Weer voer voor
jazz-liefhebbers
BRUCKNERS VIERDE:
WAAR VOOR JE GELD
Brok propaganda
voor de Sparks
van Zijp
Posthume
hulde Otis
Redding
Deel I Universele
Wereldgeschiedenis
ALFIE KHAN
SOUND
ORCHESTRA
Supertramp-muziek
moeilijk en boeiend
Lulu stelt
iets teleur
DONDERDAG 28 NOVEMBER 1974
STEEDS DE NIEUWSTE GRAMMOFOONPLATEN
HAARLEMMERSTRAAT 279
LEIDEN - TEL 071—2401G
Otis Redding:. Star Collection.
Vol 11. Midi 20077.
Dat Otls Redding een van de
betere vertegenwoordigers van de
soul was. wordt nog eens duide
lijk gemaakt met een verzamel-
elpee. die in de Star-Collection
is verschenen. Het tweede album
van hem in deze serie. Zelfs ze
ven Jaar na zijn dood is de mu
ziek van Redding nog altijd ,.in"
en prettig om naar te luisteren.
Misschien zo nu en dan wat sen
timenteel. maar zonder meer van
niveau. De man, die in 1967 met
vijf leden van zijn band door een
vliegtuigongeluk het leven verloor,
is tijdens deze posthume hulde
te horen in nummers die voor
namelijk door hem op papier zijn
gezet. Niet zo opmerkelijk, omdat
Redding ook als tekstschrijver een
groot naam had. Het eigen werk
is aangevuld met onder meer het
ijzersterke I cant get no satis
faction, waarmee de Rolling Sto
nes in het begin van de zestiger
Jaren lange tijd onpasseerbaar
waren op de hitparades. Otis heeft
er indertijd een snellere en rit
mischer versie van afgeleverd. De
co-produktie van Keith Richard
en Mick Jagger is dan ook een
van de vlotste nummers op een
langspeelplaat, waarop Otis Red
ding eenmaal te horen is met Car-
la Thomas en waarop hij nogal
eens doet denken aan andere er
kende grootheden als Wilson Pi
ckett en Percy Sledge.
JP.
Jazz Antology Serie. Musi-
disc, serie-letters JA.
Na de 15 platen tellende bloem
lezing van oude Jazzmuziek, die
nog niet zo lang geleden door Mu-
sldisc op de markt werd ge
bracht, heeft dit label nu op
nieuw een soortgelijke lawine van
„oldies" over ons uitgestort. Ook
hier bevat de serie een vijftien
tal platen me»t opnamen uit de ja
ren dertig-veertig. En zoals dat
ook bij de vorige serie het geval
was, zijn- er opnamen bij die nog
niet eerder op de markt zijn ver
schenen.
Uit de nieuwe serie koos ik zes
platen, waarvan de opnamen
en dat is begrijpelijk welis
waar niet al te best zijn, maar die
in elk geval flinke ruimte laten
voor nostalgie. Het betreft hier op
namen van tenorist Don Byas
(1945), gitarist Charlie Christian
(1941), tenorist Coleman Haw
kins (1940. nooit eerder uitge
bracht). organist Wild Bill Davies
(1959), Andy Kirk and His Twel
ve Clouds of Joy (1939, nooit eer
der uitgebracht) en een Metro
politan Opera House Jam Ses
sion (1944) met o.m. Louis Arm
strong, Art Tatum, Billy Holiday,
Lionel Hampton, Benny Good
man en Jack Teagarden.
In deze selectie vormt de Jam
session, in Metropolitan Opera
House de onbetwiste topper. En
dat is ook geen wonder. Immers,
de namen die ik hiervoor al noem
de, liegen er niet om. En als die
namen dan nog eens gecombi
neerd naar buiten komen, dan
kan het eenvoudig niet mis gaan.
