ITALIAANSE BAROKMUZIEK LIBERACE: GAVE GEK Decennium: met zijn vijven in één huis „Avornl belcanto met Christine Deutekom" FILM MAAKT RAGTIME WEER POPULAIR van Zijp „ELITE ROCK" Q) GOED VOOR KINDEREN ZATERDAG 21 DECEMBER 1974 PAGINA 19 Johann Sebastian Bach was een dermate bewonderaar van de muziek van Antonio Vivaldi dat hij een aantal van diens vioool- concerten omwerkte voor clave- cdmbel en orgel. Daarbij verloren de composities iets van hun lichtvoetigheid en speelsheid, maar bewaarden ongerept hun muzikaliteit. De organist Pierre Cochereau maakt de beide concerten in a- en d-klein, toch misschien iets te monumentaal in de transcriptie van Bach. Münchener "Proarte- orkest draagt er onder de leiding van een ernstig te moede Kurt Redel nog wel extra toe bij om van Vivaldi met zo zeer eenzon- nige, als wel pen kouwelijke An tonio te maken. Dat komt mis schien ook wel door het feit dat een orgel een breed, niet zeer pun tig instrument is in zijn zeg gingskracht; bij Vivaldi komt 't nu juist zeker in zl jn solistische conoerti grossi op 'n streng gere- menteerde ritmiek en opbouw aan. Het is de mediterane hang naar de volmaakte vorm, die in deze orgelversie met de wat pa thetische aanpak van boven de Alpen in het gedrang komt. De plaat van Philips met Ita liaanse barokmuziek is vooral het besluisteren waard door de bijdra gen van het Spaanse gitaristen- paar Alexandre Lagoya en Ida Pres tl. Lagoya bewerkte voor zijn niet al te scheutig van oorspron kelijke composities voorziene in strument een concert in C-groot voor mandoline, strijkers en con tinuo van Vivaldi en een hobo concert in d-klein van Asessandro Marcello, dat eeuwen lang aan Marcello's beroemdere broer Be nedetto is toegeschreven. Het is 'n verrukkelijk klaterend bad om deze twee stukken steeds weer te besluisteren. Wat vooral zo fijn is in de muziek van Marcello is het melodische, bijna Belcanto-ach- tige verhaal, waarvoor zich een hobo en misschien zelfs wel een mandoline meer lijkt te lenen dan de wat droge, meer op continuo- taken ingerichte gitaar. Maar bij Presti en Lagoya herken Je de onvermoede mogelijkheden die dit gecompliceerde instrument voor zijn gunstelingen in petto heeft. De plaat wordt gecompleteerd door het bekende adagio in g-klei van Tomasso Albinoni dat, met bijvoorbeeld het concert van Aranjuez behoort t ot decat ego- rie "music forthe millions" en alsjeblieft daarmee bedoel ik echt helemaal nlet6 kwaads, zoals ik ook niets heb tegen het Me- tropole-orkest omdat het in zijn genre uitstekend is. Overigens is Albinoni nauwelijks de componist van dit adagio te noemen, omdat de sentimentele melodische lijn van het stuk door de 20ste eeuw- se Italiaan Rem Giazotto is ge leverd, die daarmee een soort re vival-barok maakteé Alles bijeen gaat het hier dus om een tame lijk heterogeen plaatje, uitsteken de klassieke achtergrondmuziek, straks bij kaarslicht, gans en tul band. Melding verdienen nog een twee tal platen met barokmuziek die onlangs bij de post zaten. Het is het Franse merk mr. Pickwick. Het gaat kennelijk om oude ban den, want het stereo-effect is er later in aangebracht. Daar heb ik mea 1 eens eerder zeer kwaad over gemaakt en toen ging het over opnamen van de gewelde naar Charlie Parker. De ge luidskwaliteit van de platen is niet feilloos, de klank heeft iets krasserigs en daaraan doet dat achteraf in twee stereo-pannetjes gieten natuurlijk geen goed aan. Dat bezwaar moeten we aan de andere kant ook weer niet over drijven, want voor de prijs is het geheel meer dan om aan te horen en uw diamant gaat er niet ka pot vam. Op de ene plaat staan wat min der bekende concert! grossi van Vivaldi (waaronder dat in F- groot voor twee hoorns, in d- klein voor hobo en het concert voor de Solennita van San Lo renzo met verschillende blazers). De tweede plaats heeft interes sante muziek voor trompet te bie den, eveneens geschreven door Italiaanse barokcomponistenTo- relli, Alberti, Jacchini en de boei ende sqmfonie opus 11 van Gio- vanniB attista Bonocini, die ik tot dan toe alleen als operacom ponist kende. Op beide platen speelt het kamerorkest van Jean-Francois Paillard. Hij