'Ball of the band' Phils eigen carriere Knap arrangement Singers Unlimited Contrast-werk in dood spoor van Zijp Pim Jacobs: Beste van het beste van Sergio Mendes(?) Harmonieus koppel Legrand speelt Gershwin Rankin heeft klasse DONDERDAG 27 MAART 1975 There's nothing too good for my baby There's nothing too good for my baby Phil Everly Pye Records. De naam „Everly" is een nau welijks weg te denken naam uit de Amerikaanse muziekwereld. Want wie kent er niet de broer tjes Don en Phil die aan het eind van vijftiger en het begin van de zestiger jaren de ene hit na de andere de recordlijsten opjoegen. Wie kent er niet hun successen als Wake up little Susie. Bird dog. Till I kissed you. Take a message tot Mary en niet te ver geten Bye-bye love. Samen met mensen als Bill Hayley, Elvis Presley, Cliff Richard en Fats Domino maakten zij de dienst uit in het hitwereldje van die dagen. Toen ik voor de verschijning van een nieuwe solo-elpee van Phil Everly nog even een oude opna me uit de discotheek haalde, be merkte ik tot mijn verrassing dat de Everly's dit jaar al him 30-ja- rige jubileum in de showbusiness kunnen vieren. Het was name lijk in 1945 dat ze voor het eerst de ether in gingen in een pro gramma dat door hun ouders Ike and Margaret werd gepresenteerd. Phil Everly was op dat ogenblik zes Jaar. Samen met zijn twee Jaar oudere broer Phil behaal den ze elk succes dat maar te be halen was, maar bij het begin van de Jaren zeventig begon hun ster wat te dalen. Ze probeerden het nog eens bij een andere pla tenmaatschappij en zongen elpees vol met typische country- and westernmuziek. In 1973 toen blëek dat hun langspeler „Roots" wei nig deed, besloten de broertjes los van elkaar een carrière op te bouwen. Tot dusver is daar nog niet zoveel van terecht gekomen. Maar misschien gaat het Phil lukken met zijn nieuwe elpee „There's nothing too good for my baby". De kwaliteit is er in elk geval en de muziek zal velen aan spreken. De meeste nummers op de plaat zijn composities van een zekere Terry Slater. Een man die samen met Phil Everly ook voor de produktie van de plaat teken de. B.vJL ADVERTENTIE STEEDS DE NIEUWSTE GRAMMOFOONPLATEN HAARLEMMERSTRAAT 279 LEIDEN - TEL 071—24010 Pim Jacobs presents Ball of the band. CBS 65782. Nostalgie is voor Pim Jacobs en de zijnen ongetwijfeld de voor naamste drijfveer geweest om on der het motto van de aloude kreet „Let's have a ball" (zoiets als: laten we d'r maar eens een flinke puinhoop van maken) voor een momentopname weer bij elkaar te kruipen. De zijnen van Pim maakten met name op het eind van de jaren vijftig en de Jaren zestig voor treffelijke jazzmuziek in talloze orkesten. Ik noem Rogier van Ot- terloo op drums (nu orkestleider), Wim Overgaauw op gitaar, Her man Schoonderwalt op clarinet/ altsax. Koos Serierse op bas Fer dinand Povel tenorsax, Carl Schultze vibrafoon, Cees Smal trompet en Jan Huydts piano» Kennelijk leefde er onder deze krachten een sterke behoefte om het goede van vroeger weer even bondig samen te vatten. Wat re sulteerde in 'n langspeelplaat met de illustere titel „Ball of the band". Het is een bloem van een plaat, waarin al het goeds van de moderne swing ligt opgesloten: een razendsnel klarinetspel, een niet minder haastige vibrafonist en een Barney Kessel-achtig sna- renspul van Overgaauw, die in enkele thema's keurig parallel speelt met Herman Schoonderwalt en Carl Schultze. Het is kortom een soort swing dat sterk doet herinneren aan de Amerikaanse klarinettist Pete Fountain, die in navolging van zijn muzikale hoogheid Benny Goodman de swing nog redelijk lang in leven hield. „Ball of the band" bevat