„We moeten de
ouders er
natuurlijk
bij betrekken"
LEZERS SCHRIJVEN
Mr. Visser, nieuwe directeur
van de kinderbescherming:
Johnny (8)
DONDERDAG 30 JANUARI 1975
In Nederland vallen 34000 kinderen
onder de khider bescherming. Van
hen zijn 12000 in tehuizen onderge
bracht. Het aantal tehuizen is in
vier jaar teruggelopen van 270 naar
207. De hulp in de kinderbescherming
heeft nogal een gedwongen karakter.
Hoewel steeds minder kinderen via
een justitiële maatregel onder .toe
zicht worden gesteld.
Er kunnen zich allerlei situaties
voordoen waardoor een kind in aan
raking komt met de kinderbescher
ming. Dat kan gebeuren
bijvoorbeeld de ouders verongeluk
ken en de kinderen alleen achter
blijven. Maar ook: wanneer een
kind moeilijk opvoedbaar is, van
huis wegloopt of ate de gezinssitua
tie slecht is.
In veel gevallen doet de rechter -
op advies van een Raad voor de
Kinderbescherming - een uitspraak.
Het gebeurt dat ouders de ouderlijke
macht wordt ontnomen of dat ze die
zelf afstaan. In die gevallen komt
het kind in handen van een voog-
diijvereniiging. Bij gezinsvoogdij
wordt de ouderlijke macht beknot.
Het kind komt onder toezicht van
de kinden-echter. Hij laat het kind
en het gezin in de gaten houden
door een gezinsvoogdijvereniging. In
ons land zijn ruim 100 voogdij- en
gezinsvoogdij verenigingen.
Naast de kinderen die door een Jus-
titiëOe maatregel uit huis worden ge
haald zijn er ook die door de ouders
naar een tehuis worden gebracht
vanwege problemen thuis en of op
school.
Over twee maanden springt hij in
het diepe; mr. J. Visser, nog even
directeur van de Van 't Lindenhout-
stichtingen Neerbosch bij Nijmegen.
Hij wordt hoofd van de verguisde
kinderbescherming. Johannes Visser
(53), vader van vijf kinderen, gaat
na een lange rit met functies in het
welzijnswezen een moeilijke post
bemannen.
Door
Madeleine Roumen
Nieuwe directeur kinderbescherming, mr. J. Visser: "Ik zie het als
Als voorzitter van de Nationale
Federatie voor de Kinderbescher
ming en als gesprekspartner van de
belangenbehartigers van minderjari
gen staat hij als „zeer redelijk"
aangeschreven. Zijn benoeming tot
opvolger van mr. H. W. Hijlkema
als directeur van de kinderbescher
ming op justitie wekt verwachtin
gen.
Mr. Visser: „De kritiek op de
kinderbescherming is een stimulans
om na te gaan of we wel op de
goede golflengte zitten. De kinderbe
scherming staat model voor de hele
hulpverlening in Nederland. De
fouten die bij ons worden gemaakt,
zie je ook bij de sociale diensten.
Alleen wij zijn de zwarte Piet. Maar
dat is helemaal niet erg. Omdat we
met kinderen bezig zijn, spreekt het
de mensen veel meer aan".
Feliciteren?
Het onbehagen over de ondoorzich
tigheid, de ontbrekende controle op
het verblijf van kinderen in
tehuizen, de overwerkte groepslei
ders en de bulk van autonome
instellingen die zich met de
kinderen bemoeien kent hij maar al
tegoed.
„Soms feliciteren de mensen me met
mijn benoeming. Dan denk ik: is
het wel een felicitatie waard. Dat
moet nog blijken. Maar na diep
nadenken wil ik die baan wel omdat
er zoveel te doen is. En dat neem ik
op als een uitdaging.
In de hulpverlening is de menselijke
relatie naar de achtergrond gescho
ven. Je zoekt hulp en je denkt een
mens te ontmoeten. In plaats
daarvan loop je tegen structuren
aan waarachter de mensen zich
verschuilen.