heeft zich verzekerd van een aantal voortreffelijke so listen, vooral in de blazerssfeer. Leuke muziek en goedkoop, naar het schijnt. Eén goede raaddruk de monoknop in, wanneer u ze •draait. H.M. Albinoni-Adagio/concerten van Vivaldi en Marcello door Ida Presti en Alexandre Lagoya, gi taar, Pierre Cochereau, orgel en het orkest „Pro Arte", München (Philips, stereo 6568 001). De concerten van Vivaldi, door het kamerorkest van J. F. Pail lard met solisten (MR. Pickwick, stereo MPD 601). Werken voor Trompet, door het kamerorkest van J. F. Paullard met solisten (Mr. Pickwick, ste reo MPD 605). Op deze pagina bijdragen van Ham Mulder Ruud Paauw Bert Paauw Piet Rosier Wim Wirtz Bram van Leeuwen Paul de Tombe Eindredactie René Vos STEEDS DE NIEUWSTE GRAMMOFOONPLATEN HAARLEMMERSTRAAT 279 LEIDEN - TEL 071—24010 „Een avond belcanto met Chris tina Deutekom", PhUips 6780 752. Van onze eigen Christina Deu tekom is een dubbel-lp versche nen met luisterrijke fagmenten Christine Deutekom. uit het Italiaanse belcanto-reper toire, waarin deze 44-Jarige zan geres zich de laatste tijd heeft gespecialiseerd. Het album bevat hoogtepunten uit bekende en minder bekende werken van Giu seppe Verki, Vinxenao Bellini. Gioacchino Rossini en Gaetano Donizetti. Met nam op de a- kant van de tweede plaat staan enkele weinig gehoorde Veri- melodieën, die de moeite van het bluisteren echter meer dan waard zijn. Van deze componist behalve fragmenten uit „Don Carlos" en „II Trovatore" bij voorbeeld ook aria's uit „La Bat- Taglia di Llegnano". en I Lam- bardi alia prima Crociata". Van Bellini behalve enkele uiterst ly rische passages uitJ Puritani" en „La Sonnambula" de wanhoops- aria van Giuletta uit „I Capuleti e i Montecchi". Het zijn één voor één aria's, waarin de stem van La Deutekom goed tot haar recht komt. Geen stem overigens met een rijkge schakeerd kleurpalet, wel één die tot in de hoogste registers uitste kend is geëgaliseerd en daaren boven veel warmte uitstraalt. De aria „Tu che la vanité" uit „Don Carlos" bijvoorbeeld wordt door de in ons land wat miskende en in wereldsteden als New York en Florence zo bejubelde sopraan diep doorleefd gezongen. Dat is op de plaat duidelijk hoorbaar en Christina Deutekom zowel zin gend op het podium als pratend tijdens een interview op de tele visie heeft gezien kan alleen maar tot de conclusie komen dat deze zangeres tot het soort kunstenaars behoort dat alleen op de planken zichzelf is. Christina Deutekom, die hier het imago van de zin gende huismoeder uit Amsterdam, nog steeds krijgt opgelegd, uit zioh in het gesprtk bijzonder moeizaam. Wie achter haar ware gevoelens wil komen hoeft haar alleen maar te horen zingen. En dat kan dank zij deze nieuwe dub bel-lp, waarvan ook de opname kwaliteit weinig te wensen over laat. PU. De eerste LP (Song of the sad times) die onlangs van de nog vrij onbekende Nederlandse groep Decennium is verschenen doet het beste vermoeden voor de toekomst De nummers op deze plaat zuilen de luisteraar weliswaar niet direct in vervoering brengen maar ma ken wel duidelijk dat we hier te maken hebben met een groep die boven de middelmaat uitsteekt. Deoennium vestigde vorige maand met een tv-optreden in „Nederpopzien" van de VARA eigenlijk voor het eerst de volle aandacht van de vaderlandse pop-wereld" op zich. Daarvoor had de formatie, bestaande uit Ger Brands (drums), Frits van üden (orgel, zang), Jack Kessels (gitaar, zang), Koos Koster (bas gitaar, zang) en Pieter Koster (gitaar, piano en zang) zich ta melijk rustig gehouden hoewel de groep a>l twee jaar bestond. Die twee Jaar heeft het vijftal gebruikt om de diverse instru menten te leren kennen en de eigenlijke mogelijkheden te ont dekken. In die periode is er een hechte band tussen de groeps leden ontstaan, vooral ook omdat ze met-.z*n vijven in één huis zijn gaan wonen. Solo-gitarist SJaak Kessels: „Wij hebben een bewuste keuze gemaakt door zo sterk met elkaar op te trekken. Omdat we eerst hebben gekeken of we goed met elkaar konden opschieten heb ik het idee dat deze groep niet over een paar jaar uit elkaar zad gaan. In eerste instantie ging het om de men