Uit de plaat spreekt een sfeer,
die hedentendage alleen nog maar
voorkomt in blinkende dagdro
men. Een presentator kondigt met
sonore stem aan: „On trumpet.
Louis Armstrong", vervolgens een
kleine intro, dan: „On clarinet,
Barney Bigard", een typisch Bi-
gardiaanse fiedel, en zo rijgen de
„loopjes", de felle koperstoten en
het bekkengeweld zich aaneen tot
een uitermate swingend geheel
van voortreffelijke West-Coast,
New Orleans en bluesmuziek.
Prachtig, prachtig, prachtig.
Prachtig zijn trouwens ook de
opnamen van de Coleman Haw
kins Big Band en Andy Kirk and
His Twelve Clouds of Joy. Met
name van de laatste sessie zijn
de opnamen zo blikkerig, zo fra
giel en eigenlijk zo ontroerend,
dat Je geneigd bent de plaat tot
in het oneindige te draaien.
Wat minder is de plaat van or
ganist Wild Bill Davis, die eigen
lijk niet in deze serie thuishoort.
Het elektrisch gevoed orgelgeluid
klinkt te actueel om bij de oudjes
te kunnen worden ingedeeld.
Overigens bevatten de overige
platen in de Jazz Antology Serie
ongetwijfeld niet minder aan
trekkelijkheden dan de hier be
sproken schijven. Namen als
Count Basie, Benny Goodman,
Gene Krupa, Benny Carter en
Duke Ellington zeggen immers ge
noeg.
W.W.
Don Byas
Propaganda Sparks 88379 IT
(ILPS 9312).
Het is voor de andere leden niet
te hopen dat al te snel werkelijk
heid wordt wat op de hoes van
de nieuwe Sparks-LP staat afge
beeld. Immers, als de broertjes
Mael ooit de mond zou worden
gesnoerd, zou dat het onmiddel
lijke einde betekenen van de
Sparks en die jongens zijn het
nu net zo aardig aan het maken.
Althans Ron en Russell Mael,
want dat zijn de Sparks. En je
zou het niet zeggen maar Ron
de welhaast gemummificeerd lij
kende piano-speler is de
meest creatieve van die twee.
Voornamelijk van zijn
hand zijn de Propa-
pagandasongs, die broer Russell
zo'n opmerkelijke vertolking mee
geeft. De muziek lijkt daardoor
nog meer te voldoen aan een van
de betekenissen van het woord
Spark, dat om. staat voor vonk.
Zo klinkt de muziek van de groep
ook: klanken en woorden spat
ten in het rond, schijnbaar op weg
een eigen leven te gaan leiden.
Op het beslissende moment wor
den ze echter achterhaald en bij
eengehouden door de stem van
Russell, die ongemeen hoge vo
cale snelheden bereikt. Het geeft
de muziek van de Sparks in alle
georganiseerdheid een schijn van
ongeorganiseerdheid, een indruk
die nog wordt versterkt door het
veelvuldig gebruik van overeen
komstige klanken en beeldende
taal. Dat gevoegd aan soms weer
galoos uitgesponnen refreinen ma
ken de LP Propaganda tot een
onverbiddelijk uitschieter. Al
leen als 't zou moeten, zouden de
nummers Reinforcement, Ne
ver turn your back on mother
earth, 't sprankelende Something
for the girl with everything en't
op een niespartij lijkende Atchoo
als hoogtepunten kunnen worden
aangewezen. Maar ook verder is
de LP één brok Propaganda voor
de Sparks. P.d.T.
eist beslist een grotere leesinspan-
ning van hem. Maar wie de lief
de voor geschiedenis in het hart
gesloten heeft, zal met volle teu
gen genieten. Twee hoofdstukken
in dit eerste deel verdienen naar
mijn mening speciale aandacht:
,.De oorsprong van het mens
dom" van Heberer en het werke
lijk fascinerend geschreven „Egyp
te" van Wilson, hoogleraar
Egyptologie aan de universiteit
van Chicago.
