Dirk Meerburg (72) neemt afscheid van de visserij Schooltandarts in Alphen vult 20.000 gaatjes In een jaar tijds: WOENSDAG 16 APRIL 197 r Door Cees Com bee KATWIJK AAN ZEE/DEN HAAG - "Moet dat nu? Kom maar naar de receptie. Dan hoort u alles. Ik voel er eigenlijk niets voor om in de krant te komen". Dat was de eerste reactie van Katwijker D. (Dirk voor zijn vrienden) F. E. Meerburg (bijna 73) toen we hem in verband met zijn terugtreden uit het vis serij-organisatieleven, benaderden voor een gesprek. Hij had er kennelijk niet zo'n behoefte aan om in de schijnwerper van de publiciteit gezet te worden. Na enig aandringen zei Meerburg: „Als het dan beslist moet kom dan niet naar Katwijk, maar naar het kantoor van de Redersvereniging voor de Nederlandse Zeevisserij aan het Prins Mauritsplein in Den Haag". Dat heb ben we dan maar gedaan. Met Meerburg immers gaat een mar kante figuur de visserij verlaten. Hij is nog tot 18 april voorzit ter van de Redersvereniging voor de Nederlandse Zeevisserij, de Stichting van de Nederlandse Visserij en de Coöperatieve Producentenorganisatie van de Visserij U.A. het visserijbedrijf. Met grote liefde heeft hij dat altijd gediend. Niet al leen de eigen rederij en exporthan- del, maar de gehele visserij. Hij was een geboren organisatieman. Op ve lerlei manieren heeft hij zich in bin nen- en buitenland voor het be drijf verdienstelijk gemaakt. Ook voor de collega's in Katwijk en voor de Katwijkse gemeenschap in het algemeen heeft Meerburg steeds op de bres gestaan. Hij was voor de oorlog enige tijd raadslid en stelde als hoofd van de B.S. in 1945 de noodraad samen. Dat resul teerde uiteindelijk in zijn benoeming tot ereburger van Katwijk. Hij was de eerste die deze onderscheiding kreeg. Internationaal genoot hij als visserij expert grote bekendheid. Nadrukkelijk stelt hij"Die organi satieactiviteiten begonnen reeds een jaar of veertig geledenprecies weet ik het niet meer, want ik word al een dagje ouder en dan laat je ge heugen je wel eens in de steek toen ik secretaris van de Bond van Haringexporteurs werd en bestuurs lid van de Katwijkse redersvereni ging "Vuurbaak". In de loop der ja ren groeide het aantal functies. Van secretaris werd ik voorzitter van de Bond van Haringexporteurs en als opvolger van Dirk Taat eveneens voorzitter van "Vuurbaak". Dat hield tevens in, dat ik hoofdbestuurslid werd van de Redersvereniging voor de Nederlandse Zeevisserij en als op volger van Boes voorzitter. Kiewiet de Jonge volgde ik op als praeses van de Stichting van de Nederlandse Visserij. Toen de E.E.G. gestalte kreeg en de Coöperatieve Producen tenorganisatie van de Visserij U.A. in het leven werd geroepen werd ik eveneens voorzitter. Het zijn alle maal privaatrechtelijke dus vrije Op het afgesproken tijdstip ont vangt Meerburg ons hartelijk in da grote vergaderzaal van dit visserij- centrum. Gevestigd in één van de panden, die vroeger werden bewoond door rijke Haagse families. Aan de waad hang- een ievensgroot schilde rij van Blommers (1845—1914). Voorstellende van hun vrouwen en kinderen afscheid nemende vissers, die met de bommen "ter zoute" gin gen. Een Drachtig en kostbaar doek in een brede, goudkleurige en rilk bewerkte lijst. Meerburg kijkt er naar. Die tafereeltjes heeft hij in z;jn jeugd zelf meermalen meege maakt. "Een uniek schilderij", zegt hü en dan direct daarna. „Wat komt u eigenlijk doen. Er is niets bijzon ders aan de hand. Ik neem afscheid en draag mijn werk over aan ande ren. Zo gaat het nu eenmaal in het leven. Meer niet". Familie We proberen het gesprek te bren gen op de visserij. Dat lukt. Meer burg vertelt, dat hij uit een oud Kat- wijks redersgeslacht afkomstig is. Zijn over-grootvader was reder, zijn grootvader, zijn vader en hij zelf. In '1824 werd de grondslag ge legd voor wat later Meerburg's Noordzee- en Haringexport zou wor den. Op 22-jarige leeftijd deed de jonge