Nou moet Je niet zeggen dat er in
de kinderbescherming een stelletje
misd'aidigars werk dait geëldimineerdi
moet worden omdat er engelen
klaar staan die het willen overiniei-
men. Veel mensen werken met de
beste bedoelingen. Maar het wordt
wel hoog tijd dat zij en wij allemaal
een stapje naar beneden komen om
met de mensen te praten. Als de
hulp bij dat gesprek kan aansluiten,
zullen er heel veel barrières
verdwijnen. Dat punt, die vraag hoe
je dat moet doen, ligt overal op
tafel. En we zijn er nog niet uit".
Mr. Visser, die van het tehuis
Neerbosch een kinderdorp liet
maken, zoals er maar weinig in ons
land zijn, zegt dat hij zich in
gesprekken over kinderen vaak
machteloos voelt. „Dat is in die
gevallen waarin je de handen voor
de ogen slaat. Wanneer het niet
lukt en je jezelf verwijten maakt.
Vaak verwachten mensen dat de
hulpverlening alles oplost. Dat is
een onbehoorlijke eis. Wanneer de
problemen bij de ouders beginnen
en het wordt uitgespeeld over de
rug van het kind, word Jij er op
aangekeken dat je niet goed helpt.
Want als de kern van de zaak
bijvoorbeeld een conflict tussen
ouders niet wordt aangepakt, dan
kun je niet veel meer doen".
Versnippering
Een doorn in het oog van mr. Visser
is dan ook de versnippering van
hulp. „Als je een kind helpt, is het
niet meer dan je plicht om ook de
ouders te helpen. Die hulp gaat via
verschillende organen en instanties
van justitie, sooiaJle zaken era CRM.
Het is dus noodzakelijk om het
subsidiebeleid zo om te buigen dat
de maatschappelijk werker die het
kind helpt ook de ouders kan
helpen. En niet zoals nu dat een
hulpverlener niet verder mag gaan
dan het kind omdat dat stuk hulp
onder een bepaald ministerie valt.
In mijn nieuwe functie zal ik er
alles aan doen om het gesprek dat
op gang is gekomen tussen de
ministeries vast te houden. Ze
moeten elkaar niet meer loslaten.
Ook moeten we er met spoed aan
werken dat de regionalisatie op
gang komt. Dat de persoonlijke
vrijheid van instellingen om een
kind vaira Amsterdam naar Maas
tricht te plaatsen komt to
vervallen.
Inspraak
Nog een belangrijk punt is de
inspraak van de ouders. We hebben
te weinig geprobeerd om de ouders
bij het gesprek te betrekken. Aan al
die zaken heeft het tot nu toe
ontbroken omdat we in een star
denkpatroon zitten.
Zo is de gedachte verkeerd dat
alleen de moeder een kind kan
opvoeden. Ik heb het anders gezien.
Als de vader-kind relatie goed is en
hij zich voor zijn kind inzet, is het
helemaal niet erg dat een kind
tussen de middag in een creche zit".
Terugkomend op de kritiek: „Ik voel
me niet schuldig. Ik sta uitdrukke
lijk open voor de ander, wie dat ook
is. Dan voel je Je niet bedreigd als
er kritiek is. Het is een levenshou
ding die Je je na ervaring en crises
eigen maakt. Dat is geen gedwongen
tolerantie. Maar het bewustzijn dat
de maatschappij een dynamisch
gegeven is. Dus ben Je voortdurend
onrustig. En dan ga Je ook om de
tafel zitten met mensen die kritiek
hebben op de kinderbescherming.
Drie jaar geleden werd hij met zijn
zoontje (toen 5 jaar) door ztjn
vrouw "het huis uitgeschopt, omdat
ze genoeg van ons had". Hij ging
naar zijn ouders. Kort daarna begon
de ellende voor het kind en voor
Ihean pas goed.
Derksen: "Een Jaar nadat Johnny en
ik uit huis waren gegaan, heb ik
verandering van voogdijschap aan
gevraagd. Er waren tussen mijn ex-
vrouw en mij moeilijkheden ont
staan over de bezoeken. Als ik het
kind naar haar bracht, kon ze hem
vaak niet hebben. Heel af en toe
kwam ze hem halen.
