VOLLEDIG VEILIGE AUTO EEK UTOPIE Corolla 30 de Luxe: ruim en compleet ressi ENZAB bv( Ie voelt je een ander mens in een BMW. FEBRUARI 1975 PAGINA 15 (Rob Gorris) Hoge Rijndijk 278 Leiden. Tel. 071 -4 06 97/4 06 98 lp de RAI staat een aantal vei ligheidsauto's. Westduitse, Ja panse, Engelse. Ze zijn niet te koop. Het zijn curiositeiten. Re likwieën van een zeer nabij ver leden. Bewijsstukken van de immense moeite, die de auto industrie zich de laatste jaren heeft getroost om de veiligheid van auto's op te voeren. \ullen al die inspanningen ooit leiden tot een all-round veilig heidsauto? Tot een auto, waar in de mens alle denkbare el lende kan overleven?. De mees te technici geloven er niet in. "Een utopie", zeggen ze b\j- I voorbeeld bij Opel. Vast staat wel, dat de experimen- i ten van de laatste jaren veel ervaringen hebben opgeleverd, die van grote invloed zullen zijn op de toekomstige model len. Veel vindt men trouwens al terug in de huidige modellen. Mficieel ls het begonnen ln de aren '60. Dat wil niet zeggen dat de .utofabrikaoiten zich tevoren in het [eheel niet bekommerden om het en wee van de inzittenden. Maar Ford had al aan den lijve aoeten ondervinden dat „Veiligheid" eer slecht verkoopbaar produkt Er moesten veiligheidsapostelen als Ralph Nader opstaan om het publiek wat wakker te schudden, 'iolen van toorn stortte hij in zijn toek „Unsafe at any speed" uit. rooral over modellen als Chevrolet Corvair en de VW-kever, wagens. de motor achterin, waarin de Amerikanen kennelijk niet gewend raren te rijden. Volgens hem waren e levensgevaarlijk. Zijn kritiek was liet altijd terecht. Maar hij nobiliseerde wel de publieke opinie. iet resultaat was onder andere de ïighway Traffic Safety Act, die in een aantal eisen ten aanzien nieuwe auto's wettelijk vastleg de grote Stoot tot de eigenlijke eiligheidsauto's kwam echter van resident Nixon, die bij het 20-Jarig >estaan van de NAVO als zijn nening uitsprak dat; deze organisa- ziCh niet alleen met militaire jroblemen moest bezighouden. Zijn woorden vonden weerklank. De jroblemen werden onderling ver- eeld. Amerika met zijn 570.000 (doden en drie miljoen gewonden op jde weg, wilde best aan de verkeersveiligheid gaan werken. Ret Amerikaanse ministerie van Verkeer (Department of Transporta- ;ion) kreeg de leiding en ging met /Amerikaanse voortvarendheid aan de slag. Het stelde een eisenpro gramma, waaraan de te bouwen iligheidsauto (Experimental Safety Vehicle - kortweg ESV genoemd) moeten voldoen. Het was een boekwerk van 56 pagina's. Het ging ;en typisch Amerikaanse auto vijf personen met vier deuren i gewicht van zo'n 1800 kilo. De veiligheid van de inzittenden moest worden gegarandeerd bij een botsing met 80 kilometer per uur tegen een betonnen muur; met dezelfde snelheid tegen een andere auto die 120 km rijdt; bij een botsing met 48 km per uur tegen een betonnen muur onder een hoek a 45 graden; bij een achterwaart- aanrijding met 80 km per uur en bij een koprol met 96 km per uur. En dan moet zo"n auto in 12 seconden van 48 tot 112 km per uur kunnen optrekken Eisen die min of meer uit het luchtledige waren gegrepen. De autoindustrie stond er knap scep tisch tegenover. Daarom gingen de bouwopdrachten naar twee omderne- mingen die niets met auto's te maken hadden. Ze bouwden wagens voor kapitale bedragen, die ten slotte meer op tanks dan op gebru iksautomobielen leken. Fair- child en American Machine Foundry hadden natuurlijk lak aan de mogelijke verkoopbaarheid van hun produkten. Dat stond immers niet in het eisenpakket. Maar ook General Motors en Ford bouwden ESV's. Voor één dollar per wagen hadden ze him diensben