Die grijze sneeuw was 'n schok voor me Huidkanker uit een spuitbus? j EATERDAG 4 JANUARI 1975 et kt si ll- Spuitbussen leveren het gevaar van I brand en ontploffing op. Dat staat j er dan ook op, als waarschuwing, maar de kans is aanwezig dat spuit bussen een risico vertegenwoordigen waarbij reeds bekende gevaren vol ledig zullen vervagen: volgens Ame rikaanse onderzoekers tast het drijf- gaè uit de spuitbussen langzaam maar zeker de ozonlaag in de atmo sfeer aan. Wanneer die laag dunner wordt, een verschijnsel dat de onderzoekers al menen te kunnen bewijzen, kan een grotere hoeveelheid ultraviolette straling doordringen naar de aarde. Afgezien van de gevolgen die dat zou kunnen hebben voor de tempe ratuur in de dunne schil boven de aarde waar het leven zich afspeelt (de biosfeer), levert meer UV-stra- I ling een groter kankerrisico op. In een theoretisch model is zelfs be rekend hoeveel groter: een afneming van 5 procent ozon zou alleen al In de Verenigde Staten van Amerika 40.000 gevallen extra van huidkanker veroorzaken. Deze berekening is ge maakt In het kader van een onder zoekprogramma nèar de gevoflgen die de uitlaatgassen van supersonische vliegtuigen zouden kunnen hebben op de samenstelling van het ozon- scherm rond de aarde. Zoals men weet hebben de Amerikanen hun plannen voor SST-Vliegtuigen ge schrapt. Een niet gering succes voor de in de VS krachtig georganiseerde milieu-actie. De milieu-activisten hebben nu hun pijlen gericht op de spuitbussen. Aan de commissie die in de Ver enigde Staten waakt over de 'pro- dukt-veiligheid' hebben zij gevraagd de produktie van alle sprays te ver bieden. Zover is het, gezien de be langen van de industrie (die zich geheel in de lijn der verwachtingen voorlopig niet schuldig voelt) na tuurlijk nog niet, maar wel heeft inmiddels de National Academy of Sciences een werkgroep ingesteld om de beschuldiging dat het drijf gas uit de spuitbussen de ozonlaag aantast te onderzoeken. De vijf man sterke werkgroep concludeerde eind oktober dat het probleem zo urgent is dat de National Academy zich er onver wijld zelf mee bezig is gaan houden. Want de ozxmvermindering zal niet pas dan gebeuren als supersonische luchtvloten dagelijks de stratosfeer, de laag in de atmosfeer van 20 tot 50 km hoogte boven de aarde, door kruisen of eerst nadat grote aantal len atoomwapens tot ontploffing zijn gebracht (eveneens een bedrei ging van de ozonlaag), maar het ge beurt nu al: door spuitbussen, die in sterk toenemende aantallen over de hele wereld voor talrijke doeleinden worden leeggespoten. De hoogleraren Rowland en Molina waren de eersten die (in het Juni- nummer van het wetenschappelijke tijdschrift Nature) het gevaar sig- overeenkomsten te komen. Dat kost tijd. ja inderdaad, maar we kunnen nu eenmaal niemand dwingen." Sterfte i Intussen is de vis in meer dan duizend meren van Zuid-Noorwegen uitgestorven en heeft de na^ldhout- produktie te lijden onder de door het vuil veroorzaakte vermindering van de gnoeisnelheid en zelfs van sterfte onder de bomen. Hoofdschul dige is hier het gehalte aan zuren in de neerslag: voornamelijk zwa velzuur dat in de atmosfeer wordt gevormd uit S02, en verder ook bijvoorbeeld salpeterzuur dat ont staat uit stikstofoxyden, zoals die kunnen zijn geloosd uit elektrici teitscentrales die op aardgas draaiend Bij een stabiele opbouw van de lucht worden boven de industrie- en woongebieden van de landen ten zuiden van Scandinavië de concen traties van zwavel- en stikstofoxy- den en nog veel meer andere stoffen langzamerhand hoger. Als het dan gaat waaien, vertrekt de vuilzwan- gere lucht haar elders. Vaak is Noorwegen de geadresseerde want aan het eeuwig zingen der bossen aldaar is vooral de wind schuldig die