Dirk zijn intrede in het be drijf van zijn vader nadat hij in dienst was geweest en in enkele be drijven ervaring had opgedaan. Een halve eeuw is hij dus werkzaam in verenigingen. Ik had ook zitting in het bestuur van het Produktschap voor Vis- en Visprodukten. Met veel genoegen heb ik dat werk altijd ge daan. Het is een stuk van mijn le ven geworden". Geen opvolger Meerburg wordt even stil als we het over zijn eigen bedrijf hebben, dat een Jaar of drie, vier geleden werd opgeheven. Het gaat hem be grijpelijk aan het hart. dat deze re derij en exporthandel, gesticht door ziln overgrootvader, er niet meer is. Het is altijd één van de belangrijkste visserijbedrijven in Katwijk ge weest met in de goede tijd zes tot ze ven schepen. Eindelijk komt het er wat moeilijk uit, waarom hij tot op heffing heeft besloten: "Er was geen opvolger. Dus had het weinig zin op mijn leeftijd door te gaan. Een gedeelte van het bedrijf is overgeno men door een andere Katwijkse re der" Het einde van zijn bedrijf beteken de niet het einde van Meerburgs ac tiviteiten voor en in de visserij. Op organisatorisch gebied bleef hij tot op de dag van vandaag werkzaam. Nu acht hij de tijd gekomen af scheid te nemen. Dat geschiedt op de dag. waarop de Redersvereniging, voor de Nederlandse Zeevisserij zes tig Jaar bestaat, en op een moment, waarin heel veel organisatorisch ta lent vereist is om het in ernstige moeilijkheden geraakte visserijbe drijf uit de impasse te halen. Geen eenvoudige zaak. Quotering en sane ring zijn problemen, die heel erg diep zullen ingrijpen. Daarom ook acht Meerburg het gewenst aan het be gin van deze moeilijke periode het roer in Jeugdiger handen te leggen. Fen verstandig besluit dachten we. Al begrijpen we heel goed, dat het Juist nu niet eenvoudig is de brug van het door hevige stormen heen en weer gebeukte "visserijschip" te verlaten. Het is echter niet de eerste crisis, die Meerburg in zijn lange loopbaan meemaakt. Zelf zegt hij d gar over De eerste crisis was in de eerste vereldoorlog toen het aantal haring schepen terugliep van 800 tot 250. In de dertiger Jaren werd het vis- serijbedrjf voor de tweede maal zwaar getroffen. Heel wat reders gin gen failliet. Ze konden het niet meer bolwerken. Financieel liep de zaak volkomen vast. Zelf heb ik toen nog voor f 2100,- een logger met vleet en al gekocht. In die tijd werd er ze- 1 er in tien jaar geen haringschip ge bouwd. Ik weet nog heel goed. dat de Katwijkse reder A. den Duik dè eerste was, dit in 1938 een nieuwe eenheid aan de vloot toevoegde. De tweede weieldoorlog zijn we vrij re delijk doorgekomen als moest de vis serij toen ook wel verliezen boeken. Aan schepen en bemanningsleden ln de na-oorlogse periode brak een ijd van bloei aan. Er werden heel wat schepen gebouwd. Treilers en kotters. Het motorvermogen werd steeds opgevoerd en de schepen werden ook alsmaar groter. Tot 1973 duurde die vooruitgang. Daarna is het snel bergafwaarts gegaan. Nu 7'tten we diep in de moeilijkheden. Dat is beslist geen geheim. Voor ve len vooral kottereigenaren is het niet eenvoudig het hoofd boven water te houden". Trots Toch meent Meerburg, dat de Ne derlandse visserij ook deze depressie weer te boven zal komen. Mede dankzij een hechte organisatie. Op een instelling als de Stichting van de Nederlandse Visserij, waarin alle visserij-organisaties zijn verenigd, mag de visserij met recht trots zijn. Men kan als één blok naar voren 1 reden als er in binnen- en buiten land rond de onderhandelingstafels moet worden plaatsgenomen. In Duitsland, Frankrijk en Engeland kent men allemaal aparte organisa ties voor de verschillende vormen van visserij, zoals fabrieksschepen trei lers en kotters. Die landen zijn erg Jaloers, dat Nederland als één een heid opereert. De resultaten daar van waren goed merkbaar toen eind 1973 de oliecrisis uitbrak. Er kon voldoende tegenspel worden geboden. Er