Toch Hinderwetvergunning verleend aan Vos en Co bv „Op de achtste dag: faraograf" Hypotheken Actievoerders gaan in beroep Leidse archeoloog drs. H.D. Schneider: Drs. Ingrid Moerman LEIDSE SPAARBANK ZATERDAG 5 APRIL 1975 Door Joop Maat ZOETERWOUDE Eind vorige maand heeft Handelmaatschappij Vos en Co. B.V. gevestigd aan de Industrieweg in het Zoeterwoudse industriegebied "De Grote Polder", een hinderwetvergunning gekre gen. Daarmee is een voorlopig einde gekomen aan de discussie over het bedrijf. Een discussie, die al ge voerd wordt sinds mei 1973, toen Vos en Co. een vestigingsvergunning aan vroeg, en de vorm van een vrij for se actie aannam nadat het bedrijf in november van dat jaar een Hin de .wet-vergunning aanvroeg. Er is nogal wat te doen geweest over het bedrijf. Vos en Co. handelt namelijk in chemische producten, zoals oplosmiddelen, grondstoffen voor ondermeer cosmetica, en kleur stoffen voor textiel, leer en papier. In het bedrijf worden geen chemi sche producten gefabriceerd. De Zoe terwoudse actiegroep „Stop Gifge- vaar" bracht de vestiging op die plaats zelfs ernstige gevaren voor de directe omgeving met zich mee. Fosgeen Via een in Zoeterwoude-Rijndljk verspreid stencil werd er de nadruk op gelegd, dat verschillende in het bedrijf aanwezige stoffen- "door blootstelling aan lucht of zonlicht, resp. aan hoge temperaturen (denk eens aan brandgevaar!) het zeer ge vaarlijke gifgas fosgeen kunnen la ten ontstaan". e actiegroep verspreidde een groot aa ntal voorgedrukte bezwaarschrif ten. die door de omwonenden onder tekend konden worden. De actie werd een succes: er werden 385 be zwaarschriften ingediend. Bovendien werd door een aantal mensen tijdens een vorig jaar maart gehouden hoor zitting de bezwaren tegen het be drijf nog eens onderstreept. Er werd m.b.t. de aanvraag ^an de Hinderwet-vergunning ook nog een brief aan B. en W. van Zoeterwoude geschreven door de volgende perso nen: prof. dr. H. L. BooiJ, dr. W. T. Raudenbusch, drs. E. Marani, F. R. de Winter en A. J. Baars, geen van allen leken op het gebied van de chemie, integendeel. O nverant wo ordelij k In hun brief, van 11 Juni vorig jaar, ontraden zij B. en W. met de mees te klem een vergunning krachtens de Hinderwet te verlenen. Volgens de briefschrijvers levert de firma Vos en Co. een groot aantal brandbare en giftige stoffen. "Het lijkt ons dan ook in hoge mate onverantwoorde lijk". aldus de brief, "een dergelijk bedrijf toestemming tot vestiging en tot bedrijfsuitoefening te geven in de onmiddellijke omgeving van een kleuterschool en van de woonwijk Ho*e Rijndijk. Dit klemt te meer omdat bij de ze firma een combinatie van uiterst brandbare en giftige stoffen aanwe zig is. Een simpele brand kan de De opslagloods voor chemicaliën bij Vos Co. meest afschuwelijke gevolgen heb ben". De heren Marani en Baars twee van de briefschrijvers zijn dan ook niet erg te spreken over het feit, dat B. en W. van Zoeterwoude aan Vos en Co, een Hinderwetvergunning hebben verleend. De heer Marani houdt vol: "Als er echt iets fout gaat bij Vos en Co., dan zie ik toch wel grote ongelukken gebeuren". "En de mogelijkheid dat er iets fout gaat zit erin", zegt Baars, "dat risico kun Je niet voorkomen door een aantal voorwaarden aan de Hinderwetver gunning te verbinden". Beiden leggen er de nadruk op, dat het bedrijf op ongeveer 200 me ter afstand staat van een kleuter school en een nog te bouwen lagere school. Ook op grond daarvan vin den zij, dat aan Vos en Co. geen ver gunning verleend had mogen wor den. "Aan de vestiging van het bedrijf zit een risico-aspect en een veilig heids-aspect", aldus Marani. 