V or stenschemering:
het drama van de
grote dynastieën
'WAT NOU WEER
'N RAAK WERKJE
Gedichten en
brood voor de
vogeltjes
DE AVONTUURLIJKE WIJNEN
'Zolang er leven is
in één ruk uitlezen
Lugubere
rol van
V. d. Waals
ZATERDAG 25 JANUARI 1975
EXTRA
PAOINA 21
Op deze boekenpagina
bijdragen van
Ruud Paauw
Wim Wirtz
Bert Paauw
Paul Wolfswinkel
Eindredactie
René Vos
Freezer. Uitgegeven door De Ar
beiderspers, Amsterdam.
Het bewonderenswaardige van
Harriet Freezer is dat 23e stil
staat bij allerlei dingen en din
getjes die Je gewoon bent als van
zelfsprekend te accepteren, ter
wijl ze in feite helemaal niet zo
vanzelfsprekend zijn. En ze doet
dat bovendien in een stijl die wars
is van alle gekunsteldheid of dik
doenerij. Het is het simpele
woordgebruik, zonder één cliché,
dat maar weer eens het meest
doeltreffend is. Wie Harriet Free
zer kent uit bijv. die schitterende
werkjes als „Hou je nog een bee
tje van me" en „Het onderste uit
de man" weet wat hij aan pun
tigheden krijgt voortgezet. En
„Wat nou weer" is van hetzölfde
hoge gehalte (de stukjes uiit deze
bundel zijn eerder versohenen in
Het Parool, het Algemeen Dag
blad en Opzij
Harriet Freezer schrijft o.a.
over een schrijnend fragmentje
uit de oorligsdagen, over de poets
vrouwen. Pippi Langkous, liefde
op school, luiheid, „Jammer dat
goed zo saai is" en nog vele an
dere onderwerpjes. Omdat 1975
toch het Jaar van de vrouw is. dit
citaatje uit Intuïtie zit achter
de ellebogen": "Vrouwen die pient
der zijn dan de man, zijn schade
lijk voor de mannelijke status.
Ze raken zijn eer en zijn dus
castrerend. En omdat dat zijn
rancune wekt is de Intuïtie uit
gevonden. Zo kunnen vrouwen
hun intelligentie uiten zonder dat
het rancune opwekt. Want
een goede intuïtie is natuurlijk
gewoon intelligentie, alleen wor
den de conclusies niet gemoti
veerd. En vrouwen zijn zo ge
wend aan die definitie dat ze gaan
geloven dat ze iets „voelen" in
plaats van te concluderen".
Harriet Freezer
„Vorstenschemering" (de vorstelij
ke families, de huwelijken, de palei
zen en de val der Europese dynas-
tieën met wat daaraan voorafging
en wat er overbleef) door O. Linde-
man uitgeverij Europese Biblio-
a theek. ZaJtbommel Prijs f 39,50.
Zo'n zestig Jaar geleden was het
monarchale systeem in Europa nog
algemeen aanvaard. Elk land met
uitzondering van Frankrijk en Zwit
serland had een koning of kei-
zer aan het hoofd en in de vele
vorstendommetjes (die vooral Duits
land telde) wemelde het van de prin
sen en prinsessen. Vrijwel al die ko
ninklijke figuren beschouwden hun
positie als vanzelfsprekend, Ja door
God bepaald en zij meenden dat niet
zelden het best tot uiting te laten
komen door een niet te evenaren ar
rogantie en wereldvreemdheid aan de
dag te leggen de goeden niet te
na gesproken. Het is best mogelijk,
zoals Lindeman schrijft, dat de vors
ten meer van hun volk hielden dan
de oppositie vermoedde, maar de ge
vallen zijn legio dat zij zich absoluut
niets aan hun onderdanen gelegen
lieten liggen.
