59Be keus van mijn hart was God te dienen 55 '1>!e avond ging met kwieke tred een ^hoogbejaarde man in een smetteloos «wart pak de kansel omhoog en be- %on er met barse, doch sympathieke Vem te pieken over 2 Petrus 1; 19 ..En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gy doet •Wel. dat gij daarop acht hebt. als op «en licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en d" morgenster opga in uw harte. Hier zweeg hij even en keek zijn gehoor streng aan. Slechts kort ech ter. want dominee Reinier Kok is een blijmoedig man, die even vast In de Leer als in de kwinkslagkunst. "Vierentachtig Jaar oud, zo 6tond hij •daar de oudste nog actieve predi- kant van Nederland. Het kleine kerkgebouw was helemaal vol; zoals steeds sedert begin van dit Jaar, 'toen dominee Reinier van Kooten hierheen gekomen was om te voor- ,v zien in een vier Jaar oude vacature. Dominee Van Kooten hoorde toe Ihoe zijn oude ambtgenoot, nu in ei- -gen taal, over Petrus' „profetische ■woord" begon uit te weiden. Zijn en ieder anders ogen waren op de kan deel gericht. Door Aad Wagenaar Vierentwintig jaar oud, zo zat hij daar de Jongste predikant van Nederland. r Rondom de kerk lag het stadje Goedereede, op de kop van het ei- -fland Goeree en in duister gehuld. Het was vrijdag en de vissers waren thuis komen varen. Na de maaltijd waren ze met hun familieleden op het klokgelui afgegaan, dat van het kerkje bij de haven kwam: op weg naar de dienst van „de Jonge domi- Inee". PAUS Een twintigtal meter achter het kerkje stak een reusachtige toren omhoog, in steigers: het restant van de imposante Godstempel, die hier in de 15e eeuw gebouwd werd, toen Goedereede de naam zegt het al) een welvarende handelsstad was. Adriaan Florenszoon Boeyens was jhier in die 15e eeuw ooit pastoor, i Hij zou later van Goedereede naar (Rome verhuizen; hij was de enige Nederlandse en laatste niet Ita liaanse Paus, Adrianus de Zesde. I Een strenge man: als Paus wilde hij jde Hervorming bestrijden door een i hervorming binnen de kerk. Zijn inspanning heeft niet belet, dat nu op de plaats, waar hij als Goe- I dsreese pastoor het priesterkoor van zijn voorname kerk wist, een Neder lands Hervormd kerkgebouw staat. Met daarbinnen vanavond Neerlands oudste en Jongste predikant met als bijzondere bijkomstigheid dat de ou de de grootvader is van de Jonge: kleinzoon Reinier (24) heeft opa Reinier (84) te gast genood. I Is dat iets bijzonders, zo'n kleinzoon opa-relatie in het domineesland? „Ach", had ons eerder de oude domi nee Kok gezegd, „ik heb acht kinde ren en negenendertig kleinkinderen. En volgende week wordt al mijn derde kleinzoon als predikant beves- tigd. KRENTENBROOD We zaten ln de huiskamer van de zeer riante bungalow, die de Neder landse Hervormde gemeente van Goedereede als pastorie voor zijn j Jonge predikant had laten bouwen. Grootvader Kok, die in Soest woont, maar zijn kerkgemeente in Nijkerk I heeft, was vroeg in de middag naar het eiland gekomen. Hij had eigengebakken krentenbrood bij zich, als om zijn afkomst niet te verraden. Want de dominee is als bakker begonnen. Hij werd op 13 oktober 1890 in Houkoop bij Oude water geboren, in een gereformeerd gezin. Hij bezocht de christelijke school in Woerden („iedere dag vijf tien kilometer lopen De Jonge Kok werd bakkerskneoht. „Maar", vertelde hij die middag, „op mijn veertiende Jaar ontdekte ik dat het