Graham Hill allen blazen gaat het licht weer aan" „Als we met zijn sur r s-üs-s rriï'-inF".™ rü sra o-o» a seeks S-Kssrs - - ssszjuws? s-jrss vs tss =£S»££™ im&êW Britse auto coureur wil nog niet praten over 'n afscheid ZATERDAG 28 DECEMBER 1974 PAGINA 9 sociale instellingen. Ik voer momen teel een actie om voor de Engelse invaliden betere invaliden-auto's te krijgen. Ik heb het druk zat." Actiecomité? Hij denkt na. Mort dan: „Ziek word je van die regering hier. Toen ik in die rolstoel zat heb ik voor een autoblad een roadtest gemaakt van die driewielerwagens waarmee onze invaliden aan het verkeer mogen deelnemen. Levensgevaarlijk zijn ze. Toen heb ik een actiecomité opgericht. Een aangepaste DAP uit Nederland laten komen. Dat is een ideale wagen voor invaliden. Maar denk Je dat de regering er aan wiL Ben Je gek. We zullen met zwaar geschut moeten komen voor het Hij zegt plotseling dat hij weg moet naar Londen. Biedt genereus een lift aan. Poseert gewillig even voor het beeld van Wynne buiten. Stapt wat stram in terwijl hij op zijn huis wijst. Spottend: „ik heb wat af moeten rijden om me iets dergedijks te kunnen veroorloven. En nu, nu moet ik zo doorwerken dat ik er bijna nooit ben". Hij praat veel onder het rijden. Zegt dat hij er ook wel over gedacht heeft om naar Zwitserland uit te wijken met zijn geld. Dat het bij een idee bleef. Omdat er niets boven Engeland gaat. Omdat op het vliegveld, toen hij op die brancard terugkwam, duizenden mensen ston den en het leek of hij wereldkam pioen was geworden in plaats van zwaar gewond. Omdat de kinderen hier op moeten groeien". Wie nog? Voor een stoplicht ziet hij onverschillig toe hoe twee jongelui in een mini elkaar aanstoten: „Kijk, Graham Hill", waarna ze vol gas wegstuiven, veel sneller dan de coureur, die in het verkeer nergens een waaghals blijkt. Hij versombert plotseling: „Er moet geld bij momenteel. Dat is voor mij iets ongekends. Vroeger kreeg ik betaald. Maar nu is dat anders" Begrijpelijk? De realiteit breekt plotseling door: „Wie wilde mij nu nog hebben na dit ongeluk. In het ziekenhuis wist dk het al, als ik weer zou willen rijden moest ik een eigen team formeren. Financiële steun heb ik van Embassy en van Lola. Maar niet genoeg. Die verrekte inflatie die nekt me". Maar wat bezielt hem dan toch in vredesnaam om terwijl hij finan cieel volstrekt onafhankelijk is door te gaan met dit leven op de limiet die zo makkelijk naar de fatale kant overschreden kan worden, terwijl het hem nog handen vol geld kost ook? Hij wil en hij kan het zoals alle andere artiesten van het formule I circus niet duidelijk maken. Zegt tenslotte, en benadert daarmee vermoedelijk heel dicht de werke lijkheid, dat het maar toevallig een vak is waarin hij aardig mee kan komen. Vandaar.waarna hij de wagen aan de kant schuift en lichtelijk hinkend de trap opklimt van het monumentale bouwwerk waar hem een zakenlunch wacht: een plotse ling toch aandoenlijk eenzame man met een droom die, bij elke tik van de chronometers minder bereikbaar lijkt te worden. Green Street in Shenley, een gehucht van twintig mijl van Londen. Onbegrip in de ogen van de taxichauffeur: Hill??? Ja. Graham Hill, formule I-coureur, twee keer wereldkam pioen, met zijn 46 jaren de oudste van het selecte gezelschap globetrotters dat deel uitmaakt van het meest krankzinnige circus ter wereldOh ja natuurlijk Graham Hill, maar hij weet hem niet te wonen, blijft stug doorzoeken totdat een bord aan een statige oprijlaan het verblijf van de besnorde Brit verraadt. Hoge naakte olmen langs het pad, een bordje verbo den te vissen, twee melancholiek in de verte turende paarden, een grijze eekhoorn die tussen de dorre bladeren scharrelt. Voor het immense herenhuis een beeld van David Wynne, vochtig in de december-kilte, twee vogels in een vlucht ver enigd. Hoe lang is het alweer geleden dat Graham