'Al die onzin over mij Verbazing over behoudende dirigent DASSIN: MOOIE JONGEN VAN COMMERCIEEL LIED BLUE JAYS: 'T EINDE VAN DE MOODY BLUES? SSSBS Herbert von Karajan m ••9 van Zijp STEALERS WHEEL: SUBTIEL Rancly Edelman spoedig begrip DONDERDAG 24 APRIL 1975 PAGINA 21 Herbert 1 rigent die enorm bewierookt wordt en met wie vaak ook een beetje de spot werd gedreven. Niemand zal zijn artistieke capa- oiteiten betwisten. Met zijn Ber liner Philharmoniker vormt hij de dirigent plus orkest die men zich kan voorstellen. Voor de buitenwacht is hij de gevierde maestro met de vele miljoenen en het door hem zelf bestuurde privé-vliegtuig. Maar er worden ook wel ironische opmer kingen gemaakt over zijn muzi kale activiteiten en dan voorna melijk met betrekking tot zijn behoudende instelling. Een enke le keer iets van Strawinsky, een paar werken van Bartok, veel verder gaat hij niet in de muziek Groot was dan ook de verba zing toen Deutsche Grammophon Gesellschaft kort geleden het le ven schonk aan een doos met vier platen waarop men Von Kara- jan met zijn Berlijnse orkest kan beluisteren in muziek van ae Nieuwe Weense School, dat wil in dit geval zeggen muziek van Arnold Schönberg en zijn leer lingen Anton Webern en Alban Berg, een genre waarmee talloze concertbezoekers nog veel moei te hebben. Karajan heeft er niet veel moei te mee gehad, zo lijkt het althans bij het luisteren naar deze pla ten, want men wordt geconfron teerd met een rijkdom aan ex pressie en een klankschoonheid die men wellicht in deze muziek niet voor mogelijk heeft gehou den. Maar moeiteloos was de voorbereiding van deze produktie allerminst. In het bijgaande vertelt Herbert von Karajan iets over de manier waarop een en ander tot stand kwam. Een af spiegeling van het streven naar de grootst mogelijke perfectie van een dirigent die iedere handeling in zijn carrière zorgvuldig lijkt te hebben gepland, zowel in ar tistieke als in materiële zin. De composities die Von Karajan op de vier platen dirigeert zijn: „Pel- leas und Melisande", „Verklarte Nacht" en „Variationen opus 31" van Schönberg, „Drie Orchester- stücke" en drie delen uit de „Ly rische Suite" van Berg en „Fas- sacaglia", „Fünf Satze opus 5", „Sechs Stücke opus 6" en „Sym- phonie opus 21" van Webern. - Wat is de achtergrond van de confronatie van Herbert von Karajan met de Nieuwe Weense School Waarom moest het tot 1975 duren voordat men 's we relds beroemdste dirigent in ge compliceerde twintigste-eeliwse ;ietc als die van Schönberg, Webern en Berg via de gram mofoonplaat kon beluisteren? „Toen ik twintig jaar geleden", zegt Von Karajan „de leiding kreeg over de Berliner Philhar- monik;r construeerde ik een vrij nauwkeurig plan met betrekking tot de programmering in de loop de eerstvolgende jaren. Om werkelijke eenheid van or kest en dirigent tot stand te bren gen was het noodzakelijk om te beginnen met het opnieuw instu deren van het standaardrepertoi- In de loop der jaren konden de grenzen in het repertoire steeds verder verleggen" „De samenwerking, het van zelfsprekende „bij elkaar horen", ontwikkelde zich steeds verder. Composities van een uitzonder lijke moeilijkheidsgraad ver schenen in een voorzichtige dose ring en na een lange voorberei ding op de programma's. Maar dergelijke werken op de gram mofoonplaat te laten vastleggen een lange weg van experi ments en en vertrouwd raken noodzakelijk. Nu hebben wij, het orkest en ik, eeneenheid tot stand gebracht die het interpre teren van deze composities ver antwoord maakt". Relatie Er zijn ook andere componis ten Jie orkestwerken van een uitzonderlijk hoge moeilijkheids graad hebben geschreven. Wat voerde u tot Schönberg, Webern 1 Berg, deze drie Klassieken on