„Ze weten wie je bent:
de wijkagent. Dag Jan!"
dat is zo belangrijk"
BENTVELZEN:
VAN DER VEER
„Je hebt vertrouwen;
Sociale
EHBO-post
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1973
Geef die slopers een veldje. D>
Hoofdagent (Jan) Bentvelzen,
47 Jaar. ooit binnenschipper en
via de marine naar de politie
gegaan. "Al die tijd op zee; Je
gezin lijdt eronder." Werkt 20
Jaar in Leiden. Is een man uit
het Westianid. Prettig, goedlachs
hoffelijk en rustig. "Produceert
de opmerking bij een man die
't nieit al te best met zijn echt
genote kan vinden: "Jongen,
als Je verliefd bent, kan Je me
kaar wel opvreten. Als Je ge
trouwd betnit, detnik j<e: had ik het
maar gedaan."
Werkt in Noord en de Trans-
vaalbuunt. Zwaait maar men
sen, die hem Jan of agent Jan
noemen, geeft iemand op zijn
donder, legt huisbazen kalm en
geduldig uit wat de rechten van
de ondierhuurders zijn, loopt
zich een rotje voor de autoslo
pers in de Marnixstraat om een
oplossing voor hun probleem te
vónden.
"Dat is nou één van die din
gen hè. Die Jongens hebben dit
\n is het afgelopen.
vak nou eenmaal. Ze mogen op
straat niet slopen. Wat doen ze
nu? Op twee grote vrachtauto's
werken ze. Dat is hun brood,
dat moet Je goed beseffen. Ik
heb gezegd dat ze die knapen
een veldje moeten geven. Dan
is het afgelopen. Maar nee hoor.
Keer op keer worden ze bekeurd.
Ach, het stadhuis. Hou op. Ik
sta achter deze Jongens."
Sloper Jan: "Als het niet snel
verandert, ga ik by de burge
meester voor de deur Staan
werken."
Wijkagent Bentvelzen: "Doe
dat nou niet Joh. Ik kan het me
wèl voorstellen.'1
Wat Bentvelzen heeft gedaan
gekregen, laat-ie trots zien. In
de Bloemfonteinstraat bijvoor
beeld. Aam één karnt is er een
Stopverbod gekomen. Dait zijin
grotendeels mensem die met de
auto naar het station komen.
Kijk nou eens op dat veldje daar
wat een troep.
Als ze achter Alberts Cor
ner de boei eens gaan egalise
ren en ze halen ook zoiets uit
met het Schutterveld, nou. dan
heb Je een parkeerruimte waar
je u tegen zegt. Menig grote
stad is hartstikke Jedoeire. Rijd
nou eer« mee naar het Schut
tersveld. Ei- zijn al zoveel plan
nen voor geweest. Kijk, met het
"Spel zonder Grenzen" konden
ze wel binnen de kortste tijden
een veldje egaliseren. Snap Je
wat ik bedoel?"
Wijkagent Bentvelzen neeft
ook arrestatiebevelen bi] zich.
Een ernstig woord voor een
kleine zaak. Meestal verkeers
boetes, die hoog zijn opgelopen
eh nooit betaald. Dat gaat dan
vaak op afbetaling: iedere week
een tientje. "Op die manier kom
Je met de mensen in contact
en leer je hun probleempjes
kennen. Je helpt ze en ze weten
wie Je ben. Dat is de wijkagent,
ha. dag Jan. Ik houd van deze
buuiit, Weefc Jè."
"Er gaan geregeld ruiten stuk door die fietsen. Zo'n rotgezicht"
Hoofdagent (Frans) van der
Veer, 46 jaar, via de marechaus
see bij de politie. Ongeveer 20
jaar in Leiden. Is een Fries. Een
beetje stug in het begin, maar
later goed op zijn "praatzadel".
Is groot en boezemt ontzag in.
Ontzettend rustig, erg mense
lijk. Kan vriendelijk autoritair
optreden. Zegt vaak: "Dat re-
gei ik wel eventjes" en "Laat
dat maar aan mij over".
Werkt in de Juwelenwijk en
het Morskwartier. Flats. Veel
huwelijksmoeilijkheden. Maar
ook: de Stadskwekery aan de
Nachtegaallaan. Hij houdt erg
veel van planten en komt van
zelfsprekend vaak even een
praatje maken. Informeert of
hert nu al bekend is dat de kwe
kerij moet verdwijnen (omdat
het meer kost dlam het oplevert)
Dat schijnt zo te zijn. Maar het
hele zaakje wordt overgeheveld
naar CRM en blijft rustig be
staan.
