'Mijn naam is haas,
ik ben niet bang,
ik kan hard lopen'
Probeer
hef
eerst
mef
lieve
woordjes
Enquete
ZATERDAG 8 MAART 1975
Adri van Polanen
Moord. Terreur. Aanranding. Woorden, die zo
langzamerhand verdienen met een hoofdletter
geschreven te worden. Legioenen mensen zijn er
elke dag mee bezig, er zijn al vele woorden over
vuilgemaakt en er zijn al zoveel theorieën over
opgebouwd, dat niemand meer precies weet waar
alle ellende vandaan komt. Geen dag gaat voorbij
of er gebeurt weer wat: heel gewoon, want nie
mand kijkt er meer echt van op, als een meisje,
beroofd van eer en leven, in de bosjes wordt aan
getroffen, of als er een meneer op het politie
bureau komt vertellen dat hij in een stil steegje
door wat jonge knapen is neergeknokt.
En zolang de bron van alle kwaad nog niet is
opgespoord, moeten wij deugdzame burgerlie
den onszelf behelpen. Dat wil zeggenwe moe
ten vooral goed ons best doen om herrie te ver
mijden, er niet te verleidelijk uit te zien (vrou
wen, dus), geen aanstoot te geven. En dat valt
niet mee. Een zekere politiefunctionaris te L.
heeft zelfs eens gezegd, dat een vrouw al "aan
leiding kan geven, wanneer zij zich 'in alle on
schuld bij een bushalte ophoudt
Er zijn ook mensen die zeggen: als het kwaad
zichzelf niet straft, willen wij wel een handje hel
pen. Met andere woorden: als iemand me durft
aan te raken, zal ik hem een dreun verkopen
waar hij scheel van ziet. Dat is, indien praktisch
uitvoerbaar, ook een oplossing.
Om de kans op succes bij zo'n zelfverdediging
te verhogen, hebben enkele judoleraren een
maand of wat geleden de koppen bij elkaar ge
stoken. Zij besloten een actie te gaan voeren te
gen aanrandingen, geweldplegingen op straat,
waarbij weerloze vrouwen tot nog toe altijd het
slachtoffer werden.
De aanvoerder van deze sportieve lieden was
J. Schilder, een man die via zijn lidmaatschap
van het Budobond-bestuur zekere bekendheid
geniet in de sportwereld. Hij riep een twaalftal
volgelingen bijeen, óók allemaal erkende judoka's,
en kreeg gedaan dat er binnen de kortste keren
een advertentie werd opgenomen in vele dagbla
den. Die adventie veroorzaakte door haar spre
kende tekst nogal wat opschudding: "Geweld
pleging, mijn naam is haas, ik ben niet bang,
maar ik kan hard lopen!" Deze curieuze kreet
werd gevolgd door een lugubere opsomming van
wat een mens dezer dagen op zijn weg zoal kan
tegenkomen. Niet veel goeds, bleek spoedig. Het
kwam er op neer dat zéker een zwakke vrouw
iets van zelfverdediging af moet weten, heeft zij
tenminste de aspiraties om ouder te worden dan
een jaar of zestien
Zij hoeft daarbij geen enkele sportiviteit in acht
te nemen. Een simpele rottrap of -klap waar de
aanvaller even stil van is, kan al genoeg zijn.
Voor de logische vraag: "Hoe kan dat nou, een
vróuw??1" was het antwoord voorzien: meldt u
vandaag nog bij sportschool X en die zorgt er
wel voor dat u in drie maanden tijd voldoende
kennis opdoet om u de meest weerzinwekkende
aanvallers van het lijf te kunnen houden. Ga
rantie: een lang en gelukkig leven.
In Leiden was het sportschool Luiten, die deze
cursus onder haar hoede nam. De eerste toeloop,
stormloop, was overweldigend. Vele vrouwen en
zelfs mannen bleken een dringende behoefte te
hebben aan verdedigingskunstjes. Een redactrice
van het Leidsch Dagblad incognito mengde
zich onopvallend tussen hen. Dat was ik, dus
Na afloop van de cursus heb
ik de deelnemers gevraagd wat
zij ervan hadden gevonden. De
meesten bleken uitermate tevre
den. Het lesgeld (vijfenzeventig
gulden) vonden zij goed besteed.
