Kees Brusse: Een auto-industrie waar 't nog goed gaat 'VROEGER VOND JE AUTORIJDEN MOOI' ZATERDAG 15 FEBRUARI 1975 PAGINA 13 Omdat de RAI dezer dagen vol staat net glanzend chroom en lak zouden het over auto's hebben. Cees Brusse (49) zit in de roormalige stal van zijn prima er timmerde stolpboerderij aan het imalle Haviksdijkje in Groot-Scher- ner. Het interieur is met gelukkige land samengesteld en waoht op edere beschrijving door een daar in aanmerking komend tijd- chrift. Brusse, nog altijd met Istandelijke ironie rondblikkend, peelt de buitenman met hetzelfde ledempte talent waarmee hij al zijn ollen neerzet. Zijn fauna behelst inder meer ganzen, eenden en i; zyn uitzicht reikt over een latuurreservaat in de Schermerpol- Ier waar een nevelige eenzaamheid mist die de stedeling allicht >e kiemt. busse, bijna gelaten: „Het kan me lie.- soms mateloos benauwen. Dan lenk ik dat ik weg moet. Maar mdat ik dat overal heb zal ik wel ilijven zitten". Hij glimlacht een ikje droef na bijna een halve euw heeft hij met zichzelf leren de kwetsbaarheid van voor- lijkt gepantserd met aanvaar - lende berusting. Ve zouden het over auto's hebben. Film Srusse: „Ik ben nu bezig met de oorbereidingen van een film die Bert Haanstra gaat maken naar het erhaal „Een nagel achter het >ehang" van An toon Koolhaas. De ïlmtitel wordt ,Dr. Pulder zaait apavers", de geschiedenis van een astgelopen, wat burgerlijke dokter n heel klein plaatsje. Misschien je het een beetje Virginia Voolf-achtig noemen, maar wie ben dat ik dat zeg? We gaan lekker een dorpje in Friesland zitten en at erg mooie verhaal verfilmen". IVe zouden het over auto's hebben. Jk loop wel eens te piekeren over teer een speelfilm regisseren: .Kermis in de regen" was mijn latste. Maar dat regisseren is een e van een enorme produktio- Jele Ausdauer, nou, die heb ik niet simpel ligt dat. Het is voor achtig procent doordouwen en a en daar heb ik geen behoefte En dan. voortdurend aan de (enten moeten denken, daar word je ioodziek van". Ne zouden het over auto's hebben. ^ooie Sien Ik heb nou net die rol in ,,Roole„ I van Fransje Weiss gedaan en D iet zit er in dat dat een hele leuke g ilm wordt. Straks dus aan de slag J net Haanstra en later in het Jaar B nog een film aan te komen. I! tk wil zo'n twee films per Jaar doen. Jen plannen voor een stuk of even dit Jaar, maar Je moet lat gezicht niet te vaak laten zien ik kan er trouwens niet zo veel ian'*. IVe zouden het over auto's hebben. Dat toneel hoeft van mij niet meer nodig. Het is een vak waar ik me keel lang mee beziggehouden heb, het theater ligt nu toch wel ïelemaal plat. Ik mis het natuurlijk Irel. ik denk er over na om weer iets te doen. Bijvoorbeeld een oort combinatie van toneel en film; maar een op het toneel [espeelde situatie met op film een lashback naar hoe die situatie in werkelijkheid was. Het lijkt me erg maar ik weet niet of het er an komt. Ik heb ook net de tukken van Strindberg weer eens jelezen en die zijn prachtig, natuurlijk, maar ja. Ach, die hele situatie is zo..Iedere iktiegroep die een baard en een omhangt is zo geweldig progressief en experimenteel, en als iet tegenwoordig niet experimente- Door H. J. Oolbekkimk rig is deugt het niet. Maar het is van dat „inme" soort progressiviteit waar ik doodmoe van word. Ik vind het best hoor, ik heb dat soort dingen vroeger zelf ook gedaan. Maar het is een periode in Je leven, meer niet, en vandaag de dag lijkt het wel of dat het enige is wat Je op het toneel mag doen. „Ik geloof overigens wel dat het zich weer ten goede zal keren, dat er bij de mensen gewoon weer een hang naar goed toneel komt, al kan ik me vergissen. Voor mij is theater om te beginnen een verschrikkelijk moeilijk vak dat in Nederland altijd miskend is geweest, en het moet gedaan worden door mensen die niet alleen dat vak goed verstaan, maar daarnaast emoties