De vera/niderimg van voogdijschap
wilde ik graag omdat het kind altijd
bij mij was. Mijn vrouw was voogd
en ik toeziend voogd over Johnny.
Ik vond dat de rollen omgedraaid
moesten worden. Mijn aanvraag
werd echter afgewezen op grond van
niks. Ook de tweede keer werd mijn
verzoek afgewezen zonder dat ik te
horen kreeg waarom. Daarna ben ik
hi hoger beroep gegaan.
In september vorig jaar werd John
ny, toen 7 Jaar, van school gehaald
door de gezinsvoogdes en iemand
van Justitie. Ze hebben hem gewoon
uit de klas gehaald. Hij heeft zich,
vreselijk verzet. De mouw was uit
zijn jas gescheurd. Ze gingen met
hem naar het gerechtsgebouw. Mij
werd gevraagd of ik een praatje
wilde komen maken met de rechter.
Mijn vrouw en haar advocaat waren
er ook.
Het werd een kleine rechtzitting. Ik
was nergens op voorbereid en had
dus ook mijn advocaat niet verwit
tigd. Nou, tijdens die zitting ben ik
ziedend geworden. Ik had een ver
klaring van de dokter op zak dat
Johnny beter bij mij kon blijven.
Maar de rechter legde die brief
naast zich neer en zijn beslissing
was dat het kind drie maanden
naar een tehuis moest voor observa
tie.
Eerder had ik een brief van de juf
frouw van school aan de Raad voor
de Kinderbescherming gestuurd. Ook
daarin stond dat Johnny beter bij
zijn vader kon wonen dan bij zijn
moeder. Zij deed namelijk erg vaak
tegenstrijdige uitspraken: dan wilde
ze het kind wel hebben en dan weer
niet.
De rechter besloot anders. Zowel va
der als moeder werden uitgeschakeld
en Johnny moest naar een tehuis.
Overigens had mijn ex-vrouw meer
dere keren laten blijken dat zij er
in z»u toestemmen wanneer het
kind bij mij bleef. Drie weken nadat
Johnny was weggebracht hoorde ik
dat hij in een tehuis in Doorn zat.
Ze hadden me niet eens de gelegen
heid gegund om hem z'n eigen kle
ren mee te geven. Hij liep in kleren
van het tehuis. Verschrikkelijk.
Op 15 januari deze maand zou de
ondertoezatehtstelling aflopen. Dan
zou de beslissing vallen of Johnny
terugkwam of niet. Er gebeurde he
lemaal niets. En er is snog steeds
niks gebeurd".
Toen de vader van Johnny op het
punt stond in elkaar te klappen,
schakelde hij hulp in. Die kreeg hij
van Release en de Stichting Alge
menie Christelijke Hulpdienst. Er
volgde een gesprek van de hulpver
leners met de directeur vaij het te
huis.
Een woordvoerder van Release: 'De
directeur van het tehuis vond de
plaatsing van Johnny zeif erg
vreemd. Hij zei dat dit soort dingen
twintig jaar geleden nog wel voor
kwamen, maar tegenwoordig niet
meer. Dit kind moet zo snel moge
lijk terug in de maatschappij, vond
hij.
Bovendien vond hij het een onmo
gelijke zaak om in zo korte tijd te
bepalen wat er verder met Johnny
moest gebeuren"
Na dit gesprek tekende de vader ho
ger beroep aan tegen de plaatsing
van zijn kind in het tehuis. Kort
daarop volgde een rapport van het
tehuis, waarin werd! geadviseerd
Johnny terug te laten gaan naar
zijn vader. De Release-medewerker 3
"Johnny is een van de vele onnodige
slachtoffers. Het beflachelijke van de
kinderbescherming is dat er ook
voor de ouders niets wordt gedaan.
Bovendien wordt er op deze manier
onnodig geld over de balk gesmeten.