De eerste wereldoorlog hield krach
tige opruiming onder de Europese
vorsten. In de hitte van het gevecht
smolten de drie grootsten weg: die
van Rusland, Duitsland en Oosten-
riJk-HongariJe. De tweede wereld
brand decimeerde hun aantal bijkans
In „Vorstenschemering" beschrijft
Lindeman voornamelijk de periode
voorafgaande aan de eerste wereld
oorlog, toen er nog vorsten te kust en
te keur waren. Hij doet dat rustig,
me* kennis van zaken en een goed
oog voor details zonder tot banale
roddels te vervallen. Veel vorsten
huizen moesten wel in de knoei ko
men zo laat Lindeman zien, omdat
I zü door huwelijken aan elkaar geklon
ken waren, terwijl de politici van die
landen vaak een totaal verschillen
de koers voeren. Lindeman behandelt
ook de ongeriefelijkheid van de pa
leizen (waarin behoorlijk sanitair nog
we eens ontbrak), de strakheid van
het protocol, de onvrijheid van de
vorstelijke personen en de huwelij
ken die hun schaamteloos werden
opgedrongen. Het zal wel waar zijn,
maar als Je ziet hoe sommige vors
ten en vorstinnen niet van de troon
weg te slaan waren dan moet toch
de conclusie zijn dat het meeviel. Van
wege de financiën behoefden zij ten
slotte niet aan te blijven.
In de nabeschouwing van dit boei
ende boek gaat Lindeman in op de
toekomst van de nog bestaande mo
narchieën.
Lindeman is van mening dat in
ons land „een dynastie met een lan
ge eerbiedwaardige traditie" de voor
keur verdient boven een gekozen pre
sident „die wel altijd uit de een of
andere partij naar boven zal zijn ge
komen". En hij wijst op een toe
stand als in Amerika. Een begrijpe
lijke opmerking, al heeft zij iets van
„Laten we het maar houden bij het
oude. want er is nu eenmaal niets
beters te vinden".
Nederland heeft het bepaald niet
slecht getroffen met het Huis van
Oranje (al zou er op de drie Wille
men van de vorige eeuw wel het
nodige aan te merken zijn), het pro
bleem is alleen dat naarmate de de
mocratie in een land voorschrydt
achter de monarchie een steeds gro
ter vraagteken komt te staan. Nie
mand behoort immers in een demo
cratie aanspraak op een positie te
maken louter en alleen krachtens
erfrecht. (Het bruggewach terschap is
tenslotte ook niet erfelijk, zoals J.
B. Charles een paar Jaar terug
schreef). In dit licht bezien kan de
monarchie alleen nog blijven voort
bestaan in de rol van ornament. De
vraag is of daar op de lange duur
nog nut van uit gaat.
En zo schuilt er misschien wel eni
ge waarheid in de galgenhumor van
wijlen koning Faroek van Egypte, die
eens zei: „Binnen niet al te lange
tijd zullen er nog slechts vijf konin
gen over zijn. Die van Engeland en
die van het kaartspel".
R.P.
Simon Carmiggelt
nenstappen op twee linkerbenen,
maar toch met de weerstand van de
plattelander die de nep van de grote
stad vreest. Maar niemand wou
hij stond voor niks zo schrap".
Er zit iets van tragiek in deze
beschrijvingen, iets van: Je ziet in
dit zo haastige leven. Prima boek, dit
„Brood voor de vogeltjes". Prima
schrijver ook.
W.W.
Titel: Avontuurlijke wijnen. Door
Hubrecht Duyker. Uitgegeven bij
Ideeboek in Amsterdam. Voor f 9,75
in de bockhandel of bij de Gastro-
vina-delicatessenzaken.
Twee maanden geleden verscheen
van de hand van Duyker een boekje
over betaalbare en alleszins drink
bare wijnen. Nu, zo erg snel erna,
een boekje over „onbekende Euro
pese wijnen". Hubrecht Duyker is
een ontzettend gezellige verteller.
Zolang er leven is; het verhaal
van de overlevenden van de Andes-
vliegramp schrijver: Piers Paul
Read uitgave: Meulenhoff, Am
sterdam.