aan de regering aangeboden. Ze wilden in deze ontwikkeling niet buitenspel blijven staan. General Motors had aan dit project soms 150 man aan het werk, die eindeloos konden putten uit de financiële middelen. Maar hoe ze ook ploeterden, i ekenden en experimenteerden, ze kanden met geen mogelijkheid beneden het gewichtscritrium blij ven. Ze gingen de 1800 kg ver be boven. En mede daardoor kanden ze ook niet voldoen aan de acceleratie- proef. DOOR KOOS POST Opofferen Aan de overige eisen kan vrijwel geheel warden voldaan, maar dat betekende wel het opofferen van veel binnenruimte en comfort, om van de prijs maar niet te spreken. Bovendien ging dit project geheel uit van de veiligheid van de autoinzittenden. Aan de veiligheid van andere weggebruikers werd niet gedacht. Natuurlijk konden Europa en Japan niet onverschillig toekijken naar de ontwikkelingen in de Verenigde Staten. Daarvoor waren hun belan gen op de Amerikaanse automarkt te groot. Ook andere landen stonden op de stoep. Het programma werd derhalve uitgebreid met lichtere modellen. In 1971 werd de eerste internationa le technische conferentie over veiligheidsauto's in Parijs gehouden. De kleinste veiligheidsauto ooit gebouwd, komt van Fiat. Op basis De tweede was dat zelfde Jaar in Stuttgart. Later kwam men eenmaal per Jaar bijeen in Amerika, Japan en Engeland om over de talrijke aspecten van het project van gedachten te wisselen. De eerste oanfereraties werden beheerst door Amerikaanse verklaringen over het project en de verschillende eisen. Maar toen de ontwikkeling van de veiligheidsauto's verder ging, ont stond er duidelijk verschil van inzicht bij de technici. Er kwam een storm van kritiek los. Vooral op de vreemde vehikels die Fairchild Hiller en American Machine Foun dry als veiligheidsauto's hadden gedeponeerd. Bovendien bleken de luchtkussens, die in de prototypes als superveilig waren aanbevolen, niet zo best te functioneren. Bovendien komen er van Europese en Japanse zijde diverse extra moeilijkheden naar voren. Het duidelijkst werden die geformuleerd door Opel. De Westduitse fabriek van General Motors was bezig geweest met de constructie van een „Europese" veiligheidsauto op basis van de Kadett. Het bleek echter onmogelijk zoiets gereed te krijgen. Als aan alle normen was voldaan, dan werd deze auto langer, zwaarder en duurder dan de Opel Commodo re. „De gekozen weg kan niet de Juiste zijn", concludeerde men. Chef. C. S. Chapman van de ontwikke lingsafdeling zei reeds in 1972: „Auto's uit de prijsklasse van 7000 mark kunnen niet ineens meer dan 10.000 mark gaan kosten. Dan wordt autorijden weer een privilege van de welgestelden." Maar dit mocht volgens hem niet betekenen dat de minder bedeelde het dan maar zonder veiligheid zou moeten stellen. Er zouden volgens hem andere methoden moeten worden gebruikt. Renault heeft ook een veiligheidsau to, maar de filosofie achter deze wagen is verschillend van de Amerikaanse. Tevoren werden 2000 verkeersongevallen, waarvan alle gegevens beschikbaar waren, nauw keurig geanalyseerd. Bijzonder werd gekeken naar heit gedrag van het materiaal. De gevolgen van de ongelijkvormigheid van de voertui gen werden in ogenschouw genomen. De relatie voetganger-auto werd bepaald. Collectief Van ai de resultaten van die onderzoekingen werd (en wordt nog) nagegaan in hoeverre bepaalde oplossingen van invloed zijn op de kostprijs en op het gewicht van de wagen, en of deze oplossingen op industriële schaal kunnen worden toegepast. Veel oplossingen zijn alleen van nut, zo meent Renault, wanneer van collectieve toepassing kan worden uitgegaan. Daarom noemt Renault met nadruk haar