Hill de pas uitgebrachte drie liter Ford formule I-motor die hem regelrecht naar zijn tweede wereldtitel zou voeren, eerbiedig betitelde als een werkstuk een beeldhouwer waardig. Hij haalt een foto voor de dag. Het wrak zeilt nog door de lucht, de Door wielen er achter aan. Hij wijst er p*_, cf i Qaar. ,.Kijk, Je kan mijn annen nog rim Dtoel net zien". Hij droeg geen riemen die keer. Werd uit de wagen geslingerd kwam dertig meter verder se zeegezichten van Hermanus overduidelijk- GratoanfW was aan de toekomst: Linda Goodman's Sun L. Signs, een kloek astrologisch werkje. Onvoldoende SchTaTtÏkl^enr H1U: "Ik WlSt dat iad««° dat zei. Intense stilte ln het huis, slechts mee^nf w^Ik "iaoSf eïY n'Ct onderbroken door de fluisterende Ik e nou voetjes van de Thadlandse huishoud- hPnen in nrrt« irrJ^L ster die koffie brengt op een J^1M d enblad dat ironisch genoeg de mikte «r *«111*?«n mllZmJSTw? kaart van Zwitserland uitbeeldt, het S? hi? wl m come-back p Hill: „Zij heeft er nooit iets over ILer gezegd. Maar daarbij, wat denk Je, Hij komt binnen, trobnt zijn S -n V*"? f'8 s'et fhflncM» uit e€n racewagen kan houden, dan 53£5J"ÏÏÏ de muren een W°°rden hetan*al TOiTde\erMmdstenra^terW4e?Sd Hil te keülard v00r zichz6lt- Dit Jaar d e 5M tS™ v?n In^nSolte Hm ib:,O0strtenrlJk b!dr?eg ,temp*ra- oog in oog met Queen Elizabeth, tzalnmi!5da- rtiXr?aend^dd^ met Pia4 «f °™ha™ W ex-president Nixon. De coureur een zlJ" boeltie "J fkaar' klakte gesprek^Het WMrt^U^dSikt'™^lng- 1514 18 dat de minuut een keer op. Als hU neergelegd heeft zegt hij: „Dat was Hij houdt de schijn lang op. Zegt Alistalr MacLean. Een Britse als hem er naar gevraagd wordt dat filmmaatschappij wil zijn The way het raCen naar zijn gevoel nog net to dusty death verfilmen, een van goed gaat als tien jaar geleden, eijn laatste boeken, die zich zegt ook dat hij geen last meer voornamelijk op de racebanen heeft van zijn zware verwondingen afspeelt. „Ze willen dat ik er in die hem hoe Je het ook wendt of meespeel". Hij laoht e.ven: „Niet om keert tot een halve invalide maakte, mijn acteursprestaties vermoedelijk, want zijn ene been is zo'n stuk Ik heb een keer eerder geacteerd. In korter dan het andere dat hij zich de film Grand Prix. Ik herinner me slechts hinkend voort kan bewegen, nog de premiere in New York. Het Helemaal geen pijn meer? Hill: „In publiek schaterend toen ik in beeld het begin wel. Maar je vefgeet het kwam. Nee, ik denk dat ze mijn boor de geweldige concentratie naam voor de extra publiciteit waarmee Je stuurt". willen hebben. Hij bewijst: „Ik ben wel na een The way to dusty death. Hij legde race uitgestapt met derdegraads die weg eind 1969 bijna helemaal af brandwonden op mijn voeten, toen .zijn Lotus tijdens de Grote veroorzaakt door hete lucht van de Prijs van Amerika op het circuit radiator die op de een of andere van Watkdns Glen een rechterach- wijze doordrong tot in de wagen. En terwiel verloor, en zich als een eerlijk, onderweg had ik er niets stuurloos projectiel in de aardewal van gevoeld. Misschien is concentra- langs de baan boorde. tie op andere zaken wea het geheim van die kerels die over hete kolen kunnen lopen. Ooggetuige Hij reed in totaal 174 Grand Prixs. Werd veertien keer eerste, behaalde in 1962 en in 1968 de wereldtitel, een keer in een BRM en een keer in een Lotus. Reed een vermogen van verschillende miljoenen bij elkaar. Was ooggetuige van de dood van veel van zijn vrienden. Lorenzo Bandini, verbrand in de Grote Prijs van Monte Carlo, Jochen Rindt, gecrasht in de training voor de tijdens een formule 2-race op Hockenheim plotseling wat rubber strepen zag die de baan afliepen en tussen de bomen verdwenen. Pas aan het einde van de wedstrijd hoorde hij dat het Clark was, de Schotse boerenzoon en vermoedelijk het grootste talent dat de racerij ooit had voortgebracht. „Ik kon het op dat moment niet