voor twee generaties schrijnende armoede 'Economisch wonder' werd gruwelijke werkelijkheid ZATERDAG 1 FEBRUARI 1975 PAOINA 15 Jelem fAracajuS I L I M h Brasilia /ilhéos»I— Sv j Caravellas"! Bello Horizon^e V\ /Victoria 5aoPaulo.i-^C?-mpOS— RIOdeJaneiro XvlCurityba ÜsBo'rja «^ortoAlegr :?-\jRio Grande 'ZUID-AMERIKA. daarop volgende Jaren tevergeefs trachtten te organiseren en tenslotte in 1964 door de militairen horig werden gemaakt. Want de nieuwe machthebbers wilden ten koste van alles een ideaal investeringsklimaat scheppen. Dat wil zeggen, de werknemers moesten niet zeuren over lonen en over sociale of collectieve voorzieningen, maar wer ken of werkloos worden, al naar gelang dat het bedrijfsleven uit kwam. En aangezien men voor alles een passende redenering kan vinden, werd ook voor het Braziliaanse model een redelijk klinkende uitleg gegevenhet nationaal produkt moest snel worden opgevoerd door buitenlands kapitaal te laten binnenvloeien. Een betere inkomens verdeling zou leiden tot een afremming van de besparingen en dus van de investering en daardoor de economische groei. De welvaart kan pas verdeeld worden over een generatie of twee, aangezien de dan te verdelen koek groter is. Het nationaal produkt nu al iets eerlijker te verdelen, zou de armen niet noemenswaardig rijker maken, maar de rijken wel een stuk armer, waardoor de binnenlandse afzet markt benadeeld zou worden en daarmee de nationale groei. Praktisch gevolg van deze redene ring is dat de produktie van de automobielfabrieken voor 72,5 pro cent bestaat uit luxe auto's voor de bovenlaag van de bevolking en voor de export (gezien de loonkosten en het gunstige belastingklimaat is het voor Volkswagen-fabrieken gunstiger in Brazilië te produceren en in West-Duitsland de fabrieken gedeel telijk te sluiten), terwijl het aantal vrachtwagens en tractoren dat sinds 1964 werd vervaardigd regelmatig afnam. Winst Geheel afgezien van het feit dat de economische politiek van de Brazi liaanse regering onmenselijk is (want hij die beslist dat de twee generaties. d.w.z. een paar honderd miljoen mensen, kunnen creperen, is in ieder geval zelf geen orepeerge- val) gaat het model ook niet op. Want de buitenlandse in vesteerders hebben zo'n vrij spel dat de kapitalen op den duur in sneller tempo het land verlaten dan ze er binnen komen, aangezien de winst voor het oprapen ligt en vrije winstovermaking naar het buitenland geen haarbreed in de weg wordt gelegd. Chileense economen hebben bere kend en ze zijn daarin nooit bestreden, ook niet door hun felste tegenstanders dat de Amerikaan se kopermijn-industrieën. Anaconda en Kennecott Copper ten tijde van het presidentschap van Allende in de loop van enkele decennia reeds vier miljard dollar winst hadden gemaakt op een begin-inves- tering van dertig miljoen dollar. Dezelfde verschijnselen kan men in Brazilië constateren: zo liep de schuld aan het buitenland tussen 1964 en 1972 van 3,1 miljard dollar op tot 9,5 miljard dollar. De uitgevoerde winst steeg volgens de officiële gegevens van 84 miljoen tot slechts 164 miljoen dollar, omdat de buitenlandse investeerders de kan sen aangrepen massale aankopen te verrichten en waar nodig hun investeringen te verdiepen. De Braziliaanse regering, ook niet gek, begreep natuurlijk heel goed dat haar economisch model niet bepaald enthousiasme wekte MJ het gros van de bevolking en op haar manier reageerde ze met behulp van drie oplossingen, waarvan een in het buitenland en twee in het binnen land. Gevaarlijk In het buitenland volgt Brazilië nu precies hetzelfde patroon als big brother Noord-Amerika. Braziliaanse kapitaalverschaffers, daarin actief bijgestaan door de overheid, zoeken zich in de nabuurstaten eenze|fcde markt als de Verenigde Staten op het gehele Latijns-Amerikaanse continent doen. Vandaar dat Brazi lië in Zuid-Amerika beschouwd wordt als een imperialistische en zeer gevaarlijke mogendheid. Die faam heeft het land te danken aan zijn actieve deelname aan de staatsgrepen in Bolivia, ürugay en waarschijnlijk ook in Chili, alsmede aan de export van Braziliaanse folteraars naar deze landen. In bepaalde delen van Bolivia speelt Braziliaans kapitaal nu reeds een grotere rol dan Amerikaans kapi taal. Op binnenlands gebied werden in 1972 landhervormingen aangekon digd in het feodale noordoosten, waar