sterven uit
Diersoorten
ZATERDAG 14 DECEMBER 1974
PAGINA 13
Diersoorten komen, diersoorten gaan. Maar zo eenvoudig als het daar staat, gaat het in
werkelijkheid nietdit komen en gaan speelt zich af in een langdurig proces van evolutie,
wat betekent dat nooit een mens werkelijk het ontstaan van een nieuwe diersoort mee
maakt. Daarvoor duurt het te lang, het gaat eigenlijk ongemerkt.
Met het uitsterven ligt het in principe anders. Er is van een soort altijd een laatste dier dlat
sterft. Of een laatste groep van dieren, die omkomen door een brand, of een overstro
ming, of misschien wel het invallen van een ijstijd.
Zo is het eigenlijk altijd geweest: een natuurlijke oorzaak. Zoals het tot leven komen van
een nieuwe diersoort dat was, zo was het ook met het uitsterven.
Tot voor kort echter.
Sinds de uitvinding van het buskruit al is het door toedoen van mensen, dat hele diersoor
ten van het toneel verdwijnen.
Modernere bedreigingen zijn er ook: de vervuiling bijvoorbeeld, en de dierenhandel. En
ook het vernielen van woongebieden van dieren, gewoon omdat mensen daar willen wo
nen, of daar iets moeten doen.
Laten we eens op een rijtje zeggen
wat dat concreet Inhoudt. Het bete
kent dat wij mensen
schildpadsoep willen eten, schoenen
en tassen van krokodillenhuid willen
dragen,
Door
Jan Ottens
souvenirs willen hebben die i
digd zyn uit gedode wilde dieren,
onze honden katten willen voeren
uit blikjes die veelal walvisvlees be
vatten,
zelf het vlees of de eieren van wilde
dieren eten,
geloven dat dode dieren grondstof
fen moeten leveren voor onze ge
zondheid, of zelfs voor onze potentie,
vinden dat schieten goed staat,
vooral op de foto, glorieus, met de
voet er bovenop.
Zelf wilde dieren in huis willen heb
ben.
Schrikbarend
In Panda Nieuws (Wereld Natuur
Fonds) meldt René E. Honegger, cu
rator in de dierentuin van Zürich,
en lid van de Crocodile Survival
Group van de Internationale Unie
tot Bescherming van de Natuur en
Natuurlijke Hulpbronnen, dat de
aantallen amfibieën en reptielen
voortdurend afnemen, plaatselijk
zelfs met schrikbarende snelheid.
De mens doodt ze om hun leer,
vlees en vet, of graaft him eieren
u"
Van de 21 soorten krokodillen staan
er vele op het punt uit te sterven.
In volgorde van belangri Ikheid zijn
het de lederhandel, mllieu-verande-
r'ngen, de dier- en de souvenirhan-
del die de mdische eaviaal, de Bult-
kro'"viil en de Cubaanse krokodil
naar het leven staan.
Alleen al in Italië werden tussen
1968 en 1970 47 miljoen kikkers.
67.000 schildpadden en 103.000 hage
dissen gevangen en verkocht.
De kikkerexport uit India ten be
hoeve van de dellcatessenhandel
steeg van 330 ton in 1964 tot 2500
ton in 1970. Als men aanneemt dat
er in een kilo gemiddeld tien Tigjer-
kikkers gaan, werden er dus in 1970
25 miljoen kikkers uit India wegge
vangen. De voornaamste afnemers
waren de VS, Frankrijk, Belgie,
West-Duitsland, Zwitserland, Aus
tralië en Kenia.
Souvenirs
Omwille van de stijgende behoefte
aan originele, exotische souvenirs
werden in 1968 alleen al op Sardinië
meer dan 750 schilden van de
Onechte karetschildpad verkocht.
Van de pantsers van Moorse land
schildpadden (Marokko) worden
banjo's gemaakt.