waait uit richtingen van zuid-west tot zuid-oost. Boven het indrukwekkende bergen- en meren- landsohap van zuidelijk Noorwegen moet de lucht omhoog. Er ontstaan stijgingsregens, waarbij ook de vuildeeltjes zelf een belangrijke rol kunnen spelen, in die zin dat ze dienen als condensatiekernen, die immers voor de vorming van regendruppels onontbeerlijk zijn. Zalm en forel Noorjwegen werd zich zijn zure neerslag bewust in het midden van de zestiger jaren. De vissers en de hengelaars, want het zuiden van het aaleerden. Rowland, die van boven genoemde werkgroep deel uitmaakt, gaf aanvullende informatie in het december-nurnmer van de New Scientist. Het gaat in het spuitbus- senverhaal om twee soorten drijfgas, allebei een verbinding van chloor, fluor en koolstof: CF2CL2 en CF- CL3. De zin van hun aanwezigheid in spuitbussen ligt in het feit dat ze de stof die -eerstoven moet worden door middel van druk uitdrijven. De eerste van de twee verbindingen wordt bovendien gebruikt als koel- middel en heeft als zodanig in de wereld de grootste toepassing. De totale jaarlijkse produktie van beide gassen bedraagt op het ogenblik een miljoen ton. (Als drijfgas wordt ook wel vinylchloaide gebruikt, waarvan zeer onlangs werd ontdekt dat het een zeldzame soort leverkanker ver oorzaakt.) Terwijl SST-vliegtuigen en kernwa pens de ozondeken rond de aarde Vuile lucht Westeuropese industrie bedreigt ruig Scandinavië land is de laatste Jaren een belangrijk vrije-tijdsgebied aan het worden) klaagden over sterk ver minderde vangsten aan de beide populairste vissoorten, zalm en forel, en de bosbouwers over zieke bomen. In 1971 werd een speciaal instituut voor luchtonderzoek opgericht. Het volgende Jaar ging een internatio naal (OESO1-) project van start, onder leiding van de Noorse landbouwhogeschool, waarin de Noorse regering tot en met volgend Jaar zo'n 8 miljoen gulden zal stoppen. Het is dan ook, ter onderstreping van het belang dat het land er aan hecht, het grootste nationale project Van de agrarische wetenschap, dat ooit in Noorwegen werd ondernomen. Een team van 50 wetenschappers en 50 technici van 12 verschillende instituten staat steeds klaar om op basis van internationaal uitgewisselde weer kundige gegevens uit te rukken, in helikopters, ander vlieggerei en mobiele laboratoria naar meren en wouden op honderden kilometers afstand van de bewoonde wereld om er persoonlijk bij te zijn als het zure hemelwater zijn vuilvracht •komt afleveren. Noorse vliegtuigjes zakken herhaalde malen af naar de industriegebieden van Ruhr en aanvallen door middel van stikstof- oxyden, volgen de drijfgassen uit spuitbussen een andere weg. Zelf zijn ze chemisch vrijwel inert, dat wil zeggen dat ze met bijna geen enkele andere stof nieuwe verbin dingen aangaan. Onder invloed van UV-lichit echter wordt elk molecuul >iiit het gas losgemaakt, waarna na het chloor met het ozon reageert onder vorming van gewone zuurstof. •Tuist vanwege hun inertie, en ook hun geringe oplosbaarheid in water, blijven drijfgassen lang in de atmo sfeer bestaan. Zonnestraling in de lagere luchtlagen tast ze niet aan maar eenmaal op zo'n 25 kilometer boven het aardoppervlak aangeko men, in de stratosfeer, worden ze door UV-licht met een korte golf lengte omgezet in wat ze oorspron kelijk waren: chloor, fluor en kool stof. Dat de drijfgassen een lang leven Rijnmond om de zendingen1 te volgen en op hun inhoud te meten. „We hebben niet de bedoeling u té bespioneren", zegt een Noorse geleer de als dr. Lars Overrein nadrukke lijk, maar we werken met u samen- om sluitende wetenschappelijke ver klaringen te vinden".Overrein, bio chemicus, ex-hoogleraar aan de Landbouwhogeschool van As bij Oslo, maar vrijgemaakt om het project van