geloven. Clark was een begrip. Was anders, beter dan wij, die kon gewoon niet verongelukken. Maar hij deed het toch. Buiten zijn schuld, dat is zéker. Een mechanisch defect." Hij zwijgt. Zegt dan: „Toch wordt er veel gedaan aan de veiligheid. Voor de Jongeren onder ons is dat heel normaal, die weten niet beter. Maar wij, toen wij begonnen was Je blij dat Je kon rijden. Ik was doodgewoon monteur en ik wilde perse coureur worden. Dacht Je dan dat ik ging roepen, dat en dat circuit is me te gevaarlijk. Instappen en wegwezen". Defecten Hij is zoals iedere coureur als de dood voor mechanische defecten. Vertelt: „We reden in 1969 op de Mont Juich in Spanje. Dat was in de tijd van die idioot grote vleugels op de wagens. Ik kom over de top van een heuvel en ineens klap ik naar rechts. Vol de vangrail in. Die was daar net op ons aandringen geplaatst, god zij dank, want anders had ik vijftig mensen doodgereden. Ik klim uit het wrak en denk, hoe kan dat nou in vredesnaam. Dan zie ik dat de vleugel achterop helemaal doormidden gescheurd is. Op dat moment komt Rindt langs. Ik kijk en ik zie een scheur verschijnen in zijn vleugel. Ik hol naar de hairpin waar het langzaam gaat om hem te waarschuwen, maar voordat ik er was, kwam hij alweer langs. En op dezelfde plaats waar ik was gegaan brak zijn vleugel doormidden en boorde hij zich met topsnelheid in mijn wrak". Stilte. Dan: „Het leek niet best. Veel bloed. De wagen ondersteboven. Benzine dié uit de tank stroomde langs hem heen en dat terwijl die Spanjaarden even verderop een sigaretje stonden te roken. Maar het liep goed af". Maar nu, nu is hij 46. Heeft hij nog steeds het idee dat hij in een snelle wagen in de top zou kunnen meedraaien, dat hij voor de derde maai naar de hoogste troon zou kunnen reiken? Opgetrokken wenk brauwen: „Natuurlijk. Jeugd zegt niet alles. Ervaring zegt veel. Door de ervaring leer Je onnodige risico's niet te nemen". Testen Grote Prijs van Italië, Peter Revson, gecrasht in Zuid-Afrika, Francois Cevert, gecrasht op Watkans Glen, Jim Clark, gestorven op Hocken heim. Hij praat er niet graag over, zegt in zijn boek Life at the Limit hoe hij Maar zijn reactiesnelheid dan, die neemt toch af met het klimmen der jaren? Hill afwerend: „Ik word elk jaar getest bij de politie. En nog steeds heb ik 0,25 seconde reactie snelheid. Dus dat zit goed". Hij wil niet praten over zijn afscheid. „Ik ga door zolang ik nog zoveel van dit bedrijf houd als ik nu doe. Het zit er nog in, ik voel het. Het is mijn leven". Betekent dat dat zijn wereld in elkaar stort wanneer hij onverhoopt toch moet stoppen? Hill: „Kijk eens, ik krijg momenteel 650 uitnodigin gen per jaar voor het bijwonen van officiële gelegenheden. Ik ben president van ik weet niet hoeveel OOST-KNOLLENDAM Even denk je, het klopt allemaal weer te mooi; een boerderij, een hond, die geen commando's is geleerd, poppen, een theatertje, lang haar, vingerwijzingen naar Hobbitland en een trap-naaimachine. Hoe onterecht, want Corrie en Ton Wentink, die leven in de luwte van een dijk, zijn echt als hout. Weer een etiket te snel geplakt De voorwerpen in de verzakte hoeve, de bedaarde mensen en him verhalen; ze grijpen ineen. De windmolen achter op het wat drekkerige erf, daar ging het ons om. Een molen, die stroom levert. En dus een huis, dat van de wind „leeft". Licht in een wereld met duistere toekomst. Door Thom O li nk „Tenminste, als er binnen zo'n tien, vijftien Jaar niets verandert. Het grote gebouw staat op losse schroeven, dondert ineen. Die molen van mij is maar een ding, zorgt voor energie en leerde ons zuinig met energie om te springen. En als Je wat zuinig bent met de energie, die in twee accu's ligt opgeslagen, kom Je tot de ontdekking, dat het zo ook kan. En dat meer mensen het zo zouden kunnen doen." Ton Wentink heeft met zijn vrouw Corrie een poppenkast. Buiten de deur voeden de