Joegoslavië voerde in .1971 meer
dan 400.000 Griekse landschildpad
den uit naar verschillende westeu-
ropese landen. Tussen 1967 en 1971
importeerde Engeland in totaal
1.031.326 levende landschildpadden
uit Marokko. Ook in Frankrijk wor
den jaarlijks een half miljoen land
schildpadden als „huisdier" ver
kocht (75% van al deze landschild
padden gaan reeds in het eerste
Jaar van hun gevangenschap dood...
Dat houdt de handel levend)
De Japanse Reuzensalamander is in
gevaar door het hoge gehalte van
bestrijdingsmiddelen in het water.
Niet snel genoeg
iets ander daglicht komen te staan,
wanneer men bedenkt dat er meer
dan 750.000 insektensoorten zijn en
100.000 weekdieren, en daarentegen
slechts 8500 soorten vogels, waarvan
er 360 sterk bedreigd worden. Aan
zoogdiersoorten (totaal 10.000) zijn
dat er 280.
Onder de laatste vallen ook de
baard- en baleinwalvissen. De Blau
we vinvis bijvoorbeeld, het grootste
zoogdier ter wereld, een snelle
zwemmer die eerst met het vorderen
der techniek en de snelheid (van de
kant van de Jagers!) in deze eeuw
bejaagbaar werd.
En zyn iets kleinere neef, de gewo
ne vinvis, die heden ten dage in een
aantal van ongeveer 30.000 per Jaar
de voornaamste buit vormt. Walvis
traan, walvisvet zijn voor de han
del nauwelijks in terssant meer, des
te meer het vlees dat hapklaar aan
honden en katten wordt gevoerd.
Te laat
Prof. dr. W. F. J. Morzer Bruijns,
hoogleraar in Wageningen en lid
van de Nederlandse Commissie voor
Internationale Natuurbescherming,
bericht in ..Natuur en Landschap"
(Stichting Natuur en Milieu) dat de
bescherming die in 1965 werd inge
steld voor de Blauwe vinvis, waar
schijnlijk te laat is gekomen: van
het oorspronkelijke bestand van
200.000 exemplaren Is minder 1 pro
cent over.
Met de Gewone vinvis gaat het vol
gens hem al hard dezelfde kant op:
van de 380.000 dieren is nog 5 pro
cent over.
Vinvissen leven oceanisch, en zo
wijd verspreid dat men mag betwij
felen of het kleine aantal resterende
dieren in staat zal zijn elkaar te
vinden, wat voor de instandhouding
van de soort wel nodig is.
Vingerdier
In Dierenbescherming' (Nederlandse
Vereniging tot Bescherming van
Dieren) argumenteert dr. A. C. V.
van Bernmel, o.a. oud-directeur
van Blijdorp in Rotterdam, dat er
weliswaar meer dan 1.110.000 ver
schillende diersoorten zijn en dat er
slechts 800 met uitsterven worden
bedreigd, maar dat die cijfers in een
De Witte oryx is zwaar be
jaagd. Soms zaten de Arabieren
er in meer dan 300 jeeps tegelijk
achterheen.
Een krokodil als huisdier. Van de 21 soorten krokodillen staan er vele op uitsterven.
Richard Fitter, ere-secretaris van de
Vereniging voor de Bescherming van
de Fauna (Engeland)heeft een lijst
opgesteld van de meest bedreigde
diersoorten, getuige een artikel in
het tijdschrift „Oryx".
Het Vingerdier (of aye-eye), een
halfaap op Madagascar, komt er op
voor, de Oeistiti of zijde-aapje uit
Argentinië, en de Berggorilla uit
Roeanda, waarvoor het Wereld Na
tuur Fonds Nederland op het ogen
blik een actie voert en waarvan de
zooioog Schalier, die lange tijd tus
sen de gorilla's leefde, schat dat er
nog maar 1500 exemplaren van over
zijn.
In het Amazone-gebied worden twee
soorten sterk bedreigd: de Zeekoe
(Rtvierlamantljn) waarvan het vlees
erg lekker te, en de Reuzenotter, die
met staart mee meer dan 2 meter
lang kan worden, om zijn begeerde
huid voor de plaatselijke Jagers een
buitenkansje.