'Ik ge loof dat er wat betreft de veiligheids maatregelen niet veel méér gedaan kan worden dan nu het geval ls. Maar ik betwijfel of het risico wer kelijk wordt verkleind door de vei ligheidsmaatregelen, die het bedrijf moet nemen. Dat hangt namelijk af van de controle, van de oplettend heid van de mensen die er werken, enz. Overal waar mensen werken worden fouten gemaakt. En daarom geloof ik niet dat de risico's volledig zijn uitgesloten". Marani en Baars zijn dan ook vast van plan om tegen het verlenen van de Hinderwetvergunning in beroep te gaan. "In de beslissing van B. en W. van Zoeterwoude wordt onvol doende ingegaan op de door ons aan gevoerde argumenten", zegt Marani. "Als ze vinden dat het bedrijf geen gevaar oplevert, willen we ook wel weten waarom". Directeur H. A. van Vlimmeren van Vos en Co kan zich de bezorgd heid over zijn bedrijf bij de omwo nenden goed voorstellen. "Ik heb zelf ook zorg voor het milieu", zegt hij. "Al twintig jaar ben ik actief in de Vereniging Milieudefensie, en ik ben één van de voorvechters voor 't open houden van de Oosterschelde". Volgens Van Vlimmeren is het mede een gevolg van zijn belang stelling voor het milieu, dat zyn be drijf erin geslaagd is een aantal ge vaarlijke stoffen door andere te ver vangen, die "vriendelijker" zijn voor het milieu. Van Vlimmeren vindt dat de actie tegen zijn bedrijf niet erg sportief is gevoerd. Volgens hem is het aantal men sen dat hun handtekening gezet heeft zo groot geweest, omdat de ac tievoerders zeilden dait er by Vos en Co. een hoop fosgeen vrij zou ko men. "Dan is het nogal logisch, dat je veel handtekeningen krijgt" aldus van Vlimmeren, "want fosgeen, is een erg vuil produkt". Maar volgens hem is het vrijwel ondenkbaar, dat er - ook bij een brand op het be drijf - fosgeen zal onststaan. Daar voor zou het namelijk nodig zijn dat bij een brand met ontzettend hoge temperaturen de (in het be drijf aanwezige) gechloreerde oplos middelen echter een vuurdovende werking, waardoor het vuur zal worden geblust voordat gevaarlijke concentraties fosgeen kunnen ont staan. Hij wijst erop, dat het kantoor van het bedrijf, waar 23 mensen werken, op zeer korte afstand van de op slagloods en de onder de grond ge legen tanks met chemicaliën dtaat. 'Ik zou toch wel gek zijn om er zo vlak bij te gaan zitten, als er bijvoorbeeld fosgeen zou kunnen vrij komen. Mijn personeel en ik gaan toch niet op een vulkaan zitten?" De heer Van Vlimmeren is de laat ste om te beweren, dat er in zijn bedrijf geen gevaarlijke stoffen zou den zijn opgeslagen. Hij zegt: "Elk chemisch produkt, van keukenzout tot fosgeen, is gevaarlijk. Maar de ge vaarlijkste stoffen die wij hier heb ben, zijn verf conserveringsmiddelen zoalls bijv. penltachloorfenolDait poe der is giftig en dius ecihiad'eliyk voor een mens die het inslikt, of het op een andere manier in een hoge con centratie binnenkrijgt. Maar wil het gevaar opleveren voor de woonwijk Hoge Ryndlyk, dan zouden we het by tonnen tegelijk over de wijk moeten uitstorten". In de