Het ls al weer ruim twee jaar gele
den dat in het Zuidamerikaanse An-
des-gebergte een vliegramp plaats
vond die aan 29 mensen het leven
kostte. Vergeleken met meer recente
vliegrampen misschien geen indruk
wekkend dodental maar toch zullen
velen zich de Andes-tragedie nog
goed kunnen herinneren.
Het feit dat 16 mannen
zich enkele maanden onder
onmenselijke omstandigheden wisten
te handhaven en aldus de ramp over
leefden bezorgde de publiciteitsmedia
over de gehele wereld wekenlang stof
voor uitgebreide reportages.
De golf van publiciteit zwol nog
aan toen bekend was geworden hoe
de mannen zich in leven hadden ge
houden: door het eten van mensen
vlees. De reacties op dit bericht wa
ren verdeeld en varieerden van be
grip tot afkeuring. Om de vele on
juiste en half-Juiste geruchten over
de Andes-ramp tegen te gaan kwa
men de 16 Uruguyaanse overleven
den tot het besluit dat er een boek
geschreven moest worden om de
waarheid aan het licht te brengen.
Zij schonken hun vertrouwen aan
de Engelse auteur Piers Paul Read
die na vele gesprekken hun erva-
Zijn verhaaltrant is echt opmerke
lijk.
Onbekende Europese wijnen: dat wil
zeggen wijnen die nieuwkomers zijn
op de vaderlandse markt. Ze komen
uit vrij onbekende gebieden, die plot
seling een kans hebben gekregen,
dankzij de fenomenale prijsstijgin
gen in de klassieke streken zoals Bor
deaux en Bourgogne. Veel van die on
bekende streken heeft Hubrecht Duy
ker zelf bezocht en op die manier
ringen op papier zette. Read heeft
dat op sobere doch zeer indringende
wijze gedaan. Hij heeft overdreven
ti-agiek of heroiek vermeden maar de
gebeurtenissen zo eerlijk en objectief
mogelijk proberen weer te geven.
Overigens niet tot ieders tevreden
heid. Enige betrokkenen vonden dat
het geloof en de vriendschap die hen
tijdens hun gedwongen verblijf in
de Andes hadden geïnspireerd onvol
doende in het boek tot uitdrukking
komen. Read merkt in het voorwoord
terecht op dat het waarschijnlijk de
capaciteiten van iedere schrijver te
boven gaat om uitdrukking te kun
nen geven aan het besef van de
overlevenden van wat ze hebben
doorgemaakt.
In het boek zijn een aantal op de
ramp betrekking hebbende foto's
opgenomen terwijl ook de rol van
de Nederlandse helderziende Gerard
Croiset (die door de ouders van de
slachtoffers werd geraadpleegd) uit
gebreid ter sprake komt.
Zolang er leven is, ls een adem
benemend en dikwijls ook ontroe
rend boek. Het doet beseffen hoe „on
betaalbaar" immateriële zaken als
vriendschap, moed en volharding ei
genlijk zijn. Als je eenmaal aan het
332 bladzijden tellende boek bent be
gonnen wil Je het ook in één ruk
uitlezen. Niemand zal zonder enige
losgewoelde emotie het boek kunnen
dichtklappen. B.P
kwam hij aan informatie over (een
greep) Corbieres, Bergearc, Provence,
Montilla en Barolo.
Hij verhaalt ook over de streek
zodat Je eigenlijk kunt spreken van
een reisgidsje, dat eigenlijk best goed
past in de grote vakantiemap met
kaarten, verzekeringspapieren en
paspoorten.
Helemaal aanbevolen lectuur voor
liefhebbers en nieuwsgierigen.
P.W.
Met een aan bezetenheid gren
zende werkdrift heeft de zich „re
dacteur-auteur" noemende Frank
Visser in een ruim vijfhonderd pa
gina's tellende foliant anno 1974
alsnog de in Januari 1950 ter dood
gebrachte Rotterdamse landverrader
Anton van der Waals aan de
schandpaal genageld. Hij deed dit
in opdracht van voormalige mede
werkers van de Politieke Recherche
en met steun van o.a. de oud-re
chercheur van politie in Rotterdam,
Jan van den Ende.
