HAARLEMSE KOEPEL kolossaal en afschuwelijk Kerstmis doorbreekt vast leefpatroon in huis van bewaring Adjunct-directeur H. van de Putte (27)„Geen ramme lende sleutelbos-praatjes. Dat is geen eerlijke zaak Praatjes als zou er in de ge vangenissen en huizefi van bewaring nog steeds alleen maar aan wasknijpers wor den gewerkt: volstrekt on waar Men doet het voor komen of we een stelletje boemannen zijn: volstrekt niet waar..:' Leefritme in het Huis van Bewaring II te Haarlem: ca. 7.00 uur: wekken per ring. Naar het toilet Eten op cel. ca. 7.30 uur: werkmeesters komen de groepswerkers halen. In de loop van de ochtend koffiepauze, ca. 11.30 uur: iedereen gaat weer op cel. ca. 12.00 uur: warm eten wordt rondgebracht. Tussen de middag verder drie kwartier (onverplicht) luchten, ca. 13.30 uur: terug aan het werk. In de loop van de middag thee pauze. ca. 17A0 uur: terug op cel. Broodmaaltijd, na afloop waarvan het bestek wordt ingenomen. 's Avonds mogen 50 h 60 man naar de televisie kijken; voor een grotere groep is niet genoeg bewaking. Het is hiermee dan ook in strijd dat zondagavond wel iedereen naar sport kijkt ca. 21A0 uur: laatste toiletronde. In theorie dus 40 uur werk per week. De praktijk is heel anders: veel uren raken verloren door bezoek in verband met nog te voeren proces; bovendien krijgt iedereen 3 4 keer in de week recreatie (sport). Zaterdag en zondag uitslapen. Zondag een half uur bezoek. Dit weekritme wordt weer onderbroken bR speciale dagen. Zo luidt het kerstprogramma als volgt: 24 dec.: religieuze film. 's Middags om een uur of vier: avondmaals viering. 25 dec.: kerkdienst, koorzang, 's Middags gemeenschappelijke maal tijd in de kerk- en de recreatiezaal, waarbij het personeel de ge detineerden bedient. 26 dec.: oecumenische dienst onder leiding van de 'zingende pater* Ben Strik, 's Middags een half uur extra bezoek, 's Avonds lach film met Louis de Funès. Kerstmis, het feest van Licht en Verlossing, wordt para doxaal genoeg ook binnen de gevangenismuren gevierd. Ja sterker: elk jaar komt het voor dat mensen zich kort voor de jaarwisseling laten insluiten boekdelen spreekt hier wel de brief van een gedetineerde aan reclasseringsambtenaar De Rooy: „Ik moet me schamen dat ik hier zo'n leuke Kerstmis heb gehad, want ik weet zeker dat mijn vrouw het thuis veel minder heeft". "Kerstmis in de gevangenis, op het eerste gezicht een verhaal van edelmoedigheid, een sprookjessfeer, het rijke meisje wier met rendieren bespannen arreslee tot voor de poort glijdt, dat uitstapt en haar mandje tevoorschijn haalt, dat zegt nee, niet "alsjeblieft, brave man", maar iets als: "Kerstmis waarom? Misschien houdt het verband met de moeite die wij ermee hebben om u, in die bijzonder moeilijke omstandigheden waarin u nu verkeert, prettige feestdagen toe te wensen. Misschien is het ook alleen maar het laagje vernis of het verguldsel waaronder de bittere pil verstopt is". Zo drukt de directeur van het Huis van Bewaring II te Haar lem zich tenminste uit in het gestencilde programmaboekje dat iedere gedetineerde krijgt. Een tweetalig programmaboekje overigens, want 40% van de gedetineerden in zijn 'Huis' komt uit het buitenland. Wat -veroorzaakt wordt doordat Schiphol onder het Haarlemse arrondissement valt "Kerstmis in de gevangenis, een rottijd waarin je je straf extra zwaar voelt. De directie probeert ons er zo goed mogelijk doorheen te halen, maar je blijft het eigenlijk voelen als een soort strafverzwaring. Wat zegt ons het kerstfeest eigenlijk? Wat zégt het ons?" Niet zonder pathetiek brengt een gedetineerde zijn visie naar voren. En hij zal wel gelijk hebben. Kerstmis in de gevangenis