veiligheidsauto geen ESV «Experimental Safety Vehicle), maar BRV (Basic Research Vehicle). Uitgegaan werd niet alleen van de veiligheidseisen waaraan auto's in de nabije toekomst moeten voldoen, maar tevens van de eis dat een dergelijke auto ten minste over alle comfort, ruimte en utilitaire eigen schappen zou moeten beschikken waaraan de hedendaagse automobi list veel waarde hecht. Renault staat niet alleen in die naamsverandering, die een gewijzig de houding ten opzichte van de veiligheidsonderzoekingen moet on derstrepen. Vrijwel overal warden de volgens de stringente eisen gebouw de ESV's nu als museumstukken gezien. Er wordt nu meer van de praktijk dan van de theorie uitgegaan. Opel spreekt dan ook van Opei Safety Vehicle (OSV), Volvo van Volvo Experimental Safety Car (VESC), Nissan van Nissan Safety Vehicle (NSV) en British Leyland van Safety Research Vehicle (SRV). Bij Volkswagen heeft men de ontwikkeling van de tweede veilig heidsauto - de ESV W II (te zien op de stand van Pon op de RAI) - met opzet parallel laten lopen met de ontwikkeling van de Golf. Voor deze ESVW H had men de volgende eisen op het programma: inzitten den moeten een botsing tegen een muur met 64 km per uur overleven, zo ook een tegen een paal met 50 km; een zijdelingse botsing met een andere auto die met 50 km onder een hoek van 45 graden tegen de deur botst; een botsing met een auto aan de achterzijde met 50 km per uur een frontale botsing tegen een zware auto met 100 km per uur en een over de kop slaan. Dat leverde een wagen op die 15 procent zwaarder woog dan de Golf, 15 procent meer benzine gebruikte en 30 procent duurder zou worden. Alle veiligheidsaspecten heeft men dus niet kunnen inbrengen in het seriemodel, maar wel een aantal. Fiat heeft ook flinke stenen bijgedragen aan het ESV-ProJect. De Italiaanse fabriek - uiteraard meer dan normaal geïnteresseerd in kleine en kleinere modellen - bouwde veiligheidsauto's op basis van de Fiat 500, Fiat 124 en Fiat 128. Op de laatst gehouden ESV - conferentie vorig Jaar in Londen, moesten de mensen uit Turijn erkennen dat ze ondanks al hun pogen geen auto's binnen de gangbare gewichtsklasse hadden kunnen realiseren. Al him ESV's kwamen zo'n 30 tot 40 procent zwaarder en ook aanzienlijk duurder uit. Gezien het belang van de kleine auito voor de massamotori- Bering, pleitten de Italianen voor realistischer eisen, die meer zouden zijn aangepast aan de sociale werkelijkheid. We hebben iemand van Ford eens horen verzuchten hoe moeilijk het is om het in Europa iedereen naar de zin te maken: „Er bestaan hier drie verschillende reeksen wettelijke voorschriften, waarvan enkele of alle van toepassing kunnen zijn op een automobiel voor de Europese markt. De wetgeving van de Europese Gemeenschap, de regle menten van de Economische Com missie voor Europa (een instituut van de Verenigde Naties) en natuurlijk de afzonderlijke nationale voorschriften." En Renault zegt: „Van groot gewicht is vooral ook de industriële toepassing van de gevonden veilig heidsvoorzieningen. Ten aanzien van de vervormbare voor- en achterzijde is dit stadium al bereikt, mits de overheid de bestaande eisen niet onnodig verder gaat verzwaren.' Maar daarnaast zijn nog vele problemen ten aanzien van de veiligheid van auto's niet geheel opgelost. De voetgangers-agressivi- teit van de auto bijvoorbeeld is een nog levensgroot overeind staand probleem. Over de onderlinge gelijkvormigheid van auto's zal nog veel moeten worden gepraat. De beveiliging bij zijdelingse botsingen is een zaak die nog lang niet is opgelost. Zo kunnen er nog meer punten worden opgenoemd, die nog verbetering