uitzenden, een ervaringswereld uitstralen waar het publiek iet6 aan heeft, waar het zich bij betrokken voelt. Die toeschouwer moet een gevoel krijgen van: er gebeurt hier iets wonderbaarlijks, er gebeurt iets met me dat fk niet helemaal begrijp maar dat me pakt dat is voor mij theater en dat is er dus niet meer, helaas. „Maar ik heb het idee dat veel mensen met al die televisie, iget al die wegwerpdingen van tegenwoor dig iets missen, dat ze zich in een vacuum, een plasticwoestijn voelen; een leegte die ze opvullen met een ontstellende hoop materiele zaken waar ze eigenlijk geen moer aan hebben. Daarom blijven ze toch naar iets anders zoeken, en ik dacht dat in wezen het echt goeie, noem het voor mijn part ouwerwetse theater daar ook bij hoort. „Het zou kunnen dat de volgevreten aan de televisie, eerst nog een poosje naar het theater terugkomen uit een soort nostalgie en dan ontdekken dat er, hee, toch nog iets anders is dat de moeite waard is. Maar ik moet Je zeggen, ik heb het toneelleven nou zo'n vijfendertig jaar meegemaakt en ik ben blij dat ik indertijd heb zien aankomen dat het mis ging lopen en zou verzanden. Ik wou niet helemaal afhankelijk zijn van die subsidiepot, en ik ben er dan ook erg tevreden over dat ik er bijtijds uitgestapt ben". We zouden het over auto's hebben. „Hee, weet Je dat Ik vlieg? Gek hoor. Vroeger heb ik pp NTWIN- toernees naar Indonesië en Nieuw Guinea zo veel gevlogen dat ik voor geen prijs meer in een vliegtuig wilde stappen. Maar toen kwam Wim Verstappen aandragen met een rol in .Dakota". Ik dacht, nee, dat doe ik maar niet. Nou is die Verstappen een doordouwertje, dus hij kreeg me mee naar de Dakota die ze voor de film gekocht hadden. Ik werd gelijk kotsmisselijk van de stank van die smalle pijp. ik herkende het meteen, want ik heb wat afgevlogen in die rotdingen. Ze stonken naar vis en zweet; ze tochtten; Je had er regen- en blikseminslag doodziek was ik er „Baasje Verstappen bleef aan me trekken en uiteindelijk ben ik met hem naar het vliegveld Beek gegaan om een paar lessen te nemen, en onderweg had ik zo al een paar keer uit de auto willen stappen. Opeens zat ik toch achter die knuppel en ik had geen idee. Maar voor ik het wist hingen we in de lucht en na een les of vijf begon ik het al wat aardiger te vinden. Die instructeur zei: je moet doorgaan, en nou doe ik het samen met een vriend van me hier, een tandarts die een voortreffelijk vlieger en instructeur is. Goed, ik heb een Piper Cub gekocht en nou vlieg ik solo, al heb ik mijn brevet nog niet. En het is leuk, gewoon leuk." We zouden het over auto's hebben. Brusse: „Zouden we het niet over auto's hebben? JA, WE ZOUDEN HET OVER AUTO'S HEBBEN. Na de oorlog ..Ben ik meteen na de oorlog mee begonnen. Een Volkswagentje eerst. Daarna heb ik voor zeshonderd gulden een Singer gekocht, uit 1920 of zo. Het was zo'n lage, rooie sportwagen, maakte een geweldig lawaai, rookte als de kolere en af eu toe sloegen de vlammen ef uit, maar dat hield op als je op het dashboard ramde. Dat ding reed als een gek". .,Tja»Jk heb eigenlijk zo'n beetje van alles gehad een twoseater DKW. maar daarin sloeg ik voortdurend bijna met mijn kop door het dak. Daarna heb ik. geloof ik, nog een Lancia gehad en een Porsche en ik heb in alle mogelijke Peugeots gereden en in een Citroen en toen kwam de periode van de grote Amerikanen, Fords en Chevrolets en zo, maar toen dacht ik opeens: dit is allemaal onzin, dat slaat nergens op, dat k06t veel te veel,' en het was afgelopen met dat luxe-werk. Ik heb weer een Volkswagentje gekocht, ik wilde gewoon een gebruiksauto hebben. „Vroeger was het zo, Je vond autorijden mooi, Je versierde hele dure auto's, al weet ik bij god niet meer waar ik ze van betaalde. Het was zo'n periode dat Je dacht: als ik maar een mooie auto heb, ben ik zelf ook een Jofele Jongen. Het losjes