betekent zoveel als een lachfilm, een schietfilm, een toneel stuk, lekker eten, extra bezoek. Betekent uitslapen, een klaver- jastoernooi, bewakers die de gedetineerden aan tafel bedienen, en laat het daarmee alsjeblieft zijn afgelopen. Over tot de orde van de dag. Tot de orde van de dag of., tolt de orde? Liggen de machtsverhou dingen in de gevangenissen en Hui zen van Bewaring wel zoals een bui tenstaander zich die denkt? Is er wel sprake van een orde zoals hij zich die voorstelt? Veel bewakers met re volvers bungelend in de holster? Law and order? Het is allemaal nogal anders. En iwie, zoals ik, de beruchte Haarlemse (koepelgevangenis binnengaat met het voornemen een stuk over Kerstmis (te schrijven, komt eruit met heel ander materiaal. Zeker wanneer hij een volle dag in de tang wordt genomen door de 27-jarige adjunct-directeur H. van de Putte. Want Van de Putte draagt, zegt hij meteen, de pers eigenlijk geen goed hart toe. De voorstelling die, in het bijzonder door bijvoor beeld 't tv-programma „Werkwinkel" van de Haarlemse koepel is gege ven vindt hij in strijd met de wer kelijkheid. „Geen rammelende sleutelbos praatjes, dat is geen eerlijke zaak. En het filmen van een enorme, lege koepel, dat is ook niet Juist gewoon. Het „vlak" vervult de functie van brink. Gewoon een heel gezéllige zaak". De adjunct-directeur, plooibare koppigheid, middelmatig groot maar stevig, zeer breed gebeeldhouwde mond, zit het hoog. Hij wenst bij het publiek Juist over te komen, niet als boeman te worden afgeschilderd daar de werkelijkheid heel anders is. .Praatjes als zou er in de gevan genissen en Huizen van Bewaring nog steeds alleen maar aan wasknijpers iworden gewerkt volstrekt onwaar. Van de 130, 140 man die hier op het ogenblik zitten, maken er nu vijf tien knijpers. Maar dat is voor de celwerkers, de mensen die niet in een groep willen of mogen werken. Bovendien hoeft men in een Huis van Bewaring niet te werken, dat is alleen in een gevangenis zo. Maar ongeveer de helft van de be volking staat wél in groepsverband, maakte tot voor kort fietsen, staat in een boekbinderij, een zeilmakerij, een vlaggenmakerij, een lampenas semblage-afdeling, maakt kinder speelgoed. Het is nog wel erg beschei den allemaal maar we lopen ons het vuur uit de sloffen om meer werk te krijgen. Op het ministerie zit bij voorbeeld een speciale acquisitieafde ling. die zich daarmee bezig houdt. Maar het meeste werk krijgen we toch binnen door privé-bemiddeling van het Hoofd Arbeid hier in het Huis. Nog zo'n misverstand: de verhou ding tussen gedetineerden en perso neel. Men doet het nog steeds wel voorkomen of wij een stelletje boe mannen zijn. Volstrekt niet waar. Er zijn natuurlijk zeker bewakers die vinden dat de gedetineerden achter de tralies moeten en daarmee uit. Maar ze gedragen zich toch in ieder geval correct. Terwijl de meesten zelfs af en toe eens een praatje ma ken, gemoedelijk met ze omgaan, eens wat kunnen hebben. Laatst til de bijvoorbeeld op de ring een gede tineerde ijn bewaarder op, gewoon voor de lol. Niemand die er een mo ment iets kwaads van daoht. Zo is de sfeer hier". Door Floris Bakels Foto's Dirk Ketting Een offensief, waarin de lijnen wor den getrokken voor een hele dag lo pen praten, indrukken opdoen. Eer ste indruk van de koepel bijvoorbeeld verpletterend groot, kaal en leeg. Afschuwelijk en fascinerend. In druk van het eten erg lekker. En voor het eerst een stalen deur zien openen waarachter een mens zit op gesloten, en die daar ook werkelijk aan te treffen, te zien, ermee te pra ten: onzegbaar. Na een hele middag gevangenis- sfeer en lang nadenken volgt hier een aantal voorzichtige