der de Modernen? Karajan "Ik heb altijd een bijzonder relatie met de Nieuwe Weensi School gehad. Heel een voudig doordat ik in de tijd waar in die op de voorgrond kwam in Wenen studeerde, zelfs enige tijd bij Webern zelf. Ik herinner me heel goed een school- of arbei dersconcert waarbij Webern eigen composities dirigeerde. Er brak een geweldig tumult los". „Ik heb het allemaal van nabij meegemaakt. Dilt was me toch duideiljk'; ontoei-eikende uitvoerin gen kunnen het publiek nooit overtuigen. Het behoort nu een maal tot de stijl van de Nieuwe Weense School, vooral Schönberg, dat dingen worden verlangd die niet of nauwelijks te realiseren zijn. Dat begint al bij de instru mentatie die qua duidelijkheid en balans meestal bijzonder proble matisch is. Ik ben van mening dat men hiervoor een overmaat van tijd nodig heeft. Langzaam i geleidelijk zijn wij in een pe riode van ongeveer zes jaar met deze noten vertrouwd geraakt". Twijfel In uw visie klinkt twijfel door aan de waarde van uitvoeringen die niet zo langdurig rnet een der gelijke behoefte aan de uiterste perfectie zijn voorbereid. Karalan: „Weet u dat zelfs bij festivals een dirigent zelden meer dan drie of vier repetities krijgt met een orkest vertrouwd heid te krijgen? Wanneer men dat iccepteert, accepteert men ook dat het resultaat niet goed kan zijn. Negentig procent van de orkestmusici in het algemeen in de eerste plaats visueel inge steld op de noten die ze voor zich krijgen". „Ze krijgen niet de tijd te ont dekken wat hun collega's aan de andere lessenaars spelen. Daar aan komen ze pas toe wanneer ze boven de noten staan. Op het moment dat ze zich vrij op de klank kunnen concenti-eren ont staat die klank vanzelf op een expressieve manier. Dat zijn za ken waarop de Berliner Philhar moniker en ik ons gedurende vele jaren gericht hebben". Was voor dit project een bij zondere opnametechniek nodig? Karajan: „Ja, er is volgens een vrij nieuw systeem gewerkt dat ook voor kwadrofonie geschikt is. We hebben speciaal bij Schön berg de partituren zo kunnen rea liseren als bij geen enkel concert mogelijk is, zelfs niet in de akoes tisch gunstigste omstandigheden. Zo hebben we in Schönbergs „Va riationen" opus 31 voor iedere variatie een andere orkestopstel ling gebruikt om de grootste mo gelijke duidelijkheid te krijgen. Ik kan wel zeggen dat deze klank volkomen nieuw is. Op de repe tities heb ik vaak gezegd: Mijne heren, dissonant is spanning en consonant is ontspanning, maar wanneer een van beiden lelijk is kan geen muziek ontstaan". Moeien we dit beschouwen als een esthetisch credeo van Herbert von Karajan? Karajan: „Al die onzin die al tijd over mij gezegd wordt: ik zcu axle scherpte glad maken. Herbert von Karajanconfrontatie met de nieuioe Weense school. Scherpte kan men alleen glad maken wanneer die scherpte een onbekwaam geproduceerde klank is, een valse, lelijke toon. Wan neer wij aan het werk waren hebben we ons vaak urenlang op de nauwkeurige intonatie van bepaalde details geconcentreerd. Ook spanning moet esthetisch mooi zijn. Webern is een goed voorbeeld. Men zegt vaak dat hij nogal koel was. Maar ik heb hem zien dirigeren en koel vond ik dat helemaal niet, in tegendeel: hij had een enorm felle inzet". Wat is nu na deze produktie uw verhouding tot componisten als Schönberg, Webern en Berg? Karajan: „Met betrekking tot de klank op zich zelf ben ik het meest geboeid geweest bij het op nemen van de werken van Schön berg. 11^ had voordien een klank voorstelling bij die muziek die in concertzalen nooit werkelijkheid is geworden. Na deze opnamen weet ik dat deze voorstelling wel degelijk te realiseren is, al is het niet op een concert". „Ik was vooral gefacineerd door de