KOSTERES EN KASTELEIN Niet Ten om het v( ïel maar om h< et lekker EXQUISE PRODÜKTEN NU OOK IN DE SUPERMARKT Tinie van der Velden uit Lisse LISSE Kletterend valt het lege kopje op tafel. Tinie van der Velden staat op- Twee vech tende katten, een grote en een kleintje van een paar weken worden uit elkaar gehaald. Glim lachend zakt ze even later weer in haar gemakkelijke stoel. Zegt dan: "Kerstmis? Tja, wat be tekent dat voor mijEven wordt het stil. Kruist de benen, laat het hoofd op de rechter hand rusten, gaat ineens rechtop zitten en roept uit: "Voor mij is het geen Kerstmis als het ko perwerk in de kerk niet is gepoetst Tinie van der Velden, 44 jaar, moe der van drie kinderen, kosteres van de Nederlands hervormde Kerk aan de Heereweg in Lisse en kastelein van Rehoboth. Kan die combinatie wel? "Waarom zou dat niet kunnen", kaatst ze het balletje terug. "Het is gewoon een kwestie van aanpassen. Neem nou eens een dominee. Het ene moment trouwt hij iemand en 'n paar uur later moet zijn gezicht in de plooi zijn voor een begrafenis. Ik ben gewoon mezelf. Niks geen stijf gedoe. Maar de kerk, dat heb ik me heilig voorgenomen, mag niet onder het horecawerk lijden". Door Jan Westerlaken Buiten miezert het. Grindgeknars in de tuin kondigt een bezoeker aan. Kosteres Van der Velden is al op ■weg naar de deur. Voor de bel rin kelt is düe aa open. Vijf minuten la ter is ze terug. Kerstmis. Hoe beleeft ze dat met haar gezin als koster? "Het is heel moeilijk" vertelt ze eerlijk, "om je gezin niet te laten lij den door al die drukte. Je bent con stant in de weer want in de kerk zelf moet de sfeer te proeven zijn. Voor al als de predikant een verhaal ver telt. Je moet het iedereen naar de zin maken. En dat valt soms niet mee. Zeker niet als er veel kinde ren in de kerk zijn. De één begint te huilen als Je het licht uit doet, om dat het bang is in het donker; een ander moet zonodig plassen en een derde is weer verschrikkelijk verve lend. Als koster moet Je al die din gen nalopen". Dus gaat het werk toch wel een beetje ten koste van het gezin? "Laat ik het zo stellen", zegt Ti nie van der Velden, "als koster moet Je Je hele gezin mee hebben want anders draait het niet. Soms is het berewerk. Er zijn altijd mensen, die na een kerkdienst wel wat vergeten. De één z'n paraplu, een ander weer z'n handschoenen. Als ik niet thuis ben moet toch iemand die spullen opzoeken. Wanneer ik op zolder aan het werk ben en er komt weer ie mand zeuren, dan hoort God me echt wel eens brommen hoor". Tinie's kinderen zijn groot gewor den met de bedrijvigheid van hun moeder. "Natuurlijk zeggen ze wel eens wat als er een zeurpiet aan de deur komt. Het liefst zou ik hem dan ook over het hek zwiepen. Dan gaat er beslist geen christelijke gedachte van me uit. Want zo iemand heeft dan meeaten z'n handschoenen of wat ook pas een week later weer nodig". Met Kerstmis zitten de kerken stampvol. Toch klagen predikanten steen en been, dat hun kerken zon dag zo slecht bezet zijn. Hoe zou dat komen? Driftig schudt de kosteres met haar hoofd. Of ze zeggen wil "voor mij ook onbegrijpelijk". Maakt dan een wijds gebaar met de armen en zegt "Soms denk Ik wefl eens: je moet pils schenken en sigaretten aanbieden an ders verrekken ze het om naar de kerk te komen. Altijd zijn er weer mensen, die wat te klagen hebben. Dan zijn de banken te hard of kan men zijn benen niet kwijt. Smoesjes, allemaal smoesjes". "Weet Je wat het is? We hebben het allemaal te goed. Als het fout dreigt te gaan in het leven roept men om God en gaat men weer naar de kerk. Maar het geloof zal blijven, want dat Is niet uit te roeien. Rusland is daarvan een goed