Van de runderen zijn het de Kou-
prey en de Mindorobuffel die er al
bijna niet meer zijn. Hier is mense
lijke beïnvloeding overigens niet zo
duidelijk. Het bestaan van de Kou-
prey, het wilde rund van Laos en
Cambodja, werd pas in 1930 ontdekt,
sommigen menen dat hij een krui
sing is. Voor de oorlog heeft de die
rentuin van Parijs er een bezeten.
Ontbladering
Volgens Van Bemmel is de kans
groot dat Amerikaanse ontblade-
ringsmiddelen en dergelijke de
schuldige van de teruggang zijn.
Voor de oorlog in Vietnam begon
waren er nog 500 Kouprey's, in 1970
schatte men het aantal al op tussen
de 30 en 40.
Van de Mindorobuffel of Tamarao
(Filippijnen) lopen de schattingen
uiteen van 100 tot 250.
Dan de neushoorns. Van de 5 soor
ten verkeren er 4 in levensgevaar:
de Indische neushoorn, de Suma-
traanse neushoorn en de Javaanse
neushoorn in Zuidoost Azie en de
Witte neushoorn in Afrika.
Aan de vermalen lichaamsdelen van
deze rhinocerossen wordt een ge
neeskrachtige werking toegeschre
ven, vanuit Indonesië werden (en
worden?) hoorns geëxporteerd naar
China, omdat de Chinezen geloven
dat ze tot poeder vermalen de po
tentie verhogen.
De totaal-opbrengst aan geneesmid
delen uit een neushoorn is wel eens
geschat op 10.000 gulden.
Volgens de Zwitserse bioloog Schen
kel, die in opdracht van het inter
nationale Wereld Natuur Fonds een
onderzoek verrichtte in het afgele
gen West Javaanse reservaat Udjung
Kulon, zijn er van de Javaanse
neushoorn nog maar 20 tot 30 exem
plaren over.
Katten
Van de .grote katten' zijn in gevaar
Poema, Perzische leeuw (in het
Girwoud in India zijn er nog onge
veer 200 over) en voorts de meeste
tijgersoorten, voor deze laatste voert
het Wereld Natuur Fonds eveneens
°en actie.
Door de stelselmatige vernietiging
van prairiehonden (een marmotten-
soort) wordt in de Amerikaanse sta
ten Zuid-Dakota en Alberta, waar
hij nog voorkomt, de Zwartvoetbun-
zing, in zijn voortbestaan bedreigd.
Van het Przewalski-paard, de stam
vader van al onze huispaarden, zijn
er in de volksrepubliek Buitten-
Mongolie nog enkele tientallen over.
In dierentuinen over de hele wereld
(waaronder Blijdorp en Artis) te het
bestand weer opgefokt tot ongeveer
170.
Op het lijstje van Fitter komen ook
voor het Formasasikahert, het Ma-
nipurhert van India, de Witte oryx
in het Midden-oosten (zwaar be
jaagd destijds door de Bedouïnen,
van de Arabische machthebbers zijn
Jadbtexpedities met meer dan 300
Jeeps bekend), de elegante ^batag
(eer» gazelle) in Ethiopië en in het
zelfde land de Nubische steenbok,
waar stropers het zo op gemunt
hebben.
Richard Fitter kritiseert in ..Oryx"
het traditionele natuur bescher-
mingswerk omdat het eerst dan op
treedt als er sprake te van een
noodsituatie, terwijl het dergelijke
situaties Juist zou moeten voorko-
Dat er nog veel diersoorten over
zijn en er dus nog veel te bescher
men valt, is alleen al daarom veel
minder tegenstrijdig dan het klinkt.
De Blauw vinvis voor de mo
derne jachtmethoden niet snel
genoeg meer.
In Florida o.a. wordt de Poe
ma bedreigd door drastische in
krimping van zijn woongebied.