behoeven. Bovendien is hier de psychologie van de autobestuurder geheel onbesproken gelaten. Maar ergens in de lijvige literatuur die al over dit onderwerp is verschenen en zeker nog vele malen vermenigvuldigd zal worden, vonden wij de opmerking dat iemand met een fles explosieve stof ongetwijfeld voorzichtiger zal omgaan dan met een fles water. De automobilist die zich veilig en beschermd weet in zijn schier onaantastbare kooiconstructie, zal onwillekeurig wat minder nauwkeu rig te werk gaan dan iemand die zich voortdurend van gevaar bewust Drie partners Realistisch Een soortgelijk geluid kon men ook horen van Lord Stokes, de topman van British Leyland. „Onze benade ring van autoveiligheid is geheel gericht op de ontwikkeling van realistische oplossingen tegen realis tische kosten. De factor kostprijs is uiterst belangrijk. Een auto die het toppunt van veiligheid is, maar niet meer betaalbaar voor de gemiddelde automobilist, ls niet meer dan een en uitsluitend academische studie". Volvo en Mercedes-Benz - de twee merken die de meeste bekendheid hebben verworven door hun veilig heidsonderzoek - gaan nog verder. Ze zeggen dat ze in hun laatste produktiemodellen zoveel van de ervaringen met de veiligheidsauto's hebben ingebouwd, dat ze voorlopig alle aandacht op deze seriemodellen zullen richten en geen ESV's meer zullen bouwen. Zo ziet men hoe de eerste vrijwel louter theoretische benadering van de Amerikanen, in de loop van de laatste vijf Jaar is omgebogen naar een veel realistischer aanpak. Maar dan zullen ook de nationale en supra-nationale overheden zich daarbij moeten aanpassen. Trouwens in dit hele spel van ESV's is alleen het voertuig aan bod. Maar in het verkeer spelen drie partners mee: de mens, de weg en het voertuig. De filosofie achter de eerste veiligheidsauto was, dat de mens het recht heeft op volledige bescherming. Ook wanneer hij fouten maakt. Een gedachtegang, die echter niet overal geheel wordt gedeeld. Volgens een blad van Toyota is „Japan doordrenkt van de Oosterse of Boeddhistische filosofie die de nadruk legt op beperkte verantwoordelijkheid van de ander, en gelatenheid wanneer iemand bij een ongeluk gewond raakt." Maar hoe men het ook wendt of keert, de menselijke fouten zullen nooit kunnen worden uitgeschakeld. En over de weg zullen we het hier ook niet hebben. Want al wordt er steeds harder geroepen over ver keersonveiligheid, er komen minder middelen voor wegenbouw en verkeersvoorzieningen beschikbaar, terwijl verbetering van de weg toch ook mogelijk zou zijn. We denken bijvoorbeeld aan gemakkelijk af breekbare bermplankjes. We zeiden het reeds, er is over veilige, veiliger en de veiligste auto's de laatste Jaren enorm veel geschreven. En er zullen nog veel woorden bijkomen. Maar het blijft gelukkig niet bij woorden. Men kan dat zelf op de RAI zien, wanneer men de tentoongestelde vei ligheidsauto's vergelijkt met de serie modellen. Ook Japan deed mee in de algemene race van de veilig heidsauto. Zo bouwde Toyota een veiligetweezitter. i De E.S.V., die door General Motors voor één dollar aan hpnpra Mnfnrc Amerikaanse regering werd geleverd. Zo'n 150 man werk- vgiigiui I iuiuij Un met ongeiimiteerd budget aan. Maar ze slaagden er niet in beneden de 1800 kilo te blijven. British Leyland van de Marina. "Zoeken naar realistische oplossingen tegen realistische kosten." Bewijs? Maak 'n proefrit! In een van de BMW's Nieuwe Klasse, in een BMW Grote Klasse of in een onze kleinere BMW's. Kom langs of bel ons even op en wij rijden bij u voor. BMW verkoop èn service: Mercedes heeft enkele Marra/jpe veiligheidsauto's gebouwd, riCllCUCi maar u er mee gestopt. "Nu