voorbeeld. We moeten echter wel modern zijn en met de Jeugd meeleven. Een beetje eerbied moet er voor de traditie wel blijven, vind ik". Kjiken de kerkgangers niet wat vreemd aan tegen de combinatie koster/kastelein? "Natuurlijk zijn er wel wat ver velende mensen. Die tref Je over al", lacht Tinie van der Velden. "Er zijn er altijd, die het beter weten en wei eens aan 't regelen willen staan. Maar in de kerk ben ik de baas. En dat accepteren ze van me. Ik geloof, dat ze me gewoon zien als kos ter. En het kasteleinsbaantje? Ach. daar wordt nauwelijks een woord over gerept. Ja. er wordt wel over gepraat. Maar dan in gunstige zin. Meneer pastoor bijvoorbeeld. Hij zegt tegen paartjes, die gaan trouwen. Je moet Je receptie in Rehoboth hou den, want daar schenken ze van die grote bellen sherry Moeder kat heeft met haar kleintje een plekje voor de kachel gezocht. Ze spint en geniet van de warme stralen, die het apparaat uitstraalt. Tinie van der Velden heeft een fles cognac tevoorschijn gehaald en mixt een ferme scheut met een beetje cola. Een paar slokken ver dwijnen schielijk in haar droge keel. "Dat doet een mens goed", stoot ze uit en onderdrukt een opkomende boer. "Ik loop niet heel de dag als een engeltje te zweven. Dat is niks voor mij. Zomers", zegt ze nu, "lig ik heerlijk tussen de graven te zon nen. Ze zeggen wel eens: kun je dat nou wel maken? Ik vintd van wel. We onderhouden de kleine be graafplaats alsof het onze tuin is. Bovendien: Ik ben veel banger voor één levende kier el dan voor tien do denNiemand ziet me tussen die grafstenen en ik brand lekker bruin". Wat is het mooiste klusje voor een koster? "Persoonlijk zeg ik, dat is het lui den van de kerkklok als er iemand wordt begraven. Dat moet Je op tijd doen want ben je een kwartier te laat dan hoeft het niet meer. De dode is dan al onder de grond gestopt. Pijn is ook als Je een kerk vol men sen hebt en Je het iedereen naar de zin kan maken. En het liefst heb ik een dienst voor alle gezindten. Ik probeer mensen niet verloren te la ten gaan in die grote ruimte waar ze zich o zo eenzaam kunnen voelen al is het er nog zo druk". Kan de kerk voldoende salaris be talen voor al het werk, dat u doet? Zo vlot als kosteres Van der Vel den achtereen heeft gepraat, zo stil wordt ze nu. Voor het antwoord over haar lippen komt steekt ze een fil tersigaret op. Pas minuten later, als of ze uit een droom ontwaakt, flapt ze er uit: "Het beroep van koster gaat er uit. Helemaal. Voor 'n kerk voogdij is het haast niet meer te doen om een salaris te betalen. Voor mij en mijn gezin is het runnen van de kosterij een hobby, die geen geld ko6t. Maar meer ook niet". Daar blijft het bij. Kosteres Van der Velden wil niet kwijt hoeveel geld zij wekelijks verdient. Wel dat Re hoboth haar grootste bron van in komsten is. Vanuit de keuken klinkt gerinkel, met borden en kopjes. Tinie kijkt op de klok, die twee minuten voor drie aangeeft. Gegeten heeft ze nog niet. De honger zal nog even onderdrukt moeten worden. Over het grindpad nadert een volgende klant. Het le ven van een kosteres: hard werken, altijd vriendelijk blijven en een ka rig salaris verdienen. LEIDEN Het zou natuurlijk niet mogen, we zouden er ook niet over moeten schrijven maar het feit blijft: een geslaagde kerstvie ring hangt voor veel mensen nauw samen met een succesvol kerstdiner. Als dat geslaagd is, kan er eigen lijk niets meer verkeerd gaan. Door Henriëtte van der Hoeven Hebt u de afgelopen weken niet lopen piekeren om iets bijzonders te versieren voor het kerstdiner ook al had u zich voorgenomen het dit Jaar eens heel sober te doen? Staat er bij u geen flesje wijn in de ijs