Hinderwetvergunning is vast gelegd, dat de maximale hoeveelheid penbadhloorfenol dlie Vos en CVo. in huis mag hebben, niet meer mag bedragen dan 1 ton. "Het spul is ook om een andere reden gevaarlijk. Als het in vuur terecht komt, ontstaan er schadelijke dampen", zegt de heer Van Vlimme ren. "Om die reden is het opgesla gen in een brandwerende box". Volgens hem hebben de actie voer ders ook gewezen op het vrijkomen van gevaarlijke dampen tijdens het overtappen van chemicaliën uit de ondergrondse tanks in vaten. De heer Van Vlimmeren geeft toe dat er een theoretische kans bestaat dat er daar bij dampen vrijkomen. Maar volgens hem alleen in zeer geringe concen traties. Hij acht de kans ook klein, dat er veel chemicaliën tijdens het o- verbappen vermorst worden. "We wer ken met vrij dure produkten", aldus Van Vlimmeren, "het is voor ons dus gewoon een economisch belang dart; er mielt gemorst wordt melt de stoffen". LEIDEN „Wij waren nauwelijks een week bezig met gra ven en toen vonden wij al het graf van generaal Horemheb. Wij konden onze ogen niet geloven, toen wij op een blootgelegd reliëf lazen: Horemheb. Dat betekent: Horus is in feeststem ming. Ik kan u verzekeren, dat wij ook in feeststemming wa ren!" Dit verbeflit drs. H. D. Schneider, samen mieit Britse arcbeoQiogem op verbonden aan het rijksmuseum voor zoefk was naar het 3300 Jaar oude graf Oudheden in Leiden. Hy is enkele van Maya, minister van Financiën dagen geleden teruggekeerd van de en rijksbouwmeester onder Toetanch- plaats Saqqara in Egypte, waar hy emon. Het graf van Maya heeft deze Brits - N ederlandse expeditie nog niet gevonden. Volgend jaar zullen de archeologen daartoe een nieuwe po ging wagen. Maar zü waren er niet rouwig om dat dit graf niet werd ontdekt, toen bleek dat daarvoor in die plaats werd gevonden heit lang gezochte graf van generaal Horem- hieb. „Homeimlhieto, de ware kondngsclhrjj- ver, zrijn beminde, de grote generaal1", konlden wij diuideiyk lezen op het ge vonden reliëf. Maar nóg kanden wy LEIDEN De tuinvereniging "Floralia" heeft afscheid genomen van drie bestuursleden, die meer dan dertig jaar hun beste krachten aan de vereniging hebben gegeven. De heer J. H. Smit werd bij zijn afscheid benoemd tot erevoorzitter en de heren J. Massaar en H. Wagemans wer den door de voorzitter de heer A. Wetselaar benoemd tot leden van verdienste. Tot nieuwe be stuursleden werden gekozen de heren J. Mieremet en W. F. Kapaan. De vereniging die ongeveer 120 leden telt mag zich verheugen in een steeds groeiende belangstelling. Tijdens de huldigings bijeenkomst die werd gehouden in het clubgebouw van de speeltuinvereniging "Zuiderkwartier" sprak de heer W. F. Kapaan over het het "Heem park" en de bijen. Op de foto: de aftredende bestuursleden met hun echtgenotes, die in de bloemetjes werden gezet. onze ogen niet geloven en wy be slaten de ontdekking nog niet aan de grote klok te hangen en een twee de bewysstuk af te 'wachten vóór wy deze ongieffcwyfeld grote archeolo gische ontdekking wereldkundig zou den maken. Dat tweede bewysstuk kwam een week later", vertelde drs. Schneider, „wy vonden toen de mid delste van drie kapeflilen, dlie helt graf aan de westzijde begrensden. De wan den van deze kapel zyn bekleed met zandstenen platen, waarop een tafe reel in reliëf is uitgehouwen. Wy za gen