"Ik kan moeilijk afstand nemen
van de problemen. Soms zie ik
het zitten, soms heb ik er de
de balen van. Maar je hebt het
vertrouwen van die mensen. En
dat is zó belangrijk. Dan is het
weer fijn om te doen. Kijk, er is
hier een jong gezinnetje. Hij
zoop veel en zij had dus alle
hoeken van de kamer gezien.
Op een gegeven moment komt-
ie thuis en slaat alles aan bar
rels. Surveillancedienst erbij.
Die hebben de zaak gesust. Af.
Klaar. En op dat moment ben
je blij dat je wijkagent bent. Ik
ben er een paar dagen later eens
naar toe gegaan. Heb alles ge
hoord en gezegd dat ik iets ging
doen. Binnen een half Jaar was
het geregeld. Het is een verrekt
leuk stel. Laten we er een kop
koffie gaan drinken." Is ontzet
tend trots, als-ie hoort dat al
les gaat zoals het boekje voor
schrijft. Is dan echt "Oom
Agent".
Is verbaasd over de verkeers
regeling bij het AZL. Er is daar
namelijk éénrichtingsverkeer en
de taxi's en bezoekers van de
polikliniek moeten in vreemde
bochten weer op de Wassenaar-
seweg zien te komen. Met de
eigenaar van "De Posthof" is
gepraat en die wil best een stuk-
Je trottoir prijsgeven om een
doorsteek te maken voor auto's
om chaosverwekkende toestan
den (dagelijks) te voorkomen.
Maar er staat een grote boom.
Die kan van Van der Veer rus
tig blijven staan. Mensen die
belangrijker zijn en niet dage
lijks langs die plek komen, vin
den van niet. En zijn dus tegen
het voorstel.
Vindt het ook vreemd dat de
flat aan het Diamantplein, hoek
Opaalstraat nog steeds geen
fietsenfclemmen heeft. "Dat heb
ik helemaal doorgesproken met
de huismeester- ik ben zelfs
naar de makelaar gegaan. De
huismeester en de wükvereni-
gng vonden het een best plan.
Het zou worden onderzocht. Dus
nog niets hè? Er gaan geregeld
ruiten stuk door die fietsen
Zo'n rotgezicht."
Door
Paul Wolfswinkel
en
Jan Holvast
LEIDEN Sinds 1 Januari 1972
kennen we in Leiden de wijkagent.
Er is duidelijk behoefte aan zo'n
man: dat is onderhand wel geble
ken. Eigenlijk is hij een soort vere
delde Manus van Alles.
Hij gaat achter burenruzies aan,
laat afrasteringen bij een spoor
baan maken, houdt contact met de
bestuurderen van een wijkvereni-
ging, spoort baldadigheid op en is
vaak een grote hulp voor de mensen,
die niet weten waar ze met hun
moeilijkheden naar toe moeten.
De Leidse politie heeft op dit mo
ment acht wijkagenten in zes wij
ken.
Dat zijn:
1) De Professorenwijk, de Burge-
meesterswijk, de Rivierenbuurt tot
aan de Hoge Rijndijk.
2) De Waard, de Kooi en de Me-
renwijk.
3) Noord en de Transvaalbuurt.
4) Rijnsburgerweg, Morskwartier
5) Zuidwest.
6) Binnenstad.
Wijk 2 beschikt over een klein
kantoortje in de Merenwijk. Er zijn
daar twee agenten werkzaam. Ook
Wijk 3 heeft trwee agenten, van wie
er één tijdens de veemarktdagen op
de Groenoordhalterreinen aanwezig is.
De wijkagent is niet voor 100 procent
wijkagent. Twintig procent van zijn
tijd is hij op het hoofdbureau cen
tralist bij de centrale meldtafel. Een
functie die perfect bij hem past: hy
is een oudere agent, hij kent de stad
door en door, hij is zeer ervaren en
kan aan dev meidtafel overzien hoe
ernstig (of niet) de 6ttuatie is. Het
werk dat hij dan doet, kan hy met
een weer vergeten, als ie naar huis
gaat. "Er blijft niets bij ze hangen;
ze hebben geen zaken waar ze thuis
ook nog mee bezig zijn", zegt hoofd
inspecteur Erenst van de surveillan
cedienst. "In hun wijk hebben ze
vaak genoeg al zo ontzettend
veel dingen waar ze thuis nog aan
denken, die ze nog aan het verwer
ken zijn. Vandaar dat we bewust
hebben gekozen voor die meldtafel-
functie. Dan rusten ze geestelijk wat
uit."