de keus van mijn hart was om God te dienen. Ik had een grootva der en die man sprak met mij, hoe hij in zijn Jeugd de Here had leren kennen en vrezen. En toen ontdekte ik bij me de begeerte om predikant te worden". Hij verliet het bakkersvak, inmid dels zo'n Jaar of twintig, en ging in de leer bij de Rotterdamse gerefor meerde predikant Kersten. Op 24- jarige leeftijd werd hy in Aagtekerke in het domineesambt bevestigd. Zo oud is nu dus ook zijn kleinzoon Reinier van Kooten. Die werd op 30 november 1950 in Brandwijk gebo ren, als zoon van alweer een predikant; groeide op in vaders standplaatsen Genemuiden. Huizen en Delft, en studeerde theologie aan de Utrechtse universiteit. Op 25 Ja nuari van dit Jaar ontving Goede reede hem als de nieuwe predikant. De bevestiging gebeurde door zijn vader. Opa Kok deed mee aan de handoplegging. En vond dat het goed was. Goedereede: „Ik heb gezegd." aldus de Jonge dominee „Here, u zendt mij daar naartoe, ga nou zelf met Ds. Reinier van Kooien voelt zich niet te jong voor het ambt. Zijn ge meenteleden hebben met zijn leef tijd evenmin problemen: ze komen onbevangen naar hem toe met hun persoonlijke problemen. En hoewel ook zijn gezin nog zeer Jong is (twee kinderen van resp. ruim an derhalf en een half jaar oud), durft hij ook de pastorale raad bij gezins moeilijkheden aan. Zo voelt, aan de andere kant, groot vader Kok zich niet te oud voor het domineeeambt. Hij had er in 1968 hij was toen 78 aan gedacht om met emeritaat te gaan, zijn stand plaats was toen Ameide. SPIJT Toen, bij de aarzeling pver het te aanvaarden pensioen, vernam hy dat Nijkerk v&kant was. En: „Toen dacht ik: emeritaat..ik heb spijt als haren op mijn hoofd. Ik heb straks geen catechisatie meer, geen huisbezoek meer en ik moet toch ook een paar kwajongens hebben, die ik reoht moet zetten, dus ik sta er straks helemaal buiten. Nykerk werd door dominee Kok aanvaard. Eerst kwam nog de ker- keraad op bezoek om te zien wie die wonderbaarlijke oude man was, die nog op zijn 78ste beroepen wilde worden. „Ze lieten me zelfs een paar gymnastiekoefeningen doen zeker om te kijken of ik de kansel nog wel op kon", mopperbromt hij. Kleinzoon Van Kooten lacht om zijn opa, als deze de sprongetjes van toen nog eens herhaalt. Ze weten allebei van lachen, maar hun gezichten worden streng als het op de taal van de Schrift aankomt. Ze geven volmondig toe niet mo dieus te zijn, in de zin van geloofs vernieuwing. Steil in de Leer der halve? Opa en kleinzoon vinden het geen discussiepunt; het woord van God wordt gelezen zoals het geschreven staat. „Men mag ons gerust conser vatief vinden," zegt de Jonge domi nee, ,,wat telt is dat we de gelovigen bereiken, mijn kerk is steeds vol. We hebben er klapstoelen bij moe ten zetten." EMANCIPATIE Het werd een lang gesprek, die mid dag in het huis van de Jonge domi nee. Opa en kleinzoon hadden er beiden schik in. We stelden de hedendaagse ge spreksthema's aan de orde. De vrou wenemancipatie bij voorbeeld. Zestig Jaar leeftijdsverschil scheidden opa en kleinzoon niet in hun opvatting dat de man het hoofd van het gezin is: „Een Bijbels gegeven". „Gij mannen hebt uw vrouwen lief; gij vrouwen zijt uw mannen onder danig, „zei de oude dominee, „zo staat het geschreven. De man moet liefde geven en hij die geeft, is al tijd die meerdere. De Jonge dominee, wat minder plechtig: Het is duideiyk uitgesproken