Horemheb in vrf ornaat, zittend voor een tafel die is beladen met spy- zen en dranken. Voorts staan erop uitgebeeld een priester, die wierook brandt en de mondopeningsspreuk spreekt, zoals dat gebruikelijk is in Egyptische graven,. Die mondope ningsspreuk doet denken aan de af beeldingen in stripverhalen, waarin hetgeen iemand zegt, in drukletters uit zyn mond komt. Toen we hadden vertaald wat deze priester geacht werd te zeggen, bleek overduddelyk, dat we inderdaad het graf van generaal Horemheb hadden gevonden. Toen pas hebben we de in stanties op de hoogte gesteld van dieze uit archeologisch opzicht groot ste vondst". Het giraf, dat Horemheb by zyn leven liet maken en dat hy ook voor zichzelf had bestemd, is echter noodt gebruikt geweest. Hy was generaal tijdens het bewind van Toetanch- amon. die op zeer Jeugdige leeftyd stierf. Zelfs had Horemheb nog ge diend onder de voorganger van Toet- ainchamon, de farao Echnaton. Toen Toetanchaimon stierf en geen nakomelingen had, heeft Horemheb met suooes een greep naar de macht gedaan. Hy was getrouwd met prin ses Moetnodjemet, een zuster van Nefentiti, de gemalin van Toetanoh- amdn. Horemheb vond dat hy door zijn vendfienöten voor het rijk der fa rao's en zyn huweiyk voldoende in aanzien stond om de opvolger van zwager Toetamchamon te worden. Hy heeft zyn doel in 1335 voor Christus bereikt, werd farao en ver kreeg daarmee het recht op een graf in de kaningsvaHei van Thebe. Zyn reeds bestaande generaalsgraf, dat thans is ontdekt, is dus nimmer in gebruik geweest en in verval geko men. Horemheb is anderdaad bijgezet in Thebe. Reeds oerdier werd dit graf gevonden. Het was geschonden en van de grObe genteraal ls Slechts wei nig teruggevonden. Belt nu gevonden generaaüsgiiaf was ai in de 19de eeuw gevonden en ge deelten van de inventaris werden verkocht. Zo kwam een groot gedeelte van de vondsten in Leskien terecht. Koning Willem I had een collectie papyrus-rollen, beelden en reliëfs gekocht, die de basis voor de Egyp tische afdeling van het Oudheden in Ledden zouden Korft na die vondst in de vorige eeuw zijai de oudheidkundigen echter het spoor bijster geraakt. In de litera tuur werd nergens vermeld waar de plaats van het graf precier lag. De herontdekking kan men dan ook een ware toevalstreffer door Paul Wolfswinkel Feministen, Jaar-van-de-vrouw- fans en aanverwanten hebben even moeten wachten. Vandaag, kunnen ze hun hart ophalen, als ze dat willen. In deze serie komt de eerste vrouw aan het woord. Ingrid Moerman (32) is conser vator van de historische afdeling van het stedelijk museum "De Lakenhal". Ze heeft een werkka mer, waar uitnodigend "geen toe gang" opstaat, maar het kan uifot anders. Wanneer Je de deur uitloopt sta je meteen in een ex positieruimte, waar keihard wordt gewerkt om op tijd de histo rische afdeling klaar te hebben voor het publiek. "Dat moest wel want we hebben een aantal dingen uitgeleend aan het Rijksmuseum in Amsterdam. Daar is nu de tentoonstelling over 400 jaar uni versiteit. En dan zit je hier met van die witte plekken, hè?" Ze is Rotterdamse, deed elke op leiding in zes jaar. Daltonschool, de Margriet, Gymnasium Eras- mianum en de universiteit. In 1961 kwam ze naar Leiden om er geschiedenis te gaan studeren. La ter kwamen daar als bijvakken middeleeuwse archeologie en kunstgeschiedenis