indrukken. De machtsverhouding personeel- gedetineerden ligt anders dan ver wacht. Het evenwichtspunt in deze verhouding is zover naar de gedeti neerden opgeschoven dat het perso neel, hoezeer het ook de baas is, we] tactisch móét optreden móét kuinnen schipperen, of men nu wil of niet. Overigens: meestal wil men wel. Een voorbeeld: toen een gedeti neerde door de adjunct-directeur werd gevraagd of hij met mij wilde praten luidde het antwoord: „Moet Je een klap voor Je kop?" Dezelfde gedetineerde, even later (want hij was toch wel te porren)„Als een man me niet aanstaat zeg ik „voor uit man, moven", en dan heeft hij maar te gaan". Nu is dit geen zuiver, wel een ex treem voorbeeld. De betrokken ge detineerde hoort in een Huis van Bewaring helemaal niet thuis, want hij te aa „afgestraft" zoaHs men in gevangenisjargon „veroordeeld" noemt. Afgezien daarvan is hij een buitengewoon sterke en gevaarlijke vent, die tegen tien bewakers schijnt op te wegen, en die de andere gede tineerden enerzijds ontzag inboe zemt, terwijl ze hem aan de andere kant liever zouden zien gaan: hij bederft de sfeer en dat is voor ieder nadelig. Een ander gegeven dan: overdag wordt het hede Huis van Bewaring met zijn „bevolking" van ver over de 100 man, bewaakt door tien onge wapende mannen, 's Nachts is de ver houding zelfs nóg ongelijker: niet meer dan drie man, nog steeds on gewapend, houden de wacht. Dit laatste was tot voor kont an ders. Weliswaar was t personeel over dag ongewapend en men was 't daar ook zelf mee eens, maar gedurende de nacht kwamen de revolvers te voorschijn. Minister Van Agt schafte dat anderhalf Jaar geleden echter af, zeer tot ongenoegen van het per soneel dat, toen er half november een poging werd gedaan van buiten af ln de koepel te komen, dan ook niet in staat was zelf in te grijpen. De gewaarschuwde politie arriveerde te laat: de vogels waren al gevlogen. De gevangenisrevolvers lagen in de brandkast. Iedereen die ik gesproken heb, dus bewakers incluis, ging akkoord met de situatie van overdag, al zou men wel graag méér collega's hebben ge had. Maar dat betekent wel dat een be waker tegenover een gedetineerd niet in een machtspositie, maar in een onderhandelingspositie staat. Waarin hij, gelukkig, onmiskenbaar de ster- ste kaarten in handen heeft. „Maar", zegt Van de Putte weer, "als Je goed loijkt is het hele systeem natuurlijk niet consequent. We zorgen altijd dat een bewaker nooit tegenover een te groep gedetineerden staat, maar zondagavond kijkt de hele gemeente naar Studio Sport. Overdag houdt een gedetineerde zijn bestek op cel, dus ook zijn mes 's Avonds nemen we het hem weer af, tja, je moet toch ergens kiezen? Je moet een compromis vinden tus sen bavealligiing en resociaMsatie, en dat Je daarin inconsequent bent, daar ben ik het helemaal mee eens. Ze ker als Je hoort dat een gedetineerde zijn scheermesje aldoor houdt. Een bewaker bedreigen is helemaal zo moeilijk niet. Maar ik geloof gewoon niet dat het gebeurt. Hoewel, er zit ten hier een paar mensen Reclasseringsambtênaar De Rooy: „De sfeer tussen bewakers en gede tineerden is hier heel goed. Een be waker moet eens wat pikken niet met een een strafrapport opmaken als er eens wat is". Van de Putte: ,Maar de reden waarom het hier nog zo goed gaat is omdat we hier een zogenaamd ouderwets instituut zijn, volgens mij. Wij hebben nog wel regels. Wij ge loven in de resocialiserende functie van arbeid. Hier zijn overdag de cel deuren ln beginsel op slot, 's nachts helemaal. En als er hier een bewa ker wordt geslagen gaat de dader de strafcel in". Waarna het verhaal volgt van een Indonesiër die een per- personeelslid een