honger, ziekte, werkloosheid, prostitutie (volgens missionarissen heeft 98 procent van de bevolking syfilis) en massale sterfte volstrekt normaal zijn. De grootgrondbezit ters, die meer dan duizend hectare grond bezaten werd gevraagd hun medewerking te verlenen aan een programma van landhervorming. Ze mochten zelf kiezen welk gedeelte van hun land (tussen de 20 en 50 procenten) ze wilden verkopen aan de staat. Die landhervorming is op niets uitgelopen en dat was te voorspellen. De regering wilde de grootgrondbezitters uiteraard niet voor het hoofd stoten en had daarom zo'n beperkt programma dat niet meer dan 3000 landloze gezinnen van de landhervorming profiteerden, terwijl er naar schat ting anderhalf miljoen gezinnen in het noordoosten geen land hebben. Het tweede binnenlandse antwoord van de regering was de ontsluiting van het Amazone-gebied. Dit drama is een hoofdstuk apart. 1 "De huidige sociaal-economische structuren in Brazilië zijn I gebouwd op onderdrukking en onrechtvaardigheid, als gevolg van een kapitalisme dat afhankelijk is van grote internationale machtscentra. Binnen ons land doet een kleine minderheid, die zich verbonden heeft met het internationale kapitalisme, zijn uiterste best om met alle mogelijke middelen een situatie Paradijs te handhaven, die ten gunste van hen werd geschapen. Daar- j door is een situatie ontstaan, die noch menselijk noch christe- \W is recht de schadeclaim direct te innen, door het te vorderen bedrag van de Braziliaanse overheidstegoe- den bij Amerikaanse banken af te halen. bit citaat is niet afkomstig van maoïsten, trotzkisten of andere ïvolutionaire scherpslijpers. Het is uitspraak van de anti-commu nistische, anti-revolutionaire, rooms- (katholieke bisschoppen en religieuze 'ersten uit het noordoosten van Irazilie. In een getuigenis, die zij de ielzeggende titel gaven „Ik heb het lichael Stein L,The Observer" roepen van mijn volk gehoord". Klaagden zij op 1 mei 1973 het juitbuitingssysteem in Brazilië aan, nat door de overheid „het economi sche wonder" wordt genoemd en dat fcet behulp van de gruwelijkste knoord- en martelmethoden de (bevolking wordt opgelegd. iCijfers be consequenties van dit economi sche wonder kunnen in enkele zeer (welsprekende cijfers worden samen- kevat. Tussen 1960 en 1970 steeg het fandeel in het nationaal inkomen [van één procent van de bevolking (dat wil zeggen de allerrijksten) van al,7 tot 17 procent. In diezelfde periode zag de armste helft van de [bevolking zijn aandeel in het pationaal inkomen dalen van 17,6 (tot 13,7 procent. Met andere (woorden: in 1970 verdiende één procent meer dan de helft van de (bevolking samen. at geschiedde door de koopkracht in de lonen systematisch te ïrlagen (in 1973: 41,6 procent iinder dan in 1960) en de prijzen de vrije hand te laten, terwijl jelijkertUd de gemiddelde reële [produktie met meer dan 25 pet. steeg bisschoppen kwamen dan ook tot [de conclusie: „De inkomensconcen- •atie is de* duidelijkste demonstratie an de onderdrukking, en het [onrecht, waartoe de structuren van pet prive-bezit van de produktie- middelen de basis van het huidige Brazilië in staat zijn. De regering laat dit niet alleen toe, [maar stimuleert het op allerlei manieren". Ellende Maar daarmee is slechts een facet van het „economische wonder" geschilderd. Terwijl ruw geschat 40 miljoen mensen in de verschrikke lijkste ellende leven en nog eens 40 miljoen mensen in armoede (87 procent van de bevolking beschikt niet over een riolering, 73 procent niet over een waterleiding, om slechts enkele voorbeelden te geven), gaat het de overige 20 miljoen Brazilianen goed tot uitstekend. Die 80 miljoen anderen zullen het naar menselijke berekening niet beter krijgen. Want Brazilië, het grootste en potentieel rijkste land van Latijns-Amerika, stelt buiten landse economische belangen in de gelegenheid zich vrijelijk meester te maken van de mineralen, de industrieën en de handel, kortom alle rijkdommen van het land. Dat betekent in de praktijk dat het buitenlandse kapitaal er in geslaagd is 93 procent van de automobiel-in dustrie in handen te krijgen, de gehele farmaceutische industrie, 77 procent van de textielindustrie, 79 procent van de voedingsmiddelen industrie, 77 procent van de elektriciteits- en de elektronische industrie, 63 procent van de