bij. In 1964 deed ze kandidaats en in '67 studeerde ze af. Plannen om te promoveren waren en zijn er nog, maar het hoeft eigenlijk he lemaal niet. "Cohen zei toen te gen me dat ik het best kon. Het onderwerp had ik al geclaimd. Het kasteel Egmond. Achteraf, was het niet zo geschikt voor een promotie; wel voor een of ander artikel. Nou, en verder heb ik in Frank rijk gezeten voor mijn studie (haar uitspraak van die taal is on-Nederlands mooi PW). Dat was tijdens de revolte daar. Waar zij voor streden, dat hadden wij allang. Het was heus wel nodig hoor. Maar het hele leven was to taal verlamd. De telefoon deed het niet, er was geen licht en zo. Mijn ouders hebben me moeten halen, omdat de treinen natuur lijk ook stilstonden. Zelfs de kas van de universiteit was dicht; iflc kon niet eens geld halen. Weet je, de brief van De Lakenhal, waar in stond dat ik er zou kunnen werken, heb ik nooit gezien. Je wist op een gegeven moment niet hoe de toestand zou worden. De Spaanse Burgeroorlog is per slot ook zo begonnen". Het grootste deel van het ge sprek heeft plaats in de immense werkkamer tussen half tien 's och tends en vijf uur 's middags. Daartussendoor een loop door het museum en een onthutsend bezoek aan de depotruimte. Wat eigenlijk mooi opgepoetst achter glas zou moeten staan, ligt opeen gestapeld, als in een pakhuis, dik onder het stof en veilig achter glas te liggen. Kasten vol met te geltjes, kleding, kinderspeelgoed, Vraag aan Ingrid Moerman "Komen er nu vaak de deur met dingen, de waarde willen weten of de leeütyid"? Zy: "Oh, Ja natuuriyk Regelmatig. Maar we kunnen en willen niets zeggen over de Waarde. Daar zijn we niet voou. Dat is ook niet de bedoeling. Ja, die mensen kómen op de gekste tijden binnen. Dan ben je ergens anders mee bezig en dan staan ze voor Je neus. Niet erg, hoor. maar op dat moment denk Je wel eens: we zijn met te weinig mensen bezig. "Mijn directeurtje", zoals de kolonel b.d. Wessels altijd zegt, zit in de BOO-vergaderin gen. Die man is min of meer aan zijn dagtaak onttrokken. En dat komt dan weer op ons neer. We doen alles zelf, ook bijvoorbeeld 't tikken van de brieven. Maar dat vind ik eigenlijk fijner dan zo'n cultuürfabriek, zoals het Rijks museum. En 's avonds zijn er vaak dingen, die zijdelings be trekking hebben op mijn dagelijks werk. Af en toe een lezing, maar dat hoeft niet zo nodig. Waar ik lid van ben? Oei, dat wordt na denken. Ik ben toeistuunsillid van de Nederlandse museumvereni ging, van de archeologische werk gemeenschap Nederland, van de historische vereniging Holland en van Oud-Leiden. Dan ben ik lid van de koninklijke Nederlandse oudheidkundige bond, van de bond Heemschut en van de WD. Ik heb abonnementen op Jullie krant en op het Troskompas en enkele vaktijdschriften. Ik ben niet zo lezerig. Als ik iets wil le zen dan doe ik het, maar ik heb er vaak erg weinig tijd voor, om dat ik vaak op pad ben. En als ik dan eens thuis ben, vind ik het heerlijk om wat aan mijn liefhebberijen te doen. Ka stelen is een hobby van me. Daar kan ik uren mee bezig zijn. Ik heb daar ook een boek over ge schreven voor de schooljeugd. Ik zag het laatst nog liggen bij V. en D. Ik heb weinig tijd om alleen te zijn. Vreselijk veel vrienden en kennissen". Na de lunch, om twee uur, twee vragen: wat is gloeiend vervelend voor Je en wat juist ontzettend fijn. "Ik heb een pesthekel aan men sen die zeuren. Aan ellenlange vergaderingen. Je kent dat zeker wel: vier agendapunten en van 8 tot 12 op een stoel zitten. Ik ben geen oppotter, ik zeg het meteen. Dan ben je het tenminste kwijt. Misschien ben ik wel een haai baai. Nou en? Ik houd van organiseren, dat vind ik erg leuk. Het fynste op dat terrein is de tentoonstelling geweest die we rond drie oktober hadden. 