Sommige cursisten meenden dat
zij nog niet in staat waren, een
waarachtige aanval te doorstaan
maar dat zij toch wel gegroeid
waren in zelfvertrouwen.
De manier van lesgeven van
Adri van Polanen was bij ieder
een zeer in de smaak gevallen.
Slechts één deelneemster merkte
op dat de eindeloze herhalingen
van grepen haar weieens teveel
van het goede waren geweest.
Zij had kennelijk even over het
hoofd gezien dat daarin Juist de
succesformule van de hele cur
sus lag.
De leeftijden van de cursisten
liepen trouwens nogal uiteen.
De oudste van het gezelschap
was een 45-Jarige man en de
jongste was een verkoopstertje
van 15. Ook de motivaties, de
reden waarom zij aan de cursus
deelnamen, verschilden nogal.
De mannen zeiden het vooral
om de sport te doen en ook om
direct een afstraffing te kunnen
geven, als zij op straat of waar
dan ook lastig gevallen zouden
worden. Een paar vrouwen wa
ren het eens met die afstraffing,
hoe we' de meesten aan de cur
sus waren begonnen omdat zij
zich op straat, vooral 's avonds,
bang en onzeker voelden. Een
28-jarige typiste zei: „Ik vond
het wel leuk want door deze
sport te beoefenen word Je wat
Je krachten betreft sterkerder".
kijkt er
echt van
op als
meisje
wordt van
eer en
De eerste grepen die we op elkaar
mochten botvieren, waren niet zeer
ingewikkeld. Handen lostrekken,
wanneer de aanvaller ze stevig vast
houdt, loskomen en hard terugslaan
in geval van wurging, van achteren
of van voren. Niet zonder agitatie en
gegiechel werden de overigens zeer
duidelijke instructies van Van Pola
nen opgevolgd. Twee aan twee moes
ten we óf wurgen, óf loskomen. Los
komen was leuker, want door al dat
ongeoefende gepruts liep Je grote
grote kans op nog grotere blauwe
plekken.
Lacher
Het was voor mijzelf trouwens niet
de allereerste kennismaking met
vechtsport, want ik kom uit een
groot gezin en dan leer je vroeg hoe
je Je eigendommen of je lijf moet
beschermen tegen kwade invloeden
van buitenaf. Misschien viel het me
daarom des te duidelijker op, dat de
meeste vrouwen niet gewend zijn de
hand op te heffen tegen iemand.
Het is echt niet zo eenvoudig om
iemand een dreun te geven. Je moet
er zelf in geloven, want anders wordt
het bij voorbaat een lacher.
Voor buitenstaanders (mensen die
de cursus niet hebben meegemaakt en was het toch al een lacher. Eén van tisch i
er düs niet over mee kunnen praten) mijn geachte collega's keek eens kri- ceps e
Het allereerste begin was niet moeilijk. Op de afgesproken
donderdagavond begaf ik mij, gestoken in oude pantalon,
en met schone voeten, naar de Pieterskerkgracht. Ik ont
deed mij daar van sieraden en schoeisel en stapte met ge-
I mengde gevoelens de mat op.
I Ik had verwacht een groepje te zullen aantreffen van tien of
twaalf angstige jongepuffrouwen en een onguur uitziende
docent. Mijn teleurstelling was groot. De zaal was dicht be
volkt met een kleine veertig vrouwen en jawel onge-
veer tien mannen. De sfeer was uitgesproken blijmoedig.
Wellicht om dat gegarandeerde lange leven, dat ons aller
deel zou worden, na de cursus.
Ik kon me zo voorstellen dat hij
wel eens gelijk kon hebben, want deze
collega is toevallig nogal potig en doet
al jaren aan judo. We hebben dan
ook niet gewed.
Een zwager van mij, echter, die
ook ontwikkelde armspieren heeft,
moest en zou me een houdgreep de
monstreren waar ik, zo blufte hij,
met geen mogelijkheid uit los zou
kunnen komen. Ha, vergeet het maar.