o.m. „You go to my head", „Misty", „In a mellow tone", „Stompin' at the Savoy", en „Body and soul". Wat er aan de plaat ontbreekt is het voortborduren op de nieuw ste ontwikkelingen in de Jazz. Maar het kan natuurlijk nooit enig kwaad wanneer een oude garde slechts voor een moment weer in het gareel wordt gezet. Mits er, zoals hier wel het geval is, een stuk prima muziek uitrolt. W.W, ADVERTENTIE Speciaalzaak grammofoonplaten The Mahavishnu Orchestra Visions of the Emerald Beyond CBS 69108. Merkwaardige tegenstellingen treden op de voorgrond bij het beluisteren van deze plaat. Sfeer volle, gevoelige muziek wordt af gewisseld of gaat vrij plotseling over in harde, rauwe klanken waarbij voor de drums vaak een voorname rol is weggelegd. De plaat is daarom niet zo geschikt voor „achtergrond-muziek" maar nodigt nou ook niet bepaald uit om „er eens even voor te gaan zitten". Mahavishnu John McLaughlin, de leider van het tien leden tel lende orkest (foto) is verantwoor delijk voor dit muzikale stukje „contrast-werk". De nummers van McLaughlin, die in 1942 in Enge land werd geboren en op 27-Ja- rige leeftijd naar Amerika emi greerde, hebben een religieuze ach tergrond. De Mahavishnu (wat die titel ook mag betekenen) houdt zich intensief bezig met yoga en probeert naar eigen zeggen God te bereiken door te trachten zijn instrument te zijn. Na gewerkt te hebben met o.a. Miles Davis, Dave Holland en Carlos Santana formeerde Mc Laughlin begin vorig jaar het huidige Mahavishnu Orchestra. De mogelijkheden van het orkest zijn gezien de instrumentale be zetting (ondermeer viool, trom pet, fluit, hoorn, klavier) tame lijk groot maar dat komt er in de „Visions of the Emerald Bey ond" niet uit. Wellicht moeten de orkest-leden nog wat meer aan elkaar wennen en op elkaar inge- speel raken óf moet McLaughlin andere muzikale wegen inslaan. De wegen die hij op deze LP be wandelt lijken in „dood spoor" te eindigen. B.P. Tubular Bells orkestraal ook erg sterk Wie destijds verzuimd heeft het magistrale muziekwerk Tubular Bells van Mike Oldfield te ko pen, kan zijn fout nog goed ma ken. De herkansing wordt gege ven door The Royal Philharmo nic Orchestra, dat onder leiding van Dave Bedford de Tubular Bells orkestraal laat weerklinken. Dat is een zo fijnklinkende plaat geworden dat maar moeilijk te be palen is welke schijf nu te pre fereren valt: de originele waarop Mike Oldfield zelf zowat alle in strumenten bespeelt of de orkest uitvoering, waarop Oldfield enkel de gitaar hanteert. Nu eens slaat de balans door naar Oldfields-so- listische krachttoer, omdat daarin de serene klanken zo apart tot hun recht komen, dan weer valt de vergelijking uit in het voordeel van het orkest, dat vooral in de aanzwellende gedeelten iets meer diepgang aan de muziek kan ge- De enige Juiste oplossing: zorgen dat Je die twee platen allebei in bezit krijgt. Ook bij Ariola is uitgekomen Nat ty Dread van Bob Marley en The Wailers (ILPS 9281). Een plaat van een groep die tot de beste reggae-formaties wordt gerekend. Bob Wailer, bekend van zijn sa menwerking met Johnny Nash, maakt muziek waarvan je moet houden. Daar is alles mee gezegd. P.d.T. Niet schokkend Harry Verbeke 4tet. Universe Productions 106. "De door Universe Priductions uitgebrachte plaat „Harry ver- beke 4tet" bevat weinig schokken de dingen. Het is niet meer dan een verzameling van in meer derheid oudere stukken die Ver beke misschien niets eens ten einde raad door zijn tenorsax heeft laten spoelen en waarvan hij misschien zelfs wel later heeft gezegd dat het best aardig klonk. Verbeke speelt op deze plaat met Rob Franken (keyboards), Martin