17000 mensen zijn er ge weest. Dat is heerlijk geweest. Ja, dat zal ik niet meer vergeten". We lopen wat rond in de rom mel van de interne verbouwing. Er komt in drie schilderijenzalen airconditioning en dat moet voor de zomer klaar zijn.. Ook het pand naast het mu seum, waar vroeger de huismees ter woonde, wordt opgeknapt. Het kantoorgedeelte komt daar. Drie uur: thee en de laatste hand aan de historische afde ling. Dat betekent kaartjes tikken en naast de voorwerpen leggen. Het duurt een klein uur. Dat komt mooi uit want ikzelf moet wat mensen bellen. Tegen vijf uur, als we terugge keerd zijn van de depottocht, lo pen er wat ruitgebroekte Ameri kanen rond. Het soort mensen, denk ik a'ltyd, die hun kauwgum op de schilderijen van Rembrandt durven plakken. Gelukkig hebben ze meer interesse voor de niet aanwezige "restroom". Maar met tien man maken ze meer lawaai dan een schoolklas. ingrid Moerman: "Weet Je wat me ook eng bezighoudt? Duivels Demonen. Voorstellingen van de dood. Ja gek hè? Ouderwetse kin derspelen net zo goed. Dat zijn on derwerpen voor een tentoonstel ling. Ik kan niet tegen niksdoen. Misschien dat ik daarom zo vroeg klaar was met mijn studie. Ondanks het feit dat ik erg veel roeide en tenniste toen ik studeer de". 's Avonds om negen uur in de auto op weg naar de opening van de tentoonstelling 400 jaar Leidse universiteit. In het museum is het tjokvol. Wethouder Waal sjouwt er rond, wat hoge heren van de RUL, en zelfs oud-burgemeester Van Hall van Amsterdam. Een oude man. Een fraaie tentoonstelling, dat zeker, maar het is toch beter om er eens heen te gaan als het wat minder druk is. Als een hondje loop fk maar achter Ingrid Moer man aan, want het zijn veel on- bekende gezichten. Niet voor haar. Dat museumwereldje is klein, zeg. Tegen elf uur, via de kapotge slagen Nieuwmarktbuurt, die we allebei wilden zien en via een oude kroeg in het centrum naar Lei den. Om één uur onder de wol. De kosban van de opgravingen waaraan zeven amcheodogen drie Nedlertiainders en valer Bngeflsen dieediniaimiem, wendein door bedde Han den gedragen. De onderzoekingen ge beurden ondier auspiciën van de Egypitüsohe autoriteiten. De heer Schneider was zeer goed te spreken over de contacten met de Egyptische oudheidkundigen. De Egyptische oud heidkundige dienst zorgde er voor, dait er voldoende arbeiders beschik baar waren om te graven in de woes tijn by Saqqaradeiftig kilometer ten zuiden van Caiïro. Afgezien van de belangwekkende vondst van de reliëfs die in het graf moeten blijven zyn er weinig voorwerpen gevonden. De heer Schneider kon dus niet met kisten vol objecten naar Leiden terugkeren, maar, zegt hy, wy zullen nog jaren werk hebben om de gevonden gege vens uit te werken en op wetenschap pelijke wijze te boek te stellen. Maak het u gemakkelijk: voor alle geldzaken naar één adres, ook voor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 3