alleen nog seriemodellen." De kleinste veiligheids- auto op basis van de Fiat 500. "Anderhalf keer zo zwaar en duur." Louwman en Parqui uit Leidschen- dam viert op deze RAI met Toyota tweede lustrum. Tien maal stond Toyota op een RAl-tentoonstelling, tn 1965 werd een schuchter entree gemaakt. Een bescheiden verkoop van nog geen duizend automobielen was dat jaar het gevolg. Maar zes Jaar later werden al meer dan 12.000 To yota's verkocht en de laatste Jaren zelfs ver over de 20.000. En in Leidschendam wordt naar- meer ruimte gecreëerd, want men rekent er vast op, dat die aan tallen nog verder zullen gaan stijgen, van de ijzers in het verkoop- is de kortgeleden nieuwe serie Corolla 30. Een zeer volledige mid denklasse auto tegen een scherp con currerende prijs. Technisch is er niet zo bijster veel verschil met de al bekende Corolla 1200 - die gewoon in produktie blijft - maar voor het overige zijn er veel punten van onderscheid o.a.: 5% om langer en 7 cm breder. Daardoor ook van binnen wat ruimer. Spoorbreed te en wielbasis werden ook groter wat de wegligging weer ten goede kon komen. En dan is de wagen natuurlijk weer erg compleet. Wij reden de Corolla 30 de Luxe en daarin vonden we standaard - een drukknopradio, zon werend glas. achterruitverwarming, ingebouwdde hoofdsteunen, een be- kraohtigd gescheiden remsysteem en een snufje aan de rechter voorsteel waardoor deze bij fcerugklappen au tomatisch naar voren schuift. Erg gemakkelijk voor het instappen van de passagier achterin. En dat alles voor op één gulden na tienduizend gulden. Deze redelijk ruime wagen wordt voorgestuwd door een viercilinder wa- tergekoelde lijnmotor van 1166 cc, die 73 SAE-pk kan produceren. Geen bijster felle krachtbron, want de wa gen komt nogal traag uit de start blokken. Ook een krachtbron, die zijn aanwezigheid best wil verraden, vooral bij hogere snelheden. Dan komt er nogal wat rumoer onder de motorkap vapdaan. Trouwens, het geluidsvolume is niet de enige reden waarom wij er de voorkeur aan geven het met deze Corolla 30 de Luxe wat rustiger aan te doen. Als men maar beneden de 100, 110 kilometer blijft dan is het namelijk een bijzonder prettige ge- bruikswagen. Dan is de motor rustig en heeft men de wagen goed in de hand. Boven die snelheid krijgt men niet alleen een overdosering kabaal in de oren gestopt, maar wordt ook het stuur karakter wat zweverig. Een merkwaardig euvel, dat men bij tal, Ja bijna alle Japanse wagens aantreft. Misschien heeft het te ma ken met de stringente snelheidslimie ten in het land van de rijzende zon, zodat men niet zoveel aandacht aan dit facet van het rijden heeft ge schonken. In elk geval vonden wij die hinderlijke levendigheid ook weer in deze Corolla terug. Wat voor een deel ook wel te wijten zal zijn aan het niet zo grote veer- comfort. Daar ook de stoelen aan de harde kant zijn overigens wel goed van vorm dan kan men be grijpen, waarom wij met deze To yota de voorkeur geven aan wat rus tig peddelen. En dan is het een machtig prettige wagen, dat geven we grif toe. Handig te sturen, meesterlijk te schakelen, heel gemakkelijk te bedienen. Met flinke ruimte zowel voor inzittenden, als voor bagage. Ziet er van binnen en van buiten goed uit. Is soms wat moeilijk te ventileren. Nogal ge voelig voor zijwind. Maar is relatief goedkoop en doet het ook in het gebruik goed. Wij kwamen aan 1 op bijna twaalf gemiddeld. Er zijn in totaal zes versies van de ze Corolla 30 op de markt: van de Economie (f .9495) tot en met de hardtop coupé SR (de enige met een motor van 83 SAE-pk, maar die ko6t dan ook 111.799).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 15