messteek toebracht en vervolgens 'n stuk uit de boven arm beet: de man ging veertien da gen de volledig kale strafcel in, kwam al gauw tot inkeer, maakte zijn excuses en werd een modeJge- vangene. Toen hij de koepel tenslotte verliet betuigde hij nogmaals zijn 6pijt over zijn uitbarsting. Jaloezie Indien sommige gedetineerden bo ven andere bevoorrecht lijken te worden, geeft dat tot grote span ningen «tanlpj^ing Dat men niet werkelijk de een bo ven de ander bevoordeelt zal natuur lijk duidelijk zijn. Zelfs neemt de directie nivellerende maatregelen ten aanzien van bestaande verschillen: zo is bijvoorbeeld een maximum zak geld vastgesteld om te voorkomen dat de grote Jongens de kleinere „onder sneeuwen". Zo worden ook voor de overleg-commissie personeel-gedeti- neerden vertegenwoordigers van de laats ten door de eersten aangezooht: vrije verkiezingen zouden alleen een kleine groep aan bod doen komen, leerde de praktijk. Voorbeelden van de stelling, en daardoor argumenten voor boven staande maatregelen ,zijn makkelijk te vinden. Bijvoorbeeld: het reusach tige open „vlak" onder de peilloos verre koepel leent zich uitstekend voor sportbeoefening, wat dan ook regel matig wordt gedaan (werkt ook re socialiserend, vindt de directie). Ook het personeel ging hier wel sporten, en om de onderlinge verhoudingen nog wat te verbeteren speelde men vaak tegen gedetineerdenteams. Dit viel echter niet in goede aarde: de spelers werden volgens de anderen voorgetrokken. Men is er daarom mee gestopt. Maatregelen Het is daarom begrijpelijk dat ge- ditineerdea lotgenoten weren en voorvallen afkeuren die het systeem van (voor) rechten kunnen schaden. Voorbeeld: de meeste gedetineerden tn de Haarlemse koepel waren ver ontwaardigd over de Schevenlngse gijzeling. Het motief was niet van morele aard: het was de vrees dat eigen (voor)rechten, zoals bijvoor beeld vele aspecten van de gezamen lijke kerstviering, nu uit veiligheids overwegingen beknot zouden worden. Voor het overige is er onder de ge detineerden echter nauwelijks saam horigheid. Men besteelt elkaar, zij het in geringe mate. Men heeft heel duidelijke voor- en afkeren en waarom ook niet? Zo vertelde een ge detineerde dat „hij zijn meeste lotge noten links liet liggen, en zelfs „aan die psychopaat van cel 'n ver schrikkelijke hekel had". Een andere gedetineerde: „ik leef nogal op me zelf. Ik heb met niemand veel contact, behalve met Ontsnappen Hoeveel gedetineerden de kennis/ kunde om te ontsnappen bezitten ls niet bekend, maar er zijn in Neder land gestraften die daadwerkelijk hebben bewezen uit iedere inrichting te kunnen ontsnappen Een ontsnap ping wordt niet bestraft. In Haarlem zat er één, een uit- braakkoning. Drie keer had hij de ge vangenisdirectie aangekondigd: van avond moet dit of dat gebeurd zijn, anders ben ik weg". Drie keer wès hij 's avonds ook weg. Hij wist ook wel een manier om uit de koepel te komen Ja, maar hij zag er toch maar vanaf die openbaar te maken. ,.Er zouden anderen kunnen zijn die dat gaatje kennen, ik weet het niet hoor, en dat zou dan nu dichtslaan. Dat wil Ik niet". Een filosofie dus die naar morele bezwaren tegen diefstal Jegens een anonieme gedetineerde van zijn vluchtweg neigt, en dat is eigenlijk wel grappig als het niet tevens zo onthutsend was. Het gevangenispersoneel voelt zich tussen twee vuren. Aan de ene kant de moeilijk te bespelen gedetineerden, aan de andere kant de zeker zo moei lijke regering en volksvertegenwoor diging, veelal gesteund door een slecht voorgelicht publiek. Hierover valt zeer veel te zeggen. Wat wil het personeel? De voornaamste wens, die ik van. een aantal kanten hoorde, was