kast of op een niet te warme plaats in de kamer om het etentje extra luister bij te zetten? Ach, soms den ken we er gewoon niet meer bij na. Het kerstdineetje is een traditie geworden en het is moeilijk om van iets fijns afstand te doen. En wat is er eigenlijk tegen de familie eens lekker te verwennen als het maar geen zwelgpartijen worden zoals in "Le grand bouffe". Maar het wordt wel Ieder Jaar moeilijker iets echt orgineels op ta fel te zetten. Uit mijn Jeugd herin ner ik me nog dat konijn een vast onderdeel van het kersteten vorm de. Voor de rest week het menu maar weinig af van het normale patroon. In de loop der jaren heb ik dan ook ongemerkt heel wat lang durige vrienden na een Jaar van te dere zorg opgepeuzeld. Zo simpel is het echter niet meer. Het sprookje van weggelopen konijnen gaat voor niemand meer op en door de vele tussendoortjes is het accent komen te liggen op "klein maar fijn". Een blik in de zaak die gastronomische specialiteiten verkoopt, is echter ge noeg om Je er van te verzekeren, dat die sprookjes ook niet meer nodig zijn. Want het assortiment van de specialiteitenzaak is na de oorlog sterk toegenomen. De heer Hosman, die 6inds 1948 eigenaar is van de Meeuws aan de Breestraat weet daarvan mee te praten. "Vroeger was het een eenvoudige "hors d'oevre" in de vorm van sar dientjes, tonijn. Nu wordt er ge vraagd naar slakken (escargots), paté en schildpadsoep. Het is eigen lijk niet eens zo zeer de veranderde vraag naar specialiteiten, maar een bredere laag van de bevolking die naar speciailteiten vraagt. Vroeger aten alleen de rijken kreeft, mt wil iedereen weieens een voorgerechtje met kreeft proberen". Een van de belangrijkste facto ren van de veranderde eetgewoon ten is het feit dat er gewoon meer geld beschikbaar is voor eten. Bo vendien komen de mensen door hun vakanties in het buitenland veel meer in aanraking met dingen die ze hier nooit hebben gegeten. Gerechten die ze dan thuis willen klaarmaken. En als de kruidenier om de hoek het niet heeft, dan maar naar een specialiteitenzaak. Dat brengt natuurlijk veel werk mee voor de specialisten. Hosman; "We moeten ons nu wel goed op de hoog te stellen van alle specialiteiten. We gaan ook regelmatig naar Frankrijk en Spanje. Ik bezoek beurzen en pro beer steeds met iets heel nieuws thuis te komen. En dat nieuws heeft niet altijd betrekking op hetgeen ge- geoonsumeerd wordt, maar ook op de kleine dingen die de tafel zo gezel lig maken, mooie glazen, leuke kof- fiebekers en ga zo maar door". Als we de ontwikkelingen in de gas tronomische sector doornemen ko men we natuurlijk allereerst op wij nen. Hosman: "Je moet de speciali teiten natuurlijk langzaam opbou wen. Kort na de oorlog zijn we be gonnen met het importeren van de gewone Franse landwijn. Nu hebben we in nog geen 20 Jaar 'n serie opge bouwd met echt goede wijnen. Je moet de mensen er langzaam aan la ten wennen". Dat wennen is natuurlijk versneld, door de vakanties in het buitenland, maar één ding kunnen de Neder landers maar moeilijk afleren en dat moet de heer Hosman toch van het hart: het uit zijn op een koopje. "Ik geloof dat de Nederlandse consument meer kwaliteitsbewust moet wor den. Je kunt beter een veel kleinere, maar werkelijk goede kreeftcooktail maken dan een grote die tweede rangs is. Als Je lekker eet doe het dan goed, echt het zit niet altijd in de hoeveelheid. Daarom sta ik ook zo op goede voorlichting. Je moet bij voorbeeld ook eens "nee" durven verkopen. Als uit een gesprek met een klant blijkt dat ze zich voor het eerst waagt aan echte specialiteiten kun Je niet meteen met kaviaar be ginnen". Als ik vraag naar specialiteiten, voor