Vrriationen van Scnönberg. Emotioneel ben ik beven alles gegrepen door de „Drei Stucke" van Alban Berg. Dat werk achter volgt me al twintig jaar. Berg schreef deze muziek aan de voor avond van de eerste wereldoorlog. Door de profetische kracht van deze pessimistische muziek ben ik steeds weer verbijsterd. Een on- gelofeüik moeilijk stuk ook, maai de Berliner Philharmoniker speelt het alsof het Mozart is". A.v.d.V. Op deze pagina bijdragen van: Aar;'., van der Ven Jan Preenen Bram van Leeuwen Paul de Tombe Eindredactie René Vos ADVERTENTIE STEEDS DE NIEUWSTE GRAMMOFOONPLATEN HAARLEMMERSTRAAT 279 LEIDEN - TEL. 071—24010 Blue Jays Justin Hayward en John Lodge Treshold (Pho nogram) 6376600. De vraag is intrigerend: is de groep The Moody Blues bezig uiteen te vallen? Voor een ont kennend antwoord pleit alleen dat de eigen Treshold-studio van de formatie pas is verrezen in Londen, voor een bevestigend antwoord pleit veel meer. Al in december immers zou een nieu we MB-LP verschenen moeten zijn; wat destijds uitkwam was een langduurder (This is the Moody Blues) met een overigens uitstekend overzicht van het groepswerk. Voor "ja" pleit ver der nog de verschijning van Blue Jays van Justin Hayward en John Lodge. Het mag toch, merkwaardig geheten dat H en L apart een LP hebben gemaakt, zonder de medewerking van de andere leden van de Moody Blues. De LP is dan wel opgenomen in de Ti-eshold-studio, met de vaste MB-producer Tony Clark, maar dat hoeft niet meer te zeggen dan dat Hayward en Lodge hun recht hebben laten gelden op het gebruik van de eigen studio. Het is verder vreemd dat in een be geleidend schrijven wordt gezegd dat de heren samen zijn ADVERTENTIE Speciaalzaak qrammofoonplaten J nic. de tombe Lange Pieterskerkchoorsteeg II Leiden, telefoon 071 22184 Stealers Wheel lijkt onderhand een rad van avontuur te worden. Sinds de groep tien jaar gele den werd opgericht zijn er nogal wat veranderingen aangebracht in de samenstelling. Rob Noakes en Paul Pilnick zijn definitief verdwenen en Gerald Rafferty, die enkele jaren geleden uit het gezelschap stapte is inmiddels weer terug. Naast Joseph Egan, evenals Rafferty vertrouwd met gitaar en piano. Samen hebben zij een poging ondernomen het leven van Stealers Wheel voort te zetten. „Right or wrong" vra gen zij zich op de nieuwste elpee voorzichtig af. Te oordelen naar hetgeen is gepresteerd kan vast gesteld worden dat zij alle kans van slagen hebben. De langspe- ler is weliswaar geen uitschieter te noemen, maar bevat wel zo veel fijne subtiele muziek dat van een goed luisterprodukt kan wor den gesproken. Het tweetal zegt „onder invloed te hebben gestaan van de Everly Brothers. In de tien composities, waarmee Raf ferty en Egan nog eens hun zelf werkzaamheid hebben onderstreept is daar weinig van te merken. Hun muziek roept nu eerder asso ciaties op met die van de Beatles aan het eind van de zestiger Ja ren. Verantwoordelijk voor het niveau, waarop „Right or wrong" ligt is overigens ook een flink team van achtei-grondmusici. J.P. Joe Dassin CBS 80594. Joe Dassin is wat wel genoemd wordt een „mooie jongen". In zijn optreden laat hij meestal geen twijfel bestaan, dat hij die ken nis ook zelf draagt. Vandaar dat hij ditmaal op de hoes staat af gebeeld met ontbloot bovenlijf tussen twee exotische schonen. In Frankrijk behoort hij tot de groep van zangers van het com merciële lied. Geen felle aan klachten tegen de maatschappij, geen protesten, niets van dat al les. Wel melodieuze liedjes gezan gen met een stem die af en toe afdaalt naar de donkerbruine re gisters. In zijn nieuwe album zijn twee chansons die extra opvallen door hun lichtvoetigheid. Six Jours a la campagne heeft iets breek baars, iets freles