A.-verzekeraar van de bromfietser veroordeelde om de ziekenhuis- en andere kosten te vergroten. Liftster Het heet, dat liftsters door mannelijke automobilisten over het algemeen vlotter worden meegeno men dan met de duim omhoog staande mannen. De automobilist uit het hierna volgende voorbeeld zal overigens waarschijnlijk wel niemand meer langs de weg meene men Wanth Ij heeft wel veel leergeld betaald Hij was geshopt om een meisje, dat stond te liften, mee te nemen Onderweg raakte hij, bij het nemen van een bocht naar links, van de weg en kwam met zijn auto tegen een boom tot stilstand. Het naast hem zittend© meisje, een studente, werd gewond en moest bijna drie maanden in een gtATrAn.vmiy worden verpleegd. Dat bracht de welwillende automo bilist voor de rechtbank in 's-Hertogenbosch. Want zijn toevalli ge passagiere had schadevergoeding geëist: ruim f9500.- aan ziekenhuis kosten, 6000.- wegens derving van inkomsten door het verlies van een studiejaar en f8000.- aan smarte- geld. De rechtbank vond geen termen aanwezig de schadevergoe ding te matigen. Immers, ook wie slechts een lichte verkeersfout valt te verwijten is aansprakelijk volgens artikel 1401 B.W. In dit geval had de liftende studente, aldus de rechtbank, geen uitzonderlijk groot risico genomen door bij de betrokken automobilist in de wagen plaats te nemen. Terwijl van de autobestuurder niet gezegd kon worden dat hij een meer dan gewone welwillendheid had betracht. Daarom werd hij voor de volle honderd procent aansprakelijk geacht. En werd het totaal geclaimde bedrag, meer dan 23.500.- schadevergoeding toegewe zen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 13