kerst kijkt de heer Hosman even pefineend voor zich uit. JPaité's zijn de laatste Jaren erg populair ge worden", zegt hij tenslotte, „en ook escargots hebben de weg naar de kersttafel gevonden en dan natuur lijk ook de kreeft- en crabcocktails". Wijn en Franse kaas hebben zich ook stevig genesteld in de kerst-eet- top-tien, terwijl versgebrande noten al even onmisbaar blijken te zijn, als de kaarsjes in de kerstboom. Van de specifllïteitenhandel stappen we naar de supermarkt want ook die heeft een grote stem in de sa menstelling van het diner. "Vroeger", zegt de heer Kleppe van Albert Heljn (Zaandam), was bij het kerstmenu het verschil in rang en stand heel duidelijk. Het was zelfs van belang of een gezin 'n dienstmeisje of een keukenhulp had want aan het samenstellen van een maaltijd was heel wat werk verbon den. Vroeger waren er ook geen verse groenten buiten spruitjes, stoof peertjes en appelmoes. Dus kwamen de weokpotten op de prop pen. Het menu was dan ook be perkt en dat is nog niet zo heel lang geleden. In 1956 stelde de chef-kok van Formosa voor ons blad "Aller hande" het volgende kerstmenu sa- Tomatensoep. Gebraden konijn met appelmoes en stoofpeertjes of met pruimen en abrokozencompote. Aardappelen. Roompudding met rozijnen en Franse vruchtjes. Nu heeft de hulsvrouw keus uit veel meer produkten en die zijn vaak veel minder bewerkelijk. Hier door kan ze wat meer tijd besteden aan het versieren van de gerechten". Wat is er nu zoal te verkrijgen rond kerst? "O, dot is heel wat", lacht de heer Kleppe, "bijvoorbeeld krielaardap peltjes, tomaten, komkommer, sla, bleekselderie, witlof, sperziebonen, radijs en vaak ook bloemkool. Daarnaast hebben we tegenwoordig fruit uit alle delen van Europa. Geen rimpelig appeltjes meer die op zolder waren opgeslagen maar ver se appels, aardbeien, ananas, avo cado's, mango's en Spaanse meloe nen. Dit geeft de huisvrouw heel wat meer mogelijkheden dan vroe ger voor een voorafje of een toetje. Gebleven is de soep, maar nu ge zellig geserveerd in leuke koppen en met een soepstengel. Ook de kalkoen, het konijn of de kip zijn niet van het menu weg te denken, maar het toetje hoeft geen pudding meer te zijn. De kerst-koks hebben tegenwoordig ook ijs en Franse kaas tot hun beschikking. BIJ zijn naspeuringen en waar schijnlijk ook uit eigen ervaring heeft de heer Kleppe wel gemerkt dat eerste kerstdag nog echt de dag is van het traditionele kerstdiner, waarbij het hele gezin zich om de tafel schaart, terwijl tweede kerst dag meer de 'bezoekdag" is. "Het kerstdiner", zegt hij 'Wordt dan vaak vervangen door een koud buf fet. Eigenlijk zou Je het zo kunnen zeggen: eerste kerstdag wordt er 'n glas wijn bij het eten gedronken, de de tweede dag wordt er gegeten rond de wijn, sherry of andere (fris)- drank". Die tweede dag is ook de dag van de paté, garnalen, paling, zatan en Ardennerham, dingen die tegenwoor dig allemaal in een supermarkt te krijgen zijn. "Er zijn veel exquise produkten, die vroeger alleen in 'n speciaalzaak te krijgen waren, nu ook te vinden in een supermarkt. En dan komt Kleppe nog met een slotsuggestie voor die tweede kerst dag. "Zo'n dag met hapjes en drankjes kun je eigenlijk het best afsluiten met een fondue van vlees of kaas. Dat is eten waarbij Je ge zellig bezig kunt zijn in Je eigen tempo". Terugkijkend op alle kerstfeesten, die hij heeft meegemaakt, komt hij dan tot de conclusie dat er veel is veranderd. "Vroeger gingen de men sen er echt voor zitten om eens be hoorlijk wat te verorberen, nu ge nieten ze langere tijd van een gro- ite variatie aan heerlijkheden".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 34