van Duynhoven (drums) en Frank Noya (basgitaar) o.m. „Take Five", „What are you do ing the rest of your life", "Work- song" en „Bluesette". Het is geen slechte muziek Verbeke is ten slotte best een capabele kracht maar het is ook geen muziek die je onderbrengt in het boven ste laatje van de Nederlandse Jazz. Daarenboven worden de muzika le prestaties van het kwartet gru welijk beïnvloed door de uiterst slechte opname-kwaliteit, die met name in de verhouding tussen keyboards en tenorsax een com plete wanorde heeft geschapen. W.W. „The best of the best of Sergio Mendes and Brasil "77" Golden Crown Series Polydor 2343075. .Van alle mogelijke artiesten is al een langspeler uitgebracht die de titel droeg: „The best of Je denkt dan als betrekkelijke leek met enige zorg: wat gaan de platenmaatschappijen doen als al les onder die noemer is uitgeput. In theorie lijkt dat een groot probleem, maar in de praktijk wordt dat even soepeitjes opgelost door de platenbinken. Je begint gewoon een serie: „The best of the bestEn op drie manier kunnen we nog jaren en Jkren voort. Gelukkig maar, want zo zijn er weer nieuwe verzamelin gen toppers mogelijk. Wie des tijds de boot miste, kan straks nog terecht. Maar nu verder alle schijnwer pers gericht op Sergio Mendes, de man die in de Jaren zestig met die mixing van Braziliaanse muziek en Jazz een geheel eigen klankkleur creëerde en daardoor ook direct herkenbaar is. Nog vo rige week is er uitvoerig ingegaan op carrière en muziekopvatting .van Sergio Mendes. Het zou wat te veel van het goede zijn om daar opnieuw over uit te weiden. „In the best of the best" is Ser gio uiteraard weer voortreffelijk op toeren, en dat kan onder die titel ook niet anders. De Bra ziliaan (of Polydor natuurlijk) ziet deze nummers als „the best of the best": Where is the love. Put a little love away. Don't let me be lonely to-night, Killing me softly with his song. Love Mu sic, You cant dress up a broken heart. Hey look at the sun. Walk the way you talk, I wont last a day without you I can see clearly now". Of dit echt het best van het beste is, waag ik te betwij felen. Maar Ja, smaken verschil len natuurlijk. Op deze pagina bijdragen van Wim Witftz Bert Paa-uw Paul de Tombe Ruud Paauw Bram van Leeuwen Jan Preenen Eiindredlactie René Vos Hoxey Pokey Ricnard Linda Thompson Ilps 9305- 88598 IT. De samenwerking tussen Linda Peters en Richard Thompson (ex Fairport Convention) mag op meerdere manieren geslaagd he ten. Niet alleen traden ze met el kaar in het huwelijk, kort na dat ze met elkaar een folk-duo hadden gevormd, ook bleken hun muzikale talenten wonderwel bij elkaar te passen. Richard Thomp son, de gitarist/zanger/componist en Linda Peters met haar war me stem, vormen een harmonieus koppel, dat in staat is tot het produceren van fraaie klanken. Een eerste indicatie daarvan werd al gegeven op de eerste lang- draaier Bright Lights, de twee de LP Hockey Pokey bevestig de kwaliteit nog eens. De veelal door Richard geschreven nummers zijn Linda „op het lijf" geschreven; de stem van Linda maakt die num mers tot een belevenis. Voeg daaraan toe dat mannen als Tim Donald. Pat Donaldson, en John Kirkpatrick meewerkten en je krijgt een LP die er bepaald zijn mag. Gevuld met vrolijke num mers (Hokey Pokey), droevige songs (Old man inside a young man, 111 regfret it in the mor ning, romantisch werk (Egypt room) en een stukje betrokken heid (The sun never shines on the poor). Een mooie, gevarieerde LP. P.d.T. „Michel Legrand plays George Gershwin" Fontana Special 6444 114. George Gershwin stierf aan een hersentumor in de zomer van 1937 Hij werd maar 