selijke relatie, de muziek kwam op de tweede plaats. Nu kunnen we vanuit het mentale evenwicht dat we hebben bereikt, goede mu ziek maken". In ieder geval heeft hun twee Jaar durende „aanloop" geresul teerd in een aantal uitgebalan ceerde composities waarvan voor al „Look down" noemenswaard is. Maar ook in de andere nummers (je moet ze wel een paar keer ge hoord hebben om ze mooi te kun nen gaan vinden) demonstreren de Jongens een van vakmanschap getuigend omgaan met de in strumenten. Hun vocale verrich tingen vormen echter een zwak punt. Er wordt niet altijd even zuiver gezongen terwijl bovendien de stemmen weinig klankvol zijn. Decennium doet er darom maar het beste aan het accent in de eerste plaats te leggen op de in strumentale mogelijkheden. B.P. New Orleans Ragtime Orches tra. Arhoolie 19035. Ragtime, één van de eerste, in oorsprong Amerikaanse muziek vormen, leek aan het begin van de Jaren zeventig volledig in ver getelheid te zijn geraakt Maar, zoals dat ook stellig bdj de warrige ontwikkeling van de mode het ge val is kaai het in de muziek raar lopen. En dat deed het dan ook. Want wat gebeurde? Plotseling kwam daar een film („The Sting") en niet minder plotseling was de ragtime populair. De titel song van „The Sting" „The Entertainer", een compositie van ragtime-koning Scott Joplin (rond de eeuwwisseling!) werd zelfs gekoesterd op de conjunctuurge voelige lijsten van hit-top, hop-pop en top-hip instituten. En toen de film „The Great Gatsby" verscheen, was het hek van de dam en speelde het cliché „nostalgie" een hoofdrol in de be- leidsbepaking van reclame makers en andr3 behoeftekwekers. Typerend voor het commerciële karakter van deze films en de in een eigentijdse Jas gestoken mu ziek uit de Jaren twintig-dertig (toen de ragtime overigens al niet meer zo populair was) zijn de pogingen om alles zo glan zend en zo swingend mogelijk over te brengen. In de meeste geval len heeft dat geleid tot overdaad (zoals bij „The Great Gatsby"). Maar wat misschien wel belang rijker is: het deed de authentici teit zwaar geweld aan. Een tref fend voorbeeld in dit verband Is de wijze waarop Joplins composi tie „The Entertainer" diepgaand gemold werd. Niet alleen werd na melijk het tempo tot een onge hoorde haast opgeschroefd. Ook werden de syncopische ekementen grotendeels uit de oorspronkelijke compositie verwijderd. En vooral dat laatste is erg Jammer, omdat juist de syncopen kenmerkend zijn voor de ragtime-muziek. Tegen deze achtergrond is het verschijnen van een nieuw album van The New Orleans Ragtime Orchestra verheugend. Het uit ze ven man bestaande orkest, dat in 1967 werd opgericht, speelt de ragtime namelijk op een manier, zoals door de componisten is aan gegeven. En hoewel dat aanvan kelijk wat clownesk overkomt is het eigenlijk zo puur dat Je er wel van moét genieten. Naast de bijna normatieve blaassectle van trompet, trombo ne en klarinet beschikt het New Orleans Ragtime Orchestra ook over een viool, die aan het door gaans tamelijk droge geluid een uiterst warme klankkleur geeft. De plaat bevat o.m. composities als „M pie leaf rag", „The En tertainer", „High Society" en „Black and White Rag", die in de ouderwetse orchestrarie 'n ragt fijne vertolking vinden. De wijze waarop het New Orleans Ragtime Orchestra musiceert, doet zelfs denken aan de eerbiedwaardige kamermuziek van de klassieken. En dat is toch muziek van het zuiverste water. W.W. Liberace in Concert dubbel- elpee van Walter Valentino Libe race Twinset PA8-2-1032. Liberace behoort tot de gaafste gekken van wie ik ooit heb ken nis genomen. In Amerika was hij tot voor kort zeer beroemd hoe het nu met hem staat is mi j niet bekend. Een aantal Jaren geleden was deze pianist gewoon in zijn tv- shows op te treden in een met goud bestikt jasje, met een glim lach om de mond die vooral wat oudere dames danig van streek bracht en met bijpassend kaars licht om het mierzoete sfeertje nog te verhogen. Tussen zijn pia nospel door reutelde hij op een afgrijselijk toontje over zijn lieve moe en zijft brave broertje. De kditsoh droop er van af. Om zijn imago nog wat op te poetsen liet hij in Hollywood