is door dat gezamenlijk optreden ook een goede verhouding gegroeid met de minister en het departement van landbouw en visserij. Meerburg: "De situatie, waarin de visserij momenteel terecht is geko men, is verschrikkelijk. Toch geloof ik, dat de minister orde op zaken zal stellen. Daarmee is hij eigenlijk ul begonnen. Het belangrijkste is om de tijd, die nodig is de visserij weer cp peil te brengen, te overbruggen. Dat er slachtoffers zullen vallen, slaat vast Men heeft becijferd, dat 'ond twintig procent van de vloot moet afvloeien. Het moeilijkste punt is echter wie er uit moet. Dat be hoort tot de competentie van het O. en S.-fonds. Gedacht wordt dat men vijf jaar nodig heeft om de visstand in de Noordzee weer op sterkte te brengen. Als die periode voorbij is, zal men echter niet ongelimiteerd kunnen vissen. Quotering zal ook can nodig blijven". Uit de woorden van beerburg blijkt duidelijk, dat de kleine zee visserij de kotters het zwaarst vordt getroffen door de siutatie, waarin deze bedrijfstak verkeert. RJ.1 de haringvisserij kent men de quotering reeds. De Katwijkse in ternationale visserij-export hoopt nu maar, dat deze haringquotering internationaal gaat doorwerken. Er sijn wel aanwijzingen voor. Sinds Engeland een verbod uitvaardigde lot vissen binnen de twaalf mijlszo ne, niet alleen voor buitenlandse rehepen, maar ook voor de eigen vloot, is ?r al een verbetering van de aringstand geconstateerd. Meerburg: "Drie jaar geleden wa ren we erg boos over deze maatregel. Nu wordt zij als juist ervaren. De Nederlandse visserij mensen gelovèn echter, dat er geen verbetering zal l-omen zolang nog een 100.000 ton kleine haring door de Denen en No ren wordt gevangen ten behoeve "an de vismeelfabrieken. Die vangst is gelukkig al belangrijk minder. Het probleem is, dat er een enorme in dustrie aan vast zit. Die kan men rok niet zo maar wegcijferen. De Nederlandse haringvloot is al dras tisch verminderd. Tot de vijftiger Ja ren waren er dik tweehonderd ha- nngschepen en nu nog maar zeven tig Eigenlijk heeft de haringvisse rij de derde crisis, waar nu de kot- tervloot door wordt getroffen, al Doorgemaakt. De thans geldende quetering 27.000 ton Noordzeeha- ing, 12.000 ton Hebridenharing en t'OOC ton Ierse Zee-haring wordt door de Nederlanders als zeer dras tisch ervaren. Het is te weinig. Men zou graag zeventig- tot tachtigdui- gend ton vongen. Nu is men genood zaakt bij te kopen om aan de vraag te kunnen voldoen. De haringvisse rij heeft al drie jaar moeten worste len om brood te verdienen. Het voor- aeel in deze tak van visserij is ech ter, dat de meeste rederijen er een verwerkende industrie of een ha- linghaniel bij hebben. Dat geeft meer stabiliteit". Onbegrijpelijk De Katwijkse visserij-expert D. F. E. Meerburg (72) neemt vrijdag afsheid van het visserij-organisatieleven. HIJ vervulde daarin vele tientallen jaren een leidinggevende rol. maakt en nu zijn ze dat aan het doen in dc Noordzee. Het is onbe grijpelijk, dat voor de Noorse vissers Jie basisjaren bij de quetering ook meetelle r Daar moet beslist iets te- een worden gedaan'. De Nederlandse visserij wereld maakt zic.i op om vrijdag 18 april, 3 middags van half vier tot vijf uur. pood old D. F. R. Meerburg dank te krengen voor alles wat hij voor deze bedrijfstak heeft gedaan en afscheid van hem te nemen Dat zal geschie den in het Scheveningse „Seinpost" aan de Zeekant. Tijdens deze recep- .ie hoopt men tevens aandacht te tchenken aan het zestigjarig be staan van de Redersvereniging voor de Neder'andse Zeevisserij. Uit de vaak (bittere) woorden van Meerburg blijkt, dat de Nederland se haringvisserij de stellige mening is toegedaan, dat de Noren en de Denen ve?l te veel haring uit de Noordzee halen. Eén van de oorza ken van ae vermindering van de ha ringvloot wordt genoemd de invoe- ting door de Noren van de purseine- visserij. Dat geschiedde in dc vijfti