Was dit nodig? Was de schurk Van
der Waals een dergelijk boek
waard?
Een man als Van den Ende. die
van het prille begin tot het bittere
einde gewerkt heeft aan de ontmas
kering van de al bijna legendarisch
geworden dubbelspion, zal hier vol
mondig „Ja" op zeggen.
In een naschrift in de woensdag in
van het boek "De zaak An-
tonïus van der Waals" stelt hij im
mers nog eens (Verbitterd) vast dat
Van der Waals nog in het na-oor
log se Nederland protectie heeft ge
noten.
Ook verwijt hij prof. dr. L. de
Jong, „de officiële kroniekschrijver
van het Nederlandse Verzet", nala
tigheid bij het nasporen van handel
en wandel van o.a. de SS-politie-
chef Schreieder en diens trouwe va
zal in de misdaad Van der Waals.
De Juiste feiten zouden naar zijn
oordeel tot dusver onbekend zijn
gebleven.
Vandaar dus dit boek. Volgens de
flaptekst is deze „documentaire in
woord en beeld, zonder de franje
van het sentiment en zonder niet
bewezen feiten, (ls geheel gebaseerd
op de nuchtere (voor velen ont
nuchterende) waarheid".
De nuchtere waarheid dus. maar
dan wel een waarheid die zich vol
gens dezelfde flaptekst „met steeds
stijgende verbazing, spanning en
verbijstering als een thriller laat le
zen" en dat is ook zo.
De werkelijkheid immers heet veelal
verbijsterender te zijn dan de
stoutste fantasie?
Deze stelling heeft Visser met zijn
boek weer eens waar gemaakt, maar
dan toch bepaald niet zonder „de
franje van het sentiment". Integen
deel.
Dat ls Jammer. Ontegenzeggelijk
heeft de schrijver van dit boek ti-
tanenwerk verricht met het op
nieuw uitdiepen via processen-ver
baal en door middel van nieuwe ge
tuigenverklaringen van de lugubere
rol die Van der Waals heeft ge
speeld in het ondermijnen van het
verzet en in het kader van het door
Schreieder cs. zo perfide gespeelde
Englandspiel. waarin alleen al meer
dan vierhonderd arrestaties werden
verricht.
Het kan bijna niet anders of in dit
boekwerk zijn nu wel alle aspecten
uit deze duistere episode in de re
cente vaderlandse geschiedenis be
licht en dat kan voor de geschied
schrijving alleen maar waardevol
zijn.
De oprecht in deze materie geïnte-
reseerde lezer dient evenwel ook een
kenner van de materie te zijn, dan
wel een wiskundig begaafde die zich
al worteltrekkend een weg weet te
Anton v. d. Waals
banen door de warwinkel van Intri
ges en die voortdurend hoofd- van
bijzaken zal moeten onderscheiden.
Hij zal daarbij ook de door de au
teur toch wel degelijk aangebrachte
„franje van het sentiment" moeten
onderkennen en maar liever voorbij
moeten zien aan wildwestachtig
taalgebruik.
Voor het overige kan men de au
teur een soms ijzingwekkende preci
sie niet ontzeggen, met name waar
het data betreft, alsmede een stre
ven naar de grootst mogelijke vol
ledigheid.
Dit laatste manifesteert zich bij
voorbeeld in een „historisch over
zicht" van het ontstaan van de
„Abwehr" tot en met het beschrij
ven van de Nederlandse polltie-on-
derdelen, en hun taken.
Matthieu Smedts en C. Troost in
hun boek „De lange nacht"
„Hij was een gewillig werktuig in
de handen van zijn chef. Hij heeft
bijna altijd zijn opdrachten stipt
uitgevoerd. Velen van zijn slachtof
fers liggen op het erekerkhof te
Bloemendaal. Het is een bittere ge
dachte dat de meesten van hen in
leven zouden zijn als Van der
Waals niet was geboren".