rondscharrelen in prijzige automobielen, weetjewei. Maar dat is iets waar Je overheen groeit; ik wel, tenminste. Gelukkig. Erg sterk „Nou heb ik een Range Rover en die is erg 6terk, Je kan dwars overal doorheen rijden. Hij is zeer snel en je zit er lekker in. Ik heb een paar keer een ernstig ongeluk gehad, vroeger, maar in deze auto voel ik me veilig, al is dat misschien ten onrechte. Ik heb pas een film voor de provincie gemaakt en daarbij heb ik erg veel aan die auto gehad; Je kunt er al Je filmspullen in kwijt, Je kimt er bij gaan liggen. Je kunt er een tuk in doen nou, dat is het voor mij wel. „Hij is natuurlijk niet zuinig, zo een op vijf, maar ik heb hem op LPG-gas laten ombouwen, dus dat gaat wel. Zo'n auto moet gewoon rijden en verder hartelijk bedankt. Ik moet er geen gesodemieter mee krijgen, want dan gaat hij er achter elkaar uit. En Je moet er ook niet steeds aan hoeven te poetsen, want dan zeg ik: de groeten. Nee, ik mag wel zeggen dat ik niet zo autogeil meer ben". We hebben het over auto's gehad. Swansea Alleen het produkt is klein. De rest is gigantisch. Dat kan men zeggen in de handel in miniatuur-auto's waar Engeland bij uitstek het land voor is. De economische ziekte, die vrijwel alle geledingen van de Britse economie heeft aangetast, lijkt de fabrieks- poorfcen van de grot» mimdaituurbe- drijven, zoals Dinky Toys, Match Box en Corgi Toys voorbij te zijn gegaan.. De handel ls „booming" zeggen de Britten. Vorig Jaar zette de gehele Britse miniatuurindustrie een be drag om van ruim een miljard gulden, 180 miljoen gulden meer dan in 1973 en de verwachting voor dit Jaar is dat de kassa's nog luider zullen gaan rinkelen. Duizenden Britten vinden werk in deze industrie, die per dag een paar miljoen autootjes produceert. Hoe veel er exact van de lopende banden rollen komt men echter niet te weten. De verkoopdirecteuren van de drie giganten Dinky, Match Box en Corgi zijn op dit punt even vriendelijk als zwijgzaam. De miniatuur-industrie kent vele gehei men en vele manieren om iets geheim te houden. De drie Britse producenten beschouwen elkaar al glaszuivere concurrenten en niet als collega's Nieuwe produkten worden angstval lig achter slot en grendel gehouden totdat de leiding van het bedrijf er voor de volle honderd procent van overtuigd is dat zij het eerder in de etalage kan hebben dan de concurrent, als de snoodaard ten minste van plan zou zijn geweest om de zaak te kopiëren. Men is wel welkom in de enorme fabrieksgebou wen van de producenten maar wordt verzocht geen foto's te nemen. De leek voelt zich hopeloos verloren als hij op bezoek is in het hart van zo'n miniatuur-industrie. Het is de schaal die het "m doet. Voor de rest is het een monsterlijk grote auto-industrie met research- en ontwerp- afdelingen, montagehallen, spuitinrichtingen enzovoorts. Alleen de gedachte al meer dan 200 modellen te moeten produceren, variërend van de gedistigeerde Jaguars tot Buggies en van tankers tot superzware brandspuiten zouden directies van Amerikaanse autofa- brieken a la minuut aan zware hoofdpijn helpen. De directies van Dinky, Match Box en Corgi hebben er mee leren leven. Zij hebben geleerd op him hurken te denken. Zij hebben geleerd door het oog van een kind te kijken, het watermerk van elke speelgoedfabrikant. Het enige waar de miniatuur-producent zich niet aan schuldig mag maken is fantasie. Als hij het bij voorbeeld in zijn hoofd zou halen de Elf Tyrell, waarin Jackie Stewart in 1973 de Grand Prix won, uit te rusten met een ander type wiel dan de originele bolide, kan hij rekenen op letterlijk tienduizenden brieven van kinderen, maar ook van volwassen verzame laars. „Kinderen zijn zeer exact waar het het detail betreft. Zij weten dat vaak' beter dan volwassenen" zegt John Lewis, de publiciteitsman van Corgi Toys, een van de grootste producenten van miniaturen. De