ger Jaren. Daarvóór hadden de Nu- »en nooit in de Noordzee, maar uit fluitend in de fjorden gevist. Zegt Meerburg: "Eerst hebben ze in die fjorden do haringvisserij kapot ge- Concentratie van polders niet gewenst VOORHOUT 'We kunnen zeg gen dat negentig procent van de pol- aerbesturen en negentig procent van alle ingelanden tégen een poldercon centratie zijn, maar we kunnen hoog of laag springen: "ze" gaan van ho gerhand tóch door met die plannen, rus zullen wij er ons bij neer moe ten leggen". Dit zei voorzitter A. Jansze gis teravond op de vergadering van de Eoekhorit,polder (grootste van Voor- 1 out) De aanwezigen hoorden gela- »en aan dat de ingelanden veel van nun rechtskracht en zelfstandigheid prijs zuilen moeten geven en voor- el moete zij erop rekenen, dat de polderlasten verschrikkelijk hoog gaar worden. "Wij worden onmondig erkiaard zei Jansze Eén vin de reacties was: "Zoudpn we er geen goed aan doen onze doI- fergelden eerst op te maken?" De Poekhorstpolder heeft een reserve van ongeveer tienduizend gul den. Sommigen vonden het wei goed. dat het aertig jaar oude gemaal niet vernieuwd hoeft te worden, want een nieuw gemaal zal zeker een ton gaan kosten en dat zal dan straks voor rekening van "hogerhand" ko- ALPHEN AAN DEN RIJN „Vaak blijken melkgebitten van eersteklassertjes al onherstel baar verwoest. Theoretisch gesproken zou je die systematisch moeten verwijderen. Het vroegtij dig moeten verwijderen van die melkkiezen brengt echter verschuivingen met zich, waar door er geen plaats meer is voor de nieuwe, blijvende kiezen", zegt dirigerend (leidend) tandarts P. B. Sips van de stichting Schooltandverzorging Alphen aan den Rijn. Eén en ander betekent dat Je het werkterrein eigenlijk zou moeten Schooltandarts Sips "...hoepoet* ik..." uitbreiden tot de kleuterscholen. Door een gebrek aan mankracht was en is dat tot nu toe nog niet moge lijk. Vandaar dat zo'n vijf jaar ge leden werd begonnen om op kleuter scholen in ieder geval preventief te werk te gaan. Dat betekent con creet dait alle 110 kleuterscholen in het gebied (van Leiderdorp tot Woerden) één keer per Jaar wor den bezocht door één van de twee voorlichtsters van de schooltandver- zorgingsdienst. Een bezoek niet al leen voor de kleuters, maar ook voor de ouders, die een dag mee naar school komen, omdat hun me dewerking in de strijd tegen het tandbederf onontbeerlijk is. De tandenborstel is bij deze "les jes" een noodzakelijk attribuut. Te vaak nog poetsen kleuters met een te grote of een te zachte borstel. En Door Christa van Hees Foto's Wim Dijkman voor sommige kleuters is het nodig, dat de voorlichtster duidelijk maakt, dat de tandenborstel er niet is om je haar mee te kammen. Eén van de grote trekpleisters van deze bijeenkomsten op de kleuter school is altijd weer de enorme kaak samen met de reuzentandenborstel. Eén keertje vergeten is er wat de kleuters betreft niet bij. Dan gaat er zonder mankeren altijd wel een vin gertje omhoog met de vraag "waar dat grote ding nou is". Met behulp van deze reuzenkaak leren de kleuters onderscheid te maken tussen kiezen en tanden, en hun respectievelijke functies. En tensoltte het belangrijkste: hoe poets ik mijn tanden? "Want", zegt schooltandarts Bips, "in de loop der Jaren is toch wel onomstotelijk vast komen te staan dat mondhygiëne ongelooflijk veel doet aan het voor komen van tandbederf. En over het algemeen is "poetsen" op deze leef tijd meer schrobben, dan echt inten sief poetsen. Het gaat vooral om de manier waarop, en de tijdstippen.." Sips over het welhaast onvermij delijke snoepen in het algemeen: "Je kunt beter een rol zuurtjes in een half uur opeten, dan elk uur één". Hoe moeizaam de strijd tegen het tandbederf is, blijkt uit het feit dat het suikervefbruik per hoofd in Ne derland het afgelopen jaar opnieuw gestegen is, en wel tot 43% kilo per Jaar. Dit cijfer behelst dan het to taal aan