een' huis bouwen dat werkelijk alles sloeg. In dat perceel staan zeven vleugels, een bed in de vorm van een piano en een zwembad in de vorm van een plano. Zelfs zijn polshorloge lijkt op een klavier. Het zal je kind maar wezen. Li berace kén ontegenzeggelijk pia nospelen. Wat hij echter demon streert is de virtuositeit van een man zonder diepgang, zonder we zenlijke smaak ook. Chopiri en Beethoven speelt hij met 'n glib berige oppervlakkigheid waar je akelig van wordt. En met hetzelf de vlotte-jongens-gemak dreunt hij er hitjes als Smoke gets in your eyes. Star Dust. Malaguena, Tea for two. The impossible dream, I left my heart to San Fran cisco, Born Free enz. uit. Een dubfoeflelpee is veel te veel ©er voor deze man; een gewone elpee was al mooi genoeg geweest. RP. Country Life The fourth Ro sy Music album ILPS 9303- 88370 IT. Behalve een duidelijke voorlief de voor het fenomeen vrouw, die op alle vier de LP-hoezen tot nu toe onverholen wordt gedemon streerd (met als climax de hoes van de vierde LP) kim Je Roxy Music een grote portie distinctie niet ontzeggen. Wat de groep aa muziek voortbrengt, zou Je mis schien het beste kunnen vangen onder de term „elite-rock". Roxy Music maakt muziek die tot in de kleinste details is verxorgt een neiging naar perfectie die ook wordt tegengekomen in de wijze waarrop die muziek wordt ge bracht. Roxy Music heeft er ook duidelijk de mensen voor om naar een hoog niveau te reiken. Com ponist/zanger Bryan Ferry, wiens unieke, gedistingeerde zangstijl tot het handelsmerk van de groep is geworden, wordt instrumen taal erg goed bijgestaan door mannen als Phil Manzanera (een flitsend meester op de gitaar), de uitstekende drummer Paul Thompson en bijvoorbeeld An drew Mackay. Als de lijn wordt gevolgd die sinds de oprichting van de huidige formatie Roxy Music (in '72is getrokken, dan is Country Life voorbestemd tot een langdurig verblijf aan de top van de LP- hitiijsten. Elk van de drie vorige albums immers verkocht steeds beter, een opgaande curve die met het derde album „Stranded" een hoogtepunt tot nu toe bereikte. En ook Country Life getuigt weer van de subtiele klasse van Roxy Music. Weliswaar valt de groep aan het. einde van kant 1 enigs zins tehig (hoewel If it takes aU night gebracht wordt op een wij ze waarvan doorsnee roek-groepen nog heel wat kunnen leren) maar die lichte teruggang wordt meer dan verdoezeld in werkjes als The thrill of it all, het verfijnde Three and nine, het ook op single uitgekomen All I want is you en op kant 2 het machtige Bitter Sweet, met Duits intermezzo, Triptych en Prairie Rose. P.d. T. Speciaalzaak grammofoonplaten J nic. de tombe Lange Pieterskerkchoorsteeg 11 Leiden, telefoon 071 22184 Alle dertien goed voor kinde ren Div. artiesten PhUips 6436 028. De serie „Alle dertien goed" Phonogram mag zich in een grote belangstelling verheugen. Onder die naam worden op ge zette tijden elpees uitgebracht waarop zijn samengebracht de grote single-hits van de afgelo pen periode. Het zijn meestal nummers waarbij voor het sing le-publiek de verzadiging is be reikt en waarvoor Phonogram nu nog probeert een graantje mee te pikken van het elpee-publiek. Dat die platen zeer goed verkocht v den laat zich raden: er staan meestal erg goede nummers op en de prijs is redelijk. Aan de vooravond van de de cembermaand verscheen een spe ciale „Alle dertien goed" voor kin deren. Daarop staan de meeste be kende liedjes van de televisie-se ries en dan ook nog in de origi- enele uitvoering. Op de plaat «taan onermeer "Kennen Jullie Paulus al?", „Swiebertje" en J"Bromsnor", "Hai Pippi Lang kous", „Kunt u mij de weg naar Hameien vertellen mijnheer?" „Maak Je niet dik. dun is de mo de", het Pipo-Med, "Dikkertje Dap" „Ik ben beertje Colargol", „Mijn vader is een tovenaar", Hallo meneer de Uil, de -familie Bar- bapapa en „Een muis in de molen in mooi Amsterdam". Al met al een vrijwel compleet overzicht er. Misschien een cadeautje voor onder de kerstboom y. int Je wUt deze maand nog wel eens iets an ders horen dan Zie ginds komt de stoomboot en Stille Nacht. B.vJL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 19