De universele Wereldgeschiede
nis is bepaald niet goedkoop in
aanschaf (ruim 100 gulden per
deel), maar het voorgezette gees
telijke voedsel is dan ook van
hoge kwaliteit. R.P.
Woman AJfie Khan Sound
Orchestra Atlantic 50072.
Het spijt me voor beste Alfie
Khan, maar voordat ik zijn lang
speelplaat „Woman" op de draai
tafel legde had ik nog nooit van
hem gehoord. Dat heeft tenmin
ste dit voordeel dat je onbevoor
oordeeld de muzikale prestaties
kunt beluisteren. Wel, die zijn me
beslist meegevallen. De nummers
zitten allemaal aardig in elkaar
en worden in een modern tempo
gespeeld. Het enige bezwaar is
misschien dat hij wat te zwaar
tegen het Love Unlimited Or
chestra van Barry White of de
begeleidingsgroep van The Three
Degrees aanleunt. En bij een
nummer als ,,Rock your baby"
mis Je hoe goed ook vertolkt
toch duidelijk het stemgeluid
van hitparade-bestormer George
Mc Crae. Maar zoals we al zei
den over het geheel genomen mag
het orkest van Alfie Khan er best
zijn. De musici zijn voor het me
rendeel uit Duitsland afkomstig
al vermoed ik dat de vioolsectie,
die onder leiding staat van ene
Cees van Schaik, wel wat Hol
lands bloed bevat. Het koortje
op de achtergrond gevormd door
Rosi Rohr, Angelika Metzger en
Susanne Jage levert verdienste
lijk werk en datzelfde mag ge
zegd worden van Peter Schirmann
die de arrangementen voor zijn
rekening nam. Het repertoire is
een mengeling van „oud" en
„nieuw". Het oude is bijvoorbeeld
vertegenwoordigd met het Tim-
Hardinnummer If I were a car
penter en Pais Tropical van Jor
ge Ben. Meer eigentijds zijn de
nummers van Barry White „Lo
ve's theme" en "Under the in
fluence of love en The Sound
of Philadelphia, kortweg de ,.Phil-
lysound". Ter completering
staan er drie nummers op van
de hand van de mij onbekendp
J. Heider, te weten „Mayflower".
..Woman" en „Golden island",
stukjes muziek die keurig passen
op het muzikale pad dat Alfie
Khan met vaardige hand heeft
uitgezet.
B.vX.
Anton Bruckner: Symfonie nr.
4 in Es, „Romantische Symfo
nie" (versie 1878/80) door het
Concertgebouworkest o.l.v. Ber
nard Haitink (Philips, stereo 6599
729).
Philips draagt in dit jubileum-
Jaar, 150 Jaar geleden werd de
componist geboren, een opname
aan van de vierde symfonie van
Anton Bruckner. Het is een al
wat oudere registratie van het
Concertgebouworkest en de prijs
ervan ongeveer wat men bij een
„bijzondere aanbieding" mag ver
wachten, namelijk aantrekkelijk.
Bovendien krijgt men waar
voor zijn geld. Bruckner geldt nog
altijd als een niet zo gemakkelijk
toegankelijk componist; zijn „ro
mantische" symfonie is eigenlijk
één van de weinige uitzonderin
gen. Het is een werk dat in grote
brede penseelstreken schijnt te
zijn gemaakt. De ene penseel-
steek over de andere en keer op
keer opnieuw, dat wel, want
Bruckner was behalve een heel
behoedzaam ook een heel twijfel
moedig man. Zijn „romantische"
kent drie versies. Op de plaat
staat de tweede, die Bruckner ten
slotte, alles nog eens overwegen
de, de meest aanvaardbare vond.
