Bevrijding - ZATERDAG S MEI 1975 W' Gegevens voor dit artikel wer den geput uit vele gesprekken en o.m. ontleend aan: Van Capitu latie tot Capitulatie - D. A. van Hilten. De Binnenlandse Strijd krachten - Van Ojen jr. Mooie Vrede - Michel van der Plas. De dolle dwaze zomer van '45 - E. Werkman. Dagboekfragmenten - Rijksinstituut voor Oorlogsdocu mentatie. Be BS (Binnenlandse Strijd krachten) kan eindelijk naar hui ten treden ep, doet dat de sten- gun in aanslag krijgshaftig (foto hoven). En ook de zuinig bewaarde vlag kan weer worden uitgestoken. Hoerahet is feest. En hoe Kijk maar op de foto links, die een heeld geeft van uit gelaten landgenoten, die een ge vechtswagen 'bemannen' tijdens de intocht van de geallieerden op de Rotterdamse Cooisingel. Door Aaid Waigenaar Deritlig Jaair geleden na die dag had de her innering een stralende zon getekend bo ven het straafttafereel. En de roodwitblau- we vlag wapperde fier, als ook de oranje wimpel: 5 mei 1945, de dag der bevrij ding. Die vlag in het tot het laaitst bezette, nu bevrijde westelijk deel van Nederland wap perde echter niet; hij hing vochtig langs de mast omlaag. Het regende vaak op 5 mei 1945, guur en buiig was het weer, al een etmaal lang. De Bilt noteerde tem peraturen van 4 tolt 11 graden en mat 12 mm neerslag. Maar wat deed 't er toe? De mensen, die vandaag zonder overjas op straat waren gekomen, hadden geen erg in de schraal heid van het weer. En die vlag. het maakte niet uit hoe hij er bij hing. Het ging immers om het naakte vertoon er van. Het mocht weer. En het moest van daag. Het waren magere mensen, die op dè stra ten en de pleinen van het uitzicht op de vlag genoten, die Oranje Boven zongen, elkaar omhelsden, soms samen huilden. Vrij. Die middag had in Wageningen, in het half-verwoeste hotel De Wereld een Duitse Generaloberst, Johannes Blaskowitz, een document ondertekend, waarmee hij zijn 25ste Leger onvoor waardelijk overgaf aan de Canadese generaal Foulkes. Prins Bernhard, bevelhebber van de Nederlandse Strijdkrachten, was er bij aanwezig. De capitulatie in Wageningen was een logisch vervolg op wat er de dag tevoren was gebeurd: op de Lune- burgerheide in Duitsland aanvaardde veldmaarschalk Mont gomery toen de overgave van alle Duitse troepen in Noord- west-Duitsland, Denemarken en Nederland. Radio Herrijzend Nederland, die vanuit het al lang bevrijde zuiden uitzond, had het bericht om twee minuten over negen in de avond Het mocht toen nog niet; pas om 8 van de 4e mei omgeroepen. Toen al waren de magere mensen de straat opgegaan met hun lang verstopte oranje en roodwitblauw. uur de andere ochtend mocht de vrijheid aanvangen. „Acht uur, nu is de oorlog voorbij" In Delft schreef een onderwijzer die ochtend in zijn dagboek: Nog slechts enkele minuten scheiden me van acht uur. Ik ben naar hoven, naar mijn kamer gegaan, om de laatste ogenblikken nog even aan het papier toe te vertrouwen. Buiten op straat staan slechts "°inig mensen. Ze zijn betrekkelijk stil. Overal worden de vlaggen gereed gemaakt. Ook naast mij liggen de Nederlandse, Engelse en Amerikaan se vlag. Straks gaan ze naar buiten. Ook mijn radio, al heb ik dan geen stroom, heb ik te voorschijn gehaald. Bijna twee Jaar heeft hy verborgen gestaan, verborgen voor de nu haast verslagen dwingeland, evenals het koper en het tin. Alles pv.'jkt nu weer op tafel en ik ben blij het nog te bezitten. Daar slaat het acht uur. Nu is de oorlog voorbij. Voorbij: een bezetting die vijf Jaren min negen da<?en, van 14 mei 1940 tot 5 mei 1945, had geduurd. Een tijuperk, waarin Ned' - 'and zich had moeten laten knechten door mannen in uniformen, die men niet kende en die toch van vlak over de grens kwamen. Vijf jaar min negen dagen waarin men had gezien hoe de Nederlandse joden werden weggevoerd naar, fluisterde men, vernietigingskampen in het oosten van Europa; waarin men had gehoord - en soms gezien - dat de dappersten van het volk, de verzetsstrijders, voor Duitse vuurpelotons waren gevallen. Nog op 8 maart, zo was bekend gemaakt, waren bij Woeste Hoeve 120 mannen doodgeschoten. Het was de vergelding voor de aanslag, die twee dagen eerder op die plaats gepleegd was op Rauter, de SS-generaal en politiechef. In Amsterdam waren er ook 52 neergeknald vanwege Rauter. Het was een bezetting geweest, waarin tienduizenden mannen als