Vertrouwen
Een wijkagent is de man die op zijn
fiets of te voet opereert. Tact, geduld
en soms wel eens een ferme vloek
zijn wapenen om het vertrouwen
van de wijkbewoners in te boezemen.
Dat woord "vertrouwen" komt in
het gesprek met Erenst (en later ook
tijdens de surveillances met de wijk
agent zelf) herhaaldelijk terug. Heeft
Vreemde verkeerssituatie bij De Posthof.
Te hooi en te gras parkeren: een doom in het oog.
de agent dat vertrouwen niet, dan
kan hij beter een andere baan gaan
zoeken.
De wijkagent wordt natuurlijk
vaak vereenzelvigd met het oude be
grip "Oom Agent". Maar dat is een
woord dat men liever niet wil ho
ren. Het is geen oubollige dorpsveld
wachter.
Erenst ziet een ontstellende toena
me van geïrriteerdheid bij de bur
gers. Vooral bij mensen die in flats
wonen. Problemen in het huwelijk,
burenruzies enz. komen het meest
voor in ilatwijken. Daar ligt dan een
bijzondere grote taak voor de wijk
agent. In de loop van die tyd heeft hy
die mensen en hebben de mensen hem
leren kennen. Ze zien in hem een
soort maatschappelijk werker. Niet
iemand die pasklare oplossingen kan
bieden, dat niet. Maar wel iemand
die de "weggetjes" weet.
Vandaar dat Erenst het geen gek
idee zou vinden de wijkagent op
een gegeven moment te laten sa
menwerken met een "echte" maat
schappelijk werker. De wijkagent
kan dan terugvallen of doorspelen.
Maar Ja^ dat is toekomstmuziek,
Waarom? Personeelsgebrek. Commis
saris Bar ends deelde het ten over
vloede vorige week nog eens mee tij
dens een vergadering van de politio
nele commissie. Hij merkte op dat
mensen als Pater De Ponti (die in
Noord werkt) zeldzaam zijn. Men
sen dus die met him geheel eigen op
vattingen over maatschappelijk werk
ware wonderen verrichten.
Instituut
Het is duidelijk dat het systeem
(beter nog: instituut) wijkagent niet
geheel voldoet. De man kan niet te
rugvallen op iemand; hij is iedere dag,
thuis, bezig met de problemen die
hij heeft ontmoet. En de kans be
staat dat de agent overspannen
raakt. Zozeer is hy betrokken by
"zijn" mensen (ook emotioneel)Het
is heus geen gemakkelijk baantje.
In 1972, bij de start, was het een be
geerde Job. Maar dat sleet snel en
ook de Jaloezie van de collega's be
staat niet meer. "Ze weten dat het
razend moeilijk is en dan staan ze
heus niet met z'n allen te springen
om het ook te gaan doen", zegt
Erenst.
De wijkagent wordt goed gevolgd
en begeleid. Iedere dag komt hij op
het bureau, hoort wat er te doen
staat, praat met wat mensen die hij
nodig heeft en stapt de deur weer
uit. Hij werkt óf van 8-4 uur (over
dag) óf van 4 tot 11 uur ('s-
vonds). Iedere dag moet hij ook een
wijkrapport inleveren, met daarin al
le dingen die hij heeft gedaan. Op
het bureau zijn er frequent wijk
dienstbesprekingen.
Bij voorkeur woont de wijkagent
niet zelfs in de werkwyk, om onno
dige en zelfs lastige bezoekers piet
de gelegenheid te geven hem veelal te
onpas op te zoeken. De wijkagent
zou anders een etmaal in de dienst-
pantailon kunnen lopen. Endlie din
gen zijn al duur genoeg.
Functie
Een stukje tekst, zoals dat te le
zen staat in de "functiebeschrij
ving voor de wijkagent" van de Leid
se politie:
"Surveillance (te voet of per fiets)
bemiddeling en hulpverlening, be
handeling van ruzies en twisten toe
zicht op het leefklimaat in de wijk
(milieu, overlast enz.) uitvoering,
van controles, verzamelen van ge-
gegevens voor de overige diensten
hulpverlening bij assistenties en on
derzoeken".
Dat kan dus betekenen dat de wijk
agent helpt met het oversteken op
drukke wegen, dat hij invaliden te
hulp schiet, maar dat kan evengoed
betekenen dat hij bouwterreinen be
waakt, sociaal zwakken en crimine
len extra in het oog houdt (vooral
hier is hij een vertrouwensfiguur)
en sluitingstijden van cafés in de ga
ten houdt. Het is per slot zijn wijk,
en hij kent alle voordeuren en de
mensen die erachter wonen.