In de oudere muziek-gèschied-
schrijving is altijd nogal veel werk
gemaakt van de 19de-eeuwse ro
mantische controverse tussen
de programmamuziek (Liszt voor
op met zijn symfonische gedich
ten) en de muziek puur voor
zich. Die muziek kon dan van
zelfsprekend wel alle mogelijke
stemmingen vertolken, maar be
doelde niet de ongetemde ruwheid
van de Hebriden of het spook
achtig samenzijn van heksen en
gnomen (Berlioz!) te illustreren.
Bruckner geldt als voortrekker
van de tweede categorie compo
nisten, maar aan de hand van
de symfonische symfonie valt voor
de zoveelste keer weer vast te stel
len dat rubricering van alle mo
gelijke verschijnselen en dus ook
van muziek betekent dat Je voor
de orde binnen de veelheid con
cessies moet doen. De Vierde kreeg
van de componist zelf de bij
naam „de romantische" mee en al
mag Bruckner dan de zorgvul
dige construerende methode heb
ben gevolgd en niet de literair-
romantische emoties van een Liszt
toch is dit stuk muziek een dui
delijke stemmingsschildering ge
worden met knappende twijgjes,
Jachthoorns in het najaar, ge
borgenheid tegen het onheil van
de elementen. Er komt in het
tweede (wel wat al te uitgespon
nen) deel een thema voor. ont
leend aan het getsjilp van de
woudmees die hij zich herinner
de uit zijn Jeugd in het dorpje
Ansfelden in Boven-Oosten-
rijk. Ik kan de schrijver van de
hoes dan ook niet helemaal vol
gen, wanneer hij over „abstrac
ties" spreekt bij Bruckners eigen
karakteriseringen als „Stad in de
Middeleeuwen-ochtendsche
mering vanaf de stadstorens
hoort men roepen om te ontwa
ken" enzovoorts. Bruckner laat
zeker genoeg over om zelf in
te vullen, er is maar één echt
„concreet beeld", de directe re
gistratie van b.v. de ruisende tak
ken, het hoefgetrappel en het vo
gelgezang zelf. Als alles wat daar
Op deze pagina bijdragen i
Han Mulder
Ruud Paauw
Jan Preenen
Paul de Tombe
Wim Wirtz
Eindredactie:
Bram van Leeuwen
buiten valt niet „concreet" is, dan
is Bruckners muziek inderdaad
„abstract". Het lijkt me overi
gens een nogal dwangmatige ma
nier van redeneren.
Terug naar de opname. Haitink
leidt het orkest in een brede stijl
en voorkomt dat Bruckners gron
dige opzet de spanning doet ver
flauwen. Alleen in het Andante
kan ook Haitink de breedspra
kigheid van de Oostenrijkse
meester niet verbloemen.
H.M.
Crime of the Century Su
pertramp AMLS 68258.
Moeilijke plaat die LP Crime
of the Century van Supertramp.
Moeilijk maar boeiend. Hoe vaker
de plaat over de draaitafel rolt
des te meer waardering wordt er
gewekt voor de nummers die niet
altijd even gemakkelijk te vol
gen zijn. De muziek is dan ook
bepaald niet van een alledaagse
soort. Supertramp experimenteert
op de langdraaier die is geba
seerd op de Ideeën van de groeps-
oprichters Rick Davies en Roger
Hodgson, die twee jaar geleden
■al wilden beginner met de op
namen, maar die him gedachten
pas aan het begin van dit jaar
konden realiseren. Het geluid zou
dan achterhaald kunnen zijn,
maar daarvan is geen sprake. Wat
Supertramp doet klinkt integen
deel nog altjd nieuw. De tot op
zekere hoogte autobiografische
nummers zijn moeilijk in een ka
der te passen, verwarren aanvan
kelijk ook. Er zijn maar een paar
werkjes die al direct aanslaan zo
als het ook op single uitgebrach
te Dreamer, maar ook 't gave Hi
de in Your Shell. Als ook de an
dere nummers vaker worden ge
draaid merk Je pas echt hoe gaaf
van opzet de muziek is. Je
moet er alleen naar leren luiste
ren. Dat vergt tijd.