Hoé bitter toont nu Visser nog eens
aan in zijn bij Ad M. C. Stok te
Den Haag uitgegeven „documentaire
in woord en beeld".
De vorstenhuizen vormen een dankbaar onderwerp voor de
■filmmakers. Op deze foto Romy Schneider als keizerin Sissi
van Oostenrijk en Hongarije.
Zoals u ziet: een erg aardig
boekje.
R.P.
„De gedichten" is voor velen on
getwijfeld een lang verbeide toets uit
het dichtklavier van Karei Bralleput
oftewel Simon Carmiggelt. Het is
immers al te lang geleden dat Car
miggelt een nieuwe dichtbundel
schreef. En bovendien schept „De ge
dichten" een nieuwe kans om van
het oude werk van de dichter in
Kronkel kennis te nemen, omdat het
een verzameling is van de drie al
lange tijd uitverkochte bundels „Het
Jammerhout" (1949). „Al mijn gal"
(1954) en „Fabriekswater" (1956). in
clusief enkele verspreide gedichten.
Het dichtwerk van Carmiggelt is
evenals zijn Kronkels simpel van
aard maar heeft een grote zegglng-
kraoht.
De structuur is van een pakjes-
avond-eenvoud: leuke kwatrijnen in
voornamelijk omarmend rijm (abba),
slechts een enkele maal afgewisseld
door gepaard (aabb) of gekruist rijm
(abab).
Carmiggelt is als dichter een laat
romanticus die zich, zoals hij dat
evenzeer in zijn proza doet, graag
bezighoudt met het schilderen van
tyoe*'js. Een schooljuffrouw die een
man ontbeert, een tante wier boe
zempartij een bewonderenswaardige
omvang heeft, een toneelspeelster
peinzend over haar harde bestaan
etc. Je zou hem daardoor eenzijdig
kunnen noemen, een literator die
uitsluitend karakters beschrijft. Maar
hij doet dat dan ook voortreffelijk.
Met enige vrijheid en een kleine
va-'int op de „poésie pure" zou Je
zijn verzen kunnen klassificeren als
pure proza in rijm: gedichten die
hun effect bepaald niet danken aan
het ritme en/of klank, maar over
wegend aan de betekenis van de zin
nen (i.q. versregels). En daar slui
mert in vrijwel alle gevallen een
vermogen tot relativeren doorheen
waar Je Jaloers op kunt zijn. Een
simpel ,maar treffend voorbeeld is
düt „Grafschrift":
Hier ligt een humorist
Hij heeft zich vergist
S. Carmiggelt- Brood voor de vo
geltjes. f 12,50.
Zoals hij vertelt, Je aankijkt op dat
beeldscherm, met die enigszins me
lancholieke blik vol wijsheid, rim
pels als van een bloedhond op het
voorhoofd, met die vermoeide stem.
Zo schrijft hij ook. Zo vult hij on
der het pseudoniem van Kronkel tel
kens weer die ene kolom in het Pa
rool. En daaraan ontleent hij on
getwijfeld ook zijn grootste bekend
heid.
In „Brood voor de vogeltjes" is een
aantal van de Kronkels, zoals die
eerder in de Paroolpers zijn ver
schenen bijeengebracht. Het zijn le
vensschetsjes. Puur, met een open
oog voor de individu, de typetjes,
waarvan hij in vrijwel elk verhaaltje
een uitvoerige beschrijving geeft. Zo
als hier: „Er trad eerst een zware
man van een Jaar of vijftig binnen
die reeds bij de deur met de hand
beduidde dat het een grote pils
moest wezen. Terwijl het glas werd
volgeschonken, knoopte hij zijn ver
schoten regenjas en onthulde een
buik die zó dik was dat zijn tweed-
JasJe al lang niet meer dicht kon".
En hier: „De bejaarde man was zo
boers van snit dat hij zijn type bijna
schargeerde. Tegen vieren kwam hij
de kleine Amsterdamse kroeg bin-