dwangarbeider voor de oorlogsindus trie naar Duitsland hadden moeten gaan, ver weg van hun familie. Vijf jaar min negen dagen had het geduurd, toen op 5 mei 1945 de klok acht uur sloeg. Nu was het land weer vrij. Maar het was de vrijheid van een zwaargewonde. Men wist nog niet van de duizenden Nederlanders, die in Auschwitz vergast waren, men kende nog niet het totaal van hen die hier te lande door de Duitsers waren vermoord. Maar de magere mensen, die op 5 mei rond die vlag dansten, wisten wel van de doden van de hongerwinter en kenden de sympto men van oedeem en schurft. Ze zagen hoe leeg hun linnenkast was. Ze kenden uit hun hoofd de prijzen van de zwarte markt: 25 voor een brood, 25 voor een kilo appels, 80 voor een kilo aardappelen, 80 voor 20 sigaretten, 15 voor een pak lucifers. Die honger, die schurft en dat oedeem en ook die zwarte markt zouden nog wel een poosje blijven. Toch danste en juichte men die dag en de dagen die volgden. Nederland herwint zijn vrijheid. De tyrannie, die ons het hart door wondde, is verdreven. Onze Konin gin kan het bewind weder te midden van Haar vrije volk uitoefenen. Vreemde smetten worden uitgewischt. Recht en wet treden weder in de plaats van willekeur en geweld. Zo werd op 5 mei plechtig geproclameerd. Nog groter werd de vreugde, ja haast hysterisch ging men te keer toen op 7 en 8 mei in de grote steden van het land de bevrijders kwamen binnenrijden in hun jeeps en gevechtswagens: de Canadezen! „Welcome liberators!" juichte men, oud en jong beklom de voertuigen van de beduusde buitenlanders en gretig stortte men zich op de sigaretten en de kauwgum, die werden rondgestrooid. Meisjes werden op slag verliefd op de jonge soldaten uit Canada. En het was al snel na die 5e mei, dat de Rotterdammer Lou de Groot een rijm opzette, dat binnen pen dag de nationale tophit werd. Trees heeft een Canadees OWat is dat meisje in d'r sas, Trees heeft een Canadees Samen in de „Jeep" en dan vol gas. Al vindt zy dat Engelsch lang niet mis is Wil zij toch graag weten wat een kiss is Trees heeft een canadees OWat is dat meisje in d'r sas. Hoe vrij ook, dat Nederland- het zou zichzelf niet zijn als er al niet direct een moraliserend vingertje werd geheven. Wij van onze kant, zo schreef het thans bovengronds gekomen illegale blad „Ons Vrije Nederland", willen op deze plaats een beroep doen op de goedwillendheid en het gezonde verstand van onze meisjes en vooral hun ouders aansporen dit probleem niet te licht in te zien en ervoor te waken dat de omgang van hun kinderen met buitenlandsche mili tairen sportief en open blijft en geen persoonlijk en gesepareerd karakter gaat dragen. Het gaat hier om een stuk volksgezondheid, physiek, geestelijk en moreel. Er kan nog veel onheil voorkomen worden. Men zij gewaarschuwd! Op straat haalde men er zijn schouders over op. Men was vrij. Alles mocht, alles moest. Hoe lang had het niet geduurd, dat wachten in het door bevrijders omringd stuk westelijk Nederland. Wachten in de wetenschap dat achter die bevrijdingslinies voor andere Nederlanders de zon al maanden weer scheen. Men las het in de illegale bladen en de enkelingen, die nog een verstopt radiotoestel hadden, hoorden het in de Nederlandse uitzendingen van de BBC of van radio Herrijzend Nederland, die vanuit het bevrijde zuiden uitzond. West-Brabant en het grootste deel van Limburg zagen hun bevrijders al in november en begin december 1944, toen in het westen de hongerwinter begonnen was. Het kon toch niet lang meer duren, zo bemoedigde men elkaar: hoe makkelijk moest het niet zijn voor die machtige geallieerde legers om de toegetakelde Duitse troepen onder de voet te lopen en in een paar dagen, pakweg een week door te dringen tot de grote steden als Rotterdam, Den Haag en Amster dam. De honger en de kou belemmerde het uitzicht op wat er werkelijk aan de hand was met die striidbewegin gen op Hollands grondgebied. Niet de bevrijding van westelijk Neder land had de eerste aandacht van Eisenhower - het was hem er vooreerst om te doen de weg te vinden naar de eigen naard van de Duitse vijand, de verovering van het Rijnland, de toegang te vmden van de weg naar Berlijn. De Duitsers waren in het najaar van 1944 begonnen nieuwe stellingen in te richten op de Veluwe en in het oosten en noorden van Nederland. Ze vreesden terecht dat de geallieerden