Nog vóór de greep goed en wel was
aangelegd, hoefde ik alleen maar een
puntige elleboog in zijn leverstreek
te planten en daar lag hij: kermend
en steunend op de vaste vloerbe
dekking.
Je moet, net als bij de meeste
brandende problemen in deze samen
leving, diep in je geweten blikken
en dan zelf kiezen. Verdediging of
niet verdedigen, dat is de hele kwes
tie. Mij persoonlijk lijkt wèl verdedi
gen een stuk aantrekkelijker. Bij een
aanval zul je toch iets moeten doen
om de persoon in kwestie erop at
tent Ie maken dat je van zijn toe
naderingen niet gediend bent. En als
je dan iets doet, kun Je net zo goed
of misschien zelfs beter bewust iets
doen. Behalve wanneer je in prin
cipe tegen geweld bent. In dat ge
val kun je inderdaad beter hard le
ren lopen.
Verrassing
In dit geval (waarbij ik trouwens
even hard schrok als mijn „slacht
offer") was het verrassingseffect van
de verdediging een felicitatie waard.
En daar gaat het om, de verrassing.
Niet om de kracht of om de jaren
lange ervaring, want die kan nie
mand aanleren in zo'n korte tijd.
Die eerste verbluffende schok moet
het doen, het feit dat een vrouw
zich verweert, niet helemaal hulpe
loos is. De aanvaller blijft alleen al
van pure verbouwereerdheid vèr ach
ter.
Maar om dat verrassingseffect te
kunnen uitbuiten, moet Je een paar
dingen weten. Bijvoorbeeld w&ar pre
cies de licht kwetsbare plekjes zit
ten, hoe je bij benadering moet slaan,
op welk moment enzovoorts. Dat leer
Je op de cursus. Tenminste: Je leert
dat je kunt reageren op bepaalde
aanvallen.
Messteken, vuistslagen In het
gezicht, vuistslagen ergens anders,
schoppen, wurgingen en omhelzingen
in welke houding dan ook. We hebben
van alles gedaan om onze techniek-
Jes te vervolmaken.
En toch is Adri van Polanen een
van de eersten om toe te geven dat
hij in drie maanden tijd geen „feil
loze vechtmachines" kan afleveren.
Hij vindt wel, dat de cursus heel ge
schikt is om vrouwen bewust te la
ten worden van hun onmacht en
hulpeloosheid, in geval zij helemèAl
niets afweten van zelfverdediging.
De cursus is dan ook een zeer opper
vlakkige kennismaking met vecht
sport, die de deelneemsters eigenlijk
moet motiveren om dóór te gaan. Veel
van de cursisten hebben dat inder
daad gedaan: zij hebben zich aange
meld voor Judo, karate of iets an
ders, als het maar met vechten te
maken heeft.
„Broodnijd"
En dat is dan meteen de broodnijd,
aldus Van Polanen, die vele andere
erkende judoka's zo negatief heeft
doen reageren op de cursus en het
idee „zelfverdediging" in het alge
meen. Deze heren waren en zijn nog
van mening, dat Je een aanvaller des
te heviger prikkelt tot gewelddaden,
als Je weerstand biedt. Hetgeen ook
niet helemaal uitgesloten is.
Adri van Polanen zag er niet on
guur uit. Hij bevond zich in gezel
schap van een assistente die net zo
goed bij een dansleraar had kunnen
werken en een Jongeman, die als
proefdier fungeerde. Niet voor ons,
maar voor Van Polanen, als die één
van zijn folteringen demonstreerde.
De les begon en eindigde met een
groet: iedereen op de knietjes, lekker
doorgezakt, handen plat op de grond
en een kort buigen van het hoofd.
Dat ritueel hoorde erbij, kennelijk
om de cursus tóch een sportief tintje
mee .te geven.
Door
Elisabeth Tolenaar
Foto's
Jan Holvast
Stel dat een vrouw op straat
wordt aangevallen, wordt lastig
gevallen. Zij laat het er niet bij
zitten en geeft de aanrander een
oplawaai. Zij verweert zich. Wat
kan dat aan reacties oproepen
bij de aanrander?