de reislustige luchtver ontreiniging te leiden, toont zijn gasten een diaserie. Donkere streep 1 Kleurenopnamen van een ruig stuk Scandinavië, schitterende natuur waar we zo naar toe willen. Staalblauwe luchten. En dan ineens een donkere streep vlak boven de horizon. ,,We willen weten wat dat is. En waar het vandaan komt," verklaart dr. Overrein, „want we voorzien enorme problemen als de verzuring van onze meren en onze bodem in de toekomst door blijft gaan." Overrein noemt twee neer slagperiodes van begin dit Jaar als voorbeeld. Van 5 tot 13 januari deed zich in het uiterste zuid-oosten van Noorwegen, vooral in de provincie Oost-Agder, hevige sneeuwval voor. Op 20.000 vierkante kilometer kwam er meer dan 9000 ton aan sulfaten mee naar beneden, waarvan 90 procent in de vorm van zwavelzuur. Van 23 tot 31 Jan. (vorig Jaar) waren de provincies Rogaland en West-Ag- der aan de beurt: resultaat: 300 kilo sulfaat per vierkante kilometer. „We waren in staat," legt. Overrein uit, „na te gaan waar dè^ luchtstromin gen overheen waren gekomen. Een derde had twee dagen tevoren En geland aangedaan, een derde was af komstig uit West-Duitsland, Frank rijk en Nederland en een derde uit Oost-Europa. We hébben afstanden van ongeveer 2000 kilometer geme ten." Dia's van de naald van een spar, onder een elektronenmicro scoop 25.000 maal vergroot. Stukjes vuil liggen er als ronde balletjes op. beschoren is, werd door metingen op een groot aantal plaatsen in de we reld vastgesteld. Niet alleen omdat de atmosfeer niet slechts plaatselijk maar 'op wereldschaal' door elkaar gehusseld wordt, maar ook omdat de industriële produktie inmiddels tal rijke landen heeft bereikt, heeft het probleem een wereldwijde betekenis gekregen, zo betogen Rowland en Molina. Zij berekenden dat de pro duktie van 1972 (toen reeds 800.000 ton) de ozonlaag al in belangrijke mate schade zou toebrengen zodra de gassen daar zouden zijn aange komen. Met andere woorden: ook als er nu meteen gestopt werd met het verspui-ben van drijfgassen. zou de huidige mate van aantasting van het ozon over vijf tot tien Jaar toch nog dubbel zo groot zijn geworden. De huidige schade wordt geschat op 1 procent, hetgeen nog binnen de natuurlijke variatie in de ozoncon centratie valt. Rowland en Molina Met verfijnde instrumenten is men in staat te bepalen wat het precies is. Een dergelijke studie is nog nooit in de wereld verricht. Zo heeft men bijvoorbeeld nog geen enkel idee hoe lang de gif deeltjes in het milieu blijven leven, en of ze soms met andere stoffen reageren. Verrassend' Opnieuw donkere strepen. Nu in metershoge sneeuwlagen en in gletschers. Na de ontdekking van de lange-afstandsreizen door luchtver- vuilênde stoffen werd onlangs een nieuw verrassend feit gevonden: de smerigheid verplaatst zich langzaam door sneeuw en ijs heen naar onderen. Het - proces is zelfs aangetoond bij temperaturen van 10 tot 15 graden onder nul. Wanneer in het voorjaar de onderste lagen smelten, heeft dit verschijnsel tot gevolg dat het water een plotselinge zuurstoot te verwerken krijgt, terwijl de Noorse wateren door het geringe gehalte aan carbonaten (kalk vooral) normaal al slechts een gering vermogen tot neutralise ring van de zuren hebben. Dia's van visse-eieren. Van verminkte visselar- ven. Dr. Overrein: „We weten natuurlijk dat ook andere stoffen, als bijvoorbeeld zware metalen, een belangrijke rol kunnen spelen, maar als we in het l&boratoriurii visbroed bloot stellen aan veel langere concentraties zwavelzuur dan we in het voorjaar vinden bij zo'n zuurstoot, dan krijg je bij jonge visjes al desastreuze afwijkingen." De laatst» dia. Vredig tafereel van een lief kind aan de oever van een mooi meer. Het kind blijkt Overreins dochtertje. De