door dat gebied Noord-Duitsland wilden binnendrin gen. Namaak Aan die stellingen werd tot maart 1945 gewerkt. Van de Hollandse kust werden tot die tijd het merendeel van de manschappen en het materiaal weggehaald en oostwaarts gebracht; men wist nu wel dat de geallieerde klap niet meer van over het water van de Noordzee zou komen. Op de betonnen muur langs die kust - deel uitmakend van Hitiers „Atlantikwall" - werd veel geschut vervangen door namaak, 't Werd voor de Duitsers armoe in Nederland - vanaf november 1944 vertrokken diverse sterke onderde len. Hitler had ze nodig voor zijn kerstoffensief in de Ardennen. Ter vervanging kwamen in Nederland „abgekampfte Divisionen" terug; zeg maar kapotgestreden troepen, zwak en lusteloos. Met wat er verder in Nederland nog aan Duitse troepen was, werd toen het 25ste Leger gevormd. Die eenheid, circa 120.000 man groot - maar slechts 50.000 hadden frontervaring kreeg in maart te horen, dat Berlijn het door geallieerden omringde westelijk Ne derland tot vesting had verklaard: men zou er moeten strijden tot de laatste man gevallen was. In de vesting werd in maart en april keer op keer de alarmtoestand afgekondigd. Het ontging de mensen niet dat de Duitsers nerveus waren en gedemoraliseerd. De lijn, die in de laatste week van april om het nog niet bevrijde stuk Nederland getrokken kon worden, liep van Den Helder, langs de IJsselmeerkust naar Amersfoort, kronkelde verder naar beneden naar noordkust van het eiland Schouwen- Duiveland. Het kon nu toch niet lang meer duren... Bovendien: sprak niet iedereen er over dat de Russen al voor Berlijn stonden? En was het ook riet al een stukje bevrijding, dat de Duitsers goed vonden dat vliegtuigen uit Engeland vrij het luchtruiDi moch ten binnenkomen om voedsel af te gooien boven dat beklagenswaardige stuk land, waar de Hongerwinter was overgegaan in een hongerlente? Die containers met stevig voer was een godsgeschenk.... Honger Volgende week wordt het broodrant soen weer verlaagd en nog wel met terugwerkende kracht zodat we het dan 'n week zullen moeten doen met zegge 1 zegge en schrijve een halfje brood of 400 gram dus per dag 1 boterham. Dat schreef een Rotterdamse tramconducteur in die maand april in zijn dagboek. Hij was zo verzwakt dat hij de deur niet meer uit kon. Zijn vrouw heette Gree. En ik zit maar thuis en ben niet in staat om haar te helpen. Om de honger te stillen eet ik maar gekookte biet. Ons avondmaal bestond uit 7 bietenkoekjes. We hebben 1 KG rotte winterpeen gekocht voor 2,50 en eten morgen hutspot. Brr... wat heb ik een honger!en Gree ook. Gree is al om 7 uur buiten om brood te bemachtigen maar om 8 uur is ze al weer terug, er wordt vandaag weer niet gebakken en weer heeft het hongerspook een dag voor de boeg om de apatisch afwachtende bevol king van R'dam te terroriseren. Niemand heeft meer belangstelling voor iets anders dan eten. De oorlog is bijzaak zelfs al zouden de Canadeezen in Gouda of Capelle zitten dan nog zouden de mensen aan niets anders dan aan hun maag kunnen denken. Het beroerde is dat niemand weet of er eigenlijk nog wel eten is in het nu volkomen geïsoleerde deel van West Neder land. Ik heb zoo'n idee dat alles op De Rotterdamse hongerlijder hoefde niet lang meer te wachten op zijn bevrijding, voor hem gezinnebeeld in een groot bord met aardappelen, groente, vlees en vette jus. Een week nadat hij over het hongerspook schreef - 23 april - reed een Duitse auto met witte vlaggen door de Canadese linies naar het gehucht Achterveld nabij Amersfoort. Bij een dorpsschool daar stapten uit de auto de Rijkscommissaris voor bezet Nederland, dr. Seyss Inquart en enkele Duitse legeroific'eren. In de school schoof Seyss Inquart met zijn gezelschap aan tafel, waaraan naast anderen, gezeten waren de bevelhebber der Neder landse Strijdkrachten, prins Bern hard en, als belangrijkste aanwezige, generaal Bedell Smith, de chef-staf van de geallieerde opperbevelhebber Eisenhower. Seyss had uit zijn hol moeten komen; hy wist dat er geen redden meer aan was. In het Duitse hoofdkwartier in Berlijn sloeg men geen acht meer op zijn kleine, onbeduidende vesting aan de Noordzee; in Berlijn werd alleen nog maar met afgrijzen geluisterd naar het kanongebulder van de Russen, die wijk na wijk veroverden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 13