by de zondeval: de man zal heerschappij over u hebben. De vraag is of die emancipatiebeweging iets te zeggen heeft. Met die toene mende scheidingen vallen alle orde en geestelijke waarden weg .Een voorname oorzaak kan zijn: er Is geen gesprek meer, een gesprek over de wezenlijke dingen van het leven. Dat valt weg in deze tijd, men leeft te oppervlakkig." We lieten het Woord „abortus" val len Nee, zeiden beide dominees. Grootvader: „In de tegenwoordige tijd valt er veel te waarderen. Oude mensen worden veel beter verzorgd dan vroeger. Er is liefde tot het ou de leven en dat houdt dan ln dat er ook liefde tot het Jeugdige leven moet zijn. En met éi* Abortus wordt toch het leven geraakt. En dat vloekt en is niet in overeenstem ming met elkaar. En dat zal zich wreken." SCHULD Heeft oude dominee wei eens een gedwongen huwelijk, een „moe tje" tot stand gebracht? Ds. Kok: „Jawel, dan hebben we die twee mensen tot elkaar gebracht en die hebben schuldbelijdenis gedaan." Schuldbelijdenis: dat houdt dus in dat voorechtelyk geslachtsverkeer als zondig wordt beschouwd Ds. Kok: „Ja, tot op heden." De Jonge dominee beaamt wat zijn grootvader zegt. Voelt hij zich dan niet wat geïso leerd in deze turbulente tijd van vrijheid, blijheid en alles mag? „Er is een onderzoek in Amerika ge weest over dat voorechtelyk ge slachtsverkeer, op universiteiten en daar kreeg men te horen: ik doe mee aan dat voorechtelijk geslachts verkeer om niet geïsoleerd te zijn. Maar diep innerlijk wil men het niet, om het zelfrespect." Zowel grootvader als kleinzoon, zo vernamen we, zijn befaamd om hun predikaties. Ds. Kok: „Ik werk er de hele week aan". Ds. Van Kooten: ..Twee dagen op zijn minst moet Je er voor studeren". Bewaren zij hun preken? De Jonge: „Ik neem ze wel eens op de band op en als ik ze dan terug hoor, zeg ik er toch wel amen op". De oude: „Nee, ik bewaar ze niet. Want moet Je ze bewaren, dan moet Je ze bitter bewenen om hun opper vlakkigheid". Maar hij glimlacht erbij. Evemals kleinzoon Van Kooten, die ons eer der, in zijn studeerkamer, wat boek jes had laten zien: de gebundelde diepe gedachten van grootvader als een voornaam bezit, zo had hij ze tussen zijn vingers genomen. TELEVISIE We begonnen over televisie te pra ten. Maar zowel de oude als de Jon ge dominee verontschuldigden zich: ze keken er niet naar. Ds. van Kooten: „Ik kijk niet, niet uit principe, maar meer als een vorm van tijdswaardering, dacht ik. Je ontdekt in je gemeente dat de Bybelkennis zo enorm achteruit gaat. Mijn tijd is veel te kostbaar, we laten ons door al die dingen maar passief maken. Maar er zitten wel goeie dingen in de televisie, dat ontken ik niet. Maar ik weet dat als ik er een heb, en Je hebt de hele dag gesjouwd, dan zet je'm aan en dan blijf Je zitten kijken. En daar om heb ik geen televisietoestel". Ds. Kok: „Ik heb nog nooit televisie gekeken". Zelfs niet naar de EO? „Ik luister er naar, op de radio. Ds. Van Kooten: „Ik ben daar blij mee, met dat geluid, wat er gegeven wordt, in deze tijd ook". Houdt u van voetballen? Ds. Kok: „Ook niet". Ds Van Kooten: „Ik was er stapel op. Als er woensdagavond een wed strijd was op teevee, kon ik aan niets anders denken. Daarom ben Ik gestopt er naar te kijken. En ik heb gezegd: dat is geen sport meer. Ik kijk in mijn kranten wel naar het competitieverloop, maar meer om een voorbeeld voor mijn preek te