miniatuur begint zijn werkelijke leven in de ontwerpvoorproduktle- afdelingen. Daarvoor ls hij ..moge lijkheid". Elke maand komen de Door Tom Schuurmamts marketing-afdelingen van de minia tuur-producenten in geheime zitting bijeen om zo'n vijftig mogelijkhe den" te bespreken. De meeste modellen worden nage maakt van de originele werkteke ningen van de echte autofabrieken met wie een grote mate van samenwerking bestaat. Bij de meer gespecialiseerde modellen, die in het echt niet in 6erie worden vervaar digd, of waarvan de producent er niet over piekert om de werkteke ningen vrij te geven, ligt het wat gecompliceerder. In zo'n geval trekt 'n speciaal team er op uit om het model in alle standen te fotograferen en na te tekenen. Heeft de marketing-afdeling voor een bepaald model het licht op groen gezet gemiddeld zijn dat twee modellen per maand dan maakt de ontwerp-afdeling een prototype, dat vervolgens voor alle andere afdelingen (montage, assem blage, spuiten enzovoorts) wordt getest om na te gaan of het proto-type voldoet aan het ideaal van de marketing-afdeling. Gaan de deurtjes open? Sluit de motorkap zoals het hoort? Is de schaal juist toegepast? Is dat allemaal gebeurd dan beslist opnieuw de marketing afdeling of het model in produktie komt, Ja of nee. In het hele proces is dit de belangrijkste beslissing. In elk model wordt namelijk meer dan 300.000 gulden geïnvesteerd voor 't helemaal rijp is voor de produktie- band. De experts gaan volgens vast beproefde criteria te werk. De belangrijkste overweging is altijd: hoe groot is de speelwaarde van het model? Van zeer groot belang is ook in hoeverre het model reeds bekend is bij het kind. Komt het model voor in een televisieserie of in een film dan is men vrijwel altijd van succes verzekerd. De Aston Martin, waarin James Bond zich als een pijl voortbewoog en die door Corgi Toys werd nagemaakt, betekent een record-ver koop. Tenslotte moet ook de vraag: beantwoordt het model aan het voorbeeld? meer dan bevredigend worden beantwoord. Zoals reeds gezegd: kinderen zijn kenners en eisen precisie. Dat geldt voor een tractor, maar ook voor een gecompliceerde kraanwagen. Als dan eindelijk t licht volledig op groen staan, begint de eigenlijke produktie. Terwijl de reclame-afde lingen beginnen met het model uitgebreid te fotograferen voor publiciteitsafdelingen bestelt de af deling produktie het materiaal, meestal mazak, een speciale metaal legering. Gemiddeld komt de produktie van een model op een jaar te staan. De laatste fase voordat de eigenlijke produktie in sneltreinvaart ge schiedt, is de zogenaamde generale repetitie, waarbij de gehele produk- tie-afdeling aan het proces deel neemt, om na te gaan of er bij de theoretische voorbereidingen geen fouten zijn gemaakt. Net als in een echte autofabriek worden de verschillende onderdelen pas later geassembleerd en gespoten. Daarna worden ze gedroogd. Alles gaat volautomatisch. Is het model klaar dan is het nog twee fasen verwijderd van transport naar de winkels in Engeland, maar ook in Japan, Guatemala, de Veraiigde Staten. Koeweit, Nederland enzo voorts. De Britse miniatuur-auto's gaan naar zo'n honderd verschillende landen. Voordat het model kan worden ingepakt is er een speciale afdeling die zorgt voor de finishing touch. Bij voorbeeld de reclames op de autobussen, politie-aanduidingen op patrouille-auto's enzovoorts. Dan rijden de grote broers voor om de miniaturen in het openbare leven te brengen. Waar ze hun leven zullen slijten op de vensterbanken van de Jongens, in de verzamelingen van de volwassen hobbyisten en op de sjieke schrijftafels van de directeuren van de echte autof abrie ken. Het proto-type komt nooit in de handel. Dat krijgt een plaats in de musea van de miniatuurfabri kanten, zevende hemeltjes voor miniatuurgekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 13