Deze vraag, door velen ge
steld naar aanleiding van de cur
sus zelfverdediging, legden wij
voor aan drs. A. R. Hauber, psy
choloog aan het Criminologisch
Instituut in Leiden. Volgens hem
zijn er twee reacties mogelijk:
fight or flight. Dat principe wordt
in de psychologie veel gehan
teerd en is een uitvinding ge
weest van ene professor Cannon
uit Amerika. Fight or flight:
vechten of vluchten. Of de aan
rander wordt door de tegenstand
nog heftiger geprikkeld en gaat
over tot gewelddaden die eigen
lijk niet in zijn bedoeling lagen,
of hij neemt de benen. Het eer
ste lijkt meer waarschijnlijk, zegt
Hauber. Samengevat:
beert aan te klampen, al in een
bepaald hoekje staat: hij kan
waarschijnlijk geen normale re
laties aanknopen, is contactge
stoord en zoekt het dan op straat.
Hij is het fight-type.
Een ander, die ook contactge
stoord is, legt zich toe op exhibi
tionisme of hij wordt voyeur. Of
- hij verlustigd zich in allerhande -
pornografische fantasietjes. Daar
gebeurt eigenlijk hetzelfde als bij
de aanrander, maar hier ge
schiedt de aanval op een indirecte
Het fight-type balanceert op een
ander agressiviteltsniveau. Je kunt
van zo'n man verwachten dat hij
hogelijk gespannen is, als hij op
straat een vrouw benadert. In de
fysiologie zegt men dat hij een
„emotionele piekerervaring" heeft
een soort hoge stress. Zo'n piek-
ervaring kan stemmingen enorm
snel doen omslaan. En de kans is
groot dat, als de man d&n wordt
geconfronteerd met tegengeweld,
hij des te agressiever wordt. En
dingen gaat doen die hij niet van
plan was".
Lijkt de cursus u zinloos?
Hauber: „Nee, helemaal niet.
Het is altijd goed om achter de
hand te hebben. Kijk, als een
vrouw op straat wordt aangeval
len, zal ze daar bepaald niet koud
onder blijven. Met andere woor
den: ze schrikt zich kapot. Als zij
nu wat meer ervaring heeft opge
daan met verdediging, kan zij wel
licht meer ontspannen reageren
op de situatie. Een Amerikaanse
hoogleraar heeft eens beweerd dat
een vrouw die in zo'n situatie
komt te staan, eigenlijk moet rea
geren met: „Ach vent, waarom
moet dat nou hier? Kom mee,
gaan we gezellig een borrel drin
ken bij mij
Door zo'n reactie is het heel best
mogelijk dat de man uit zijn emo
tionele piekerervaring geraakt en
helemaal niet meer weet wat hij
ook al weer van plan was. Zo
iets menselijks verwacht hij niet.
Je zou het kunnen vergelijken
met een grote boze waakhond,
die in Je broek probeert te hap
pen als Je langs fietst. Als Je het
dier een trap geeft, zal hij des te
harder bijten en blaffen. Stap
Je af en ga Je lieve woordjes te
gen hem zeggen, dan heb je grote
kans dat hij reageert met pootjes
geven en gekwispel. Je zegt die
lieve woordjes niet omdat Je het
dier aardig vindt, want in werke
lijkheid vind Je het een kreng
van een beest. Maar je doet het,
omdat Je anders een knauw in je
kuit te wachten staat. Kiezen of
delen, dus.
Zó kun Je het ook zien in dat
geval van die aanranding. Geen
vrouw zal het in haar hoofd ha
len om een wildvreemde aanran
der mee te tronen naar huis. Maar
alleen al het feit dat zij mense
lijk reageert op zijn toenaderin
gen, zal de aanvaller al kunnen
kalmeren. Hij is dan zijn emo
ties kwijt en is ook niet meer ge
vaarlijk.
En helpt dit niet, dan is het al
tijd handig om die cursus achter
de hand te hebben. Als allerlaat
ste redmiddel. Maar ik zou zeg
gen: probeer het eerst met lieve
woordjes. Als het niet lukt kun
Je altijd nog gaan slaan".