vinden. Zoals toen Barcelona lands kampioen werd, toen was er een supporter het stadion uitgerend, roepend: „nou kan ik sterven. zoiets. Dat vond ik dus de armoe van de wereld, een prachtig mooi voorbeeld van die armoe. Ik vind wel dat een predikant bij hoort te zijn". Vindt u dat de wereld in armoe ver keert? „Ja." zegt de Jonge dominee, „dat blijkt uit vele facetten. De onlusten, het aantal echtscheidingen..daarin komt een hoop armoede naar voren. Dat komt omdat de geestelijke diep te van de kerk gemist wordt, veelal, de wezenlijke zaak van het geloof. Er is geen gesprek meer dat is een van de oorzaken van de holheid van deze tijd". Dan zegt ds. Kok, die een poosje heeft zitten nadenken, opeens: „Het is misschien een beetje eigenaardig gezegd: ik zie alle kerken ln puin vallen, 't Gaat alle kerken slecht". Maar u bedden heeft vanavond toch een volle kerk, zeggen wij verbaasd. Ds. Kok „Wat zegt dat? Wij hebben plaatselijk niet te klagen; de offer vaardigheid is goed, de opkomst is goed. maar als Je om Je heen kijkt, is dat toch een unicum. Over het algemeen gaat het zeer slecht. Zijn kledn2oon: „De mensen weten ook niet wat ze missen, hoor! Men is de hemel kwijt. Het doel van het leven is de liefde tot God; daartoe ben ik op aarde". Grootvader: „De godsdienst is de grootste hinderpaal om zalig te wor den! Wat nu? „De Here Jezus is niet gekomen," zo legt ds Kok uit, „om godsdienstige mensen zalig te maken. De gods dienstige mens heeft hem aan het kruis genageld. Hij is gekomen om zondaren zalig te maken. Eerdat een godsdienstig mens zyn godsdienst kwijt is en zondaar is..daar is de werking des Heiligen Geestes voor nodigis zyn godsdienst een weg naar de hel!" ..Dan voelt hij zich wijs en vroom." verduidelijkt ds. Van Kooten. „dan heeft hij God niet nodig. „Hij heeft Jezus Christus niet nodig als gekruisigde zaligmaker om met hem gekruisigd te worden," zegt ds. Kok. „Om zalig te worden," vult ds. Van Kooten aan. TROTS Zo spraken opa en kleinzoon nog geruime tijd verder, allebei zeer Bij belvast. Toen vroegen we opeens of de twee dominees over en weer trots op elkaar waren. „Nee," zei de oude, „ik heb niets om trots op te zijn. Ik heb een keurig gezin, maar als de Here mij lo6laat, dan ben ik weg." „Ik kan niet zeggen dat ik een opa complex heb, zei de Jonge „maar ik ben er trots op dat ik die traditie achter me heb staan. Maar als hij iets zegt, dat ik niet kan verdedigen, dan zal ik zijn woorden zeker niet herhalen." Geen trots, maar toch voldoening bij opa Kok toen hij zijn kleinzoon begin dit Jaar in het domdneesambt bevestigd zag worden? De oude dominee: „Het begin is nog geen einde. Dus zei ik: Here, wil ze geven uw genade dat ze het Woord recht mogen bedienen, het hell van de gemeente zoeken en de eer van Uw naam bedoelen. Dus ik heb er heel veel zorgen over. Het zal voor ons allen, hoofd voor hoofd, een wonder zijn wanneer wij zalig mo gen worden. Het gesprek moest ten einde lopen; grootvader-dominee ging zich voor bereiden op de predikatie van die avond en wilde ook nog een zelfge bakken boterhammetje eten. Hij zei tegen het slot: „Wij hebben die za ligheid in ons hart voorzover dat beginsel leeft in ons hart: onze wandel is in de hemel, maar het is iets anders in de hemel te komen, want daar kun Je niet inklimmen, daar moet Je in opgenomen worden".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 35