werktuigbouw, enzovoort, enzovoort. Tien van de 18 grote investerings banken worden door buitenlandse belangen gecontroleerd. Garanties Het merendeel van al die buiten landse belangen is direct of indirect in handen van Amerikaanse kapi taalverschaffers. Hoe innig verstren geld de belangen zijn van de Braziliaanse overheid (als verdedig ster van de belangen van eenvijfde deel van de bevolking) en de buitenlandse (lees: Amerikaanse) belangen, toont de overeenkomst inzake investeringsgaranties tussen de Braziliaanse regering en de Amerikaanse regeringsinstantie USAID. Volgens die overeenkomst kunnen Amerikaanse bedrijven, die in Brazilië willen investeren, zich tegen allerlei bedrijfsrisico's tot en met nationalisatie bij de Braziliaanse regering verzekeren. Nadat de verzekeringsgarantie door de Braziliaanse regering is gegeven, verliest deze echter elke invloed om de aard en de omvang van de eventuele schade te beoordelen. Het bedrijf dat zich benadeeld acht wendt zich namelijk rechtstreeks tot de Amerikaanse overheid en regelt met deze de schadeclaim. De Amerikaanse regering wordt vervol gens de schuldeiser tegenover de Braziliaanse regering voor het bedrag dat zij aan de benadeelde heeft uitgekeerd. En zij heeft het Met dit soort regelingen wordt een welhaast paradijselijk investerings klimaat geschapen voor buitenlandse belangen. Niet voor niets deelde „Brasilian Business" van november 1973 zijn lezers mee dat Brazilië „de bijzondere eigenschap bezit een politiek en economisch stabiele natie te zijn, die aan de multinationals alle mogelijkheden biedt in harmo nie met de nationale maatschappij en te leven". Deze ontwikkeling werd in augustus 1954 door de toenmalige president Getulio Vargas vooruit gezien. Vargas was een dictator, die door middel van een staatsgreep aan de macht was gekomen en door wettige verkiezingen aan de macht was gebleven, maar niet vies was van terreur en martelingen. Hij was echter ook een nationalist, die inzag dat Brazilië niet ontwikkeld kon worden door middel van uitverkoop aan het buitenland. En dus stimuleerde hij, zoals zijn buurman Peron in Argentinië, de groei van een arbeidersbeweging, die Maar hij kon geen weerstand bieden aan de Amerikaanse expansiedrift na de Tweede Wereldoorlog. In augustus 1954 schreef hij, alvorens zelfmoord te plegen, een afscheids brief die geruime tijd verdonkere maand werd, omdat de man volgens de officiële versie gek en depressief was geworden. De brief luidde als volg$ „Na zelf vele jaren van overheersing en uitbuiting door buitenlandse ondernemingen te hebben meege maakt, organiseerde ik een revolutie en overwon. Ik begon het bevrij- dingswerk en bevestigde de orde en vrijheid in de maatschappij. Ik moest die taak opgeven. Toch kwam ik weer door de wil van het volk aan de macht. De geheime campagne van de internationals verbond zich toen met de nationale groepen, die een regime bestreden dat de arbeiders garantdes had gegeven. De winsten van de buitenlandse maatschappijen stegen tot 500 procent per jaar. Maand na maand, dag na dag en uur na uur heb ik gestreden, maar zij wilden de vrijheid van de arbeiders niet. Zij wilden niet dar het volk onafhanke lijk was. Nu heb ik niets anders meer te geven dan mijn bloed. Ik Parlementsgebouwen in de supermoderne nieuwe hoofdstad van het land, Bra silia. Nog steeds trekt het vrijwel onbewoonde binnen land van Brazilië jaarlijks vele migranten, vooral van het noordoosten, die zich voornamelijk in Goias en Mato Grosso vestigen. De bouw van de nieuwe federale hoofdstad Brasilia in Goias heeft deze migratie-tendens versterkt. ben een slaaf geweest van mijn volk. Ik heb gevochten tegen de uitbuiting van Brazilië. Ik heb gevochten voor het volk- Nu geef ik mijn leven Maar ook dit noodsignaal hielp niet. Vargas' opvolgers waren, evenmin als hijzelf, in staat het opdringende buitenlandse kapitaal tegen te houden, dat zich aanvankelijk verbond met het binnenlandse kapitaal, teneinde dat op later tijdstip als concurrent uit te schakelen. Wie direct al uitgeschakeld dreigden te worden, waren die miljoenen arbeiders en boeren, die zich in de Blik op het beroemde Rio de Janeiro. Wat inwonertal betreft de tweede stad van het land: ruim vier miljoen inwoners. Sao Paxdo heeft er meer dan een miljoen meer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 15