suiker, dat in diverse con sumptieartikelen (vergeet vooral de kleurige limonades niet) ls ver werkt. Dentalcar De Alphense schooltandverzor- gingsdienst behorende tot één van de ongeveer 110 diensten in den lande (Boskoop is één van de wei nige witte vlekken op de kaart van Nederland), kwam in 1960 van de grond. Het startmateriaal: een den talcar, de "rijdende behandelkamer", bemand door één arts plus assisten te. In 1972 was het aantal dental- cars uitgebreid tot vijf, en momen teel heeft de schooltandverzorgings- dienst 8 artsen (van wie een deel part-timers), 5 assistentes en twee man administratief personeel. In tegenstelling tot de dienst in Leiden, heeft de Alphense school- tandverzorgingsdienst alleen maar de beschikking over dentalcars (Lei den kent alleen de behandeling van scholieren in gezondheidscentra of die van de GG en GD). "Het voordeel van die dentalcars is dat ze naar het kind toegaan", vindt het hoofd van de Alphense schooltandartsdienst Sips. "Het is voor het hele leergebeuren minder storend. Bovendien, wanneer kinderen groepsgewijs naar het cen trum moeten komen, hebben ze be- geleiding nodig". Anderzijds hebben instrumenten in de dentalcars nogal wat te lijden, en je kunt Je er geen kostbare röntgenapparatuur in kwijt. De deelneming (alleen voor leer lingen van de lagere school) ge-1 schiedt overigens op vrijwillige ba sis. Het deelnemingspercentage in 't Alphense verzorgingsgebied, dat 17 gemeenten omvat, ligt op 58 pet. In totaal behandelt het Alphense school tandartsenteam per jaar ongeveer 12.000 scholieren op een totale be volking in deze regio van 167.000 zie len. Het afgelopen jaar werden er 16.647 vullingen in het blijvende ge bit van de lagere schooljeugd aan gebracht. Voor de melkgebitjes wa ren het ruim 3000 gaatjes, die moes ten worden geboord. Vullingen Het gemiddeld aantal vullingen per kind bedroeg vorig Jaar 2.1 vul ling. Daarnaast werden er ook inci denteel kiezen en tanden getrokken ein er werden kinderen doorverwe zen naar hun eigen tandarts. Naast dit "gat vullen als de bac terie zijn werk al gedaan heeft", wordt de preventieve zorg voor het gebit intensiever dan ooit bedreven, ïen wijze die op de lange duur toch wel effect zal sorteren, gelooft school tandarts Sips. "Je ziet de alternatie ve tractaties op scholen hand over hand toenemen", constateert hij. Alphen doet niet alleen aan voor zorg, maar houdt zich ook actief be zig met nazorg. Weliswaar moet ie der kind na de lagere school een ei gen tandarts zoeken, maar geduren de drie Jaar krijgt iedere ex-deelne mer van de schooltandverzorgings- dienst twee keer per jaar een "aan maning" thuis. Wanneer het kind aan deze oproep gehoor geeft, stuurt de eigen tandarts de helft van deze kaart terug naar de schooltandver- zorgingsdienst. Is -iet antwoord in de vorm van deze halve-kaart na drie maanden rog niet binnen, dan gaat van uit de schooltandverzorgingsdienst een (weede oproep uit. Voor wie alle ke ren trouw gehoor heeft gegeven aan deze oproep is er na afloop van de nazorgperiode 'n oorkonde (het afge lopen Jaar waren dat er precies 400). Financieel gezien heeft de Stichting Les in tanden poetsen op Al pheuse scholen. Hier kinderen van kleuterschool *t Riddertje. Schooltandverzorging drie pijlers: 'tet ziekenfonds, de bijdrage van par ticulieren en de 17 gemeenten, die bet resterende tekort voor hun re kening nemen. De sluitpost wordt vedeeld door het totaal aantal inwo ners van het gebied (vorig jaar bij na 165.000). De uitkomst daarvan wordt voor elke gemeente vermemg- "Uldigd met het aantal inwoners. Image "Ik w.»et dat de schooltandverzor ging in zijn totaliteit niet zo'n goed image h"eft. Wij begrijpen daar he i-maal niets van. Ik kan alleen met de hand op mijn hart verklaren dat ze goed is. e»n dat we er alle tUd aan besteden', aldus tandarts P.B. Sips.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 4