biochemi cus maakt plaats voor de vader, als hij zegt: „Persoonlijk vindt ik dat we 't zb moeten houden. Alle Noren vinden dat. Ze zijn trots op de natuur, hun natuur. Ze staan er ooki dichter bij dan in vele andere landen het geval is." Noorwegen gooit liever estetische dan economische argumenten in de nemen aan dat drijfgassen wel 40 tot 150 Jaar in de atmosfeer kunnen blijven leven, voordat ze door zon nestraling in de stratosfeer worden ontbonden. CFCL3, een van de twee verdachte drijfgassen, dat gemakke lijker te meten is dan CF2CL2, zo is door een andere groep Amerikaanse onderzoekers aangetoond, komt let terlijk overal in de atmosfeer voor. Wat erger is: de concentratie sbijgit zeer snel. In februari 1974 werd in het oostelijke deel van de Stille Oopaan 35 procent meer aangeboffen dan in november 1972. Natuurlijk is in dit vroege stadium van het onderzoek, waarin nog niet alle vooronderstellingen bevestigd zijn, de industrie niet overtuigd. Dr. McCarthy van Dupont (de eerste en grootste producent ter wereld van drijfgassen. onder de handelsnaam •freon') meent dat het voor over heidsmaatregelen of een reactie van de kant van de kopers nog te vroeg is, maar prof. Rowland is al zo ze ker van zijn zaak dat hij sinds een jaar geen enkele spuitbus meer koopt. Rowland geeft toe dat ook andere stoffen in het ozonverhaal een rol kunnen spelen. Bijvoorbeeld het chloor dat door de natuur, via zeezout of vulkanische activiteiten, in de lucht wordt gebracht, of het zoutzuur (HCL) dat uit sommige fa briekspijpen komt. Maar, vergeleken met de drijfgassen, is him rol te verwaarlozen, meent hij. De drijfgas- strijd, hoewel die er wel zijn: de houtverwerkende industrie maakt 8 procent van de jaarlijkse industriële produktie uit, ze geeft werk aan 17.000 mensen plus nog eens 5000 in de bosbouw zelf; de houtproduktie is als regionale industrie juist in het economisch zwakke zuiden gecon centreerd waar het beroep van kleine boer vaak wordt gecombi neerd met dat van bosarbeider. De vis stelt economisch niet zoveel voor, maar wordt via de sportvisserij wel steeds belangrijker. Men heeft kunnen vaststellendat de vangst aan zalm in zeven eertijds gerenommeerde rivieren in 1968 nog maar 2 procent bedroeg van de vangst in 1885. Zalm is bijzonder gevoelig voor veranderingen in de zuurgraad. W anhoopsgebaar Terwijl de vissers in Noorwegen zakken vol kalk in het water gooiden om de buffercapaciteit voor zuren kunstmatig te vergroten (meer een wanhoopsgebaar dan een oplossing; alleen al de provincie Telemark telt meer dan 10.000 meren), trachtte de regering vorige week op een internationale confe rentie via de weg van redelijk overleg te bereiken dat de uitgeno digde landen wat minder S02 de lucht in blazen. - Hoe schuldig zou Nederland zich in dit verband moeten voelen? Het antwoord komt van drs. F. Hartogensis van het ministerie van volksgezondheid en milieuhygiëne, die in Oslo de vier man sterke Nederlandse delegatie leidde: „We weten eigenlijk nog erg weinig van de theorie over industriële uitwor pen. Maar ik mag er wel aan herinneren dat Nederland onlangs al grenzen heeft gesteld aan het zwavelgehalte van brandstoffen. En dat het CBS nu heeft voorgerekend dat de hoeveelheid zwaveldioxyde in de lucht in de periode van 1965 tot 1972 met 40 procent is afgenomen, wat voornamelijk is veroorzaakt door overschakelingop aardgas." producenten intussen zullen met een eigen onderzoek, dat ze hebben aangekondigd, proberen of ze zich zelf niet kunnen vrijpleiten. Ztf noemen bijvoorbeeld zwavel- en chloorkoolwaterstoffen als belangrij ke schuldigen. Ook het Amerikaanse regeringsbureau voor milieubescher ming gaat met ppoed een studie aanvatten, zodat nu het hele re- se archpotentieel