Kinderen in tehuizen onderbrengen
als ze er helemaal niet thuishoren»
Een schandalige zaak.
Opnemen van brieven ln
deze rubriek behoeft niet te
betekenen dat de redactie
het met de Inhoud eens ls.
De redactie behoudt zich
daarenboven het recht voor
om bijdragen te weigeren dan
wel in te korten.
Echte boter
en valse
voorlichting (2)
Als ik twee politici hun standpunt
hoor verdedigen, heb ik soms het ge
voel: ik ben het, met beiden eens.
Terwijl ze tóch allebei een ander
beleid willen voeren.
Hetzelfde moet de lezer ervaren, als
hij uw pleidooi, mijnheer de Jongh,
naast het mijne onder ogen krijgt.
U pleit vóór en ik tégen boter. Nu
lijkt mi] het LD niet de meest ge
slaagde plaats voor een diepgaande
discussie over de vele technische, bio
logische en economische aspecten van
de omschakeling naar meer akker
bouw en bosbouw. Ik handhaaf mijn
standpunt, dat plantenmargarine op
den duur ten goede komt aan ons
milieu én aan de wereldvoedselsitua
tie.
Slechts een paar opmerkingen bij
uw artikel:
Ik heb nóch beweerd noch bedoeld,
Stel Je voor.
Ik pleit echter nadrukkelijk voor een
accentverlegging van veeteelt naar
bos- en akkerbouw.
Dat bevordert de kleinschaligheid.
Het milieu is er mee gediend,
En de werkgelegenheid,
En het natuurschoon.
Dat niet alle grasland geschikt is
voor omzetting in bouwland, heb ik
in mijn proefschrift over de Beem-
ster in 1956 al aangetoond, evenals
de enorme problemen die zich zelfs
bij de kleinste aantasting van agra
rische autarkie kunnen voordoen.
Soortgelijke problemen rijzen nu ook
van natuur- en land
schapsparken heeft heel wat voeten
in de aarde. Er is grote onenigheid
tussen de minister van Financiën en
de bewindslieden van CRM, de heren
Van Doorn en Meijer.
Daarbij gaat het om de positie van
de boer. Deze zal in zijn expansiedrift
moeten worden afgeremd, hetgeen
dan financieel door het Rijk zal moe
ten worden gecompenseerd. Aldus re
deneren de CRM-bewindslieden in
hun nota over landschapsparken.
(bron: Elseviers Weekblad 18-l-'75).
De beste oplossing is om na te gaan,
welke veebedrijven gedeeltelijk kun
nen worden omgezet in akker- en bos
bouwbedrijven, en deze dan integre
ren in zo'n landschapspark. De Rijks
Planologische Dienst heeft al 17 van
deze parken in studie, waaronder ook
in de buurt van grote steden. Daar
vervullen zij een dubbele functie:
voor het milieu én voor de ontspan
ning van de stedeling.
Deze hoeft dan niet meer tot ach
ter Utrecht te rijden voor hij een
flink bos ziet.
Hetgeen weer benzine spaart.
Zo grijpt alles in elkaar.
Noch één opmerking over de mul
tinationals, waar u kennelijk iets te
gen hebt. Ik ook, maar niet dat ze
verdienen aan margarine. Ik pleit zelf
voor meer en grotere multinationale
ondernemingen, MITS gecontroleerd
door het Parlement, met openbaar
making' van alle inkomens, bedrijfs-
handelingen, winsten en voorgeno
men transacties.
Tenslotte: ik ben het volkomen
met u eens, dat een combinatie van
bouwland en weiland voorkeur heeft.
Het gemengde bedrijf, eens uit ra
tionele overwegingen verfoeid, krijgt
weer toekomst. De kippen zullen weer
gewoon rondlopen en de eieren lek
kerder smaken.
Maar we zullen moeten aanvaarden
dat voor een dergelijke beleidsombui
ging ten behoeve van ons nageslacht
offers gebracht moeten worden.