P.d.T.
Star-Collection„Lulu" Mi
di MID 20 080.
„Lulu" is nu 26 Jaar. Nog erg
Jong, maar als zangeres heeft ze
al een heel leven achter de rug.
Al op haar vijfde stond ze
in een fcinderzangconcours op
de Bühne en dat is verder zo ge
bleven. Ze bleek al vlug meer te
kunnen dan zingen alleen. Het
beste bewijs daarvoor leverde ze in
de met vals sentiment opgezette
film „To Sir, with love", waarin
se een van de weinige reële rollen
speelde. Dat was in 1965. Sinds
dien is er veel met Lulu gebeurd.
Ze bouwde haar carrière verder
uit, trouwde met en scheidde van
Maurice Gibb. Deze plaat, in de
Star-Collection reeks, laat een
lichte teleurstelling achter. Het is
moeilijk te zeggen waaraan dat
ligt. Lulu verstaat haar vak, ze
zingt nog altijd met groot lef.
Misschien is het de oppervlak
kigheid van haar repertoire.
Sommige liedjes zijn eenvoudig
niet meer dan gedram. De twee
Duitse liedjes (Ich brauche dedne
Uebe en Warum tuat Du mur
weh) zijn wat al te zoetig van
opzet voor haar wijze van zin
gen. Verder op deze elpee: Every
body Clap, Sweep around Your
own back door, In the morning.
After the feeling is gone, Move
to my rhythm, Feelin' alright.
Dirty old man. Good day sun
shine, Take good care of your
self, Marley purt drive.
RP.
Universele Wereldgeschiede
nis" deel I (Nederlandse bewer
king van de Propylaen Weltge-
schichte onder redactie van de
hoogleraren Golo Mann (zie fo
to) Alfred Heuss en August Nit-
schke) 631 blz. Uitgever: Schel-
tens en Giltay, Den Haag.
Van het historische standaard
werk .Universele Wereldgeschiede-
(de door Nederlandse des
kundigen bewerkte Duitse Pro
pylaen Weltgeschichte) zijn nu
de delen IX en I verschenen. Met
deel IX („De geschiedenis van de
twintigste eeuw") werd begin dit
Jaar de serie van in totaal 12
delen geopend. Nu is men terug
gekeerd naar het begin van de
reeks én het begin van de men
selijke geschiedenis. Deel I be
vat overzichten van de prehis
torie en de eerste hoge cultu-
Helmuth Plessner schrijft
over Condito numana, Gerard
Heberer over De oorsprong
de mensheid, Alfred Rust over
primitieve mens, Richard Pittio-
iver De prehistorische dage-
i van de historische tijd
John Albert Wilson over het oude j
Egypte. De eindredactie van
Nederlandse bewerking van deel
berustte bij de hoogleraren
Huizinga. Klasens, Nauta, Van
der Waals, dr. Jansen en dr. Rö-
Het is nuttig deel I van de Uni
versele Wereldgeschiedenis te leg
gen naast het onlangs versche-
eerste deel van Winkler Prins
Grote Wereldgeschiedenis, omdat
zij ongeveer dezelfde historische
passages behandelen. Wat valt
dan op? De Winkler Prins Ge
schiedenis heeft een mooiere,
speelsere lay/out, het illustratie
materiaal is aanzienlijk beter in
de tekst geïntegreerd dan de wat
vormgeving betreft nogal stijfjes
in elkaar zittende Universele We-
relgeschiedenis. Maar inhoudelijk
graaft de uitgave van Scheltens
Giltay aanzienlijk dieper. De
Universele Wereldgeschiedenis is
gedetailleerder en ook veel be-
schouwelijker. Zij maakt het de
lezer wat minder gemakkelijk,
Prof. Golo Mann