door de lage stem van Joe Dassin en het wat hoge hese stemmetje van een meisje, dat we helaas een zangeres zon der naam moeten noemen, om dat elke vermelding op de plaat ontbreekt. Een tekortkoming, vind ik, want ook in het liedje Anmie. de l'anmee demière, maakt haar vocale bijdrage het liedje tot een succes. Verder dient ver meld te worden dat Joe Dassin een alleszins redelijke vertolking - op de plaat heeft gezet van het grote succes van Gordon Light- foot l'Amour. Het overige mate riaal is wat minder van allure, maar blijft door de Juiste muzi kale begeleiding toch nog wel duidelijk boven de rode streep. Joe Dassin: stem die af en toe afdaalt de donkerbruine registers. omdat ze eikaars werk zo goed vinden en omdat ze zoveel num mers hadden klaarliggen. Waar om worden die dan niet opgeno men in groepsverband, vraag je je af. Hayward en Lodge heb ben toch wel vaker voor de hele groep geschreven. Hayward. de zanger'gitarist schreef bijvoor beeld de hits Nights in White Sa- tin, Question, Voices in the Sky, The Acton en Tuesday After noon. Lodge, de bas-gitaris/z; ger heeft het sterk Ride my saw. House of four doors en ..buitenbeentje" I'm just a sin ger in a rock and roll band op zijn naam. Hayward en Lodge hebben dus steeds belangriike bij dragen geleverd wat alles nog meer doet rieken naar een spoe dig stoppen van de formatie. Hay ward en Lodge hebben dan in ie der geval elkaar nog. Die heren hebben samen twee nummers schreven op de nieuwe LP, w: van Remember me my friend het eerste werkje was dat ooit werd opgenomen in de Treshold-stu dio. Remember me my friend (Moody-Blues-achtig sterk) wordt tevens de eerste single. Het andere resultaat van de san- werking is het slotnummer When you wake up, daarnaast hebben Hayward en Lodge ieder apart hun bijdragen geleverd. Hayward met vijf songs, Lodge met drie terwijl op de LP ook het Peter Knight Orchestra, bekend van het eerste MB-album Days of future passed, meewerkt. Waar de naam Blue (Moody Blues) Jays (Jon en Justin) vandaan komt is verder niet moeilijk te raden zoals ook de kwaliteit van LP niet lang een raadsel zal blij ven. Die is geweldig. Randy Edelman is in ons land tot dusver een onbekende groot heid. Slechts door zijn optreden onlangs in het TROS-program- ma „music-all-in" is een klein deel van die anonimiteit wegge nomen. In die bewuste uit zending werd iets ten gehore ge bracht van de filmmuziek van „Blue bird", de eerste Russisch- Amerikaanse co-produktie op dit gebied, waarvoor Randy teken de. Dezer dagen verscheen zijn eerste elpee in ons land en gaand op de hoge kwaliteit x die zwarte schitf mogen we o cluderen dat het niet lang meer zal duren voor dat ook de na Randy Edelman in Nederland een begrip is geworden. In Ame rika is dat al het geval dankzij het feit dat nij een veel ge vraagd man is als dirigent voor artiesten als Jim Nabors, Pet Clark en Jackie DeShannon. Ver der schreef hij een deel van het Dionne Warwick en Nancy Wil son. Daarnaast maakte Randy Edelman tot dusver ook veel film muziek bijvoorbeeld voor de Ha rold Robbins-produktie „Outside in". Wie de elpee van de 23-jarige in New Yersey geboren Randy beluistert constateert in klank enige verwantschap met die Neil Diamond. Een fraai stem geluid dat met name tot zijn recht komt in een romantisch nummer als "Wherte did we go wrong?" met veel viool werk een lekker koortje. Daartegenover staat dan weer het vlottere werk, waarvan een nummer als Every body wants to call you sweethart een duidelijk voorbeeld is. On nodig te vertellen dat alle songs op de langspeler, zowel tekst als muziek, van eigen hand zijn. Een zanger om in de gaten te houden. B.V.L.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 21