Niemand mag van een sanering
het slachtoffer worden, zeker geen
agrariër. En dat zullen alle mensen
die méér verdienen dan boeren, in
hun portemonnaie voelen.
Ik ben daartoe best bereid, maar
ik vrees (nog) niet alle inwoners van
ons overbevolkte landje.
A. WEILAND,
Witte de Withlaan 21
Echte boter
en valse
voorlichting (3)
Ondergetekende wilde „globaal",
ook wat positieve punten naar voren
halen.
a. subsidie voor de landbouw? Op
het totaal van de rijksbegroting
maakt de landbouw slechts een be
scheiden indruk. De industrie wordt
ook wel eens gesteund door heffin
gen of toeslagen. Als ik mij niet ver
gis presteert de landbouw het om
met ongeveer 6 procent van de be
roepsbevolking 20 tot 30 procent van
de export te verzorgen en wat nog
belangrijker is, denk ik, het eigen
land bovendien te voeden. De sub
sidie (niet ideaal) zorgt er ook voor
dat er een betrekkelijke stabiliteit is
in o.a. de hoeveelheid, kwaliteit en
prijs van ons voedselpakket.
b. Boter ongezond? Ik ben geen
geleerd iemand maar kan moeilijk
geloven dat boter ongezond is. Mis
schien wel als je een laag op Je
brood smeert. Iemand die lichame
lijke arbeid verricht zal het gauw
„verwerken". Als de koe gezond is en
goed voer krijgt kan er niets aan
de boter mankeren als zuiver natuur-
produkt. Ik blijf maar boter eten.
c. Er is helaas veel honger op de
wereld. Liever vandaag een oplossing
dan morgen. Verschillende factoren
spelen echter een rol. Bijv.: Had de
bietenteler verstek laten gaan enkele
jaren geleden, dan hadden wij nu
op dit moment als consument in
Europa 10 miljoen ton suiker moeten
kopen op de wereldmarkt en dat had
nu ongeveer 15 miljard gulden ge
kost. Oud-minister Mansholt wilde
indertijd 5 miljoen H.A. graan uit
de EEG nemen. Als wij nu 15 mil
joen H.A. graan in konden zaaien
(die grond dus nu over hadden) dan
zou dat geen problemen geven aldus
oud-minister Lardinois, wij zouden
dat direct doen. Alle voorraden zijn
thans op.
In Amerika is veel land braak ge
houden vaak met steun van de re
gering om de graanprijs te doen stij
gen. Er is nog een punt dat echter
bedenkelijke vragen op roept en geen
echte oplossing is n.l. als Europa
en Amerika geen vlees zouden pro
duceren dan zou het vrijkomende
graan voor minstens 90 procent van
de bevolking geen honger meer ge
ven volgens een blad: „Onze Wereld".
Maar nogmaals het zou grote proble
men oproepen.
Bij dit alles zijn het vooral de
eiwittekorten die vaak de grote pro
blemen geven. Wij moeten echter wel
rekenen dat alle eiwitten niet voor
menselijke consumptie geschikt zijn
en dat de mensen ook niet alle ei
witten lusten. De export van melk
poeder en 'boterolie neemt vrij snel
toe. Als je al deze zaken op een
rijtje zet dan moet er een oplossing
mogelijk zijn. Ik noem deze punten
omdat de hele materie zeer ingewik-
keld is,
d. Milieuverpestend Waarom ei
genlijk? De mens is uiteindelijk de
grootste milieuverontreiniger. Laten
wij het rund eens bekijken. De on
vervangbare melk, die een onmis
baar volksvoedsel is. Voor structuur
van de bodem en het onderhoud van
het landschap. Denk verder eens aan
de produktie van de „echte organi
sche mest", die onmisbaar is naast
de kunstmest, de lederindustrie die
ook voor een deel afhankelijk is
van het rund. Ik dacht dat het ver
haal lang genoeg was. Het ging mij
er ook om de zaak van de andere
kant eens te bekijken. En ik hoop
dat men ook deze punten eens wilde
afwegen.
C. WASSENAAR
Leeweg 11
Noordwijkenhoufc