38 jaar oud. Zijn tijd was kort, maar hij maakte er driftig gebruik van. Zijn car rière als componist werd aan het begin en aan het eind gemarkeerd door een werk van uitzonderlijke betekenis: Rhapsody in Blue in 1924 en Porgy and Bess in 1935. Daartussendoor creëerde hij me lodieën van wat minder allure, die echter sterk genoeg waren om de cennia lang mee te kunnen (Lady be good, Somebody loves me. The man I love, Embraceable you). Michel Legrand heeft een greep gedaan in het Gershwin-repertoi re en een langspeler gevuld met een paar schitterende werken: Rhapsody in blue. There's a boat that's leavin' soon for New York, I got plenty o'nuttin'. An Ame rican in Paris, Summertime. De opname van deze plaat dateert uit 1963 en dat is hier en daar wel te merken. Het lijkt er op of Legrand zijn orkest toen nog niet zo in de hand had als later. R.P. T HE Singers Unlimited. A Ca pella 2. BASF 20 22343-4. The Singers Unlimited heeft ten tweede male een ulangspeelplaat gemaakt van stukken die a ca- pella worden gezongen, d.w.z. zon der instrumentale begeleiding. Doorgaans vraagt dat nogal wat, en zeker van een vocaal kwartet, waarin de mogelijkheden ten op zichte van een heel koor nou een maal beperkt zijn. Maar het is geen geheim dat The Singers Un limited althans op de plaat ste vig kan aanleunen tegen een muur van opnamefoefjes - en gehiids- versterkende grappen. Ongetwij feld vertroebelt dat enigermate het oordeel van de luisteraar. Maar aan de andere kant brengt het ook de vocale harmonieën tot aan de hoogste graden van perfectie. Wie dit verafschuwt moet zich beslist geen plaat van The Singers Unlimited aanschaffen; hij zou zich alleen maar ergeren. Wie evenwel die aangename prikkeling langs de ruggegraat voelt gaan bij het beluisteren van dit kwar tet, kan er gerust toe overgaan om ook deel twee van de a ca- pella serie aan te kopen. „A Capella 2" bevat o.m. de stukken „Clair", „Killing me soft ly with his song", „Yesterday", „April in Paris", en „Like someo ne in love". Stukken waarvan de arrangementen als uiterst knap mogen worden aangemerkt en waarvan de uitvoering door drie mannenstemmen en een vrou wenstem zo geprononceerd en te gelijkertijd zo glad verloopt dat je niets anders kunt doen dan in stille bewondering luisteren. En nog eens luisteren. W.W. Kenny Rankin Silver mor ning. Little David LD 59651. Onbekend maakt onbemind gaat zeker in Nederland op voor zanger/gitarist Kenny Rankin. Hoewel hij al sinds het begin van de zestiger Jaren meeloopt in de popwereld is van populariteit in ons land nauwelijks sprake. En dat terwijl zijn laatste langspeler. Silver morning (geproduceerd door Michael Stewart en Jack Le wis) een ongeveer half uur du rend bewijs is van zijn klasse. Als vertolker van de folk-pop komt de poëtisch ingestelde Ken ny erg goed over. „Op papier" weet hij zich gesteund door een sextet vocalisten, onder wie Yvon ne Rankin. In de praktijk komt het er op neer dat vrijwel uit sluitend Kenny Rankin is te ho ren. Onder meer in het door hem geschreven Catfish, waarbij hij doet denken aan James Taylor, en in het bijzonder fijne Brazi liaanse slotnummer Biram- bau. Rankin heeft ook twee Len- non/McCartneycreaties opgeno men: Blackbird en Penny Lane, dat op de langspeler Silver mor ning een Jazz-achtige interpre tatie heeft gekregen. Bovendien is leentjebuur gespeeld by Gordon Lightfoot, van wie „Pussywillo ws, Cat-tails' is opgenomen. Een compositie van Baden Powell en Ray Gilbert. Zelf tekende Kenny Rankin voor vijf nummers; drie maal werd hij daarbij geassis teerd door Yvonne. J.P.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 19