zelfgemaakte karakters de fantasie van kinderen. In scholen en schouwburgen. Binnenshuis hebben ze een theater tje, waar vroeger de boerenfamilie woonde. Corrie en Ton leven nu op de voormalige deel. „Ik ontdekte Ook maar langzaam, dat ontelbare zaken te vereenvoudi gen zijn. Nu nog kan het allemaal zonder gezichtsverlies en comfort- verlies. En dat wil ik de kinderen ook laten merken." Corrie zegt dan: „Eerst maakten we ingewikkelde verhalen voor de kinderen met onze poppen, steeds ingewikkelder. Nu spinnen we breed Corrie en Ton: echt als hout. uit. Die kinderen pikten dat eerst niet, ze wilden actie op de televisie, scene, boem, volgende scene. Nu zijn onze handelingen vereenvoudigd en genieten ze toch." De molen, de Kalkar-moloch, de tovenarij, die eigenlijk iedereen kan bedrijven. Die waarheden uit het dagelijks leven van Corrie en Ton, van u en mij, komen ook voor in het poppenspel. Ton: „We hebben een verhaal en een toverdoos en een miniatuur-mo lentje. Op een gegeven moment gaat het licht uit in de zaal en dan vraag ik de kinderen hard te blazen. Met z'n allen. En dan gaat het molentje draaien en gloeit het licht op. Tovenarij en geen tovenarij. Het intrigeert die kinderen. Hoe kan dat nou, maar wij vertellen er ons verhaaltje bij. Eigenlijk hetzelfde verhaal, dat we u vertellen. Die kinderen zijn misschien over dertig Jaar bewakers van grote afgedankte centrales. Ze moeten dan oppassen, dat niemand er een gaatje inprikt waardoor er rampen gebeuren. Triest? Overdreven? Ik weet op zoveel vragen geen antwoord. Maar ik geloof, dat we met z'n allen kunnen blazen om licht te krijgen,*! Acht Jaar geleden kwamen ze naar het vlakke land met dijken. „Volop plannen, lekker centrale verwarming, tekeningetjes maken. Later groeit het besef; een kachel is genoeg. We praten er veel over. Soms zoveel dat goeie kennissen er ziek van worden. Altijd maar zeuren over energie en die wereld van morgen. Goed, dan gaan ze weg. Het zij zo. Maar we zijn wel zo ver gekomen, dat we een roze badkuip echt om zachtjes te lachen vinden." „Maar we hebben wel een wasauto maat, want we hebben onze dochters Roselein en Cecilia. Conse quent? Zo veel mogelijk" zegt Corrie. ,,En een slokje puur chemische jenever drink ik ook wel eens een enkele keer of soms zo'n heerlijk stukje vlees eten, hoewel we weten, wat voor een waanzin het is in deze wereld elke dag lappen vlees te verorberen. Consequent?" zegt Ton. „Doe iets, versimpel. We hebben, zelf ook honderden voorwerpen bewaard, naar boven gesjouwd, daarmee energie verspild. Nu weten we, dat dingen, die je niet gébruikt, zich tegen je keren". Z'n vrouw knikt. Die molen achter de hoeve snort in de wind en talrijken zijn komen kijken, zeker nadat Roel van Duyn er bekendheid aan gaf. „Verschillende mensen, paters in Afrika schreven, een man. die wel zo'n ding bij z'n tweede huisje wilde hebben. Weet je „echt" licht, een kick tijdens een feestje. Er kwam een slee van een wagen voorrijden, een man stapte uit en vroeg: „Wat moet dat ding kosten". Hij wilde hem gelijk meenemen. Toen ik de molen niet voor honderdduizend gulden wilde verko pen was hij stomverbaasd. Iets niet voor geld te koop?" Die windmolen in het Noordholland se Knollendam is een simpel ding, niet duur, vrij gemakkelijk te maken. En op windstille dagen- bieden de twee accu's genoeg soelaas voor een week bedacht stroomge- bruik. „Mensen kunnen bij ons vragen om tekeningen of bij Chris Westra in Amsterdam, lid van de energiecom- missie Amsterdam." En dan „De mensen moeten een voor een wakker worden. Deze wereld kan anders." En hij praat over ftyts met eigen moestuinen, timmerlieden, over mo lens en televisie, over wat hij niet weet en wat hij denkt, over kinderen en z'n buren, die er bang voor zijn. En vooral over dat met z'n allen blazen voor licht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 9