Het jaarverslag van de wijkdienst,
zegt ondermeer: "Door de groeien
de nivellering tussen de burgerij en
de wijkagent komt de burger sneller
raad vragen aan de wijkagent. Ook
de openbare instellingen, zoals Huis
vesting en de Sociale Dienst vroe
gen vele keren bemiddeling aan de
wijkagent. In het bijzonder als het
ging om ontruiming van kraakwo-
ningen en om de achtergronden van
de huurschulden te signaleren.
Door deze contacten met de bur
gerij kwamen vaak interessante mel
dingen binnen. Deze meldingen wer
den dan door de betrokken wijkagent
zelf of door de adjudant aan de be
langhebbende afdeling doorgege
ven. Gesteld kan worden dat door de
goede contacten, die ook de wijk
agent met de burgerij heeft, waaron
der zeker ook louche figuren uit de
wijk gerekend kunnen worden, een
betere begeleiding kon worden ge
geven. Dank zij deze begeleiding,
kwam er meer rust in de wijken.
Het aantal uren dat de wijkagenten
in de diverse wijken werkzaam
zijn geweest bedroeg 6105 (in 1973:
5934). Het aantal klaohten dat door
droeg 674 (665). Door de zorg van
de leden van de wijkdienst werden
57 (65) autowrakken verwijderd. In
34 gevallen (was 81) woonden de
wijkagenten vergaderingen of bijeen
komsten bij van wijk- en buurtver
enigingen".
Zeer duidelijke cijfers.
Ook aan de Politie-academie
wordt gesproken over de wijk
dienst. Onlangs schreef E.
Weenk, nu inspecteur van de
gemeentpolitie in Dordrecht een
scriptie over de wijkagent.
Hij somt voor- en nadelen voor
korps en wijkagent op en zegt
dan dat door het vele maat
schappelijke leed dat de agent
ziet, het vaak moeilijk is om
zich daarvan te distantiëren.
De wijkagent zal vaak een so
ciale EHBO-post zijn voor ge
vallen waarvoor (nog) geen op
lossing is gevonden.
Maar hij zegt ook: "Met betrek
king tot de sociale vaardigheid
ontbreekt er bijna in alle ge
vallen voldoende kennis. In ver
band met gebrek aan op deze
vaardigheden gerichte ervaring.
Ervaring in maatschappelijk
opzicht doet de wijkagent wel
op in de surveillancefunctie,
maar dan voornamelijk gericht
op aspecten als: herstel van de
maatschappelijke orde en het
terugdringen van de maat
schappelijke onrust in een con
crete situatie naar een accep
tabel niveau. De levenservaring
van de wijkagent zelf steunt
hem natuurlijk wel, maar hij
komt, uitgezonderd in een ver
balisering ssituatie veelal in
contact met personen die een
ander beeld en een andere visie
hebben ten aanzien van de
maatschappelijke en sociale or
de en verhoudingen. Bevendien
ligt de maatschappelijke inte
resse van de wijkagent door
gaans op een ander vlak."
Weenk vraagt zich ook af of het
wel raadzaam is de wijkagent
na enkele jaren over te plaat
sen of uit zijn functie te ont
heffen. Hij vindt dat de wijk
agent niet eerder dan een jaar
in zijn iDijk gewerkt te hebben,
in staat moet worden geacht
alles van zijn wijk en zijn be
woners te weten. Die vraag heb
ik voorgelegd aan beide wijk
agenten, die ik vergezelde. De
één gaf te kennen tot zijn pen
sioen door te wilen gaan, de an
der was van mening dat je van
tijd tot tijd moet wisselen van
junctie. Maar: aan zoie ligt dat?
Aan de man of aan de wijk
waarin hij opereert? Laten we
het maar op het laatste hou
den.
Twee dagen op de pedalen met
DE wijkagent. Een dag zeur
derige rotregen en veel wind;
eèn dag storm. Resultaat: spier
pijn van het fietsen (dat ik toch
veel doe). En opletten. Want ïk
ben een slecht weggebruiker.
Twee dagen handen uitsteken
en als een "diender" fietsen.
Een belevenis op zichzelf.
Én in die twee dagen heb ik een
grote bewondering gekregen
voor beide agenten. Luisteren
is hun grote gave, opkomende
woede-uitbarstingen gaan even
zo snel weer over in een glim
lach. De indruk "alles is be
trekkelijk" komt in je op. Maar
ho, even, dat is het niet: het
verbergen van gevoelens is ook
een gave, die je in sommige be
roepen nodig moet hebben.