in VS (wetenschap, industrie, overheid) aan het pro bleem bezig is. Dat er in Nederland voor zover bekend nog geen enkele wetenschappelijke aapdacht aan wordt geschonken, is daarom minder erg dan het lijkt. Onder druk van de Amerikaanse publieke opinie zul len de studieresultaten toch zo snel mogelijk bekend warden. Omdat uit gesloten is dat een vergrote UV- straling behalve bijvoorbeeld klima tologische ook nog andere biologi sche effecten heeft dan alleen huid kanker, is enige haast wei geboden. We weten nog niets van de uitwer king op planten, insekten, plankton, op DNA (de erfelijkheidsdrager in de cel),-maar we blijven wel gewoon drijfgassen de lucht in spuiten, gek genoeg Juist vanwege die onzeker heid. Of men zich zo'n afwachtende houding, werkelijk kan veroorloven, otf men werkelijk kan wachten tot eventuele rampzalige effecten zicht baar warden, is voor de menselijke samenleving een vraag met een steeds klemmender karakter. Ook ministers willen wel eens onbezorgd de paden op en de lanen in. Gro Harlem-Brundtland, de Noorse Irene Vor- rink, ging skiën in de bergen buiten Oslo. Het begon te sneeuwen. De sneeuw die toen neerdwarrelde uit de hemel, was echter niet wilt, maar grijs. Donkergrijs. Die dag zat de Noorse sneeuw vol vuiligheid, die ze als het ware uit de lucht had weggewassen. Kwik, lood, poly- chloorbifenylen, zink, zwavelzuur, salpeterzuur, koper, wie zal het zeggen. Gro Harlem-Brundtland, 35 jaar oud en sociaal-democrate, is sinds vier maanden minister van Mi lieuhygiëne. Als ze er in haar ministerie te Oslo in slaagt voor ons een kwartiertje vrij te maken, ontmoeten we een vrouw die im haar rode mantelpak een gemengde indruk van verlegenheid en zelfbewustzijn maakt. Als zovele Scan- dinaviërs beheerst ze de Engelse taal voortreffelijk. I - In Noorwegen hoor je overal dat iedereen zich druk maakt om de smerigheid die met de regen en de sneeuw naar beneden komt. De I kranten staan er vol van, de televisie maakt het zichtbaar. Is er reden tot al die bezorgdheid? Door Jan Ottens Gro Harlem: „De niensen zijn I terecht bezorgd. Buiten in de natuur kunnen ze 't zien, met eigen ogen, I wat de vervuiling aanricht. Ik kende I het probleem natuurlijk ook, dat wil I zeggen op het intellectuele niveau. maar toen ik voor het eerst zelf die grijze sneeuw zag, was dat een schok voor me. Ik zal het beeld van 1 dat grauwe landschap met die onwezenlijke zon erboven nooit meer vergeten. En dan de reacties van de kinderen daar. We moestert het I uitleggen, want ze wilden het gewoon weten." Behalve emotioneel betrokken blijkt minister Harlem ook nog op originele wijze praktisch: „Kijk, ik heb wel eens (gedacht: als wij Noren straks onze laagzwavelige olie op speciale condities aanbieden aan die plaats enin Europa waar wij liever niet zoveel zwaveldioxyde in de lucht geloosd willen zien, dan moet dat toch wel helpen." Want op die manier voornamelijk komt Noorwe gen aan zyn geïmporteerde lucht vervuiling. De boven de Europese industriegebieden uitgestoten zwa veldioxyde (S02) wordt met de wind naar Noorwegen getransporteerd, en ook naar Zweden maar kennelijk in mindere mate, en daar met de neerslag naar de bodem gebracht. - Als de Noren de pakketten met rotzooi, die de andere landen hen ongevraagd toesturen, zo hoog zitten, waarom beschuldigen ze dan niemand, want het valt op dat ze in het internationale overleg zo vrien delijk blijven. Minister Harlem glimlacht, blijkbaar om het verregaande gebrek aan Inzicht in de diplomatieke spelregels dat uit deze vraag blijkt. „Er staat ons toch geen andere weg open? Het is de enige manier om tot Drijfgassen schillen ozonlaag rond de aarde af

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1975 | | pagina 13