meer en meer selectieve „petitentdaire" Inrichtingen. De reden: in feite voimt een verschijnsel als de Haarlemse koepel een universiteit van de mis daad. Kleine boefjes praten de hele dagen met de groten, leren van hun techniek en mentaliteit. Ten slotte le vert het toch ook ais zuiveringsimstL tuut bedoelde gevangeniswezen een veel hardere misdadiger af, die bo vendien nog zijn angst natuurlijk niet zijn weerzin voor de gevan genis kwijt is. Want binnen het af schuwelijke raam van de vrijheids beroving heeft men het daar verder zo slecht niet. En uit wat voor onverwachte hoek kwam er steun voor deze mening. De eerder aangehaalde uitbraak- kampioen, op het ogenblik ..zittend" voor bankoverval, een man die zich zelf beschrijft als een beroepscrimi neel, was er fel op. „Het is toch een schande dat zo'n w Jonge Jongen als een hier met kerels als ik komt te zitten. Zo'n jon- k gen leert eens wat, sloten openbreken, _i hij leert eens dit en hij leert eens dat, en vlak voordat hij eruit kwam vertelde hij me wat hij het allereerst zou gaan doen. Hij zou een grote slee gaan pikken en daarmee prins- f; heerlijk over de grachten van Am- sterdam gaan rijden". Een kerel als een rots, felle, gloei- ende ogen, demagogisch uithalende stem. „En weet Je wat ik tegen hem zei? ir Ik zei Jongen, begin er niet aan, ga een werkkaart halen. Nee, gevange nissen, die zijn voor kerels als ik. Die moet Je opsluiten. Maar hem niet". J „Als hij met zijn stuk iets bij de 61 mensen wil veranderen", Van de Put- 61 te is nu zijn gesprekspartner, „als k hy dat wil, Ja, dan zal het een ver- B< domd hard, verdomd cynisch stuk v' moeten worden. Kijk, als Jullie mij, de eerste keer dat ik hier kwam, op de eerste ring tussen de eerste en de tweede cel een geweldig pak slaag hadden gegeven, en om daarna veer tien dagen op water en brood in een donkere isoleercel hadden gezet, dan had Je mij hier misschien nooit meer teruggezien. Maar dit, zoals dat nu gaat, dat is toch niks". Hij heeft in wezen gelijk. Het gevangenissysteem zoals het nu is, iedereen ongedifferentieerd op een grote hoop, is helemaal fout. En dat klemt temeer omdat dit inzicht al tientallen Jaren bekend is. Waarom er dan niet consequent naar gehan deld? Er wordt al heel lang te weinig geld uitgetrokken voor het gevange niswezen. Er zijn te weinig bewakers, naar men mag aannemen niet uit ge-i brek aan belangstellenden de be wakers die ik gesproken heb hadden van hun vak nooit een seconde spijt gehad maar stomweg uit geldge brek. Er moet ook op vele andere gebieden het nodige gebeuren. Glo baal gezien zijn dit de kernpunten:! selectie binnen de gevangenis zich afvragen of voor sommigen resocialisatie wel zin heeft, name lijk: wel mogelijk is veel grotere aandacht voor de oorzaak van zeer veel kwaad: een slechte, liefdeloze opvoeding zonder i dat het kind door goed onderwijs de I gelegenheid krijgt zich boven zijn; f eigen niveau uit te trekken. Dus geld g naar onderzoek, onderwijs en Jeugd-1 f werk. Men voert mij nog verder rond inj de koepel. Honderden celdeuren, alle maal grauwgroen, gesloten. Ik zie dei strafcel, klein, leeg, vierkant. In hetj plafond een pas aangesmeerde plek: een gedetineerde heeft met zijn blote! handen een groot stuk uit het ce-| ment geklauwd. De stalen deur zwaait j dicht: er zit een beveiligingsbeugel op. aangebracht nadat die honder- jj den kilo's zware plaat door een ge- strafte uit zijn voegen was gedrukt. f Ik word afgeboekt en uitgelaten.! In het licht van de rode natrium- r lampen staat hij daar: kolossaal en t afschuwelijk. Ik voel mij bijzonder onbehaaglijk. L

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 28